A. TITEL
Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag inzake de overbrenging
van gevonniste personen;
Straatsburg, 18 december 1997
B. TEKST
De tekst van het Protocol is geplaatst in Trb. 1998, 64.
Zie ook Trb. 1998, 202.
Het Protocol is voorts nog ondertekend voor de volgende staten:
Cyprus | 8 september 1999 |
Estland | 26 februari 1999 |
Georgië | 17 september 1999 |
Griekenland | 15 maart 2000 |
Hongarije | 26 april 1999 |
Italië | 26 mei 2000 |
Letland | 10 november 1998 |
Litouwen | 8 juni 2000 |
Luxemburg | 18 juli 2001 |
de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië | 28 juli 1999 |
Malta | 16 februari 2000 |
Moldavië | 11 november 2000 |
Noorwegen | 25 september 2000 |
Oekraïne | 8 juni 2000 |
Oostenrijk | 8 juni 2000 |
Portugal | 8 juni 2000 |
Tsjechië | 26 april 2000 |
Zwitserland | 9 september 2001 |
C. VERTALING
Zie Trb. 1998, 202.
D. PARLEMENT
Bij brieven van 27 maart 2002 (Kamerstukken II 2001/2002, 28 316
(R 1717), nr. 1) is het Protocol in overeenstemming met artikel 2, eerste
en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring
en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba.
De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de
Minister van Justitie A. H. KORTHALS en de Minister van Buitenlandse Zaken
J. J. VAN AARTSEN.
De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 6 mei 2002.
E. BEKRACHTIGING
De volgende staten hebben in overeenstemming met artikel 4, eerste lid,
van het Protocol een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij
de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa nedergelegd:
Cyprus | 1 juni 2001 |
Denemarken1 | 10 september 2001 |
Estland | 27 oktober 1999 |
Finland | 3 april 2001 |
Georgië | 13 april 2000 |
Hongarije | 4 mei 2001 |
IJsland | 25 mei 2000 |
Litouwen | 31 januari 2001 |
de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië | 28 juli 1999 |
het Koninkrijk der Nederlanden (voor het
gehele Koninkrijk) | 18 juni 2002 |
Noorwegen | 25 september 2000 |
Oostenrijk | 7 december 2000 |
Polen | 1 februari 2000 |
Roemenië2 | 7 december 2001 |
Zweden | 24 november 2000 |
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Protocol zijn ingevolge artikel 4, tweede lid, van
het Protocol op 1 juni 2000 in werking getreden.
Ten aanzien van iedere ondertekenende staat die zijn akte van bekrachtiging,
aanvaarding of goedkeuring later nederlegt, treedt het Protocol ingevolge
artikel 4, derde lid, in werking op de eerste dag van de maand die volgt op
het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van nederlegging.
Voor het Koninkrijk der Nederlanden zullen
de bepalingen van het Protocol ingevolge artikel 4, derde lid, op 1 oktober
2002 in werking treden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Protocol voor het
gehele Koninkrijk gelden.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1998, 64.
Verwijzingen
Titel | : | Statuut van
de Raad van Europa; Londen, 5 mei 1949 |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996,
355 |
XNoot
1Onder de volgende verklaring:
``In accordance with Article 6, paragraph 1, of the Additional Protocol
to the Convention, the Government of the Kingdom of Denmark declares that,
until notification to the contrary, the Protocol shall not apply to the Faroe
Islands and Greenland.".
XNoot
2Onder de volgende verklaring:
``The Government of Romania declares that the declarations formulated
by Romania with respect to the Convention on the Transfer of Sentenced Persons
(ETS 112) shall apply mutatis mutandis to the
Additional Protocol.".
[The above-mentioned declarations read as follows : ``In pursuance of
Article 3, paragraph 4, of the Convention, the term `national' means the citizen
of the administering State (see Article 3, paragraph 1.a and Article 6, paragraph
1.a) or the citizen of the State of transit (see Article 16, paragraph 2a).
In pursuance of Article 17, paragraph 3, the requests for transfer and
supporting documents shall be accompanied by a translation into Romanian or
into one of the official languages of the Council of Europe."]