A. TITEL

Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken;

's-Gravenhage, 18 maart 1970

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1979, 38. Zie ook Trb. 1981, 70.

Voor de ondertekeningen zie Trb. 1979, 38, Trb. 1982, 113 en Trb. 1986, 101.

C. VERTALING

Zie Trb. 1979, 38.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1981, 70.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1979, 38, Trb. 1981, 70, Trb. 1982, 113, Trb. 1994, 94 en Trb. 1995, 222.

F. TOETREDING

Zie Trb. 1979, 38, Trb. 1981, 70, Trb. 1982, 113, Trb. 1984, 146, Trb. 1986, 101, Trb. 1994, 94, Trb. 1995, 222 en Trb. 1996, 2821.

Behalve de aldaar genoemde Staten heeft in overeenstemming met artikel 39, tweede lid, van het Verdrag nog de volgende Staat een akte van toetreding nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden:

Zuid-Afrika2 8 juli 1997

In overeenstemming met artikel 39, vierde lid, van het Verdrag hebben nog de volgende Staten verklaard de toetreding van Australië tot het Verdrag te aanvaarden:

Israël10 januari 1997
Tsjechië 1 april 1997
Argentinië22 mei 1997
Singapore26 mei 1997
Mexico27 mei 1997
Barbados22 augustus 1997

In overeenstemming met artikel 39, vierde lid, van het Verdrag hebben nog de volgende Staten verklaard de toetreding van Venezuela tot het Verdrag te aanvaarden:

Mexico27 mei 1997
Argentinië23 juli 1997

In overeenstemming met artikel 39, vierde lid, van het Verdrag hebben nog de volgende Staten verklaard de toetreding van Letland tot het Verdrag te aanvaarden:

Cyprus15 januari 1997
Singapore 5 maart 1997
Spanje26 maart 1997
Mexico27 mei 1997
Argentinië23 juli 1997

In overeenstemming met artikel 39, vierde lid, van het Verdrag hebben nog de volgende Staten verklaard de toetreding van Estland tot het Verdrag te aanvaarden:

Noorwegen21 oktober 1996
Australië11 november 1996
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (mede voor Anguilla, de Caymaneilanden, de Kanaaleilanden, de soevereine bases op Cyprus, Falklandeilanden, Gibraltar, Hong Kong en het eiland Man) 23 december 1996
Cyprus15 januari 1997
Zweden12 februari 1997
Singapore 5 maart 1997
Spanje26 maart 1997
Mexico27 mei 1997
Argentinië23 juli 1997

In overeenstemming met artikel 39, vierde lid, van het Verdrag hebben nog de volgende Staten verklaard de toetreding van Polen tot het Verdrag te aanvaarden:

Noorwegen21 oktober 1996
Australië11 november 1996
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (mede voor Anguilla, de Caymaneilanden, de Kanaaleilanden, de soevereine bases op Cyprus, Falklandeilanden, Gibraltar, Hong Kong en het eiland Man) 23 december 1996
Cyprus15 januari 1997
Zweden12 februari 1997
Singapore 5 maart 1997
Spanje26 maart 1997
Mexico27 mei 1997
Argentinië23 juli 1997

In overeenstemming met artikel 39, vierde lid, van het Verdrag hebben de volgende Staten verklaard de toetreding van Zuid-Afrika tot het Verdrag te aanvaarden:

Letland20 augustus 1997
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland en Aruba) 25 augustus 1997
Israël10 september 1997
Finland29 september 1997
Slowakije14 oktober 1997

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1979, 38, Trb. 1981, 70, Trb. 1982, 113, Trb. 1984, 146, Trb. 1986, 101, Trb. 1994, 94, Trb. 1995, 222 en Trb. 1996, 282.

Tussen Barbados en de volgende Staat is het Verdrag in werking getreden op de daarbij vermelde datum:

Australië21 oktober 1997

Tussen Australië en de volgende Staten is het Verdrag in werking getreden op de daarbij vermelde datum:

Israël11 maart 1997
Tsjechië31 mei 1997
Argentinië21 juli 1997
Singapore25 juli 1997
Mexico26 juli 1997
Barbados21 oktober 1997

Tussen Venezuela en de volgende Staten is het Verdrag in werking getreden op de daarbij vermelde datum:

Mexico26 juli 1997
Argentinië21 september 1997

Tussen Letland en de volgende Staten is het Verdrag in werking treden op de daarbij vermelde datum:

Cyprus16 maart 1997
Singapore 4 mei 1997
Spanje25 mei 1997
Mexico26 juli 1997
Argentinië21 september 1997

