1 (2012) Nr. 5

A. TITEL

Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (met bijlagen);

Brussel, 2 februari 2012

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 012706 en 013668 in de Verdragenbank.

B. TEKST

Op 27 januari 2021 is te Brussel een wijzigingsovereenkomst inzake het Verdrag tot stand gekomen. De Nederlandse tekst van de wijzigingsovereenkomst luidt als volgt:1)


Overeenkomst tot wijziging van het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland

Preambule

De verdragsluitende partijen, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (de „lidstaten van de eurozone” of de „ondertekenaars”);

Erkennend dat is overeengekomen middelen vrij te maken en achtervangfinanciering te verstrekken ten behoeve van het gebruik van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF), dat eigendom is van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad (GAR), die is opgericht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/20102);

Erkennend dat het Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) een belangrijke bijdrage aan crisisbeheersing door het tijdig en op doeltreffende wijze verstrekken van stabiliteitssteun aan lidstaten van de eurozone;

Overeenstemming bereikt hebbend over een uitgebreid pakket voor de verdere versterking van de Economische en Monetaire Unie;

Strevend naar een verdere ontwikkeling van het ESM om de weerbaarheid en het crisisoplossend vermogen van de eurozone te versterken, met volledige eerbiediging van het recht van de Europese Unie;

Eraan herinnerend dat de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten die de euro als munt hebben, tijdens de Eurotop van 29 juni 2018 in inclusieve samenstelling hebben verklaard dat het ESM zal voorzien in het gemeenschappelijk achtervangmechanisme voor het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en zal worden versterkt op basis van de elementen die zijn genoemd in de brief van de voorzitter van de Eurogroep van 25 juni 2018;

Er voorts aan herinnerend dat de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten die de euro als munt hebben, tijdens de Eurotop van 14 december 2018 in inclusieve samenstelling de voorwaarden voor het genoemde gemeenschappelijk achtervangmechanisme en de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM hebben onderschreven, en dat de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten die de euro als munt hebben, tijdens de Eurotop van 21 juni 2019 in inclusieve samenstelling kennis hebben genomen van de brede overeenstemming die is bereikt over de herziening van het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme,

Zijn overeengekomen hetgeen volgt:

Artikel 1 Wijzigingen van het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme

Het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme wordt als volgt gewijzigd:

A. De preambule wordt als volgt gewijzigd:

1) Overweging 4 wordt vervangen door:

  • „4) De strikte inachtneming van het juridische kader van de Europese Unie, het geïntegreerde kader voor begrotings- en macro-economisch toezicht, en met name het stabiliteits- en groeipact, het kader voor macro-economische onevenwichtigheden en de regels inzake het economisch bestuur van de Europese Unie, moet de eerste verdedigingslinie blijven tegen vertrouwenscrises die de stabiliteit van de eurozone aantasten.”.

2) De volgende overwegingen worden ingevoegd:

  • „5 bis) Tijdens de Eurotop van 29 juni 2018 in inclusieve samenstelling hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten die de euro als munt hebben, verklaard dat het ESM zal voorzien in het gemeenschappelijk achtervangmechanisme voor het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) en zal worden versterkt op basis van de elementen die zijn genoemd in de brief van de voorzitter van de Eurogroep van 25 juni 2018. Tijdens de Eurotop van 14 december 2018 in inclusieve samenstelling hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten die de euro als munt hebben, de voorwaarden voor het genoemde gemeenschappelijk achtervangmechanisme waarvoor het ESM zal zorgen, en de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM onderschreven. Volgens de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM moet het gemeenschappelijk achtervangmechanisme voor het GAF uiterlijk aan het einde van de overgangsperiode worden ingesteld. Volgens de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM moet ook de doeltreffendheid van instrumenten voor preventieve financiële bijstand worden verbeterd voor ESM-leden met gezonde economische fundamentals die door een negatieve schok buiten hun macht zouden kunnen worden getroffen. In overeenstemming met het aan de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM gehechte gemeenschappelijk standpunt inzake de toekomstige samenwerking tussen de Europese Commissie en het ESM zullen de Europese Commissie en het ESM ten aanzien van de beoordeling van de criteria om in aanmerking te komen in het kader van de preventieve kredietlijn, afhankelijk van de precieze reikwijdte van de criteria om in aanmerking te komen, hun respectieve rol vervullen overeenkomstig het recht van de Europese Unie, dit Verdrag en de ESM-richtsnoeren. Volgens de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM zal voorts een extra marge worden toegepast wanneer een ESM-lid waaraan preventieve financiële bijstand van het ESM is toegekend, niet voldoet aan de daaraan verbonden voorwaarden nadat het middelen heeft opgenomen, tenzij dit te wijten is aan gebeurtenissen die buiten de macht van de regering liggen. Voorts wordt in de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM benadrukt dat voorwaardelijkheid een onderliggend beginsel van dit Verdrag en alle ESM-instrumenten blijft, maar dat de precieze voorwaarden op elk instrument moeten worden afgestemd.

  • 5 ter) Het gemeenschappelijk standpunt inzake de toekomstige samenwerking tussen het ESM en de Europese Commissie beschrijft de overeenstemming die is bereikt over nieuwe voorwaarden voor samenwerking binnen en buiten de programma’s voor financiële bijstand. De Europese Commissie en het ESM hebben gemeenschappelijke doelstellingen en zullen op basis van het recht van de Europese Unie en dit Verdrag specifieke taken uitoefenen in verband met crisisbeheersing voor de eurozone. De twee instellingen zullen dan ook nauw en op efficiënte wijze samenwerken op het gebied van crisisbeheersingsmaatregelen van het ESM in een streven naar financiële stabiliteit door middel van aanvulling van elkaars expertise. De Europese Commissie zorgt voor samenhang met het recht van de Europese Unie, en met name met het kader voor de coördinatie van het economisch beleid. Het ESM verricht zijn analyse en beoordeling vanuit het oogpunt van een kredietgever. Het gemeenschappelijk standpunt inzake de toekomstige samenwerking zal volledig worden opgenomen in een memorandum van samenwerking, zoals omschreven in artikel 13, lid 8, wanneer de wijzigingen van dit Verdrag in werking treden.”.

3) Aan overweging 7 wordt de volgende zin toegevoegd:

„De ESM-leden erkennen de huidige dialoog tussen de directeur en het Europees Parlement.”.

4) In overweging 8 wordt de derde zin vervangen door:

„Van een lidstaat van de eurozone die om financiële bijstand van het ESM verzoekt, wordt verwacht dat hij, steeds als dit passend is, een soortgelijk verzoek tot het IMF richt.”.

5) De volgende overweging wordt ingevoegd:

  • „9 bis) Van de lidstaten van de Europese Unie die niet de euro als munt hebben en die een nauwe samenwerking met de Europese Centrale Bank (ECB) zijn aangegaan overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen3), wordt verwacht dat zij naast het ESM parallelle kredietlijnen voor het GAF verstrekken. Die lidstaten nemen onder gelijkwaardige voorwaarden deel aan het gemeenschappelijk achtervangmechanisme („deelnemende lidstaten”). Voor vergaderingen van de Raad van gouverneurs en de Raad van bewind waarin zaken in verband met het gemeenschappelijk achtervangmechanisme zullen worden besproken, moeten als waarnemers vertegenwoordigers van de deelnemende lidstaten worden uitgenodigd die dezelfde toegang tot informatie moeten hebben. Er moeten passende regelingen voor informatie-uitwisseling en tijdige coördinatie tussen het ESM en de deelnemende lidstaten worden ingevoerd. Het moet mogelijk zijn om vertegenwoordigers van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad (GAR) op ad-hocbasis als waarnemers uit te nodigen voor vergaderingen van de Raad van gouverneurs en de Raad van bewind waarin achtervangfinanciering zal worden besproken.”.

6) Overweging 10 wordt vervangen door:

  • „10) Op 20 juni 2011 hebben de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie de Verdragsluitende partijen gemachtigd de Europese Commissie en de ECB te verzoeken de in dit Verdrag vastgestelde taken te vervullen. Erkend wordt dat de in het kader van dit Verdrag aan de Europese Commissie en de ECB opgedragen taken geen enkele eigen beslissingsbevoegdheid omvatten en dat de op basis van dit Verdrag door deze twee instellingen verrichte taken enkel het ESM binden.”.

7) Aan overweging 11 worden de volgende zinnen toegevoegd:

„Na de invoering van deze CAC’s met ingang van 1 januari 2013 verbinden de ESM leden zich ertoe om uiterlijk in 2022 CAC’s in te voeren die voorzien in stemming met eentrapsaggregatie („CAC’s met eentrapsaggregatie”). De gedetailleerde juridische voorwaarden zullen in het Economisch en Financieel Comité worden overeengekomen, rekening houdend met de nationale grondwettelijke vereisten, zodat door alle ESM-leden in nieuwe overheidsobligaties van de eurozone CAC’s met eentrapsaggregatie zullen worden opgenomen op zulke wijze dat zij identieke rechtsgevolgen hebben.”.

8) De volgende overwegingen worden ingevoegd:

  • „11 bis) Op verzoek van een ESM-lid kan het ESM, wanneer dat passend is, op vrijwillige, informele, niet-bindende, tijdelijke en vertrouwelijke basis de dialoog tussen dat ESM lid en zijn particuliere beleggers faciliteren.

  • 11 ter) Het ESM dient alleen stabiliteitssteun te verstrekken aan ESM-leden waarvan de schuld houdbaar wordt geacht en waarvan de terugbetalingscapaciteit aan het ESM is bevestigd. De beoordeling van de houdbaarheid van de schuld en de terugbetalingscapaciteit geschiedt op transparante en voorspelbare wijze, waarbij voldoende beoordelingsmarge wordt gelaten. Dergelijke beoordelingen worden door de Europese Commissie in samenwerking met de ECB en het ESM en, waar passend en mogelijk, samen met het IMF verricht in overeenstemming met dit Verdrag, het recht van de Europese Unie en het overeenkomstig artikel 13, lid 8, gesloten memorandum van samenwerking. Wanneer de samenwerking niet leidt tot een gezamenlijk standpunt, zal de Europese Commissie de globale beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld verrichten, terwijl het ESM het vermogen van het betrokken ESM-lid tot terugbetaling aan het ESM zal beoordelen.”.

9) Overweging 12 wordt vervangen door:

  • „12) In uitzonderlijke gevallen dient een passende en evenredige betrokkenheid van de private sector, in overeenstemming met de IMF-praktijk, overwogen te worden in gevallen waarin stabiliteitssteun wordt verstrekt in combinatie met een aantal voorwaarden in de vorm van een macro-economisch aanpassingsprogramma.”.

10) Aan overweging 13 wordt de volgende zin toegevoegd:

„Achtervangleningen van het ESM aan de GAR genieten de status van bevoorrechte crediteur op soortgelijke wijze als andere ESM-leningen.”.

11) Overweging 14 wordt vervangen door:

  • „14) De lidstaten van de eurozone steunen gelijkwaardigheid in crediteurenstatus voor het ESM en andere staten die, in coördinatie met het ESM, leningen verstrekken op bilateraal niveau, inclusief met betrekking tot achtervangleningen aan de GAR.”.

12) De volgende overwegingen worden ingevoegd:

  • „15 bis) Artikel 2, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat de lidstaten van de Europese Unie hun economisch beleid coördineren overeenkomstig de in het VWEU gestelde nadere regels. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, VWEU en artikel 121 VWEU coördineren de lidstaten van de Europese Unie hun economisch beleid via de Raad van de Europese Unie. Het ESM dient derhalve niet voor de coördinatie van het economisch beleid van de ESM-leden, waarvoor het recht van de Europese Unie de nodige regels biedt. Het ESM eerbiedigt de bevoegdheden die krachtens het recht van de Europese Unie aan de instellingen en organen van de Unie zijn toegekend.

  • 15 ter) De ESM-leden erkennen dat snelle en efficiënte besluitvorming in het kader van de achtervangfaciliteit en coördinatie met deelnemende lidstaten die naast het ESM aan achtervangfinanciering voor het GAF deelnemen, van cruciaal belang zijn om de doeltreffendheid van het gemeenschappelijk achtervangmechanisme en van daarmee gefinancierde afwikkelingen te waarborgen, zoals blijkt uit de voorwaarden voor het gemeenschappelijk achtervangmechanisme die tijdens de Eurotop van 14 december 2018 in inclusieve samenstelling zijn goedgekeurd door de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten die de euro als munt hebben. De voorwaarden voorzien in criteria voor uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit zoals de beginselen van laatste redmiddel en begrotingsneutraliteit op middellange termijn, volledige naleving van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/20104) („de GAM-verordening”) en van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/20125) („de richtlijn herstel en afwikkeling banken”), en het permanent voorhanden zijn van het juridische kader. Volgens de voorwaarden moet het ESM in de regel binnen 12 uur na het verzoek van de GAR een beslissing nemen over het gebruik van de achtervang, wat in uitzonderlijke gevallen door de directeur kan worden verlengd tot 24 uur, met name in het geval van een bijzonder complexe afwikkelingsoperatie, met inachtneming van de nationale grondwettelijke vereisten.”.

13) Overweging 16 wordt vervangen door:

  • „16) De onafhankelijkheid van de directeur en het personeel van het ESM wordt door dit Verdrag erkend. Deze onafhankelijkheid moet zodanig worden uitgeoefend dat, waar nodig en overeenkomstig dit Verdrag, wordt gezorgd voor samenhang met het recht van de Europese Unie, op de toepassing waarvan de Europese Commissie toeziet.”.

14) Overweging 17 wordt vervangen door:

  • „17) Geschillen tussen de Verdragsluitende partijen onderling of tussen de Verdragsluitende partijen en het ESM in verband met de uitlegging en de toepassing van dit Verdrag dienen overeenkomstig artikel 273 VWEU aan de rechtsmacht van het Hof van Justitie van de Europese Unie te worden onderworpen.

  • 18) Het ESM zal passende waarschuwingssystemen instellen om ervoor te zorgen dat het terugbetalingen verschuldigd uit hoofde van stabiliteitssteun of de achtervangfaciliteit tijdig ontvangt. Het post-programmatoezicht zal worden uitgevoerd door de Europese Commissie in samenwerking met de ECB, en door de Raad van de Europese Unie binnen het kader dat in de artikelen 121 en 136 VWEU is vastgelegd.”.

B. De artikelen worden als volgt gewijzigd:

15) Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3 Doelen
  • 1. Het doel van het ESM is het vrijmaken van middelen en het verstrekken van stabiliteitssteun, onder stringente voorwaarden die passend zijn voor het gekozen financiële-bijstandinstrument, ten gunste van ESM-leden die te maken hebben met of worden bedreigd door ernstige financieringsproblemen, indien zulks onontbeerlijk is om de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel en van de lidstaten ervan te vrijwaren. Waar nodig met het oog op de interne voorbereiding en om het ESM in staat te stellen zijn taken krachtens dit Verdrag op passende en tijdige wijze te vervullen, kan het ESM de macro-economische en financiële situatie van zijn leden, inclusief de houdbaarheid van hun overheidsschuld, volgen en beoordelen en relevante informatie en gegevens analyseren. Daartoe werkt de directeur samen met de Europese Commissie en de ECB om volledige samenhang met het kader voor de coördinatie van het economisch beleid waarin het VWEU voorziet, te waarborgen.

  • 2. Het ESM kan aan de GAR de achtervangfaciliteit voor het GAF verstrekken om de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten en de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden van de GAR, zoals vastgelegd in het recht van de Europese Unie, te ondersteunen.

  • 3. Voor deze doelen wordt het ESM gemachtigd middelen te verwerven door financiële instrumenten uit te geven, dan wel door financiële of andere overeenkomsten of regelingen aan te gaan met ESM-leden, financiële instellingen of andere derden.

  • 4. Onverminderd lid 1 zijn de toegepaste voorwaarden passend voor het gekozen financiële-bijstandinstrument, zoals neergelegd in dit Verdrag.”.

16) In artikel 4, lid 4, wordt de eerste zin vervangen door:

„In afwijking van lid 3 van dit artikel wordt gebruikgemaakt van een spoedstemprocedure indien de Europese Commissie en de ECB beide concluderen dat als niet dringend een besluit tot verlening of tenuitvoerlegging van financiële bijstand, zoals gedefinieerd in de artikelen 13 tot en met 18, wordt vastgesteld, zulks de economische en financiële duurzaamheid van de eurozone in gevaar kan brengen.”.

17) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 4 wordt de volgende zin toegevoegd:

„Ook vertegenwoordigers van deelnemende lidstaten die naast het ESM aan achtervangfinanciering voor het GAF deelnemen, worden als waarnemers uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van gouverneurs waarin zaken in verband met het gemeenschappelijk achtervangmechanisme zullen worden besproken.”;

b) lid 6 wordt als volgt gewijzigd:

i. punt a) wordt vervangen door:

  • „a. om het noodreservefonds af te schaffen en de inhoud ervan weer aan het reservefonds en/of het volgestorte kapitaal over te dragen, in overeenstemming met artikel 4, lid 4, om de opschorting van de toepassing van artikel 18 bis, lid 6, eerste alinea, op te heffen, om de stemmingsmeerderheid te veranderen die voor het nemen van een besluit over leningen en desbetreffende uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit in het kader van de spoedstemprocedure vereist is, en om de omstandigheden te bepalen waarin een herziening in de toekomst moet plaatsvinden, overeenkomstig artikel 18 bis, lid 6, derde alinea;”;

ii. punt f) wordt vervangen door:

  • „f. om stabiliteitssteun door het ESM te verstrekken, met inbegrip van de voorwaarden inzake economisch beleid zoals vastgelegd in het in artikel 13, lid 3, bedoelde memorandum van overeenstemming of zoals omschreven in artikel 14, lid 2, en om de keuze van instrumenten en de financiële en andere voorwaarden vast te stellen overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 18;”;

iii. het volgende punt wordt ingevoegd:

  • „f bis. om de in bijlage III beschreven criteria om voor preventieve financiële bijstand in aanmerking te komen, te wijzigen overeenkomstig artikel 14, lid 1;”;

iv. punt g) wordt vervangen door:

  • „g. om i) de directeur en ii) de Europese Commissie, in overleg met de ECB, op te dragen samen te onderhandelen over de aan financiële bijstand verbonden economische beleidsvoorwaarden overeenkomstig artikel 13, lid 3;”;

v. het volgende punt wordt ingevoegd:

  • „g bis. om een achtervangfaciliteit toe te kennen overeenkomstig artikel 18 bis, lid 1, eerste alinea, om de in bijlage IV beschreven criteria voor de goedkeuring van leningen en uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit overeenkomstig artikel 18 bis, lid 1, tweede alinea, te wijzigen, om een van de in artikel 18 bis, lid 1, derde alinea, genoemde elementen vast te stellen, en om te beslissen over de beëindiging of voortzetting van een dergelijke achtervangfaciliteit overeenkomstig artikel 18 bis, leden 1 en 8;”;

vi. punt h) wordt vervangen door:

  • „h. om het prijsstellingsbeleid en de prijsstellingsrichtsnoeren voor de financiële bijstand of de achtervangfaciliteit voor het GAF te wijzigen overeenkomstig artikel 20;”;

vii. punt j) wordt vervangen door:

  • „j. om de uitvoeringsregels voor de overdracht van EFSF-steun aan het ESM, waaronder het creëren van een aanvullende tranche van het maatschappelijk kapitaal, vast te stellen overeenkomstig artikel 40;”.

18) Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 3 wordt de volgende zin toegevoegd:

„Ook vertegenwoordigers van deelnemende lidstaten die naast het ESM aan achtervangfinanciering voor het GAF deelnemen, worden als waarnemers uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van bewind waarin zaken in verband met het gemeenschappelijk achtervangmechanisme zullen worden besproken.”;

b) lid 4 wordt vervangen door:

  • „4. Andere personen, zoals vertegenwoordigers van instellingen of organisaties, kunnen door de Raad van bewind op ad-hocbasis worden uitgenodigd om vergaderingen bij te wonen als waarnemers.”.

19) Aan artikel 7, lid 4, wordt de volgende zin toegevoegd:

„De directeur en het personeel van het ESM zijn slechts aan het ESM verantwoording schuldig en verrichten hun taken in volledige onafhankelijkheid.”.

20) Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a) het volgende lid wordt toegevoegd:

  • „1 bis. Het ESM kan de achtervangfaciliteit voor het GAF verstrekken, onverminderd het recht van de Europese Unie en de bevoegdheden van de instellingen en organen van de Europese Unie. Leningen in het kader van de achtervangfaciliteit worden alleen als laatste redmiddel verstrekt en voor zover dit op middellange termijn begrotingsneutraal is.”;

b) in lid 3 wordt de volgende zin toegevoegd:

„Stemming met eentrapsaggregatie wordt opgenomen in alle nieuwe overheidsobligaties van de eurozone met een looptijd van meer dan een jaar die op of na 1 januari 2022 worden uitgegeven.”;

c) het volgende lid wordt toegevoegd:

  • „4. Bij de uitvoering van de haar bij dit Verdrag opgedragen taken zorgt de Commissie ervoor dat de door het ESM uit hoofde van dit Verdrag verstrekte operaties voor financiële bijstand, in voorkomend geval, stroken met het recht van de Europese Unie, met name met de maatregelen voor de coördinatie van het economisch beleid waarin het VWEU voorziet.”.

21) Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i. het inleidende gedeelte wordt vervangen door:

  • „1. Een ESM-lid kan tot de voorzitter van de Raad van gouverneurs een verzoek om stabiliteitssteun richten. In een dergelijk verzoek wordt het (worden de) te overwegen financiële-bijstandinstrument(en) aangegeven. Na ontvangst van een dergelijk verzoek wordt door de voorzitter van de Raad van gouverneurs aan i) de directeur en ii) de Europese Commissie, in overleg met de ECB, de gezamenlijke uitvoering van de volgende taken toevertrouwd:”;

ii. punt b) wordt vervangen door:

  • „b. te onderzoeken of de overheidsschuld houdbaar is en of de stabiliteitssteun kan worden terugbetaald. Dit onderzoek wordt op transparante en voorspelbare wijze uitgevoerd, waarbij voldoende beoordelingsmarge wordt gelaten. Verwacht wordt dat een dergelijk onderzoek, steeds als dit passend en mogelijk is, samen met het IMF wordt verricht;”;

b) lid 2 wordt vervangen door:

  • „2. Op grond van het verzoek van het ESM-lid en de in lid 1 van dit artikel bedoelde beoordelingen, een voorstel van de directeur op basis van deze beoordelingen en, in voorkomend geval, de in artikel 14, leden 1 en 2, bedoelde positieve beoordelingen kan de Raad van gouverneurs besluiten om, in beginsel, stabiliteitssteun aan het betrokken ESM-lid toe te kennen in de vorm van een financiële-bijstandfaciliteit.”;

c) in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

  • „3. Indien een besluit overeenkomstig lid 2 wordt vastgesteld anders dan ten aanzien van een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn, draagt de Raad van gouverneurs i) de directeur en ii) de Europese Commissie op om samen, in overleg met de ECB en, steeds als dit mogelijk is, ook samen met het IMF, met het betrokken ESM lid te onderhandelen over een memorandum van overeenstemming waarin de aan de financiële-bijstandfaciliteit verbonden voorwaarden worden beschreven. In de inhoud van het memorandum van overeenstemming worden de ernst van de aan te pakken zwakke punten en het gekozen financiële-bijstandinstrument aangegeven. De directeur stelt een door de Raad van gouverneurs aan te nemen voorstel voor een akkoord over een financiële-bijstandfaciliteit op waarin de financiële en andere voorwaarden en de keuze van instrumenten zijn vastgelegd.”;

d) lid 4 wordt vervangen door:

  • „4. Het memorandum van overeenstemming wordt namens het ESM door de Europese Commissie en de directeur ondertekend, mits vooraf aan de voorwaarden van lid 3 is voldaan en de Raad van gouverneurs daarmee instemt.”;

e) lid 7 wordt vervangen door:

  • „7. Zowel i) de directeur als ii) de Europese Commissie wordt ermee belast om samen, in overleg met de ECB en, steeds als dit mogelijk is, ook samen met het IMF, toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden die aan de financiële-bijstandfaciliteit verbonden zijn.”;

f) het volgende lid wordt toegevoegd:

  • „8. Onder voorbehoud van voorafgaande goedkeuring door de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming kan het ESM een memorandum van samenwerking met de Europese Commissie sluiten waarin de samenwerking tussen de directeur en de Europese Commissie bij de uitvoering van de hun krachtens de leden 1, 3 en 7 van dit artikel opgedragen en in artikel 3, lid 1, bedoelde taken nader wordt beschreven.”.

22) Artikel 14 wordt vervangen door:

„Artikel 14 Preventieve financiële bijstand van het ESM
  • 1. Preventieve financiële-bijstandinstrumenten van het ESM verlenen steun aan ESM leden met gezonde economische fundamentals die door een negatieve schok buiten hun macht zouden kunnen worden getroffen. De Raad van gouverneurs kan overeenkomstig artikel 12, lid 1, besluiten aan een ESM-lid waarvan de overheidsschuld houdbaar is, preventieve financiële bijstand te verlenen in de vorm van een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn, dan wel in de vorm van een kredietlijn tegen verscherpte voorwaarden, mits wordt voldaan aan de criteria om in aanmerking te komen die voor elk type van dergelijke bijstand van toepassing zijn overeenkomstig het bepaalde in bijlage III.

    De Raad van gouverneurs kan besluiten de criteria om voor preventieve financiële bijstand van het ESM in aanmerking te komen, te wijzigen en bijlage III dienovereenkomstig aan te passen. Een dergelijke aanpassing treedt in werking nadat de ESM-leden de depositaris in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun toepasselijke nationale procedures.

  • 2. De aan een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn verbonden voorwaarden bestaan in voortdurende naleving van de in bijlage III vastgestelde criteria om in aanmerking te komen, waartoe het betrokken ESM-lid zich verbindt in zijn overeenkomstig artikel 13, lid 1, ondertekende verzoek, waarin zijn belangrijkste beleidsvoornemens worden aangegeven (intentieverklaring). Na ontvangst van een dergelijke intentieverklaring draagt de voorzitter van de Raad van gouverneurs de Europese Commissie op om na te gaan of de in de intentieverklaring opgenomen beleidsvoornemens volledig stroken met de maatregelen voor de coördinatie van het economisch beleid waarin het VWEU voorziet, met name elke handeling van het recht van de Europese Unie, inclusief alle tot het betrokken ESM-lid gerichte adviezen, waarschuwingen, aanbevelingen of besluiten. In afwijking van artikel 13, leden 3 en 4, wordt geen memorandum van overeenstemming gesloten.

  • 3. De aan een kredietlijn met verscherpte voorwaarden verbonden voorwaarden worden overeenkomstig artikel 13, lid 3, beschreven in het memorandum van overeenstemming en stroken met de in bijlage III vastgestelde criteria om in aanmerking te komen.

  • 4. De financiële en andere voorwaarden van de preventieve financiële bijstand van het ESM worden vastgelegd in een door de directeur te ondertekenen akkoord over de preventieve financiëlebijstandfaciliteit.

  • 5. De Raad van bewind stelt de gedetailleerde richtsnoeren vast die gelden voor de regels van tenuitvoerlegging van de preventieve financiële bijstand van het ESM.

  • 6. De Raad van bewind buigt zich regelmatig, ten minste om de zes maanden of nadat het ESM lid een eerste keer middelen heeft opgenomen (via een lening of een aankoop op de primaire markt), over een verslag overeenkomstig artikel 13, lid 7. Voor een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn verifieert het verslag de voortdurende naleving van de in lid 2 van dit artikel bedoelde criteria om in aanmerking te komen, terwijl het verslag voor een kredietlijn met verscherpte voorwaarden de naleving van de in het memorandum van overeenstemming beschreven beleidsvoorwaarden verifieert. Wanneer het verslag concludeert dat het ESM-lid nog steeds voldoet aan de criteria om voor de aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn in aanmerking te komen dan wel aan de aan de kredietlijn met verscherpte voorwaarden verbonden voorwaarden, wordt de kredietlijn gehandhaafd, tenzij de directeur of een bewindvoerder verzoekt om een besluit in onderlinge overeenstemming van de Raad van bewind over de vraag of de kredietlijn moet worden gehandhaafd.

  • 7. Indien het in lid 6 van dit artikel bedoelde verslag concludeert dat het ESM-lid niet langer voldoet aan de criteria om voor de aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn in aanmerking te komen, of aan de aan de kredietlijn met verscherpte voorwaarden verbonden voorwaarden, wordt de toegang tot de kredietlijn beëindigd, tenzij de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming besluit de kredietlijn te handhaven. Indien het ESM-lid eerder middelen heeft opgenomen, is een extra marge van toepassing in overeenstemming met het prijsstellingsrichtsnoer dat overeenkomstig artikel 20, lid 2, door de Raad van gouverneurs wordt aangenomen, tenzij de Raad van bewind op basis van het verslag van oordeel is dat de niet-naleving te wijten is aan gebeurtenissen buiten de macht van het ESM-lid. Indien de kredietlijn niet wordt gehandhaafd, kan een andere vorm van financiële bijstand worden aangevraagd en verleend overeenkomstig de toepasselijke regels uit hoofde van dit Verdrag.”.

23) In artikel 15 wordt lid 5 vervangen door:

  • „5. In voorkomend geval neemt de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming op voorstel van de directeur en na ontvangst van een verslag van de directeur en de Europese Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 7, een besluit over de uitbetaling van de na de eerste tranche volgende tranches van de financiële bijstand.”.

24) In artikel 16 wordt lid 5 vervangen door:

  • „5. Op voorstel van de directeur en na ontvangst van een verslag van de directeur en de Europese Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 7, neemt de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming een besluit over de uitbetaling van de na de eerste tranche volgende tranches van de financiële bijstand.”.

25) In artikel 17 wordt lid 5 vervangen door:

  • „5. Op voorstel van de directeur en na ontvangst van een verslag van de directeur en de Europese Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 7, neemt de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming een besluit tot uitbetaling van de financiële bijstand aan een lidstaat die via operaties op de primaire markt bijstand ontvangt.”.

26) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 18 bis Achtervangfaciliteit
  • 1. Op basis van een verzoek van de GAR om een achtervangfaciliteit en een voorstel van de directeur kan de Raad van gouverneurs besluiten aan de GAR een achtervangfaciliteit toe te kennen die alle mogelijke in het recht van de Europese Unie vastgelegde aanwendingen van het GAF omvat en waarvoor passende waarborgen gelden.

    De criteria voor de goedkeuring van leningen en uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit zijn opgenomen in bijlage IV. De Raad van gouverneurs kan besluiten de criteria voor de goedkeuring van leningen en uitbetalingen te wijzigen en bijlage IV dienovereenkomstig aan te passen. Een dergelijke aanpassing treedt in werking nadat de ESM-leden de depositaris in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun toepasselijke nationale procedures.

    De belangrijkste financiële en andere voorwaarden van de achtervangfaciliteit, de nominale limiet en eventuele aanpassingen daarvan, bepalingen inzake de procedure voor de controle op de naleving van de voorwaarde van het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling en inzake de gevolgen voor de achtervangfaciliteit en het gebruik ervan, alsmede de voorwaarden op grond waarvan de Raad van gouverneurs kan besluiten de achtervangfaciliteit te beëindigen en de voorwaarden en termijnen op grond waarvan de Raad van gouverneurs kan besluiten de achtervangfaciliteit voort te zetten overeenkomstig lid 8, worden door de Raad van gouverneurs vastgesteld.

  • 2. De achtervangfaciliteit krijgt de vorm van een doorlopende kredietlijn in het kader waarvan leningen kunnen worden verstrekt.

  • 3. De gedetailleerde financiële en andere voorwaarden van de achtervangfaciliteit worden beschreven in een akkoord met de GAR over de achtervangfaciliteit, dat in onderlinge overeenstemming door de Raad van bewind moet worden goedgekeurd en door de directeur moet worden ondertekend.

  • 4. De Raad van bewind stelt de gedetailleerde richtsnoeren op die gelden voor de regels van tenuitvoerlegging van de achtervangfaciliteit, inclusief procedures voor de snelle goedkeuring van besluiten overeenkomstig lid 5, en herziet deze regelmatig.

  • 5. Op basis van een verzoek om een lening van de GAR, dat alle relevante informatie bevat en voldoet aan de vertrouwelijkheidsvereisten van het recht van de Europese Unie, een voorstel van de directeur en een beoordeling van de terugbetalingscapaciteit van de GAR en, in voorkomend geval, de beoordelingen van de Europese Commissie en de ECB overeenkomstig lid 6, neemt de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming, geleid door de in bijlage IV vastgestelde criteria, een besluit over leningen en desbetreffende uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit. De Raad van bewind kan in onderlinge overeenstemming besluiten de in dit lid bedoelde taak voor een bepaalde periode en een bepaald bedrag te delegeren aan de directeur, overeenkomstig de regels die zijn opgenomen in door de Raad van bewind vastgestelde richtsnoeren.

  • 6. In afwijking van artikel 4, lid 3, wordt gebruikgemaakt van een spoedstemprocedure indien de Europese Commissie en de ECB in afzonderlijke beoordelingen concluderen dat als niet dringend door de Raad van bewind een besluit wordt vastgesteld over leningen en desbetreffende uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit overeenkomstig de eerste zin van lid 5 van dit artikel, zulks de economische en financiële houdbaarheid van de eurozone in gevaar zou kunnen brengen. Voor de vaststelling van een dergelijk besluit in onderlinge overeenstemming in het kader van die spoedprocedure is een gekwalificeerde meerderheid van 85% van de uitgebrachte stemmen vereist. Dit lid is niet van toepassing indien en zolang procedures lopen met betrekking tot het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling overeenkomstig lid 8 van dit artikel en daarmee verband houdende bepalingen die door de Raad van gouverneurs zijn vastgesteld.

    Indien gebruik wordt gemaakt van de in de eerste alinea bedoelde spoedprocedure, gebeurt een overdracht naar een noodreservefonds om een buffer te vormen die specifiek als doel heeft de risico’s die voortkomen uit de uit hoofde van die spoedprocedure goedgekeurde leningen en desbetreffende uitbetalingen af te dekken. De Raad van bewind kan in onderlinge overeenstemming besluiten het noodreservefonds af te schaffen en de inhoud ervan weer aan het reservefonds en/of het volgestorte kapitaal over te dragen.

    Wanneer deze spoedstemprocedure tweemaal is gebruikt, wordt de toepassing van de eerste alinea opgeschort totdat de Raad van gouverneurs besluit een dergelijke opschorting op te heffen. Bij het nemen van een besluit over de opheffing van een dergelijke opschorting herziet de Raad van gouverneurs de vereiste meerderheid van stemmen voor de vaststelling van een besluit volgens de genoemde procedure en stelt hij de omstandigheden vast waarin een herziening in de toekomst moet plaatsvinden, en kan hij besluiten dit lid dienovereenkomstig aan te passen, zonder de stemmingsdrempel te verlagen. Een dergelijke aanpassing treedt in werking nadat de ESM-leden de depositaris in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun toepasselijke nationale procedures.

  • 7. Het ESM stelt een passend waarschuwingssysteem in om te zorgen voor de tijdige ontvangst van in het kader van de achtervangfaciliteit verschuldigde terugbetalingen.

  • 8. De achtervangfaciliteit en het gebruik ervan uit hoofde van dit artikel zijn afhankelijk van naleving van de voorwaarde van het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling. Indien niet aan de voorwaarde van het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling wordt voldaan, zal een uitgebreide evaluatie worden gestart en is een besluit van de Raad van gouverneurs vereist om de achtervangfaciliteit voort te zetten. Nadere bepalingen inzake de procedure voor de controle op de naleving van de voorwaarde van het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling en inzake de gevolgen voor de achtervangfaciliteit en het gebruik ervan zullen door de Raad van gouverneurs worden vastgesteld overeenkomstig lid 1.

  • 9. Voor de toepassing van lid 8 van dit artikel behelst het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling:

    • a. het permanent voorhanden zijn, in de zin van artikel 9, lid 1, van de Intergouvernementele overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (IGO), van de regels als omschreven in artikel 9, lid 1, IGO; en

    • b. het permanent voorhanden zijn van de beginselen en regels betreffende het instrument van bail-in en het kader inzake het vereiste minimum van eigen vermogen en in aanmerking komende passiva zoals vastgelegd in de richtlijn herstel en afwikkeling banken, de GAM-verordening en Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/20126), voor zover deze beginselen en regels relevant zijn voor het behoud van de financiële middelen van het GAF.

  • 10. Bij de tenuitvoerlegging van dit artikel werkt het ESM nauw samen met deelnemende lidstaten die naast het ESM aan achtervangfinanciering voor het GAF deelnemen.”.

27) In artikel 19 wordt de titel vervangen door:

„Evaluatie en wijziging van de lijst van financiële-bijstandinstrumenten”.

28) In artikel 20 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

  • „1. Bij de toekenning van stabiliteitssteun of achtervangfinanciering voor het GAF streeft het ESM volledige dekking van zijn operationele en financieringskosten na en hanteert het een passende marge.

  • 2. Voor alle financiële-bijstandinstrumenten en achtervangfinanciering voor het GAF wordt de prijsstelling nader gepreciseerd in een prijsstellingsrichtsnoer, dat door de Raad van gouverneurs wordt aangenomen.”.

29) In artikel 21 wordt lid 1 vervangen door:

  • „1. Het ESM wordt gemachtigd op de kapitaalmarkten bij banken, financiële instellingen of andere personen of instellingen leningen aan te gaan voor het verwezenlijken van zijn doelen.”.

30) In artikel 30 wordt lid 5 vervangen door:

  • „5. De Raad van gouverneurs maakt het jaarverslag toegankelijk voor de nationale parlementen en hoge controle-instanties van de ESM-leden, voor de Europese Rekenkamer en voor het Europees Parlement.”.

31) Aan artikel 37 wordt het volgende lid toegevoegd:

  • „4. Geschillen tussen ESM-leden over de naleving van de voorwaarde van het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling dat in artikel 18 bis is vastgesteld, kunnen rechtstreeks worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie volgens de krachtens artikel 18 bis, leden 1 en 8, door de Raad van gouverneurs vast te stellen procedure. Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie is bindend voor de partijen bij de procedure; het ESM handelt in overeenstemming met dit arrest.”.

32) In artikel 38 wordt de enige alinea vervangen door:

„Met het oog op het bereiken van zijn doelen is het ESM gemachtigd overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag samen te werken met het IMF, elke staat die op ad-hocbasis financiële bijstand aan een ESM-lid verleent, elke lidstaat van de Europese Unie en elke internationale organisatie of entiteit die speciale verantwoordelijkheden op aanverwante terreinen draagt.”.

33) Aan artikel 40 wordt het volgende lid toegevoegd:

  • „4. Onverminderd de artikelen 8 tot en met 11 en 39 kan de Raad van gouverneurs, om de in lid 2 van dit artikel bedoelde overdracht te faciliteren, een aanvullende tranche van het maatschappelijk kapitaal creëren waarop door sommige of alle aandeelhouders van de EFSF moet worden ingeschreven volgens de verdeelsleutel die is beschreven in bijlage 2 bij de op 10 juni 2010 ondertekende EFSF-Kaderovereenkomst (als gewijzigd). De aanvullende tranche bestaat uit opvraagbaar kapitaal, geeft geen recht op stemrechten (zelfs niet wanneer dit kapitaal wordt opgevraagd) en is begrensd tot een maximumbedrag dat overeenkomt met het totale uitstaande hoofdbedrag van de overgedragen EFSF-leenfaciliteiten vermenigvuldigd met een percentage van ten hoogste 165 %. De Raad van gouverneurs bepaalt de wijze en de omstandigheden van kapitaalopvragingen en -betalingen in het kader van de aanvullende tranche.

    De in lid 2 bedoelde overdracht mag de som van de verplichtingen van de EFSF en het ESM niet verhogen ten opzichte van een scenario waarin die overdracht niet plaatsvindt. De aanvullende tranche dient ter ondersteuning van de overdracht van de EFSF-leningen en wordt verminderd conform de terugbetaling van de leningen.

    Het besluit van de Raad van gouverneurs krachtens de eerste alinea treedt in werking nadat de ESM-leden de depositaris in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun toepasselijke nationale procedures.“.

34) In artikel 45 worden de punten 1 en 2 vervangen door:

  • “1. Bijlage I: Sleutel voor de ESM-bijdrage;

  • 2. Bijlage II: Inschrijvingen op het maatschappelijk kapitaal;

  • 3. Bijlage III: Criteria om voor preventieve financiële bijstand van het ESM in aanmerking te komen; en

  • 4. Bijlage IV: Criteria voor de goedkeuring van leningen en uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit.”.

35) De volgende tekst wordt toegevoegd als bijlage III:

“BIJLAGE III Criteria om voor preventieve financiële bijstand van het ESM in aanmerking te komen
  • 1. De onderstaande criteria zijn de criteria om voor preventieve financiële bijstand van het ESM in aanmerking te komen, en zijn vastgesteld met inachtneming van:

    • a. de verklaring van de Eurotop van 14 december 2018 waarin de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM werden onderschreven en werd gespecificeerd dat voorafgaande criteria om in aanmerking te komen ter beoordeling van gezonde economische en financiële prestaties zullen worden vastgesteld, en dat het instrument van de kredietlijn met verscherpte voorwaarden beschikbaar zal blijven overeenkomstig het huidige ESM-richtsnoer; en

    • b. het aan de modaliteiten met betrekking tot de hervorming van het ESM gehechte gemeenschappelijk standpunt inzake de toekomstige samenwerking tussen de Europese Commissie en het ESM, alsmede de taken en bevoegdheden van de instellingen zoals voorzien in het juridische kader van de Europese Unie,

    Voorts rekening houdend met het feit dat de procedure voor de toekenning van preventieve financiële bijstand van het ESM geschiedt volgens de artikelen 13 en 14 van dit Verdrag, en dat de Raad van gouverneurs overeenkomstig artikel 14, lid 1, van dit Verdrag kan besluiten preventieve financiële bijstand te verlenen aan een ESM-lid waarvan de overheidsschuld houdbaar is, en dat de Raad van bewind overeenkomstig artikel 14, lid 5, van dit Verdrag de gedetailleerde richtsnoeren vaststelt die gelden voor de regels van tenuitvoerlegging van de preventieve financiële bijstand van het ESM.

  • 2. Criteria om voor de toekenning van een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn in aanmerking te komen:

    De toegang tot een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn is gebaseerd op criteria om in aanmerking te komen en blijft beperkt tot ESM-leden waarvan de economische en financiële situatie fundamenteel gezond en de overheidsschuld houdbaar is. In de regel moeten ESM-leden aan kwantitatieve benchmarks en kwalitatieve voorwaarden in verband met het EU-toezicht voldoen. Op basis van de volgende criteria wordt beoordeeld of een potentieel begunstigd ESM-lid voor een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn in aanmerking komt:

    • a. inachtneming van de kwantitatieve budgettaire benchmarks. Het ESM-lid mag niet onder de buitensporigtekortprocedure vallen en moet in de twee jaren voorafgaand aan het verzoek om preventieve financiële bijstand aan de volgende drie benchmarks voldoen:

      • i. een overheidstekort dat niet hoger is dan 3 % van het bbp;

      • ii. een structureel overheidssaldo dat op of boven de landspecifieke minimumbenchmark ligt7);

      • iii. een schuldbenchmark die bestaat uit een schuldquote onder 60 % of een vermindering van het verschil ten opzichte van 60 % over de voorafgaande twee jaren met gemiddeld een twintigste per jaar;

    • b. afwezigheid van buitensporige onevenwichtigheden. In het kader van het EU toezicht mag niet zijn vastgesteld dat het ESM-lid met buitensporige onevenwichtigheden te maken heeft;

    • c. een trackrecord van toegang tot de internationale kapitaalmarkten, in voorkomend geval, tegen redelijke voorwaarden;

    • d. een houdbare externe positie; en

    • e. afwezigheid van ernstige kwetsbare plekken in de financiële sector die de financiële stabiliteit van het ESM-lid in gevaar brengen.

  • 3. Criteria om voor de toekenning van een kredietlijn met verscherpte voorwaarden in aanmerking te komen

    De toegang tot een kredietlijn met verscherpte voorwaarden staat open voor ESM-leden die niet voor de aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn in aanmerking komen omdat zij niet aan sommige criteria om in aanmerking te komen voldoen, maar waarvan de algemene economische en financiële situatie gezond blijft en waarvan de overheidsschuld houdbaar is.”.

36) De volgende tekst wordt toegevoegd als bijlage IV:

“BIJLAGE IV Criteria voor de goedkeuring van leningen en uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit
  • 1. De onderstaande criteria zijn de criteria voor de goedkeuring van leningen en uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit en zijn vastgesteld met inachtneming van:

    • a. de op de Eurotop van 14 december 2018 onderschreven voorwaarden voor het gemeenschappelijk achtervangmechanisme voor het GAF;

    • b. overweging 15 ter van dit Verdrag, die eraan herinnert dat de op de Eurotop van 14 december 2018 onderschreven voorwaarden voor het gemeenschappelijk achtervangmechanisme voor het GAF voorzien in criteria voor uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit zoals de beginselen van laatste redmiddel en begrotingsneutraliteit op middellange termijn, volledige naleving van de GAM verordening en de richtlijn herstel en afwikkeling banken, en het permanent voorhanden zijn van het juridische kader;

    • c. artikel 12, lid 1 bis, van dit Verdrag, dat bepaalt dat leningen in het kader van de achtervangfaciliteit alleen als laatste redmiddel worden verstrekt en voor zover dit op middellange termijn begrotingsneutraal is;

    • d. artikel 18 bis, lid 8, van dit Verdrag, dat bepaalt dat de achtervangfaciliteit en het gebruik ervan afhankelijk zijn van naleving van de voorwaarde van het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling en dat nadere bepalingen inzake de procedure voor de controle op de naleving van deze voorwaarde en inzake de gevolgen voor de achtervangfaciliteit en het gebruik ervan door de Raad van gouverneurs worden vastgesteld overeenkomstig artikel 18 bis, lid 1, van dit Verdrag;

    • e. artikel 18 bis, lid 5, van dit Verdrag, dat bepaalt dat de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming, geleid door de in deze bijlage vastgestelde criteria, een besluit neemt over leningen en desbetreffende uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit,

    en rekening houdend met het feit dat de procedure voor de toekenning en tenuitvoerlegging van de achtervangfaciliteit geschiedt volgens artikel 18 bis van dit Verdrag en dat de Raad van bewind gedetailleerde richtsnoeren vaststelt die gelden voor de regels van tenuitvoerlegging van de achtervangfaciliteit overeenkomstig artikel 18 bis, lid 4, van dit Verdrag.

  • 2. Criteria voor de goedkeuring van leningen en uitbetalingen in het kader van de achtervangfaciliteit:

    • a. De achtervangfaciliteit is een laatste redmiddel. Dit betekent het volgende:

      • i. de financiële middelen van het GAF die beschikbaar zijn voor gebruik overeenkomstig artikel 76 van de GAM-verordening en die nog niet zijn vastgelegd voor afwikkelingsmaatregelen, zijn uitgeput, inclusief de situatie waarin er financiële middelen beschikbaar zijn in het GAF, maar deze ontoereikend zijn voor de betrokken afwikkelingszaak;

      • ii. de achteraf te betalen bijdragen zijn niet toereikend of niet onmiddellijk beschikbaar; en

      • iii. de GAR is niet in staat te lenen tegen voorwaarden die de GAR aanvaardbaar acht overeenkomstig de artikelen 73 en 74 van de GAM verordening;

    • b. Het beginsel van begrotingsneutraliteit op middellange termijn wordt in acht genomen. De terugbetalingscapaciteit van de GAR is toereikend om de in het kader van de achtervangfaciliteit verstrekte leningen op middellange termijn volledig terug te betalen;

    • c. De gevraagde middelen zijn beschikbaar voor het ESM. In geval van contante uitbetalingen heeft het ESM de middelen verkregen tegen voorwaarden die aanvaardbaar zijn voor het ESM, of in geval van niet-contante uitbetalingen zijn de obligaties op rechtmatige wijze uitgegeven en gedeponeerd bij de desbetreffende effectenbewaarinstelling;

    • d. Alle partijen bij de IGO op het grondgebied waarvan de betrokken afwikkelingsmaatregel plaatsvindt, hebben voldaan aan hun verplichting om bijdragen die van op hun grondgebied toegelaten instellingen zijn ontvangen, aan het GAF over te dragen;

    • e. Er is geen sprake van een aanhoudend geval van wanbetaling op leningen die door de GAR zijn ontvangen van het ESM of van enige andere kredietgever, of de GAR heeft met betrekking tot een dergelijk aanhoudend geval van wanbetaling een rechtzettingsplan gepresenteerd dat voor de Raad van bewind bevredigend is;

    • f. De overeenkomstig artikel 18 bis, leden 1 en 8, van dit Verdrag door de Raad van gouverneurs vastgestelde voorwaarde van het permanent voorhanden zijn van het juridische kader voor bankafwikkeling in de zin van artikel 18 bis, lid 9, van dit Verdrag wordt nageleefd; en

    • g. De specifieke afwikkelingsregeling is volledig in overeenstemming met het recht van de Europese Unie en is in werking getreden overeenkomstig het recht van de Europese Unie.”.

Artikel 2 Neerlegging

Deze wijzigingsovereenkomst wordt neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie („de depositaris”), dat alle ondertekenaars voor eensluidend gewaarmerkte afschriften doet toekomen.

Artikel 3 Consolidatie

De depositaris stelt een geconsolideerde versie van het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme op en doet deze aan alle ondertekenaars toekomen.

Artikel 4 Bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding

  • 1. Deze wijzigingsovereenkomst wordt bekrachtigd, goedgekeurd of aanvaard door de ondertekenaars. De akten van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding worden neergelegd bij de depositaris.

  • 2. De depositaris stelt de andere ondertekenaars in kennis van elke neerlegging en van de datum waarop deze heeft plaatsgevonden.

Artikel 5 Inwerkingtreding en toetreding

  • 1. Deze wijzigingsovereenkomst treedt in werking op de datum waarop de akten van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding door alle ondertekenaars zijn neergelegd.

  • 2. Vóór de inwerkingtreding staat deze wijzigingsovereenkomst open voor toetreding door lidstaten van de Europese Unie die tot het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme toetreden overeenkomstig de artikelen 2 en 44 van dat verdrag.

    De artikelen 2 en 44 van het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme zijn ook van toepassing op de toetreding tot deze wijzigingsovereenkomst.

    De toetredende lidstaat moet het verzoek om toetreding tot deze wijzigingsovereenkomst tegelijk met het verzoek om toetreding tot het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme indienen. De goedkeuring van het verzoek door de Raad van gouverneurs overeenkomstig artikel 44 van het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme wordt van kracht na gelijktijdige neerlegging van de akten van toetreding tot het Verdrag tot instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme en deze wijzigingsovereenkomst.

GEDAAN in één oorspronkelijk exemplaar, waarvan de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse en de Zweedse tekst gelijkelijk authentiek zijn.


D. PARLEMENT

De wijzigingsovereenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de wijzigingsovereenkomst kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de wijzigingsovereenkomst zullen ingevolge artikel 5, eerste lid, in werking treden op de datum waarop de akten van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding door alle ondertekenaars zijn neergelegd.

Uitgegeven de twaalfde februari 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK


X Noot
1)

De Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse en de Zweedse tekst zijn niet opgenomen.

Het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift is nog niet ontvangen. In de tekst kunnen derhalve onjuistheden voorkomen die in een volgend Tractatenblad zullen worden gecorrigeerd.

X Noot
7)

De minimumbenchmark is het niveau van het structurele saldo dat onder normale conjuncturele omstandigheden een veiligheidsmarge ten opzichte van de 3 %-drempel van het VWEU biedt. Het wordt voornamelijk gebruikt als een van de drie inputs voor de berekening van de minimale MTD.

Naar boven