Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders

23 september 2021

Nr. 3536951

Directoraat-generaal Migratie

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014;

Maakt bekend:

Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 naar verwachting zal dienen te worden voorzien, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014 en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, bedraagt 10.000 personen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

Deze bekendmaking betreft het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022. Hierbij gaat het om de huisvesting van vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asiel-gerelateerde verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder reikwijdte van de taakstellingssystematiek van de Huisvestingswet 2014 vallen.

De prognose is berekend aan de hand van de verwachting van het nieuwe aantal personen dat een verblijfsvergunning ontvangt in de periode 1 januari 2022 t/m 30 juni 2022. De taakstelling is in de eerste helft van 2022 lager dan in de tweede helft van 2021 (toen 11.000).

O.a. de ontwikkelingen met betrekking tot de bestrijding van COVID-19 in de komende periode kunnen echter van invloed zijn op het aantal vergunninghouders dat daadwerkelijk voor huisvesting bemiddeld kan worden in 2022. Om de hoogte van de taakstelling 2022-I zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de werkelijke productie, wordt uiterlijk begin 2022 een tussentijdse evaluatie uitgevoerd. Mocht de uitkomst daar aanleiding toe geven, dan kan de hoogte van de taakstelling 2022-I naar beneden toe worden bijgesteld. Een eventuele verhoging wordt in de taakstelling van de tweede helft van 2022 meegenomen.

De huisvestingstaakstelling voor het eerste halfjaar van 2022 bedraagt 10.000 te huisvesten vergunninghouders.

Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen uit vorige perioden onverminderd van kracht en zullen de hiermee gemoeid zijnde huisvestingsplaatsen alsnog moeten worden geleverd. Mocht er per 1 januari 2022 sprake zijn van een achterstand dan wel voorsprong op de taakstelling van de tweede helft van 2021, dan zal deze achterstand respectievelijk voorsprong bij de realisering van de gemeentelijke taakstelling voor de eerste helft van 2022 worden betrokken.

Opgemerkt wordt dat, gebaseerd op het huidige inzicht, gedurende de periode 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 naar verwachting 10.000 nieuwe vergunninghouders van huisvesting in de gemeenten dienen te worden voorzien.

Naar boven