Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 9 februari 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken nr. 3214550, tot wijziging van de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 in verband met het verlengen van de werking van die regeling

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 8, eerste en derde lid, van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 8, tweede lid, van de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 wordt ‘10 februari 2021’ vervangen door ‘3 maart 2021’.

ARTIKEL II

Deze regeling wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot verlenging van de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 (Stcrt. 2021, 4191).

Doel van de voortzetting van de avondklok

Het doel van de avondklok blijft het voorkomen van verstoring van het door de pandemie al onder druk staande maatschappelijk leven en van de veiligheid, bezien vanuit het perspectief van de drie pijlers van het kabinetsbeleid ter bestrijding van de epidemie: 1) een acceptabele belasting van de zorg als gevolg van het virus, 2) het beschermen van kwetsbaren in de samenleving en 3) het kunnen houden van zicht op en inzicht in de verspreiding van het virus. Dat is nodig omdat de epidemiologische situatie nog steeds kwetsbaar is, met grote onzekerheden wat betreft de prognose voor de komende maanden vanwege de opkomst van de Britse variant van het virus.

Voortzetting van de avondklok blijft nodig, gelet op de hierna door het OMT genoemde kwetsbare epidemiologische situatie in Nederland en de nieuwe varianten van het virus die zijn opgekomen, die besmettelijker lijken en niet onder controle zijn.

Wettelijke grondslag

De grondslag voor het voortzetten van de avondklok is dezelfde als voor de instelling ervan, artikel 8, eerste lid en derde lid, van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg), in werking gesteld bij koninklijk besluit van 22 januari 2021 (Stb. 2021, 24).

2. Ontwikkeling van de epidemie

Pijlers van de bestrijding van de epidemie

Nederland bevindt zich middenin een wereldwijde pandemie. Het kabinet heeft zich genoodzaakt gezien al ingrijpende maatregelen te treffen vanwege de SARS-CoV-2-crisis. De bestrijding van de covid-19-epidemie is gebaseerd op drie pijlers:

  • een acceptabele belastbaarheid van de zorg – ziekenhuizen moeten kwalitatief goede zorg kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere zorg;

  • het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;

  • het zicht houden op en het inzicht hebben in de verspreiding van het virus.

Advies n.a.v. het 99e OMT

Op 2 februari 2021 heeft het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM het Outbreak Management Team (OMT) bijeengeroepen om te adviseren over de situatie rondom de covid-19-epidemie, en volgend daaruit over verlenging van de avondklok. Naar aanleiding van deze 99e bijeenkomst gaat het OMT in zijn advies van 7 februari 2021 in op de actuele epidemiologische situatie en adviseert het OMT over verlenging van de avondklok.

Bij brief van 8 februari 2021 (kenmerk 1824299-218150-PDC19) is op dit advies ingegaan.

Epidemiologische situatie

Het OMT beoordeelt de epidemiologische situatie nog steeds als kwetsbaar, met grote onzekerheden wat betreft de prognose voor de komende maanden vanwege de opkomst van de Britse variant. Het totale huidige pakket van maatregelen (geholpen door de opbouw van immuniteit door doorgemaakte infecties en door vaccinaties) wordt essentieel geacht om de hoogte van een derde golf door de nieuwe variantvirussen te kunnen controleren en voor een belangrijk deel te kunnen mitigeren, waarbij een goede opvolging van het huidige maatregelenpakket essentieel is.

De kernboodschap over het belang van de bron (blijf thuis bij klachten en test) en collectieve maatregelen (houd afstand, vermijd drukte, en neem strikte hygiëne in acht), recent aangevuld met de beperking van het bezoek thuis en de avondklok, staat onverminderd. Het OMT is van mening dat het blijvend aandacht geven aan de basisregels, en het laten testen bij klachten, essentieel bijdragen aan het naar beneden brengen en het laag houden van de R-waarde. Blijkens het verloop van de nieuwe besmettingen wordt de klassieke variant hiermee immers effectief bestreden, gezien de R-waarde van 0,80, maar moeten we ‘een tandje bijzetten’ vanwege de verhoogde besmettelijkheid van de Britse variant.

OMT-advies over de avondklok

Het OMT meldt dat het effect van de avondklok niet los kan worden beoordeeld van de aanpassing van de bezoekbeperking, die gelijktijdig inging. Het OMT meldt bovendien nog geen uitspraken te kunnen doen over de grootte van het effect op basis van de berekening van het reproductiegetal.

Het OMT stelt dat het gemiddeld aantal contacten dat mensen de laatste week van januari hadden, is afgenomen ten opzichte van de periode voor de invoering van de avondklok en bezoekregeling. Tevens stelt het OMT dat een vergelijking van de actuele getallen met de voorspelling op grond van de modellering van IC-opnames toont dat, binnen alle onzekerheden, de ontwikkeling van de aantallen opgenomen IC- en ziekenhuispatiënten over de afgelopen anderhalve week de prognose volgt die een effect van de avondklok en bezoekbeperking poneert, beter dan bij een prognose waarin deze maatregelen geen effect zouden hebben. In dat laatste geval zou nu snel sprake zijn van een stijging van het aantal IC- en ziekenhuisopnames, daar waar dit aantal volgens het actuele beeld nu juist nog iets afneemt of stabiliseert.

Op grond van de uitkomsten van de modellering is de reductie die bewerkstelligd wordt door de avondklok en bezoekregeling, teruggerekend en deze reductie blijkt op ongeveer 10% uit te komen. Dit percentage is consistent met het uit de literatuur eerder gerapporteerde percentage van 8–13%. Dezelfde modellering toont dat het loslaten van de huidige maatregelen, inbegrepen de avondklok en bezoekersregeling, het risico in zich draagt van een snelle stijging van het aantal nieuwe covid-19-gevallen. Het OMT adviseert op grond van voornoemde argumenten om het huidige maatregelenpakket, inbegrepen de avondklok en bezoekbeperking, onveranderd te verlengen.

3. Duur van de verlenging

In de regeling is ervoor gekozen om de avondklok te verlengen tot 3 maart 2021, 04.30 uur. Daarmee geeft het kabinet invulling aan het advies van het OMT om de huidige lockdown, inclusief de avondklok, te continueren tot en met ten minste 2 maart 2021. Gezien de status aparte van deze maatregel zal het kabinet deze 23 februari 2021 apart heroverwegen, en indien mogelijk de avondklok eerder dan 3 maart 2021 stopzetten.

De tijdstippen van ingaan en aflopen van de avondklok blijven 21.00 en 04.30 uur.

4. Gevolgen van verlenging

Overwegingen

Het besluit tot verlenging van de avondklok is gepaard gegaan met een brede maatschappelijke weging van de gevolgen van de avondklok. Hierin zijn de te voorziene effecten van de avondklok op de volksgezondheid (inclusief mentaal welzijn), de economie, de maatschappij, het gedrag en de uitvoering en handhaving meegenomen. Hiertoe is opnieuw gebruikgemaakt van input van onder andere de gedragsunit van het RIVM, het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie (NKC), de Nationale Politie, de veiligheidsregio’s, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de relevante vakdepartementen.

Gevolgen voor grondrechten en mensenrechten

Zoals bij de vaststelling van de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 is overwogen, beperkt een avondklok zoals die hier verlengd wordt, de bewegingsvrijheid, zoals beschermd door artikel 2 van het Vierde Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), en meer algemeen de persoonlijke levenssfeer vanwege diezelfde beperking van de bewegingsvrijheid (artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 EVRM). Indirect kan een avondklok ook beperkingen met zich brengen voor de mogelijkheid om andere grondrechten uit te oefenen, de vrijheid van vergadering en betoging of de vrijheid om een levens- of geloofsovertuiging te belijden (voor personen die dat na 21.00 uur buitenshuis willen doen).

Het kabinet is van mening dat, ook voor de komende periode, het doel van de avondklok legitiem is. Een avondklok is, zeker gecombineerd met flankerende maatregelen, een effectieve manier om het aantal besmettingen en daarmee de druk op de zorg en de maatschappelijke gevolgen, beperkt te houden. De Wbbbg is de wettelijke basis die invulling geeft aan de eis in artikel 10 Grondwet dat alleen bij of krachtens wet in formele zin het grondrecht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer mag worden beperkt. Minder stringente maatregelen om dat doel te bereiken staan nog steeds niet ter beschikking. De afwegingen van het kabinet met betrekking tot de gevolgen voor eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en voor de vrijheid van vergadering, betoging en het belijden van godsdienst en levensovertuiging, zijn daarmee dezelfde als die ten grondslag hebben gelegen aan de instelling van de avondklok.

5. Uitvoering en handhaving

Uit de input door onder andere de gedragsunit van het RIVM, het SCP, het NKC, de Nationale Politie, de veiligheidsregio’s, de VNG en de relevante vakdepartementen is specifiek ten aanzien van de avondklok is gebleken dat de regeling, ondanks de ongeregeldheden die zich bij instelling van de avondklok op verschillende plaatsen op enkele dagen hebben voorgedaan, in de praktijk goed uitvoerbaar en handhaafbaar is. Er is ruim draagvlak voor de avondklok, en de naleving is zeer hoog. De strafbaarstelling, sancties en inzet van de handhaving blijven ongewijzigd.

6. Artikelsgewijs

Artikel I

Het kabinet heeft bij brief van 2 februari 2021 aangekondigd de huidige lockdown te verlengen, ten minste tot en met 2 maart 2021 (Kamerstukken II, 25 295, nr. 950). Het oorspronkelijke einde van de avondklok was bepaald op de dag na de toenmalige periode van lockdown. Die lijn is ook nu gevolgd. Daarom geldt de avondklok tot 04.30 uur op woensdag 3 maart 2021, parallel aan het besluit van het kabinet om de huidige lockdown te verlengen tot en met 2 maart 2021 (brief van 2 februari 2021; Kamerstukken II, 25 295, nr. 950). Daarbij is het kabinet voornemens om op 23 februari 2021 opnieuw een besluit te nemen ten aanzien van mogelijke voortzetting of aanpassingen van de maatregelen. Daarbij zal de avondklok apart worden heroverwogen, en indien mogelijk eerder dan 3 maart 2021 worden stopgezet.

Artikel II

Ingevolge artikel 8, derde lid, tweede zin, Wbbbg bepaalt de Minister van Justitie en Veiligheid hoe de regeling wordt bekendgemaakt. Dat geldt dus ook voor deze wijziging. Artikel II geeft invulling aan die opdracht.

De regeling treedt terstond na de bekendmaking ervan in werking; dat is geregeld in artikel 8, derde lid, tweede zin, Wbbbg. Dat geldt dus ook voor deze wijziging.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven