A. TITEL

Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens;

Brussel, 22 maart 2000

B. TEKST1

Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen

De Regeringen van het Koninkrijk België,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

het Groothertogdom Luxemburg,

het Koninkrijk der Nederlanden en

het Koninkrijk Zweden

Partijen bij het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, zoals gewijzigd bij het Protocol van 18 september 1997 inzake de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot bovengenoemd Verdrag, hierna genoemd „het Verdrag",

Gelet op het aannemen van Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, hierna genoemd „de Richtlijn",

Gezien de gemeenschappelijke verklaring van de Regeringen van België, Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Zweden om alles in het werk te stellen om hun gemeenschappelijk stelsel van gebruiksrechten aan te passen aan de maximumbedragen genoemd in artikel 7, zevende lid, en Bijlage II bij de Richtlijn, afgelegd tijdens de 2142ste zitting van de Raad van de Europese Unie op 30 november en 1 december 1998,

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

De preambule, eerste overweging, van het Verdrag wordt vervangen door:

„op grond van Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, ter vervanging van Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993,".

Na de tweede overweging wordt een derde overweging toegevoegd:

„op grond van de gemeenschappelijke verklaring van de Regeringen van België, Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Zweden om alles in het werk te stellen om hun gemeenschappelijk stelsel van gebruiksrechten aan te passen aan de maximumbedragen genoemd in artikel 7, zevende lid, en Bijlage II bij de Richtlijn, afgelegd tijdens de 2142ste zitting van de Raad van de Europese Unie op 30 november en 1 december 1998,".

Artikel 2

Artikel 2, eerste lid, van het Verdrag wordt vervangen door:

„De begripsbepalingen van artikel 2 van Richtlijn 1999/62/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen zijn van toepassing op dit Verdrag.".

Artikel 3

In artikel 3, eerste lid, laatste zin, van het Verdrag worden de woorden „de procedure als bedoeld in artikel 9 van de richtlijn" vervangen door:

„de procedure als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder b, ii), van de richtlijn".

In het tweede lid worden de woorden „artikel 7, onder d, van de richtlijn" vervangen door:

„artikel 7, tweede lid, onder b, i), van de richtlijn".

In het derde lid worden de woorden „artikel 7, onder e, van de Richtlijn" vervangen door: „artikel 7, zesde lid, van de richtlijn".

Artikel 4

Artikel 4, tweede lid, van het Verdrag wordt vervangen door:

„Elk der Verdragsluitende Partijen kan binnen haar grondgebied voertuigen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b, van de richtlijn vrijstellen van het in artikel 3 bedoelde gebruiksrecht".

Artikel 5

Artikel 8, eerste lid, van het Verdrag wordt vervangen door:

„Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten bedraagt voor één jaar voor voertuigen:

1. met ten hoogste drie assen: a. NIET- EURO: 960 euro, b. EURO I: 850 euro, c. EURO II en schoner: 750 euro.

2. met vier of meer assen: a. NIET-EURO: 1550 euro, b. EURO I: 1400 euro, c. EURO II en schoner: 1250 euro".

Het tweede lid wordt vervangen door:

„Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten bedraagt voor één maand voor voertuigen

1. met ten hoogste drie assen: a. NIET-EURO: 96 euro, b. EURO I: 85 euro, c. EURO II en schoner: 75 euro.

2. met vier of meer assen: a. NIET-EURO: 155 euro, b. EURO I: 140 euro, c. EURO II en schoner: 125 euro".

Het derde lid wordt vervangen door:

„Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten bedraagt voor één week voor voertuigen

1. met ten hoogste drie assen: a. NIET-EURO: 26 euro, b. EURO I: 23 euro, c. EURO II en schoner: 20 euro.

2. met vier of meer assen: a. NIET-EURO: 41 euro, b. EURO I: 37 euro, c. EURO II en schoner: 33 euro.".

Het vierde lid wordt vervangen door:

„Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten voor één dag is gelijk voor alle voertuigklassen en bedraagt 8 euro.".

Het vijfde lid wordt vervangen door:

„Voor voertuigen die in Griekenland geregistreerd staan wordt een reductie van 50% toegepast op de tarieven van de gebruiksrechten genoemd in de leden 1 tot en met 4 gedurende een periode van twee jaar volgend op de inwerkingtreding van de richtlijn. De Partijen bij dit Verdrag kunnen besluiten de overgangsperiode van jaar tot jaar te verlengen onder voorwaarde dat de Europese Commissie een dergelijke verlenging goedkeurt.".

Het zevende lid wordt vervangen door:

„Voor de toepassing van dit Verdrag wordt de wisselkoers van de euro in de nationale munt vastgesteld overeenkomstig artikel 10 van de richtlijn.".

Artikel 6

Artikel 10, tweede lid, laatste zin van het Verdrag wordt vervangen door:

„Voor de behandeling van het verzoek tot terugbetaling worden administratiekosten in rekening gebracht ad 25 euro.".

Artikel 7

In artikel 13, tweede lid, van het Verdrag wordt de zin „A = jaarlijks gebruiksrecht ad 1.250 ECU" vervangen door:

„A = jaarlijks gebruiksrecht ad 1.250 euro".

Artikel 8

In de Franse versie van artikel 20 van het Verdrag wordt de datum „31 december 2010" vervangen door: „31 december 2019".

Artikel 9

1. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand na de laatste van de data waarop de respectieve Regeringen de Commissie van de Europese Unie langs diplomatieke weg schriftelijk hebben meegedeeld dat aan de in hun respectieve staten geldende grondwettelijke vereisten voor inwerkingtreding is voldaan.

2. De Depositaris doet de Regeringen van alle Verdragsluitende Partijen de in het eerste lid bedoelde mededelingen toekomen en deelt hun de datum van de inwerkingtreding van dit Protocol mee.

GEDAAN te Brussel, op 22 maart 2000 in de Deense, de Duitse, de Franse, de Nederlandse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, in één oorspronkelijk exemplaar, dat wordt nedergelegd en bewaard in het archief van de Commissie van de Europese Unie; de Commissie doet elke Verdragsluitende Partij een gewaarmerkte kopie toekomen.


Het Verdrag is op 22 maart 2000 ondertekend voor de volgende staten:

België

de Bondsrepubliek Duitsland

Denemarken

het Koninkrijk der Nederlanden

Luxemburg

Zweden

Protocole modifiant l'Accord du 9 février 1994 relatif à la perception d'un droit d'usage pour l'utilisation de certaines routes par des véhicules utilitaires lourds, vu la mise en vigueur de la Directive 1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil de l'Union européenne du 17 juin 1999 relative à la taxation des poids lourds pour l'utilisation de certaines infrastructures

Les Gouvernenents de la République fédérale d'Allemagne

du Royaume de Belgique

du Royaume du Danemark

du Grand-Duché de Luxembourg

du Royaume des Pays-Bas et

du Royaume de SuèÐe,

Parties contractantes à l'Accord du 9 février 1994 relatif à la perception d'un droit d'usage pour l'utilisation de certaines routes par des véhicules utilitaires lourds, tel que modifié par le Protocole du 18 septembre 1997 relatif à l'adhésion du Royaume de Suède à l'Accord précité, dénommé ci-après «l'Accord»,

Vu l'adoption de la Directive 1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil de l'Union européenne du 17 juin 1999 relative à la taxation des poids lourds pour l'utilisation de certaines infrastructures, dénommée ci-après «la Directive»,

Considérant la déclaration commune des Gouvernements de la Belgique, du Danemark, de l'Allemagne, du Luxembourg, des Pays-Bas et de la Suède de mettre tout en oeuvre afin d'aligner leur droit d'usage commun aux nouveaux taux maximaux prévus à l'article 7, paragraphe 7 et à l'annexe II de la Directive, faite à la 2142ème session du Conseil de l'Union européenne des 30 novembre et ler décembre 1998,

sont convenus de ce qui suit:

Article premier

Le premier considérant du Préambule de l'Accord est remplacé par:

«Vu la Directive 1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil de l'Union européenne du 17 juin 1999 relative à la taxation des poids lourds pour l'utilisation de certaines infrastructures, remplaçant la Direc- tive 93/89/CEE du Conseil des Communautés européennes du 25 octobre 1993,».

Après le deuxième considérant un troisième considérant est ajouté:

«Vu la déclaration commune des Gouvernements de la Belgique, du Danemark, de l'Allemagne, du Luxembourg, des Pays-Bas et de la Suède de mettre tout en oeuvre afin d'aligner leur droit d'usage commun aux nouveaux taux maximaux prévus à l'article 7, paragraphe 7 et à l'annexe II de la Directive, faite à la 2142ème session du Conseil de l'Union européenne des 30 novembre et ler décembre 1998,».

Article 2

L'article 2, paragraphe ler, de l'Accord est remplacé par:

«Les définitions requises à l'article 2 de la Directive 1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil de l'Union européenne du 17 juin 1999 relative à la taxation des poids lourds pour l'utilisation de certaines infrastructures s'appliquent au présent Accord.».

Article 3

À l'article 3, paragraphe 1er, de l'Accord les mots «la procédure de l'article 9 de la Directive» sont remplacés par: «la procédure de l'article 7, paragraphe 2, point b, ii, de la Directive».

Au paragraphe 2 les mots «article 7, point d, de la Directive» sont remplacés par: «article 7, paragraphe 2, point b, i, de la Directive».

Au paragraphe 3 les mots «article 7, point e de la Directive» sont remplacés par: «article 7, paragraphe 6, de la Directive».

Article 4

L'article 4, paragraphe 2, de l'Accord est remplacé par:

«Sur leur territoire respectif, les Parties contractantes à l'Accord peuvent exempter les véhicules énumérés à l'article 6, paragraphe 2, point b, de la Directive du droit d'usage visé à l'article 3.».

Article 5

L'article 8, paragraphe 1er, de l'Accord est remplacé par:

«Le droit d'usage annuel, y compris les frais administratifs, s'élève pour les véhicules:

1. jusqu'à trois essieux: a. NON-EURO: à 960 euro, b. EURO I: à 850 euro, c. EURO II et moins polluants: à 750 euro.

2. à quatre essieux ou plus: a. NON-EURO: à 1550 euro, b. EURO I: à 1400 euro, c. EURO II et moins polluants: à 1250 euro.»

Le paragraphe 2 est remplacé par:

«Le droit d'usage mensuel, y compris les frais administratifs, s'élève pour les véhicules:

1. jusqu'à trois essieux: a. NON-EURO: à 96 euro, b. EURO I: à 85 euro, c. EURO II et moins polluants: à 75 euro.

2. à quatre essieux ou plus: a. NON-EURO: à 155 euro, b. EURO I: à 140 euro, c. EURO II et moins polluants: à 125 euro.».

Le paragraphe 3 est remplacé par:

«Le droit d'usage hebdomadaire, y compris les frais administratifs, s'élève pour les véhicules:

1. jusqu'à trois essieux: a. NON-EURO: à 26 euro, b. EURO I: à 23 euro, c. EURO II et moins polluants: à 20 euro.

2. à quatre essieux ou plus: a. NON-EURO: à 41 euro, b. EURO I: à 37 euro, c. EURO II et moins polluants: à 33 euro.».

Le paragraphe 4 est remplacé par:

«Le droit d'usage journalier, y compris les frais administratifs, est, pour toutes les catégories de véhicules, fixé à 8 euro.».

Le paragraphe 5 est remplacé par:

«Pour les véhicules immatriculés en Grèce, le droit d'usage mentionné aux paragraphes 1 à 4 est, pendant une période de deux ans après l'entrée en vigueur de la Directive, réduit de la moitié. Les Parties contractantes au présent Accord peuvent décider d'étendre la période transitoire d'année en année sous la condition que la Commission européenne autorise une telle extension.».

Le paragraphe 7 est remplacé par:

«Pour l'application du présent Accord, le taux de change de l'euro dans les différentes monnaies nationales est fixé conformément à l'article 10 de la Directive.».

Article 6

L'article 10, paragraphe 2, dernière phrase de l'Accord est remplacé par:

«Des frais administratifs de 25 euro sont prélevés pour l'examen de la demande de remboursement.».

Article 7

À l'article 13, paragraphe 2, de l'Accord la ligne «A = droit d'usage annuel de 1250 ECU» est remplacé par:

«A = droit d'usage annuel de 1250 euro».

Article 8

Dans la version française de l'article 20 de l'Accord, la date «31 décembre 2010» est remplacée par: «31 décembre 2019».

Article 9

1. Le présent Protocole entre en vigueur le premier jour du mois suivant la dernière date à laquelle les Gouvernements respectifs ont notifié par écrit à la Commission européenne par voie diplomatique que les exigences constitutionnelles nécessaires à son entrée en vigueur dans leurs États respectifs sont remplies.

2. Le Dépositaire transmet aux Gouvernements de toutes les Parties contractantes à l'Accord les notifications visées au paragraphe ler ainsi que la date d'entrée en vigueur du présent Protocole.

FAIT à Bruxelles, le 22 mars 2000 en langue allemande, danoise, française, néerlandaise et suédoise, chaque texte faisant également foi, dans un original déposé dans les archives de la Commission européenne; celle-ci transmet à chaque Partie contractante une copie certifiée conforme.


D. PARLEMENT

Het Protocol behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol zullen ingevolge artikel 9, eerste lid, in werking treden op de eerste dag van de maand na de laatste van de data waarop de respectieve regeringen de Commissie van de Europese Unie langs diplomatieke weg schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de in hun respectieve staten geldende grondwettelijke vereisten voor inwerkingtreding is voldaan.

J. GEGEVENS

Verordening 93/89 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 betreffende de toepassing van door de Lid-Staten van de belastingen op sommige voor het goederenvervoer over de weg gebruikte voertuigen en van de voor het gebruik van sommige infrastructuurvoorzieningen geheven tolgelden en gebruiksrechten, naar welke Verordening wordt verwezen in artikel 1 van het onderhavige Protocol, is geplaatst in PbEG nr. L 279 van 12 november 1993, blz. 32.

Van het op 9 februari 1994 te Brussel tot stand gekomen Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens ter wijziging waarvan het onderhavige Protocol dient, zijn de Nederlandse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1994, 69. Zie ook Trb. 1996, 53.

Van het op 18 september 1997 te Brussel tot stand gekomen Protocol betreffende de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, naar welk Protocol in de preambule tot het onderhavige Protocol wordt verwezen, zijn de Nederlandse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1998, 16.

Richtlijn 1999/62 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, naar welke Verordening wordt verwezen in de preambule tot het onderhavige Protocol, is geplaatst in PbEG nr. L 187 van 20 juli 1999, blz. 42 e.v.

Uitgegeven de eerste september 2000

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

De Deense, de Duitse en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.

Naar boven