41 (2009) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Zweden ter bevordering van de economische betrekkingen;

Parijs, 10 september 2009

B. TEKST

De Engelse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2009, 174.

C. VERTALING


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Zweden ter bevordering van de economische betrekkingen

Overwegend dat het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Zweden („de verdragsluitende partijen”) een verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen hebben ondertekend;

Aangezien zowel het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, als het Koninkrijk Zweden zich verplicht heeft zich in te zetten voor een internationaal financieel stelsel dat vrij is van verstoringen ten gevolge van een gebrek aan transparantie en het ontbreken van een doeltreffende uitwisseling van informatie bij belastingzaken;

Aangezien het Koninkrijk Zweden het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, wenst bij te staan bij het diversifiëren van hun economie;

Zijn de verdragsluitende partijen thans het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is

  • 1. De belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, zijn:

    • a. op de Nederlandse Antillen:

      • i. de inkomstenbelasting;

      • ii. de winstbelasting; en

      • iii. de opcenten op de inkomsten- en winstbelasting;

        (hierna te noemen: „de Nederlands-Antilliaanse belasting”);

    • b. in Zweden:

      de nationale inkomstenbelasting (den statliga inkomstskatten)

      (hierna te noemen: „Zweedse belasting”).

  • 2. Het Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van het Verdrag naast of in de plaats van de belastingen bedoeld in het eerste lid worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen doen elkaar mededeling van alle belangrijke wijzigingen die in hun onderscheiden belastingwetgevingen zijn aangebracht.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:

    • a. wordt verstaan onder de uitdrukking „verdragsluitende partij” het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, of het Koninkrijk Zweden, al naargelang de context vereist;

    • b. wordt verstaan onder de uitdrukking „Zweden” het Koninkrijk Zweden; gebezigd in geografische zin omvat dit het nationale grondgebied, de territoriale zee van Zweden alsmede andere maritieme gebieden waar Zweden in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten of rechtsmacht uitoefent;

    • c. wordt verstaan onder de uitdrukking „de Nederlandse Antillen” dat deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat is gelegen in de Caribische Zee en bestaat uit de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, St. Eustatius en (het Nederlandse deel van) St. Maarten, met inbegrip van de territoriale wateren daarvan en het deel van de zeebodem en de ondergrond ervan onder de Caribische Zee waarover het Koninkrijk der Nederlanden soevereine rechten heeft in overeenstemming met het internationale recht evenwel met uitzondering van het deel dat betrekking heeft op Aruba;

    • d. wordt verstaan onder de uitdrukking „lichaam” elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;

    • e. wordt verstaan onder de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:

      • i. wat Zweden betreft, de minister van Financiën, zijn bevoegde vertegenwoordiger of de autoriteit die is aangewezen als de bevoegde autoriteit ter zake van dit Verdrag;

      • ii. wat de Nederlandse Antillen betreft, de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger.

  • 2. Wat betreft de toepassing van het Verdrag, op enig moment, door een verdragsluitende partij, heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die partij met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die partij aan die uitdrukking wordt gegeven.

Artikel 3 Inwoner

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder de uitdrukkingen „lichaam dat inwoner is van Zweden” en „lichaam dat inwoner is van de Nederlandse Antillen” elk lichaam dat uit hoofde van het recht van een partij aldaar aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding of enige andere soortgelijke omstandigheid. Onder de uitdrukkingen „lichaam dat inwoner is van Zweden” en „lichaam dat inwoner is van de Nederlandse Antillen” worden niet verstaan lichamen die in een partij uitsluitend aan belasting zijn onderworpen op grond van inkomsten uit bronnen in die partij.

  • 2. Indien een lichaam ingevolge de bepalingen van het eerste lid inwoner is van beide verdragsluitende partijen, trachten de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen de aangelegenheid in onderling overleg te regelen.

Artikel 4 Vermijden van dubbele belasting

  • 1. Indien een lichaam dat inwoner is van Zweden inkomen verkrijgt dat is toe te rekenen aan een vaste inrichting op de Nederlandse Antillen en dat ingevolge de wetgeving van de Nederlandse Antillen op de Nederlandse Antillen mag worden belast, verleent Zweden – met inachtneming van de bepalingen van de wetgeving van Zweden inzake de verrekening van buitenlandse belasting (die van tijd tot tijd kunnen worden gewijzigd, waarbij het algemene beginsel ervan evenwel onverlet blijft) – een aftrek van de belasting naar dat inkomen die gelijk is aan het bedrag van de ter zake van dat inkomen betaalde Nederlands-Antilliaanse belasting. Onder de uitdrukking „betaalde Nederlands-Antilliaanse belasting” wordt mede verstaan de Nederlands-Antilliaanse belasting die zou moeten worden betaald, maar ingevolge een aan een termijn gebonden aftrek of vrijstelling van belasting uit hoofde van in de Nederlands-Antilliaanse wetgeving vervatte bepalingen ter bevordering van de economische ontwikkeling niet is betaald, voor zover deze aftrek of vrijstelling is verleend voor inkomen verkregen uit de activiteiten genoemd in artikel 5 en mits de activiteiten zijn verricht op de Nederlandse Antillen.

  • 2. Indien een lichaam dat inwoner is van Zweden onmiddellijk aandelen bezit die honderd percent vertegenwoordigen van het aantal stemmen in een lichaam dat inwoner is van de Nederlandse Antillen, stelt Zweden door het laatstgenoemde lichaam uitgekeerde dividenden vrij van belasting, voor zover de dividenden uit hoofde van het Zweedse recht zouden zijn vrijgesteld indien beide lichamen Zweeds zouden zijn geweest, mits de voordelen van het laatstgenoemde lichaam worden verkregen uit activiteiten genoemd in artikel 5 en mits de activiteiten zijn verricht op de Nederlandse Antillen.

  • 3. Het bepaalde in de tweede volzin van het eerste lid en van het tweede lid is uitsluitend van toepassing gedurende de eerste tien jaar waarin dit Verdrag van kracht is. Dit tijdvak kan in onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten worden verlengd.

Artikel 5 Activiteiten waarop dit Verdrag van toepassing is

  • 1. Artikel 4 is van toepassing op de volgende activiteiten (met uitzondering van financiële activiteiten anders dan financiële activiteiten die rechtstreeks verband houden met de genoemde activiteiten en daaraan ondergeschikt zijn):

    • a. industriële en productieactiviteiten;

    • b. toerisme (met inbegrip van restaurants en hotels);

    • c. een bouwterrein of constructie-, assemblage-, of installatiewerkzaamheden;

    • d. olie- en gasactiviteiten en energieproductie; en

    • e. mijnbouw;

    • f. landbouw; en

    • g. de installatie, exploitatie of het onderhoud van vaste of mobiele telecommunicatiesystemen.

  • 2. Op het recht van een Zweeds lichaam zich op de Nederlandse Antillen bezig te houden met de activiteiten genoemd in het vorige lid blijft de nationale wetgeving van toepassing dat van kracht is op de Nederlandse Antillen.

Artikel 6 Procedure voor onderling overleg

  • 1. Indien een lichaam van oordeel is dat de maatregelen van een of van beide verdragsluitende partijen voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit Verdrag, kan het, ongeacht de rechtsmiddelen waarin de nationale wetgeving van die verdragsluitende partijen voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de verdragsluitende partij waarvan het inwoner is. Het geval moet worden voorgelegd binnen drie jaar nadat de maatregel die leidt tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van het Verdrag, voor het eerst te zijner kennis is gebracht.

  • 2. De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, het geval in onderling overleg met de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende partij op te lossen teneinde belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag te vermijden. De bereikte overeenstemming wordt ten uitvoer gelegd niettegenstaande de verjaringstermijnen in de nationale wetgeving van de verdragsluitende partijen.

  • 3. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van het Verdrag in onderling overleg op te lossen.

  • 4. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde overeenstemming als bedoeld in de voorgaande leden te bereiken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Dit Verdrag treedt in werking dertig dagen na de laatste van de data waarop de verdragsluitende partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan hun wettelijk vereiste interne procedures is voldaan. Het Verdrag is van toepassing op belastingen verschuldigd voor enig belastingjaar dat aanvangt op of na 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin dit Verdrag in werking treedt.

  • 2. Dit Verdrag vormt een aanvulling op het Verdrag tussen het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen tussen de verdragsluitende partijen. Niettegenstaande het eerste lid van dit artikel, is dit Verdrag uitsluitend van kracht wanneer het op 10 september 2009 ondertekende Verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen tussen de verdragsluitende partijen van kracht is.

Artikel 8 Beëindiging

  • 1. Dit Verdrag blijft van kracht totdat het door een verdragsluitende partij wordt beëindigd. Elk van de verdragsluitende partijen kan het Verdrag langs diplomatieke weg beëindigen door ten minste zes maanden voor het eind van enig kalenderjaar schriftelijk kennis te geven van beëindiging. In dat geval houdt het Verdrag op van toepassing te zijn op belastingen verschuldigd voor enig belastingjaar beginnend op of na 1 januari van het jaar eerstvolgend op dat tijdvak van zes maanden.

  • 2. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid, wordt dit Verdrag na ontvangst langs diplomatieke weg van een schriftelijke kennisgeving van beëindiging van het Verdrag tussen het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen beëindigd en houdt het op van kracht te zijn op de datum waarop het Verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen tussen de partijen beëindigd wordt.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Parijs op 10 september 2009, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen:

E. T. M. DE LANNOOY

Voor het Koninkrijk Zweden:

PER HOLMSTRÖM


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2009, 174.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2009, 174.

J. VERWIJZINGEN

Titel

:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Zweden inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;

Parijs, 10 september 2009

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 131

Uitgegeven de eenentwintigste april 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN

Naar boven