Tussen Estland en de volgende Staten is het Verdrag in werking getreden op de daarbij vermelde datum:

Noorwegen20 december 1996
Australië10 januari 1997
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (mede voor de in rubriek F genoemde gebieden) 21 februari 1997
Cyprus16 maart 1997
Zweden13 april 1997
Singapore 4 mei 1997
Spanje25 mei 1997
Mexico26 juli 1997
Argentinië21 september 1997

Tussen Polen en de volgende Staten is het Verdrag in werking getreden op de daarbij vermelde datum:

Noorwegen20 december 1996
Australië10 januari 1997
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (mede voor de in rubriek F genoemde gebieden) 21 februari 1997
Cyprus16 maart 1997
Zweden13 april 1997
Singapore 4 mei 1997
Spanje25 mei 1997
Mexico26 juli 1997
Argentinië21 september 1997

Tussen Zuid-Afrika en de volgende Staten is het Verdrag in werking getreden c.q. zal het Verdrag in werking treden op de daarbij vermelde datum:

Letland19 oktober 1997
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland en Aruba) 24 oktober 1997
Israël 9 november 1997
Finland28 november 1997
Slowakije13 december 1997

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1979, 381, Trb. 1981, 70, Trb. 1986, 101 en Trb. 1994, 94.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1979, 38, Trb. 1981, 70, Trb. 1982, 113, Trb. 1984, 146, Trb. 1986, 101, Trb. 1994, 94, Trb. 1995, 222 en Trb. 1996, 282.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationale Gerechtshof zie ook Trb. 1997, 106.

Autoriteiten

Hong Kong

Zie punt 3 van de Chinese nota in noot 1 van rubriek H op blz. 7 van dit Tractatenblad.

Polen

Zie noot 1 van rubriek F op blz. 2 van dit Tractatenblad.

Zuid-Afrika

Zie noot 2 van rubriek F op blz. 2 van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de eenentwintigste oktober 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

De Regering van Polen heeft op 22 oktober 1996 de volgende correcties in de afgelegde verklaringen aangebracht:

Article 2, paragraph 1 – “The Central Authority designated to receive Letters of Request coming from another contracting State shall be the Ministry of Justice."

Article 8 – “the Authority designated to issue a prior authorization shall be the Ministry of Justice."

Articles 24 and 27 (a) – “Other authorities (in addition to the Central Authority) designated to receive request shall be the voivodship courts."

XNoot
2

Onder de volgende voorbehouden en verklaringen:

“1. Reservations

That the Republic of South Africa excludes the following in terms of Article 33 of the Convention, namely-

(a) the application of the provision of paragraph 2 of Article 4 of the Convention, which provides that a Letter of Request shall be accepted in French; and

(b) the application of the provisions of Articles 15 and 16 of Chapter II of the Convention.

2. Designation of Authorities

That the Republic of South Africa designates-

(a) the Director-General of the Department of Justice as Central Authority in terms of Article 2 of the Convention and as the competent authority referred to in Article 8 of the Convention; and

(b) the division of the High Court of South Africa that has jurisdiction as the competent authority referred to in Articles 17 and 18 of the Convention.

3. Declarations

That the Republic of South Africa makes the following declarations under the Convention:

(a) For the purposes of paragraph 4 of Article 4 of the Convention, a Letter of Request, if not in English, may also be sent to the Central Authority in any of the following languages: Sepedi, Sesotho, Setswana, siSwati, Tshivenda, Xitsonga, Afrikaans, isiNdebele, isiXhosa and isiZulu,

(b) Members of the judicial personnel of the requesting authority of another Contracting State may, after authorisation by the competent authority referred to in Article 8 of the Convention, be present at the execution of a Letter of Request as contemplated in that Article.

(c) Evidence may not be taken in terms of Article 17 of the Convention without the prior permission of the competent authority referred to in that Article.

(d) A commissioner authorised to take evidence under Article 17 of the Convention may, in terms of Article 18 of the Convention, apply to the competent authority referred to in that Article to obtain the evidence by compulsion, subject to the measures of compulsion which are appropriate and prescribed by South African law for use in internal proceedings.

(e) Letters of Request issued for the purpose of obtaining pre-trial discovery of documents as known in Common Law countries, will not be executed as provided for in Article 23."

XNoot
1

Op 16 juni 1997 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden de volgende nota gedateerd 11 juni 1997 ontvangen van de Ambassadeur van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met betrekking tot de overdracht op 1 juli 1997 van het bestuur over Hong Kong door het Verenigd Koninkrijk aan de Volksrepubliek China:

“Your Excellency

I am instructed by Her Britannic Majesty's Principal Secretary of State for Foreign and Commonwealth Affairs to refer to the Convention on the Taking of Evidence Abroad in Civil or Commercial Matters done at the Hague on 18 March 1970 (hereinafter referred to as the Convention) which applies to Hong Kong at present.

I am also instructed to state that, in accordance with the Joint Declaration of the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland and the Government of the People's Republic of China on the Question of Hong Kong signed on 19 December 1984, the Government of the United Kingdom will restore Hong Kong to the People's Republic of China with effect from 1 July 1997. The Government of the United Kingdom will continue to have international responsibility for Hong Kong until that date. Therefore, from that date the Government of the United Kingdom will cease to be responsible for the international rights and obligations arising from the application of the Convention to Hong Kong.

I should be grateful if the contents of this Note could be placed formally on record and brought to the attention of the other Parties to the Convention."

Op 16 June 1997 de Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden de volgende nota gedateerd 10 juni 1997 ontvangen van de Ambassadeur van de Volksrepubliek China met betrekking tot het weer uitoefenen van de soevereiniteit over Hong Kong door de Volksrepubliek China.

“Your Excellency,

In accordance with the Joint Declaration of the Government of the People's Republic of China and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland on the Question of Hong Kong signed on 19 December 1984 (hereinafter referred to as the `Joint Declaration'), the People's Republic of China will resume the exercise of sovereignty over Hong Kong with effect from 1 July 1997. Hong Kong will, with effect from that date, become a Special Administrative Region of the People's Republic of China and will enjoy a high degree of autonomy, except in foreign and defence affairs which are the responsibilities of the Central People's Government of the People's Republic of China.

It is provided both in Section XI of Annex I to the Joint Declaration, `Elaboration by the Govermnent of the People's Republic of China of its Basic Policies Regarding Hong Kong', and Article 153 of the Basic Law of the Hong Kong Special Administrative Region of the People's Republic of China, which was adopted on 4 April 1990 by the National People's Congress of the People's Republic of China, that international agreements to which the People's Republic of China is not a party but which are implemented in Hong Kong may continue to be implemented in the Hong Kong Special Administrative Region.

In accordance with the above provisions, I am instructed by the Minister of Foreign Affairs of the People's Republic of China to make the following notification:

The Convention on Taking of Evidence Abroad in Civil or Commercial Matters done at the Hague on 18 March 1970 (hereinafter referred to as the `Convention'), by which the Government of the Kingdom of the Netherlands is designated as the depository, which applies to Hong Kong at present, will continue to apply to the Hong Kong Special, Administrative Region with effect from 1 July 1997. The Government of the People's Republic of China also makes the following declarations:

1. With reference to the provisions of Article 16 of the Convention, the diplomatic officer or consular agent of the other Contracting State will not be permitted to take the evidence of nationals of the People's Republic of China or of a third State in the Hong Kong Special Administrative Region.

2. It declares, in accordance with Article 23 of the Convention, the Hong Kong Special Administrative Region will not execute the `Letters of Request issued for the purpose of obtaining pre-trial discovery of documents'. The `Letters of Request issued for the purpose of obtaining pre-trial discovery of documents' for the purpose of the foregoing Declaration include any Letter of Request which requires a person:

1) to state what documents relevant to the proceedings to which the Letter of Request relates are, or have been, in his possession, custody or power; or

2) to produce any documents other than particular documents specified in the Letter of Request as being documents appearing to the requested Court to be, or to be likely to be, in his possession, custody or power.

3. In accordance with Article 24 of the Convention, it designates the Registrar of the High Court of the Hong Kong Special Administrative Region as an Other Authority competent to receive Letters of Request for execution in the Hong Kong Special Administrative Region; in accordance with Article 17, it designates the Administrative Secretary of the Government of the Hong Kong Special Administrative Region as the competent authority for the Hong Kong Special Administrative Region.

4. In accordance with Article 4 and 33 of the Convention, the Hong Kong Special Administrative Region will not accept a Letter of Request in the French language.

Within the above ambit, responsibility for the international rights and obligations of a party to the Convention will be assumed by the Government of the People's Republic of China.

It would be appreciated if the contents of this Note could be placed formally on record and brought to the attention of the other Parties to the Convention.

I avail myself of this opportunity to renew to Your Excellency the assurances of my highest consideration." (vertaling)

Naar boven