De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op de artikelen 58e, eerste lid, 58g, eerste lid, en 58h, eerste lid, van de
Wet publieke gezondheid;
Besluiten:
TOELICHTING
1. Algemeen
Strekking
Deze regeling wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (Trm). Deze regeling
is gebaseerd op de ingevolge de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 geldende bepalingen
van de Wet publieke gezondheid (Wpg).
Pijlers van de bestrijding van de epidemie
Vanwege het virus geldt over de periode van ruim anderhalf jaar reeds ingrijpende
maatregelen, die zijn gebaseerd op drie pijlers:
-
– een acceptabele belasting van de zorg – ziekenhuizen moeten kwalitatief goede zorg
kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere
zorg;
-
– het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;
-
– het zicht houden op en het inzicht hebben in de verspreiding van het virus.
Deze pijlers zijn ook voor de maatregelen van deze regeling uitgangspunt. Daarnaast
geldt als uitgangspunt het sociaal-maatschappelijk perspectief gericht op het beperken
van economische en maatschappelijke schade op korte termijn, aandacht voor structurele
maatschappelijke en economische schade en het voorkomen dat de lasten onevenredig
neerslaan bij bepaalde groepen.
2. Epidemiologische situatie
Het Outbreak Management Team (OMT) heeft naar aanleiding van de 136e bijeenkomst geadviseerd over het algemene beeld van de epidemiologische situatie,
de ontwikkeling van het reproductiegetal en de verwachting voor de komende weken,
ook ten aanzien van de verwachte ziekenhuis- en intensivecare- (IC-)bezetting en mede
gelet op de ontwikkeling van de vaccinatiegraad en de verwachtingen ten aanzien van
de verschillende virusvarianten. Voor een aan dat OMT-advies door het kabinet ontleend
overzicht van de epidemiologische situatie en het verloop daarvan wordt verwezen naar
de toelichting op de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van 3 januari 2022 houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
in verband met het verlengen van de verzwaarde maatregelen in het beroepsonderwijs
en hoger onderwijs en het vervallen van de verzwaarde maatregelen in het funderend
onderwijs en de buitenschoolse opvang.
3. Hoofdlijnen van deze regeling
Om kinderen tot en met zeventien jaar de mogelijkheid te geven om te blijven sporten
– nu de scholen openblijven – wordt de sluitingstijden van publieke plaatsen waar
sport wordt beoefend voor die groep van 17.00 uur naar 20.00 uur verlengd. Dit betekent
dat personen tot en met zeventien jaar buiten sport kunnen beoefenen, mits eventuele
wedstrijden uitsluitend plaatsvinden op de locatie en tussen de leden van de sportvereniging
waarbij zij als lid zijn aangesloten en de locaties gesloten zijn tussen 20.00 uur
en 05.00 uur.
De uitzonderingen voor topsporters en zwemlessen voor het A, B of C-diploma tot 17.00
uur blijven bestaan. Voor deze uitgezonderde categorieën zijn de kleedkamers en douches
ook geopend. De eventuele eet- en drinkgelegenheden op de sportlocaties blijven gesloten.
4. Noodzakelijkheid en evenredigheid
Het OMT geeft in haar advies naar aanleiding van de 136e bijeenkomst aan dat er een beperkt toegevoegd risico is in het toestaan van sporten
door kinderen en jongeren tot en met zeventien jaar. Gelet op het advies van het OMT
heeft het kabinet in lijn daarmee besloten dat personen tot en met zeventien jaar
langer buiten kunnen sporten. Voor een uitgebreidere beschrijving van de nut en noodzaak
wordt verwezen naar de toelichting op de Regeling van de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, van 3 januari 2022 houdende wijziging van de Tijdelijke
regeling maatregelen covid-19 in verband met het verlengen van de verzwaarde maatregelen
in het beroepsonderwijs en hoger onderwijs en het vervallen van de verzwaarde maatregelen
in het funderend onderwijs en de buitenschoolse opvang.
5. Regeldruk
Van de regeling moet kennis worden genomen en de impact van de maatregelen voor de
eigen organisatie moet worden bepaald. Deze regeling heeft dan ook enige gevolgen
voor de regeldruk voor burgers, bedrijven, instellingen of professionals.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Op grond van artikel 3.1, eerste lid, is het verboden zich buiten in groepsverband
op te houden met meer dan twee personen. Dit gold al niet voor sportactiviteiten op
de locatie en tussen de leden van de sportvereniging waarbij zij als lid zijn aangesloten
en buiten de sportlocatie tot 17.00 uur. Voortaan geldt het groepsvormingsverbod tot
20.00 uur, in plaats van tot 17.00 uur. Dit is doorgevoerd in artikel 3.1, tweede
lid, onder b, onder ii.
Onderdeel B
Op grond van artikel 4.4, vijfde lid, mogen sportlocaties niet geopend zijn voor publiek
tussen 17.00 uur en 05.00 uur. Een uitzondering hierop gold al voor openstelling voor
topsporters. Met dit onderdeel wordt daar een uitzondering aan toegevoegd, namelijk
openstelling tussen 17.00 uur en 20.00 uur voor personen tot en met zeventien jaar
die sport beoefenen. Dit betekent dus dat sportlocaties nog wel gesloten moeten zijn
tussen 20.00 uur en 05.00 uur voor personen tot en met zeventien jaar.
Artikel II Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee
dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan
een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit
niet in te stemmen met de regeling. Gelet op het belang van de volksgezondheid is
het de bedoeling dat de regeling op 11 januari 2021 in werking treedt. Hierbij wordt
afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van
drie maanden.1
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt de Trm op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg
vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt
aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of
aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge