Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 1 november 2023, kenmerk 3706754-1038950-PZO, houdende wijzigingen van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG, Regeling Jeugdwet en de Regeling jaarverslaggeving onderwijs in verband met het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarverantwoording en het stellen van nadere regels over de jaarverantwoording van combinatie-instellingen

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor Primair en Voorgezet Onderwijs, de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 8.3.1 van de Jeugdwet, artikel 8.2.4, tweede lid, onder a, van het Besluit Jeugdwet, artikel 2, vierde lid, en artikel 4, van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, de artikelen 2.5.3, tweede lid, en 2.5.4, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 2.14 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en artikel 6.19, zesde lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling openbare jaarverantwoording WMG wordt als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk 5 wordt voor artikel 13 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

  • 1. Een zorgaanbieder maakt vóór 1 juni van het kalenderjaar volgend op het boekjaar de jaarverantwoording openbaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid maakt een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, zesde lid, vóór 15 juli van het kalenderjaar volgend op het boekjaar de jaarverantwoording openbaar.

  • 3. De zorgautoriteit kan op aanvraag van een zorgaanbieder tot 31 december van het kalenderjaar volgend op het boekjaar uitstel verlenen voor het tijdstip van openbaarmaking op grond van bijzondere omstandigheden.

  • 4. Een aanvraag tot uitstel wordt langs elektronische weg door de zorgaanbieder vóór 1 april van het kalenderjaar volgend op het boekjaar bij de zorgautoriteit ingediend via het door de zorgautoriteit daartoe beschikbaar gestelde formulier.

B

Voor hoofdstuk 7 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 6a. Onderwijsinstelling met zorgcomponent

Artikel 15
  • 1. In afwijking van deze regeling is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van overeenkomstige toepassing op de jaarverantwoording van een zorgaanbieder, indien:

    • a. de zorgaanbieder tevens een bekostigde onderwijsinstelling is; en

    • b. de netto-omzet van de zorgaanbieder gedurende twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende balansdata, voor een groter aandeel bestaat uit onderwijs dan uit zorg.

  • 2. In afwijking van deze regeling is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs is van overeenkomstige toepassing op het eerste en tweede boekjaar van een zorgaanbieder waarvan op de balansdatum van het eerste boekjaar een groter aandeel van de netto-omzet bestaat uit onderwijs dan uit zorg.

C

In bijlage 4 wordt in Vraag 3 – vragen over de overige bedrijfsvoering van de zorgaanbieder ‘artikel 4, tweede lid, onderdeel b,’ vervangen door ‘artikel 4, eerste lid, onderdeel b’.

ARTIKEL II

In de Regeling jaarverslaggeving onderwijs worden, onder vernummering van artikel 5a tot artikel 5c, na artikel 5 twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. In afwijking van deze regeling is de Regeling openbare jaarverantwoording WMG van overeenkomstige toepassing op de jaarverslaglegging van een onderwijsinstelling, indien:

    • a. de onderwijsinstelling tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg van toepassing is; en

    • b. de netto-omzet van de onderwijsinstelling gedurende twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende balansdata, voor een groter aandeel bestaat uit zorg of jeugdhulp dan uit onderwijs.

  • 2. In afwijking van deze regeling is de Regeling openbare jaarverantwoording WMG is van overeenkomstige toepassing op het eerste en tweede boekjaar voor een onderwijsinstelling waarvan op de balansdatum van het eerste boekjaar een groter aandeel van de netto-omzet bestaat uit zorg of jeugdhulp dan uit onderwijs.

  • 3. In afwijking van deze regeling is het eerste en tweede lid is de Regeling openbare jaarverantwoording WMG van overeenkomstige toepassing op een academisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met dien verstande dat in de toelichting op de financiële verantwoording financiële gegevens worden opgenomen aangaande de besteding van de rijksbijdrage voor de werkplaatsfunctie ten behoeve van het wetenschappelijk medisch onderwijs en onderzoek en kwantitatieve gegevens voor het verdeelmodel van die rijksbijdrage.

Artikel 5b

  • 1. In afwijking van deze regeling is zijn de artikelen 4.2 tot en met 4.4 van de Regeling Jeugdwet van overeenkomstige toepassing op de jaarverslaglegging van een onderwijsinstelling, indien:

    • a. de onderwijsinstelling tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet is, maar niet tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg van toepassing is; en

    • b. de netto-omzet van de onderwijsinstelling gedurende twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende balansdata, voor een groter aandeel bestaat uit jeugdhulp dan uit onderwijs.

  • 2. In afwijking van deze regeling is zijn de artikelen 4.2 tot en met 4.4 van de Regeling Jeugdwet zijn van overeenkomstige toepassing op het eerste en tweede boekjaar voor een onderwijsinstelling waarvan op de balansdatum van het eerste boekjaar een groter aandeel van de netto-omzet bestaat uit jeugdhulp dan uit onderwijs.

ARTIKEL III

Artikel 4.1 van de Regeling Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. In afwijking van de artikelen 4.2 tot en met 4.4 is op de jaarverslaggeving van een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of gecertificeerde instelling, die tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg van toepassing is, het bepaalde in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

    • a. vorenbedoelde jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling die een winst- en verliesrekening opstelt als bedoeld in Bijlage 1, Model D, of een staat van baten en lasten als bedoeld in Bijlage 2, Model B, van die regeling, in de resultatenrekening afzonderlijk de opbrengsten op grond van de Jeugdwet vermeldt;

    • b. voor de toepassing van artikel 15 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG in geval van een jeugdhulpaanbieder onder het aandeel zorg van de netto-omzet wordt verstaan: het aandeel zorg en jeugdhulp van de netto-omzet.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van de artikelen 4.2 tot en met 4.4. is op de jaarverslaglegging van een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet, die niet tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg van toepassing is, het bepaalde in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van overeenkomstige toepassing, indien:

    • a. de jeugdhulpaanbieder tevens een bekostigde onderwijsinstelling is; en

    • b. de netto-omzet van de jeugdhulpaanbieder gedurende twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende balansdata, voor een groter aandeel bestaat uit onderwijs dan uit jeugdhulp.

  • 4. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op het eerste en tweede boekjaar voor een jeugdhulpaanbieder waarvan op de balansdatum van het eerste boekjaar een groter aandeel van de netto-omzet bestaat uit onderwijs dan uit jeugdhulp.

ARTIKEL IV

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling wordt onder meer de Regeling openbare jaarverantwoording WMG gewijzigd. In deze wijzigingsregeling wordt bepaald op welk tijdstip een zorgaanbieder zich jaarlijks moet verantwoorden door het openbaar maken van een jaarverantwoording. Deze wijziging vloeit voort uit de Verzamelwet VWS 2022, waarin is geregeld dat niet langer uit artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg) voortvloeit wanneer de jaarverantwoording jaarlijks door een zorgaanbieder openbaar moet worden gemaakt.1

Om te voorkomen dat zorgaanbieders en jeugdhulpaanbieders die tevens bekostigd onderwijs verzorgen zich dubbel maatschappelijk moeten verantwoorden bij twee verschillende elektronische platforms, worden voorts nadere regels gesteld omtrent de samenloop van de regels over openbare jaarverantwoording dan wel jaarverslaggeving voor deze categorie van zorgaanbieders en jeugdhulpaanbieders. Om dit te bewerkstelligen is in deze wijzigingsregeling de Regeling openbare jaarverantwoording WMG, Regeling Jeugdwet en Regeling jaarverslaggeving onderwijs gewijzigd, zodat een zorgaanbieder (inclusief combinatie-instelling zorg en jeugdhulp) en jeugdhulpaanbieder die tevens een onderwijsinstelling is slechts eenmaal maatschappelijk verantwoording hoeft af te leggen.

2. Hoofdlijnen van deze wijzigingsregeling

2.1. Tijdstip voor openbaarmaking

In deze wijzigingsregeling wordt op grond van artikel 40b, derde lid, onderdeel c, Wmg het tijdstip geregeld waarop de jaarverantwoording openbaar wordt gemaakt. In artikel 12a, eerste lid, van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG is geregeld dat het tijdstip waarop de jaarverantwoording jaarlijks openbaar wordt gemaakt vóór 1 juni van het kalenderjaar volgende op het boekjaar is.2 Een korte termijn voor openbaarmaking van de financiële verantwoording is reeds gebruikelijk in de bestaande wet- en regelgeving voor semipublieke instellingen.

Het tijdstip voor openbaarmaking is gelijkluidend aan het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarverantwoording die voorheen onder artikel 40b, eerste lid, Wmg, alsmede in de vervallen Regeling verslaggeving WTZi gold. Daarnaast sluit dit tijdstip voor openbaarmaking aan bij hetgeen bepaald was in de vervallen bepaling in de Regeling ambulancezorgvoorzieningen, de vigerende Regeling Jeugdwet en vigerende Uitvoeringsregeling Wmo 2015 voor Veilig Thuis-organisaties met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid. Voor deze categorieën van kleine en grote zorgaanbieders, mobiele zorg vanuit of naar het buitenland, jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen, Veilig Thuis-organisaties en combinatie-instellingen is openbaarmaking vóór 1 juni van het kalenderjaar volgende op het boekjaar haalbaar gebleken.

Voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG geldt een later tijdstip voor openbaarmaking. Deze categorieën van zorgaanbieders zijn vaak onderdeel van een gemeentelijke gezondheidsdienst (hierna: GGD) die in een gemeenschappelijke regeling op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: Wgr) samenwerken. Openbaarmaking vóór 1 juni kan door deze groep veelal niet worden gehaald, omdat er ruimte en tijd nodig is voor de desbetreffende gemeenteraden om hun zienswijze te geven op de jaarrekening voordat deze kan worden vastgesteld door het algemeen bestuur van de GGD. Om deze reden heeft deze groep zorgaanbieders tot uiterlijk 15 juli van het kalenderjaar volgende op het boekjaar de tijd om hun jaarverantwoording te openbaren. Deze datum sluit aan bij de datum die is opgenomen in de artikelen 34, vierde lid, Wgr, 200 van de Gemeentewet, 204 van de Provinciewet en 5, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015.

2.2. Uitstel tijdstip voor openbaarmaking vanwege bijzondere omstandigheden

Een zorgaanbieder (of diens vertegenwoordiger, zoals een belastingconsulent, administratie- of (extern) accountantskantoor) kan vóór 1 april van het kalenderjaar volgende op het boekjaar een aanvraag langs elektronische weg bij de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: zorgautoriteit) indienen tot uitstel van het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarverantwoording. De aanvraag tot uitstel wordt via een webformulier bij de zorgautoriteit ingediend. Een aanvraag tot uitstel van het tijdstip waarop de jaarverantwoording openbaar moet worden gemaakt, wordt enkel in geval van bijzondere omstandigheden toegekend. Onder bijzondere omstandigheden wordt onder andere verstaan: inbeslagname van de relevante financiële administratie door Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD), justitie, de zorgautoriteit of andere toezichthouder.

2.3. Uiterlijk tijdstip voor openbaarmaking bij uitstel

In artikel 12a, derde lid, van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG is bepaald dat het tijdstip voor openbaarmaking tot uiterlijk 31 december van het kalenderjaar volgende op het boekjaar door de zorgautoriteit kan worden uitgesteld. Dit is in overeenstemming met de uiterste termijn voor openbaarmaking zoals Europeesrechtelijk vastgelegd.3

2.4. Zorgaanbieders of jeugdhulpaanbieders met bekostigd onderwijscomponent

Om de bestaande praktijk bij de maatschappelijke verantwoording van rechtspersonen die zowel zorg of jeugdhulp verlenen als bekostigd onderwijs verzorgen te codificeren, zijn met deze wijzigingsregeling enkele wijzigingen doorgevoerd in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG, de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Regeling Jeugdwet.

Uitgangspunt is dat als sprake is van één rechtspersoon, waarbinnen meerdere bedrijfsonderdelen ((1) zorg of jeugdhulp en (2) bekostigd onderwijs) zijn ondergebracht, voor de jaarverantwoording of jaarverslaggeving de regels en wijze van openbaarmaking gelden die voor het grootste bedrijfsonderdeel gelden. Dat houdt in dat er één jaarrekening, gegevens vergelijkbaar met de ‘overige gegevens’, bedoeld in artikel 2:392 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), bestuursverslag en verslag van de interne toezichthouder wordt opgesteld over de gehele financiële bedrijfsvoering. Voor het bepalen van het grootste bedrijfsonderdeel wordt gekeken naar het aandeel (zorg of jeugdhulp enerzijds en bekostigd onderwijs anderzijds) van de ‘netto-omzet’ dat gedurende twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende balansdata, meer bedraagt dan het andere bedrijfsonderdeel. Deze laatste eis wordt gesteld zodat een incidentele situatie in een boekjaar niet bepalend is voor de wijze van afleggen van jaarverantwoording. Met andere woorden valt bijvoorbeeld een zorgaanbieder onder de Regeling jaarverslaggeving onderwijs als hij in twee boekjaren meer heeft omgezet in het onderwijs dan in de zorg of zorg/jeugdhulp. Als hij in een volgend jaar meer zorgomzet heeft gemaakt dan onderwijsomzet, dan blijft hij desalniettemin onder de onderwijsregelgeving vallen, tot het moment dat hij twee jaar op rij meer zorgomzet of zorg/jeugdhulpomzet heeft gemaakt, vanaf dat moment valt hij onder de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. Voor startende zorgaanbieders geldt dat de omzet van het eerste boekjaar bepalend is. Dus als een startende zorgaanbieder in zijn eerste boekjaar meer omzet uit onderwijs haalt dan uit zorg of zorg/jeugdhulp, moet hij zich de eerste twee boekjaren verantwoorden via de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het hier gehanteerde criterium van twee opeenvolgende balansdata is afgeleid uit onder meer afdeling 11 van Titel 9, Boek 2 BW en de artikelen 4 en 6 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

In onderstaande schematische weergave is zichtbaar wat de nadere regels en wijze van openbaarmaking voor zorgaanbieders (inclusief combinatie-instellingen zorg en jeugdhulp) of jeugdhulpaanbieders of gecertificeerde instellingen met een bekostigd onderwijscomponent concreet betekenen voor de jaarverantwoording dan wel jaarverslaggeving.

Tabel: Overzicht nadere regels en wijze van openbaarmaking naar categorie

Zorgaanbieder die is aan te merken als (kort)/Levert aan:

Financiële verantwoording

Bij de financiële verantwoording te voegen informatie

Andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder

Wijze van openbaarmaking

Zorgaanbieder (inclusief combinatie-instellingen zorg en jeugdhulp) met een bekostigd onderwijscomponent

Het aandeel netto-omzet aan zorg of jeugdhulp baten is groter dan bekostigd onderwijs (inclusief combinatie-instellingen zorg en jeugdhulp) 1

De zorgaanbieder maakt de jaarrekening conform de Regeling openbare jaarverantwoording WMG openbaar.

a) Accountantsverklaring (cq. controleverkla ring) door een (middel)grote zorgaanbieder;

b) Gegevens vergelijkbaar met de ‘overige gegevens’, bedoeld in artikel 2:392 BW door een (middel)grote rechtspersoon;

c) Bestuursverslag door een (middel)grote zorgaanbieder;

d) Verslag van de interne toezichthouder, indien de zorgaanbieder op grond van artikel 3 van de Wet toetreding zorgaanbieders (hierna: Wtza) moet beschikken over een interne toezichthouder.

Bijlage 4 wordt bij het CIBG via het platform DigiMV openbaar gemaakt.

Een combinatie-instelling zorg en jeugdhulp verstrekt tevens de gegevens en andere informatie uit het Jaardocument Jeugd voor combinatie-instellingen

Een zorgaanbieder verantwoordt zich jaarlijks vóór 1 juni door het openbaar maken van een jaarverantwoording.

De openbaarmaking geschiedt langs elektronische weg door deponering van de volledig in de Nederlandse taal en euro gestelde jaarverantwoording bij het CIBG via het platform DigiMV.

Indien blijkt dat de openbaar gemaakte jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet, dan meldt de zorgaanbieder dit onverwijld bij het CIBG via het elektronische platform DigiMV overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

Jeugdhulpaanbieder met een bekostigd onderwijscomponent

Het aandeel netto-omzet aan jeugdhulp baten is groter dan bekostigd onderwijs (exclusief combinatie-instelling zorg en jeugdhulp)

De jeugdhulpaanbieder maakt de jaarrekening op conform de Regeling Jeugdwet

a) Accountantsverklaring door middelgrote en grote jeugdhulpaanbieder (dan wel een. beoordelingsverklaring door een kleine jeugdhulpaanbieder);

b) Gegevens vergelijkbaar met de ‘overige gegevens’, bedoeld in artikel 2:392 BW;

c) Bestuursverslag;

d) Maatschappelijk verslag, bedoeld in artikel 4.3.1. van de Jeugdwet.

Jaardocument Jeugd

Het bestuur van een jeugdhulpaanbieder levert de Jaarverantwoording Jeugd vóór 1 juni van het jaar volgend op het boekjaar, met gebruikmaking van platform DigiMV.

Bekostigde onderwijsinstelling met een zorg- of jeugdhulpcomponent

Het aandeel netto-omzet aan bekostigd onderwijs baten is groter dan zorg of jeugdhulp

De onderwijsinstelling maakt de jaarrekening conform de Regeling jaarverslaggeving onderwijs openbaar.

a) Accountantsverklaring;

b) Overige gegevens als bedoeld artikel 2:392 BW;

c) Bestuursverslag;

d) Verslag van de interne toezichthouder van de raad van toezicht of vergelijkbare interne toezichthouder.

Niet van toepassing.

Het bevoegd gezag levert jaarlijks vóór 1 juli de volgende gegevens over het voorafgaande kalenderjaar aan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO):

a. in schriftelijke vorm de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 392 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; en

b. met gebruikmaking van de methode SBR/XBRL overeenkomstig de op de website van de DUO bekend gemaakte onderwijstaxonomie, de gegevens uit de jaarrekening, alsmede de gegevens, bedoeld in artikel 3, onder e3, en artikel 4, vierde lid van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

X Noot
1

Artikel 4.1, tweede lid, van de Regeling Jeugdwet (combinatie-instellingen zorg en jeugdhulp bepaling met betrekking tot de jaarverslaggeving).

In afwijking op bovenstaande tabel verantwoordt een academisch ziekenhuis4 zich altijd door het openbaar maken van een jaarverantwoording als bedoeld in artikel 40b Wmg, met dien verstande dat een academisch ziekenhuis in de toelichting op de financiële verantwoording (cq. jaarrekening) tevens financiële gegevens toevoegt aangaande de besteding van de Rijksbijdrage van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) aan de werkplaatsfunctie ten behoeve van wettenschappelijk medisch onderwijs en onderzoek en kwantitatieve gegevens voor het verdeelmodel van die bijdrage.

Deze wijzigingsregeling is voorts niet van toepassing als zorg of jeugdhulp en bekostigd onderwijs elk zijn ondergebracht in een afzonderlijke rechtspersoon. In dat geval maken beide rechtspersonen een aparte (eigen) afzonderlijke jaarverantwoording dan wel jaarverslaggeving via elektronische weg openbaar.

3. Verhouding tot nationaal recht

3.1. Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

Het tijdstip voor openbaarmaking van een jaarverantwoording bij het CIBG heeft geen invloed op hetgeen is bepaald in artikel 2:394 BW over het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarrekening door bepaalde categorieën van zorgaanbieders bij het handelsregister.5

Boek 2 BW bevat onder meer een regeling voor aansprakelijkheid bij faillissement voor bestuurders en commissarissen van een vereniging of stichting die een semipublieke instelling is die bij of krachtens de wet verplicht is om een financiële verantwoording op te stellen die gelijk of gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in titel 9 van het BW (zoals een zorgaanbieder). Dit houdt in dat wanneer een rechtspersoon niet heeft voldaan aan – samengevat – de boekhoudplicht of de plicht om de jaarrekening tijdig, vóór 1 juni van het kalenderjaar volgend op het boekjaar, bij het CIBG openbaar te maken, sprake is van een bewijsvermoeden dat sprake is van een onbehoorlijke taakvervulling die een belangrijke oorzaak is van het faillissement van de rechtspersoon (artikel 2:50a, tweede lid/2:300a, tweede lid, BW). Dit brengt met zich dat de bestuurder of de commissaris in dat geval aansprakelijk is jegens de zorgaanbieder, tenzij hij aantoont dat het faillissement niet te wijten is aan een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling.

Indien de zorgautoriteit het tijdstip van openbaarmaking op grond van bijzondere omstandigheden tot uiterlijk 31 december van het kalenderjaar volgende op het boekjaar heeft uitgesteld, geldt het niet tijdig openbaar maken van de jaarrekening gedurende de verlengde termijn niet als kennelijk onbehoorlijke taakvervulling. Dit laat onverlet dat het bestuur aan de boekhoudplicht op grond van artikel 2:10 BW moet kunnen voldoen.

3.2. Wet op de economische delicten

Het niet (tijdig) openbaar maken van de jaarverantwoording is op grond van artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten aangemerkt als economisch delict. Indien de zorgautoriteit het tijdstip op grond van bijzondere omstandigheden tot uiterlijk 31 december van het kalenderjaar volgende op het boekjaar heeft uitgesteld, kan de Nederlandse Arbeidsinspectie gedurende de verlengde termijn niet kiezen voor strafrechtelijke afdoening.

3.3. Wet normering topinkomens

De financiële verantwoording als bedoeld in artikel 2 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG door rechtspersonen kwalificeert als ‘financieel verslaggevingsdocument’ bedoeld in artikel 1.1, onderdeel j, van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT). Verplichtingen die ingevolge de WNT ten aanzien van het financieel verslaggevingsdocument door rechtspersonen gelden, gelden in die gevallen dus voor de financiële verantwoording, bedoeld in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

Op grond van artikel 4.1, vierde lid, WNT en artikel 5c, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling WNT maakt de verantwoordelijke uiterlijk 1 juli van het kalenderjaar volgend op het boekjaar waar de jaarrekening betrekking op heeft, de gegevens bedoeld in de artikelen 5 en 5a van de Uitvoeringsregeling WNT openbaar via internet op een algemeen toegankelijke wijze gedurende ten minste zeven jaar. Indien op grond van andere op de verantwoordelijke van toepassing zijnde regelgeving een later tijdstip waarop de jaarrekening openbaar moet worden gemaakt geldt, is dat latere tijdstip het uiterlijke tijdstip van openbaarmaking. Dit is het geval bij artikel 12a, tweede lid van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. Voor een zorgaanbieder die ingevolge de artikelen 190 van de Provinciewet of 186 van de Gemeentewet een jaarrekening opstelt, is het reguliere tijdstip voor openbaarmaking van de gegevens bedoeld in de artikelen 5 en 5a van de Uitvoeringsregeling WNT, vergelijkbaar met het bepaalde in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), 15 juli van het kalenderjaar volgende op het boekjaar.

Voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG met rechtspersoonlijkheid is het tijdstip waarop de jaarrekening met daarin de gegevens bedoeld in de artikelen 5 en 5a van de Uitvoeringsregeling WNT bij het CIBG via het platform DigiMV op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl openbaar moet worden gemaakt jaarlijks uiterlijk 1 juni van het kalenderjaar volgende op het boekjaar. Het op deze wijze openbaar maken van de jaarrekening met daarin de gegevens bedoeld in de artikelen 5 en 5a van de Uitvoeringsregeling WNT wordt daarmee tevens aan de online publicatieplicht op grond van artikel 4.1, vierde lid, WNT en artikel 5c, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling WNT voldaan.

3.4. Jeugdwet

Op grond van artikel 4.1, tweede lid, van de Regeling Jeugdwet is in afwijking van artikel 4.2 tot en met 4.4 van de Regeling Jeugdwet op de jaarverslaggeving van een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of van een gecertificeerde instelling, die tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40b Wmg van toepassing is, het bepaalde in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG van overeenkomstige toepassing. In afwijking van artikel 4.4, eerste lid, van de Regeling Jeugdwet verantwoorden deze categorieën van zorgaanbieders op grond van artikel 12a, eerste en tweede lid, van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG zich jaarlijks vóór 1 juni dan wel 15 juli van het kalenderjaar volgende op het boekjaar.

Artikel 15 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG is ook van toepassing op een onderwijsinstelling met zorgcomponent die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet is.

3.5. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Op grond van artikel 6a van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 is in afwijking van de artikelen 4 tot en met 6 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 op de jaarverslaggeving van een Veilig Thuis-organisatie die tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40b Wmg van toepassing is, de Regeling openbare jaarverantwoording WMG van overeenkomstige toepassing. Vergelijkbaar met het bepaalde in artikel 6 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 verantwoordt deze categorie van zorgaanbieders op grond van artikel 12a, eerste en tweede lid, van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG zich jaarlijks vóór 1 juni dan wel 15 juli van het kalenderjaar volgende op het boekjaar.

3.6. Wet op het primair onderwijs, Wet voortgezet onderwijs 2020, Wet op de expertisecentra, Wet educatie en beroepsonderwijs, Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de nadere regels in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs

Op grond van de nieuwe artikelen 15 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG, 4.1, derde en vierde lid, van de Regeling Jeugdwet en 5a en 5b van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs geldt dat wanneer sprake is van één rechtspersoon, waarbinnen meerdere bedrijfsonderdelen (zorg of jeugdhulp en bekostigd onderwijs) zijn ondergebracht, de wijze van openbaarmaking op grond van de ministeriële regeling voor het grootste bedrijfsonderdeel van toepassing is. Dat houdt in dat wanneer de zorgaanbieder (inclusief combinatie-instelling zorg en jeugdhulp) of jeugdhulpaanbieder (die geen combinatie-instelling zorg en jeugdhulp is) het grootste bedrijfsonderdeel binnen de rechtspersoon is, de jaarverantwoording vóór 1 juni van het kalenderjaar volgende op het boekjaar bij het CIBG via het platform DigiMV openbaar wordt gemaakt. Indien het bekostigd onderwijs binnen de rechtspersoon het grootste bedrijfsonderdeel is, dan wordt de jaarverantwoording vóór 1 juli van het kalenderjaar volgende op het boekjaar bij DUO op de in artikel 5 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs bepaalde wijze openbaar gemaakt.

3.7. Algemene wet inzake rijksbelastingen

Op grond van artikel 5b, eerste lid, sub a, onderdeel 2°, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in samenhang met artikel 1a, eerste lid, onderdeel j, zevende lid, onderdeel h, en negende lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 maakt een algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI) – die bijvoorbeeld gezondheidszorg levert – via internet op elektronische wijze informatie met betrekking tot haar functioneren, waaronder de balans en staat van baten en lasten met de toelichting daarop, telkens binnen zes maanden na afloop van het boekjaar openbaar.6 Om de administratieve lasten te beperken, kan deze categorie van zorgaanbieders de ANBI-verantwoording tegelijk met de openbare jaarverantwoording vóór 1 juni van het kalenderjaar volgende op het boekjaar bij het CIBG via het platform DigiMV deponeren. De openbaarmaking geschiedt langs elektronische weg via internet op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl.

Het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarverantwoording bij het CIBG heeft geen invloed op hetgeen is bepaald in artikel 1a, negende lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 over het tijdstip voor openbaarmaking van de balans en staat van baten en lasten met de toelichting daarop door bepaalde categorieën van zorgaanbieders als zij deze informatie afzonderlijk op elektronische wijze via internet openbaar maken.

3.8. Provinciewet en Gemeentewet

Een zorgaanbieder die ingevolge artikel 190 van de Provinciewet of 186 van de Gemeentewet een jaarrekening opstelt, maakt de openbare jaarverantwoording op grond van artikel 12a, tweede lid, van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG vóór 15 juli van het kalenderjaar volgende op het boekjaar openbaar. Dit tijdstip is gelijk aan het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarstukken in de artikelen 204 van de Provinciewet en 200 van de Gemeentewet.

4. Gevolgen voor de regeldruk

De technische wijziging van het tijdstip waarop de jaarverantwoording openbaar wordt gemaakt heeft geen gevolgen voor de regeldruk.

Bij brief van 15 mei 2009 betreffende jaarverslaggeving zorginstellingen met onderwijscomponent en brief van 25 april 2012 betreffende onderwijscomponent in de jaarverslaggeving waren onder de voormalige WTZi en voormalige Jeugdwet afspraken gemaakt tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van OCW.7 Met deze wijzigingsregeling worden deze afspraken omgehangen naar de vigerende Wmg en vigerende Jeugdwet en formeel vastgesteld. Materieel treden er geen aanmerkelijke gevolgen voor de regeldruk op, omdat de in 2009 en 2012 gemaakte afspraken al staande praktijk zijn voor de desbetreffende zorg- en jeugdhulpaanbieders met een bekostigd onderwijscomponent.

5. Toetsen

5.1. Fraudetoets

De onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor het frauderisico.

5.2. Adviescollege toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de beperkte gevolgen voor de regeldruk in de toelichting toereikend in beeld zijn gebracht.

5.3. Informele afstemming externe toezichthouders en uitvoeringsorganisaties

De zorgautoriteit, de Jeugdautoriteit, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Inspectie voor het Onderwijs, het CIBG, de Dienst Uitvoering Onderwijs en het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn op ambtelijk niveau geraadpleegd en hadden geen bezwaar tegen het concept van de onderhavige regeling.

5.4. Informele afstemming RJ-werkgroepen Zorginstellingen en Onderwijs

De RJ-werkgroepen Zorginstellingen en Onderwijs van de Raad voor de Jaarverslaggeving (hierna: RJ) zijn over de artikelen betreffende zorgaanbieders en jeugdhulpaanbieders of gecertificeerde instellingen met een onderwijscomponent geraadpleegd. De RJ-werkgroep Onderwijs heeft geen bezwaren bij het concept. De RJ-werkgroep Zorginstellingen adviseert om segmentering van de winst- en verliesrekening met betrekking tot de verschillende bedrijfstakken (zorg of jeugdhulp en onderwijs) verplichtend voor te schrijven. Op grond van artikel 2:380, eerste lid, BW wordt echter indien de inrichting van het bedrijf van de rechtspersoon is afgestemd op werkzaamheden in verschillende bedrijfstakken, met behulp van cijfers inzicht gegeven in de mate waarin elk van de soorten van die werkzaamheden tot de netto-omzet heeft bijgedragen. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op alle onderwijsinstellingen, alle jeugdhulpaanbieders en (middel)grote zorgaanbieders. Een aanvullende bepaling in deze wijzigingsregeling is derhalve niet noodzakelijk voor de verplichte segmentatie van de winst- en verliesrekening naar bedrijfstak.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024. Dit is hetzelfde tijdstip waarop de wijziging van artikel 40b Wmg in werking treedt die is opgenomen in de Verzamelwet VWS 2022 (Stb. Stb. 2023, 293). Deze wijziging bevat de grondslag om bij ministeriële regeling het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarverantwoording vast te stellen.

II. Artikelsgewijs

Artikel I (Regeling openbare jaarverantwoording WMG)

Onderdeel A – artikel 12a

Met de Verzamelwet VWS 2022 (Stb. 2023, 293) is artikel 40b Wmg gewijzigd zodat niet langer uit dit artikel voortvloeit dat een zorgaanbieder jaarlijks vóór 1 juni de jaarverantwoording openbaar dient te maken. Door de hiervoor genoemde wijziging kan op grond van artikel 40b, derde lid, Wmg bij ministeriële regeling worden bepaald op welk tijdstip jaarlijks de jaarverantwoording openbaar moet worden gemaakt. In het nieuwe artikel 12a, eerste lid, is bepaald dat de jaarverantwoording in beginsel vóór 1 juni van het kalenderjaar volgend op het betreffende boekjaar jaarlijks openbaar gemaakt wordt. In het tweede lid is een uitzondering op deze hoofdregel opgenomen.

Uit artikel 12a, tweede lid, vloeit voort dat een zorgaanbieder die op grond van artikel 190 van de Provinciewet of 186 van de Gemeentewet een jaarrekening opstelt, de openbare jaarverantwoording jaarlijks vóór 15 juli van het kalenderjaar volgend op het boekjaar openbaar maakt. In het nieuwe artikel 12a, derde lid, is bepaald dat de zorgautoriteit op aanvraag van de zorgaanbieder uitstel kan verlenen voor het tijdstip waarop de jaarverantwoording, op grond van het eerste of tweede lid, openbaar gemaakt moet worden. De zorgautoriteit kan het tijdstip voor openbaarmaking van de jaarverantwoording uiterlijk uitstellen tot 31 december van het kalenderjaar volgende op het boekjaar waar de openbare jaarverantwoording betrekking op heeft. Uitstel wordt door een zorgaanbieder in beginsel aangevraagd vóór 1 april van het kalenderjaar volgend op het betreffende boekjaar.

Onderdeel B – artikel 15

Met artikel 15 wordt geregeld dat bekostigd onderwijsinstellingen die tevens een zorgcomponent (inclusief combinatie-instellingen zorg en jeugdhulp) hebben, slechts eenmaal maatschappelijke verantwoording af hoeven te leggen.

Onderdeel C – Bijlage 4

In bijlage 4 is per abuis naar het verkeerde lid van artikel 4 van de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg verwezen. Deze omissie is hersteld.

Artikel II (Regeling jaarverslaggeving onderwijs)

Met de artikelen 5a en 5b wordt geregeld dat bepaalde zorgaanbieders (inclusief combinatie-instellingen zorg en jeugdhulp) of jeugdhulpaanbieders die tevens een bekostigd onderwijscomponent hebben, slechts eenmaal maatschappelijk verantwoording af hoeven te leggen. Zie hierover uitgebreider paragraaf 2.5 van het algemeen deel van deze toelichting. Het derde lid van artikel 5a is gebaseerd op het vervallen artikel 4 van de Regeling verslaggeving WTZi, alsmede de aanbevelingen 509 tot en met 511 van Hoofdstuk 655 (Zorgaanbieders, jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen) van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving van de RJ.

Artikel III (Regeling Jeugdwet)

Met dit artikel wordt allereerst artikel 4.1, tweede lid, aangevuld. Dit met het oog op de situatie dat een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1˚, van de Jeugdwet: (a) tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40b Wmg van toepassing is, én (b) tevens een bekostigd onderwijscomponent heeft. Voor de vraag of de Regeling openbare jaarverantwoording WMG of Regeling jaarverslaglegging onderwijs in dit geval de relevante regels bevat voor de jaarverantwoording is artikel 15 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG relevant. In het nieuwe artikel 4.1, tweede lid, onderdeel b, is benadrukt dat voor – kort gezegd – combinatie-instellingen ‘zorg en jeugdhulp’ bij de toepassing van artikel 15 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG moet worden gekeken naar het aandeel van zorg én jeugdhulp gezamenlijk van de netto-omzet (en aldus niet alleen het aandeel zorg). Voor de volledigheid zij benadrukt dat de tekst zoals opgenomen in de aanhef van het tweede lid en onderdeel a reeds in de Regeling Jeugdwet waren opgenomen, maar dat enkel om wetstechnische redenen deze tekst opnieuw wordt vastgesteld.

Het derde en vierde lid hebben specifiek betrekking op de situatie dat een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1˚, van de Jeugdwet tevens een bekostigd onderwijscomponent heeft, maar niet tevens een zorgaanbieder is waarop artikel 40 Wmg van toepassing is. Deze artikelleden hebben dus geen betrekking op combinatie-instellingen ‘zorg en jeugdhulp’. Met deze artikelleden wordt gerealiseerd dat vorenbedoelde jeugdhulpaanbieders slechts eenmaal maatschappelijk verantwoording hoeven af te leggen, door te bepalen wanneer in afwijking van de Regeling Jeugdwet voor wat betreft de jaarverantwoording de regels uit de Regeling jaarverslaglegging onderwijs van toepassing zijn.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Zie artikel IX, onderdeel B, van de Verzamelwet VWS 2022.

X Noot
2

Het boekjaar van de jaarverantwoording in de zin van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG heeft altijd betrekking op een kalenderjaar, respectievelijk altijd een periode van 1 januari tot en met 31 december (zie definitie van boekjaar in artikel 1 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG).

X Noot
3

De termijn voor openbaarmaking mag op grond van artikel 30 van de EU-Richtlijn 2013/34/EU maximaal twaalf maanden na afloop van het boekjaar bedragen.

X Noot
4

Academische ziekenhuizen als bedoeld in Paragraaf 3. Academische ziekenhuizen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

X Noot
5

Artikel 2:360 BW.

X Noot
6

Sinds 1 januari 2021 zijn grote ANBI's verplicht om voor de publicatie van de gegevens, gebruik te maken van standaardformulieren die vergelijkbaar was met de hoofdposten van de model-jaarrekening onder de WTZi, te raadplegen via https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/themaoverstijgend/programmas_en_formulieren/standaardformulier-publicatieplicht-zorginstellingen.

Naar boven