Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende wijziging Besluit beheer politie in verband met de inrichting van de Landelijke meldkamer samenwerking.

Nader Rapport

28 juni 2024,

Nr. 5544290,

Directie Wetgeving en Juridische Zaken,

Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Aan de Koning

Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende wijziging Besluit beheer politie in verband met de inrichting van de Landelijke meldkamer samenwerking.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 18 april 2024, nr. 2024000961, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 29 mei 2024, nr. W16.24.00099/II, bied ik U hierbij aan.

Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het ontwerpbesluit de datum van inwerkingtreding te wijzigen naar een dag na plaatsing van het ontwerpbesluit in het Staatsblad. Het ontwerpbesluit strekt tot het formaliseren van de inrichting van de Landelijke meldkamer samenwerking in de organisatie van de politie. Omdat deze ondersteunende dienst al operationeel is, wordt een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding, in afwijking van de vaste verandermomenten, gewenst geacht.

Ik bied U hierbij het hierbij gevoegde gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius.

Advies Raad van State

No. W16.24.00099/II

’s-Gravenhage, 29 mei 2024

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 18 april 2024, no.2024000961, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende wijziging Besluit beheer politie in verband met de inrichting van de Landelijke meldkamer samenwerking, met nota van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.

De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Besluit van houdende wijziging van het Besluit beheer politie in verband met de inrichting van de Landelijke meldkamer samenwerking;

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 12 april 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5398117;

Gelet op artikel 30, eerste lid, van de Politiewet 2012;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van ..., nr. ...);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid (datum..., directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ...,)

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit beheer politie wordt als volgt gewijzigd:

Aan hoofdstuk 6 wordt na artikel 43a een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 43b
  • 1. Er is een ondersteunende dienst, genaamd: Landelijke meldkamer samenwerking.

  • 2. De Landelijke meldkamer samenwerking heeft tot taak de uitvoering van het beheer van de meldkamers, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet 2012.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

NOTA VAN TOELICHTING

1. Doel van het besluit

Dit besluit strekt tot wijziging van het Besluit beheer politie in verband met de inbedding van de Landelijke meldkamer samenwerking (hierna: LMS) in de organisatie van de politie. De politie heeft de LMS, een ondersteunende dienst, opgericht voor de uitvoering van het beheer van de meldkamers. De meldkamer is de fysieke plaats waar de hulpdiensten hun meldkamerfunctie uitvoeren. De meldkamerfunctie bestaat uit het aannemen, ontvangen, registeren en beoordelen van meldingen waarbij wordt gevraagd om acute inzet van de hulpdiensten politie, ambulancezorg, brandweer of Koninklijke marechaussee, het bieden van een adequaat hulpaanbod, en het begeleiden en coördineren van de hulpdiensten. Bij Wet van 6 maart 2020 tot wijziging van de Politiewet 2012, de Wet veiligheidsregio’s en de Tijdelijke wet ambulancezorg in verband met de wettelijke regeling van meldkamers (hierna: Wijzigingswet meldkamers)1 is het beheer van de meldkamers bij de politie ondergebracht.

2. Hoofdlijnen van het besluit

De Wijzigingswet meldkamers heeft de wettelijke basis gelegd voor een nieuwe inrichting van het meldkamerdomein. Hierin is geregeld dat de politie zorg draagt voor het inrichten en functioneren van de meldkamers, zodat de hulpdiensten daar hun meldkamerfunctie kunnen uitvoeren. Al in de memorie van toelichting bij deze wet is het voornemen aangekondigd dat binnen de politie een ondersteunende dienst zou worden aangewezen voor het beheer van de meldkamers.2 Sinds 1 januari 2020 voert de LMS het beheer van de meldkamers uit. In de daaropvolgende jaren is de organisatie van de LMS verder opgebouwd.3 Deze ontwikkeling is inmiddels afgerond.4

In dit besluit is vastgelegd dat de LMS een ondersteunende dienst is die het beheer uitvoert van de meldkamers, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet 2012. De korpschef is op grond van artikel 27, eerste lid, van de Politiewet 2012 belast met de leiding en het beheer van de politie en daarmee dus verantwoordelijk voor het functioneren van de meldkamers. Onder beheer van de meldkamers wordt verstaan: facilitaire dienstverlening, huisvesting, en inrichting, beheer, onderhoud en ontwikkeling van gemeenschappelijke ICT-voorzieningen, inclusief het ICT-beheer voor de meldkamers.5 Daarmee heeft de LMS een faciliterende rol richting de verschillende hulpdiensten op de meldkamers. De LMS werkt daarom in nauwe afstemming samen met onder andere de ambulancezorg, de brandweer, de veiligheidsregio’s, de Koninklijke marechaussee en andere onderdelen van de politieorganisatie.

De inbedding van de LMS in het Besluit beheer politie draagt bij aan een goed beheer van de meldkamers. Hiermee wordt duidelijk dat de LMS het onderdeel is binnen de politie dat onder de verantwoordelijkheid van de korpschef de dagelijkse zaken van operationeel beheer van de meldkamers uitvoert en daarbij uitvoering geeft aan het beleid dat gevormd wordt in de multidisciplinaire sturingslijn, bedoeld in artikel 3, 4 en 5 van de Regeling hoofdlijnen beleid en beheer meldkamers (hierna: de Regeling). Daarnaast waarborgt de formele inbedding van de LMS in de organisatie van de politie dat helder belegd is dat op elke meldkamer ook de meldkamerfunctie voor andere meldkamers kan worden uitgevoerd, zoals artikel 25a, derde lid, van de Politiewet 2012 voorschrijft.

3. Financiële gevolgen

Aan het beheer van de meldkamers zijn structurele kosten verbonden. Het gaat onder meer om kosten voor facilitaire dienstverlening aan de meldkamers, huisvesting, het beheer van de ICT voorzieningen voor de meldkamers (waaronder het C2000 netwerk en het gemeenschappelijk meldkamersysteem) en kosten die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de LMS.

De Minister van Justitie en Veiligheid verstrekt jaarlijks aan de politie een bijzondere financiële bijdrage voor het beheer van de meldkamers via beleidsartikel 31.3 van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De financiële bijdrage is tot stand gekomen door een bijdrage van alle hulpdiensten en vormt daarmee een multidisciplinaire financiële bijdrage voor de bekostiging van het beheer van de meldkamers.

Vanwege de multidisciplinaire sturing op het beheer van de meldkamers is een afzonderlijke beleids- en beheercyclus voor de meldkamers ingericht. Deze beleids- en beheercyclus is vastgelegd in de Regeling. Deze sturing sluit aan bij de reguliere bedrijfsvoering en de planning- en controlecyclus van de politie.6

Dit besluit creëert geen verplichtingen voor politieprofessionals, burgers of het bedrijfsleven. Daarom brengt dit besluit geen administratieve lasten mee.

4. Advies en consultatie

Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan de politie, het College van procureurs-generaal, de regioburgemeesters en het Adviescollege Toetsing Regeldruk (hierna: ATR). Dit heeft niet geleid tot op- of aanmerkingen op het ontwerpbesluit. Daarnaast is het ontwerpbesluit vier weken via internet (www.internetconsultatie.nl) geconsulteerd. Er zijn geen reacties ontvangen. Het ATR heeft het ontwerpbesluit niet geselecteerd voor advies, omdat het naar verwachting geen gevolgen voor de regeldruk zal hebben.

Verder is het ontwerpbesluit afgestemd in het Bestuurlijk Meldkamer Beraad en het Strategisch Meldkamer Beraad, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Regeling.

5. Voorhang

Het ontwerpbesluit is bij brieven van 6 maart 2024 aan de voorzitters van beide kamers der Staten-Generaal aangeboden in het kader van de voorhangprocedure die artikel 30, eerste lid, van de Politiewet 2012. Beide Kamers hebben geen aanleiding gezien te reageren.

De Minister van Justitie en Veiligheid,


X Noot
1

Stb. 2020, 140.

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 35 065, paragraaf 3.4.

X Noot
3

Kamerstukken II 2021/22, 25 124 & 29 517, nr. 108.

X Noot
4

Kamerstukken II 2022/23, 29 517, nr. 229.

X Noot
5

Zie artikel 1, aanhef en onder a, van de Regeling hoofdlijnen beleid en beheer meldkamers. Zie ook: Kamerstukken II 2018/19, 35 065, nr. 3, p. 3.

X Noot
6

Kamerstukken II 2018/19, 35 065, nr. 3, p. 13.

Naar boven