TOELICHTING
1. Algemeen
Strekking
Deze regeling wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire (Trm Bonaire).
Deze wijziging strekt ertoe extra tussenstappen te creëren in het toegestane aantal
personen bij groepsvorming, de sluitingstijden van horeca, het toegestane aantal personen
bij evenementen en de mogelijkheid om evenementen te organiseren met beperkingen ten
aanzien van dansen of zingen. Met deze extra tussenstappen wordt het mogelijk om de
maatregelen op Bonaire gefaseerd en gecontroleerd te versoepelen en zo nieuwe, grootschalige
uitbraken van het virus SARS-CoV-2 (hierna: het virus) te voorkomen.
Deze regeling is gebaseerd op de ingevolge de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
geldende bepalingen van de Wet publieke gezondheid (Wpg).
Pijlers van de bestrijding van de epidemie
Vanwege het virus golden over de periode van ruim een jaar reeds ingrijpende maatregelen,
die zijn gebaseerd op drie pijlers:
-
– een acceptabele belasting van de zorg – ziekenhuizen moeten kwalitatief goede zorg
kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere
zorg;
-
– het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;
-
– het zicht houden op en het inzicht hebben in de verspreiding van het virus.
Deze pijlers zijn ook voor de maatregelen van deze regeling uitgangspunt, gelet op
de in paragraaf 2 beschreven epidemiologische situatie. Daarnaast geldt als uitgangspunt
het sociaal- maatschappelijk perspectief gericht op beperken van economische en maatschappelijke
schade op korte termijn, aandacht voor structurele maatschappelijke en economische
schade en voorkomen dat de lasten onevenredig neerslaan bij bepaalde groepen. Daarop
wordt ingegaan in paragraaf 4.
2. Epidemiologische situatie
Afgelopen voorjaar is de deltavariant op het Europese en Noord-Amerikaanse vasteland
de overheersende virusvariant geworden. Met het afschalen van de maatregelen leidde
dit de afgelopen maanden in belangrijke herkomstlanden van toeristen op de eilanden
(Europees Nederland en de Verenigde Staten) tot een forse toename van de incidentie.
Deze ontwikkeling heeft gedurende het lopende toeristenseizoen inmiddels onvermijdelijk
geleid tot introductie van deze variant en op de Benedenwindse eilanden is dit inmiddels
ook de meest voorkomende. Dit heeft serieuze implicaties voor de lokale epidemiologie
en de intensiteit van de maatregelen noodzakelijk om de epidemie weer te beheersen.
Het aantal besmettingen op Bonaire is momenteel redelijk stabiel. De incidentie ligt
rond de 100 besmettingen per 100.000 inwoners per zeven dagen en het aantal actieve
casussen schommelt rond de twintig. Dit is mede te danken aan de strikte inreismaatregelen
en de hoge vaccinatiegraad. Bijna 60% van de totale bevolking is tot dusver volledig
gevaccineerd. Nog eens 10% van de totale bevolking heeft de eerste prik ontvangen.
De beperkte circulatie van het virus, in combinatie met de toenemende vaccinatiegraad
maken het mogelijk om geleidelijk aan maatregelen te versoepelen. Het is hierbij echter
van belang om kleine stappen te nemen, om plotselinge heroplevingen van het virus,
zoals op de andere Benedenwindse eilanden en Sint Maarten, te voorkomen.
3. Hoofdlijnen van deze regeling
Daar waar de bestrijding lokaal kan, wordt in hoofdstuk Va van de Wpg ruimte gemaakt
voor lokale afwegingen. Op grond van artikel 58e, vijfde lid, Wpg, is het mogelijk
om de burgemeester de bevoegdheid toe te kennen om plaatsen aan te wijzen waar de
in deze regeling opgenomen voorschriften van toepassing zijn. Hiermee kan de burgemeester
de mogelijkheid worden geboden om zelf maatregelen aan en uit te zetten indien de
lokale omstandigheden – zoals een plotselinge stijging van het aantal besmettingen
– daartoe nopen. In Caribisch Nederland komt die bevoegdheid toe aan de gezaghebbers,
die daar de rol van burgemeester en voorzitter van de veiligheidsregio vervullen,
en zich met de eilandsraden verstaan (artikel 68a, aanhef en onder b en d, Wpg).
In deze ministeriële regeling wordt de gezaghebber bevoegd gemaakt om plaatsen aan
te wijzen in publieke, openbare of besloten plaatsen, waar beperkingen worden gesteld
aan het aantal personen dat zich daar in groepsverband mag ophouden of dat mag deelnemen
aan een evenement. Tevens wordt de gezaghebber bevoegd gemaakt om evenementen en de
openstelling van eet- en drinkgelegenheid voor publiek tussen 02.00 uur en 06.00 uur
te verbieden. Tot slot wordt de gezaghebber bevoegd gemaakt om beperkingen op te leggen
ten aanzien van dansen of zingen bij evenementen. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt
tussen evenementen die binnen en buiten plaatsvinden. De gezaghebber heeft in deze
ministeriële regeling de bevoegdheid toebedeeld gekregen om te bepalen welke beperkingen
op welke plaatsen van toepassing zijn. De gezaghebber past deze bevoegdheid toe op
advies van de lokale gezondheidsautoriteiten en het RIVM. Hierbij wordt rekening gehouden
met de risiconiveaus waarvoor reeds bestaande maatregelen gelden.
Vanzelfsprekend dient de gezaghebber bij het uitoefenen van een bevoegdheid tot het
aanwijzen van gebieden eveneens de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit
in acht te nemen (artikel 58b, tweede lid, Wpg).111
4. Noodzakelijkheid en evenredigheid
Naar aanleiding van de toenemende incidentie op de verschillende Caribische eilanden,
mede veroorzaakt door aanwezigheid van de deltavariant en een toenemende sociale interactie,
samenhangend met een volop draaiende toeristenindustrie, heeft het RIVM op 11 augustus
2021 een advies aan het Ministerie van VWS gestuurd. Hierin adviseert het RIVM de
interventies – naast het handhaven van de algemene hygiëneadviezen – met name ook
te richten op beperking van de risico’s tijdens gebeurtenissen met verhoogde sociale
interactie zoals bij grote feesten en happenings zowel in de openlucht als binnen bij verschillende horecagelegenheden. Volgens het
RIVM valt daarbij onder meer specifiek te denken aan het instellen van een avondklok,
gebiedsverboden, strenger handhaven van het toegangsbeleid en het beperken van het
maximale aantal gasten en/of toegangstijden van horecagelegenheden.
Middels deze ministeriële regeling wordt dit advies opgevolgd, door meer opties te
creëren ten aanzien van het maximale aantal gasten en de toegangstijden van eet- en
drinkgelegenheden en evenementen.
5. Regeldruk
Wanneer de gezaghebber gebruikmaakt van de gecreëerde bevoegdheden heeft dat enige
gevolgen voor de regeldruk voor burgers, bedrijven/instellingen of professionals in
de horeca- en evenementensector. De voorwaarden in deze regeling voor evenementen,
waarbij niet mag worden gedanst of gezongen, betekent onder meer voor de beheerders
van locaties in die sector dat zij hun klanten moeten informeren over de nieuwe regels
die gaan gelden en hier op zullen moeten toezien. Dit levert enige regeldruk op.
Het creëren van extra tussenstappen ten behoeve van groepsgroottes bij evenementen
levert enige regeldruk op voor bedrijven/instellingen of professionals in de horeca
en evenementen sector gezien zij hun klanten hierop zullen moeten wijzen en navolging
moeten toezien. Dit zal echter niet meer regeldruk met zich meebrengen dan de reeds
opgenomen mogelijkheden in de routekaart.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Dit onderdeel voegt drie artikelen toe aan hoofdstuk 3 dat regels bevat over groepsvorming.
Op grond van deze artikelen kan de gezaghebber verbieden zich in groepsverband op
te houden met meer dan vijftig (artikel 3.a3), vijfenzeventig personen (artikel 3.a2)
of honderd personen (artikel 3.a1) op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen.
De verbodsbepaling richt zich tot elk persoon in het groepsverband. Artikel 58g, eerste
lid, van de wet biedt de grondslag voor het stellen van regels omtrent groepsvorming.
Onderdelen B en C
De artikelen 4.4 en 4.5 regelen dat de gezaghebber de bevoegdheid heeft om plaatsen
aan te wijzen waar eet- en drinkgelegenheden alleen onder voorwaarden geopend mogen
zijn voor publiek. In artikel 4.4, tweede lid, is bepaald dat het op door de gezaghebber
aan te wijzen plaatsen verboden is een eet- en drinkgelegenheid tussen 22.00 en 06.00
of tussen 0.00 en 06.00 uur voor publiek open te stellen. Hieraan wordt toegevoegd
dat het op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen verboden is een eet- en drinkgelegenheid
tussen 02.00 en 06.00 uur voor publiek open te stellen. Artikel 4.5, onder c, bepaalt
dat de gezaghebber kan bepalen dat een eet- en drinkgelegenheid tussen 22.00 uur en
06.00 uur gesloten moet zijn voor publiek. Daaraan wordt de mogelijk toegevoegd het
te verbieden om een eet- en drinkgelegenheid tussen 02.00 uur en 06.00 uur geopend
te hebben.
Onderdeel D
In dit onderdeel worden de artikelen 5.1, 5.2 en 5.3 waarin maatregelen over evenementen
staan opgenomen anders vormgegeven en aangevuld met meer mogelijkheden.
Het gewijzigde artikel 5.1 regelt dat de gezaghebber voor evenementen verschillende
maximaal aantallen personen mag voorschrijven. Hierin kan worden gekozen uit een maximum
van 25, 50, 100, 250 of 500 personen (eerste en tweede lid). Ook bevat dit artikel
de mogelijkheid om evenementen helemaal te verbieden (derde en vierde lid). Dit was
thans opgenomen in artikel 5.3 (oud). Dit artikel kan inhoudelijk daarom nu komen
te vervallen. In het vijfde lid wordt geregeld dat huwelijksvoltrekkingen en herdenkingsplechtigheden
niet geheel kunnen worden verboden. Deze bepaling is overgeheveld uit artikel 5.3,
tweede lid (oud). Het nieuwe artikel 5.1 is daarnaast zo vormgegeven dat het maximumaantal
personen dat voor evenementen wordt toegelaten kan gelden voor evenementen in een
publieke binnenruimte (eerste en derde lid) of voor evenementen in de buitenlucht
(tweede en vierde lid).
Het nieuwe artikel 5.2 stelt regels over de bezettingscapaciteit van de ruimte waarin
een evenement wordt georganiseerd. Dit kan zowel een binnenruimte zijn als een buitenruimte,
zoals bijvoorbeeld een stadion. Er kan worden gevarieerd met een bezettingscapaciteit
van 25%, 50% dan wel 75% van de totale capaciteit.
Op grond van het nieuwe artikel 5.3 wordt op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen
een evenement slechts georganiseerd, indien de organisator er zorg voor draagt dat
het evenement niet tussen 02.00 uur en 06.00 uur wordt georganiseerd. Dit betekent
dat een evenement dat (mede) plaatsvindt tussen 02.00 en 06.00 uur niet is toegestaan.
Onderdeel E
Dit onderdeel voegt een artikel toe aan hoofdstuk 5 dat regels bevat over het organiseren
van evenementen.
Op grond van artikel 5.2a heeft dat de gezaghebber de bevoegdheid om plaatsen aan
te wijzen waar een evenement:
-
1. binnen slechts georganiseerd wordt indien de organisator van het evenement er zorg voor
draagt dat gedurende het evenement niet wordt gezongen;
-
2. buiten slechts georganiseerd wordt indien de organisator van het evenement er zorg voor
draagt dat gedurende het evenement niet wordt gezongen;
-
3. binnen slechts georganiseerd wordt indien de organisator van het evenement er zorg voor
draagt dat gedurende het evenement niet wordt gedanst;
-
4. buiten slechts georganiseerd wordt indien de organisator van het evenement er zorg voor
draagt dat gedurende het evenement niet wordt gedanst.
Artikel II Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee
dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan
een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit
niet in te stemmen met de regeling. Gelet op het belang van de volksgezondheid is
het de bedoeling dat de regeling op 2 september 2021 in werking treedt. Hierbij wordt
afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van
drie maanden.111
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt de Trm op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg
vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt
aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of
aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge