A. TITEL
Verdrag inzake de slavernij;
Genève, 25 september 1926
B. TEKST
De tekst van het Verdrag is bij Koninkrijk besluit van 9 februari 1928
bekendgemaakt in Stb. 26. Zie ook Trb. 1963, 74.
C. VERTALING
Zie Stb. 1928, 26.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1963, 74.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1963, 74 en Trb. 1980, 80.
F. TOETREDING
Zie Trb. 1963, 74, Trb. 1968, 11 en Trb. 1980, 80.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming
met artikel 11, derde lid, van het Verdrag, juncto Resolutie 24 (I) van de
Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 12 februari 1946 een akte
van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegd:
Saint Vincent en de Grenadines1 | 9 november 1981 |
Papoea-Nieuw-Guinea1 | 27 januari
1982 |
Bolivia | 6 oktober 1983 |
Guatemala | 11 november 1983 |
Bangladesh | 7 januari 1985 |
Mauritanië | 6 juni 1986 |
Jemen(Zuid-)1 | 9 februari 1987 |
Bahrein12 | 27 maart 1990 |
de Seychellen | 5 mei 1992 |
Chili | 20 juni 1995 |
Verklaring van voortgezette gebondenheid
Zie Trb. 1963, 74, Trb. 1968, 11 en Trb. 1980, 80.
De volgende Staten hebben aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde
Naties medegedeeld zich gebonden te achten aan het Verdrag:
de Salomonseilanden | 3 september 1981 |
Cyprus1 | 21 april 1986 |
Antigua en Barbuda | 25 oktober 1988 |
Saint Lucia | 14 februari 1990 |
Kroatië | 12 oktober 1992 |
de Tsjechische Republiek | 22 februari 1993 |
Slowakije | 28 mei 1993 |
Bosnië-Herzegowina1 | 1
september 1993 |
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië | 18 januari 1994 |
Dominica | 17 augustus 1994 |
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1963, 74.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1963, 74, Trb. 1968, 11 en Trb. 1980, 80.
Voor het op 18 oktober 1907 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen zie ook Trb. 1981,
96.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van
het Internationale Gerechtshof zie ook Trb. 1987, 114.
Voor het op 7 december 1953 te New York ondertekende Protocol tot wijziging
van het onderhavige Verdrag zie ook Trb. 1995, 271.
Voor het op 7 september 1956 te Genève tot stand gekomen Aanvullend
Verdrag inzake de afschaffing van de slavernij, de slavenhandel en met slavernij
gelijk te stellen instellingen en praktijken zie ook Trb. 1995, 272.
XNoot
1Toetreding tot het Verdrag zoals gewijzigd bij het op 7 december 1953
te New York tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het onderhavige Verdrag.
XNoot
2Onder het volgende voorbehoud:
“The accession by the State of Bahrain to the said Convention shall in
no way constitute recognition of Israel or be a cause for the establishment
of any relations of any kind therewith."
De Regering van Israël heeft op 25 juni 1990 tegen dit
voorbehoud het volgende bezwaar gemaakt:
“The Government of the State of Israel has noted that the instrument
of accession of Bahrain to the above-mentioned Convention contains a declaration
in respect of Israel.
In the view of the Government of the State of Israel, such declaration,
which is explicitly of a political character, is incompatible with the purposes
and objectives of [this] Convention and cannot in any way affect whatever
obligations are binding upon Bahrain under general International Law or under
particular Convention.
The Government of the State of Israel will, in so far as concerns the
substance of the matter, adopt towards Bahrain an attitute of complete reciprocity."
XNoot
1Gebonden door het Verdrag zoals gewijzigd bij het op 7 december 1953 te
New York tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het onderhavige Verdrag.