U bent nu hier: Publicaties Officiële publicaties
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
De Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op de artikelen 58e, eerste lid, 58ra, eerste en negende lid, 58rc, tweede lid, 58rd, 58re, tweede, zesde en zevende lid, van de Wet publieke gezondheid en artikel II van de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen;
Besluiten:
Aan hoofdstuk 6 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
1. Een testuitslag wordt verkregen door een test op infectie met het virus SARS-CoV-2 te laten afnemen.
2. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport biedt aan ieder de mogelijkheid om zich te laten testen op infectie met het virus SARS-CoV-2 ten behoeve van het verkrijgen van een coronatoegangsbewijs, waarbij de kosten van de uitvoering van het testen voor rekening komen van Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een testuitslag:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test; en
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
Een schriftelijk coronatoegangsbewijs bestaat uit een QR-code die aan de volgende eisen voldoet:
a. de QR-code is voorzien van een elektronische handtekening van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b. de QR-code bevat de volgende gegevens:
1°. de eerste letter van de voornaam, de eerste letter van de achternaam, de geboortemaand en de geboortedag van de persoon waarop het coronatoegangsbewijs betrekking heeft, met dien verstande dat bij een zeldzame combinatie van deze gegevens slechts één of meerdere van deze gegevens wordt opgenomen;
2°. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip vanaf welke het coronatoegangsbewijs geldig is; en
3°. de duur van de geldigheid van het coronatoegangsbewijs;
c. de QR-code is zodanig samengesteld dat bij het lezen daarvan met de door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beschikbaar gestelde applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet wordt getoond of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in onderdeel b, onder 1°.
Een coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve testuitslag is geldig voor deelname aan een activiteit of toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven indien:
a. het coronatoegangsbewijs betrekking heeft op de persoon die de deelname of de toegang wenst;
b. een NAAT-test, een antigeentest of een ademtest op een infectie met het virus SARS-Cov-2 is uitgevoerd;
c. de uitslag van de uitgevoerde test negatief is; en
d. op het moment van aanvang van de deelname of toegang niet meer dan veertig uren zijn verstreken sinds het tijdstip van afname van de test, bepaald overeenkomstig artikel 6.28, onderdeel b, onder 2°.
1. Bij aanvang van de deelname aan een activiteit of de toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven:
a. verzoekt de beheerder de persoon die de deelname of de toegang wenst, een coronatoegangsbewijs en een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te tonen;
b. toont de persoon die de deelname of de toegang wenst, zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan de beheerder; en
c. ontzegt de beheerder de persoon die geen geldig coronatoegangsbewijs of geen geldig identiteitsdocument toont, de deelname of de toegang.
2. Bij aanvang van de deelname of de toegang toont de persoon die de deelname of toegang wenst, tevens zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan een toezichthouder op diens verzoek.
1. De uitvoerder van de test verstrekt op verzoek van de geteste persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag de volgende gegevens:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
d. de uitslag van de uitgevoerde test; en
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruik maakt van DigiD.
2. De geteste persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de wet een coronatoegangsbewijs verkrijgen.
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het tweede lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6.28, onderdeel b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6.28, onderdeel b, onder 1°.
De applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet, voor het lezen van het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs maakt gedurende ten hoogste 240 seconden zichtbaar of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6.31, eerste lid, onder a.
1. De vaststelling dat een persoon vanwege een beperking of een ziekte geen test kan ondergaan die nodig is om de voorgeschreven testuitslag te verkrijgen of als gevolg van een dergelijke test ernstig ontregeld raakt, geschiedt overeenkomstig een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vast te stellen protocol.
2. In het protocol, bedoeld in het eerste lid, wordt tevens bepaald op welke wijze een persoon als bedoeld in het eerste lid toegang geboden kan worden tot activiteiten of voorzieningen waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven alsmede welke verwerking van persoonsgegevens daarvoor noodzakelijk is.
3. De persoon, bedoeld in het eerste lid, neemt bij deelname aan activiteiten of toegang tot voorzieningen waarvoor een coronatoegangsbewijs is voorgeschreven passende maatregelen die redelijkerwijze verlangd kunnen worden om eventuele overdracht van het virus SARS-CoV-2 te voorkomen.
Na paragraaf 6a van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Een testuitslag wordt verkregen door een test op infectie met het virus SARS-CoV-2 te laten afnemen.
2. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport biedt aan ieder de mogelijkheid om zich te laten testen op infectie met het virus SARS-CoV-2 ten behoeve van het verkrijgen van een coronatoegangsbewijs, waarbij de kosten van de uitvoering van het testen voor rekening komen van Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een testuitslag:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test; en
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
Een schriftelijk coronatoegangsbewijs bestaat uit een QR-code die aan de volgende eisen voldoet:
a. de QR-code is voorzien van een elektronische handtekening van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b. de QR-code bevat de volgende gegevens:
1°. de eerste letter van de voornaam, de eerste letter van de achternaam, de geboortemaand en de geboortedag van de persoon waarop het coronatoegangsbewijs betrekking heeft, met dien verstande dat bij een zeldzame combinatie van deze gegevens slechts één of meerdere van deze gegevens wordt opgenomen;
2°. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip vanaf welke het coronatoegangsbewijs geldig is; en
3°. de duur van de geldigheid van het coronatoegangsbewijs;
c. de QR-code is zodanig samengesteld dat bij het lezen daarvan met de door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beschikbaar gestelde applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet wordt getoond of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in onderdeel b, onder 1°.
Een coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve testuitslag is geldig voor deelname aan een activiteit of toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven indien:
a. het coronatoegangsbewijs betrekking heeft op de persoon die de deelname of de toegang wenst;
b. een NAAT-test, een antigeentest of een ademtest op een infectie met het virus SARS-Cov-2 is uitgevoerd;
c. de uitslag van de uitgevoerde test negatief is; en
d. op het moment van aanvang van de deelname of toegang niet meer dan veertig uren zijn verstreken sinds het tijdstip van afname van de test, bepaald overeenkomstig artikel 6b.3, onderdeel b, onder 2°.
1. Bij aanvang van de deelname aan een activiteit of de toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven:
a. verzoekt de beheerder de persoon die de deelname of de toegang wenst, een coronatoegangsbewijs en een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te tonen;
b. toont de persoon die de deelname of de toegang wenst, zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan de beheerder; en
c. ontzegt de beheerder de persoon die geen geldig coronatoegangsbewijs of geen geldig identiteitsdocument toont, de deelname of de toegang.
2. Bij aanvang van de deelname of de toegang toont de persoon die de deelname of toegang wenst, tevens zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan een toezichthouder op diens verzoek.
1. De uitvoerder van de test verstrekt op verzoek van de geteste persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag de volgende gegevens:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
d. de uitslag van de uitgevoerde test; en
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruik maakt van DigiD.
2. De geteste persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de wet een coronatoegangsbewijs verkrijgen.
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het tweede lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6b.3, onderdeel b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6b.3, onderdeel b, onder 1°.
De applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet, voor het lezen van het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs maakt gedurende ten hoogste 240 seconden zichtbaar of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6b.6, eerste lid, onder a.
1. De vaststelling dat een persoon vanwege een beperking of een ziekte geen test kan ondergaan die nodig is om de voorgeschreven testuitslag te verkrijgen of als gevolg van een dergelijke test ernstig ontregeld raakt, geschiedt overeenkomstig een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vast te stellen protocol.
2. In het protocol, bedoeld in het eerste lid, wordt tevens bepaald op welke wijze een persoon als bedoeld in het eerste lid toegang geboden kan worden tot activiteiten of voorzieningen waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven alsmede welke verwerking van persoonsgegevens daarvoor noodzakelijk is.
3. De persoon, bedoeld in het eerste lid, neemt bij deelname aan activiteiten of toegang tot voorzieningen waarvoor een coronatoegangsbewijs is voorgeschreven passende maatregelen die redelijkerwijze verlangd kunnen worden om eventuele overdracht van het virus SARS-CoV-2 te voorkomen.
Na paragraaf 6 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Sint Eustatius wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Een testuitslag wordt verkregen door een test op infectie met het virus SARS-CoV-2 te laten afnemen.
2. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport biedt aan ieder de mogelijkheid om zich te laten testen op infectie met het virus SARS-CoV-2 ten behoeve van het verkrijgen van een coronatoegangsbewijs, waarbij de kosten van de uitvoering van het testen voor rekening komen van Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een testuitslag:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test; en
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
Een schriftelijk coronatoegangsbewijs bestaat uit een QR-code die aan de volgende eisen voldoet:
a. de QR-code is voorzien van een elektronische handtekening van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b. de QR-code bevat de volgende gegevens:
1°. de eerste letter van de voornaam, de eerste letter van de achternaam, de geboortemaand en de geboortedag van de persoon waarop het coronatoegangsbewijs betrekking heeft, met dien verstande dat bij een zeldzame combinatie van deze gegevens slechts één of meerdere van deze gegevens wordt opgenomen;
2°. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip vanaf welke het coronatoegangsbewijs geldig is; en
3°. de duur van de geldigheid van het coronatoegangsbewijs;
c. de QR-code is zodanig samengesteld dat bij het lezen daarvan met de door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beschikbaar gestelde applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet wordt getoond of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in onderdeel b, onder 1°.
Een coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve testuitslag is geldig voor deelname aan een activiteit of toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven indien:
a. het coronatoegangsbewijs betrekking heeft op de persoon die de deelname of de toegang wenst;
b. een NAAT-test, een antigeentest of een ademtest op een infectie met het virus SARS-Cov-2 is uitgevoerd;
c. de uitslag van de uitgevoerde test negatief is; en
d. op het moment van aanvang van de deelname of toegang niet meer dan veertig uren zijn verstreken sinds het tijdstip van afname van de test, bepaald overeenkomstig artikel 6a.3, onderdeel b, onder 2°.
1. Bij aanvang van de deelname aan een activiteit of de toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven:
a. verzoekt de beheerder de persoon die de deelname of de toegang wenst, een coronatoegangsbewijs en een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te tonen;
b. toont de persoon die de deelname of de toegang wenst, zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan de beheerder; en
c. ontzegt de beheerder de persoon die geen geldig coronatoegangsbewijs of geen geldig identiteitsdocument toont, de deelname of de toegang.
2. Bij aanvang van de deelname of de toegang toont de persoon die de deelname of toegang wenst, tevens zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan een toezichthouder op diens verzoek.
1. De uitvoerder van de test verstrekt op verzoek van de geteste persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag de volgende gegevens:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
d. de uitslag van de uitgevoerde test; en
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruik maakt van DigiD.
2. De geteste persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de wet een coronatoegangsbewijs verkrijgen.
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het tweede lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6a.3, onderdeel b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.3, onderdeel b, onder 1°.
De applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet, voor het lezen van het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs maakt gedurende ten hoogste 240 seconden zichtbaar of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.6, eerste lid, onder a.
1. De vaststelling dat een persoon vanwege een beperking of een ziekte geen test kan ondergaan die nodig is om de voorgeschreven testuitslag te verkrijgen of als gevolg van een dergelijke test ernstig ontregeld raakt, geschiedt overeenkomstig een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vast te stellen protocol.
2. In het protocol, bedoeld in het eerste lid, wordt tevens bepaald op welke wijze een persoon als bedoeld in het eerste lid toegang geboden kan worden tot activiteiten of voorzieningen waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven alsmede welke verwerking van persoonsgegevens daarvoor noodzakelijk is.
3. De persoon, bedoeld in het eerste lid, neemt bij deelname aan activiteiten of toegang tot voorzieningen waarvoor een coronatoegangsbewijs is voorgeschreven passende maatregelen die redelijkerwijze verlangd kunnen worden om eventuele overdracht van het virus SARS-CoV-2 te voorkomen.
Na paragraaf 6 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Saba wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Een testuitslag wordt verkregen door een test op infectie met het virus SARS-CoV-2 te laten afnemen.
2. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport biedt aan ieder de mogelijkheid om zich te laten testen op infectie met het virus SARS-CoV-2 ten behoeve van het verkrijgen van een coronatoegangsbewijs, waarbij de kosten van de uitvoering van het testen voor rekening komen van Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een testuitslag:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test; en
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
Een schriftelijk coronatoegangsbewijs bestaat uit een QR-code die aan de volgende eisen voldoet:
a. de QR-code is voorzien van een elektronische handtekening van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b. de QR-code bevat de volgende gegevens:
1°. de eerste letter van de voornaam, de eerste letter van de achternaam, de geboortemaand en de geboortedag van de persoon waarop het coronatoegangsbewijs betrekking heeft, met dien verstande dat bij een zeldzame combinatie van deze gegevens slechts één of meerdere van deze gegevens wordt opgenomen;
2°. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip vanaf welke het coronatoegangsbewijs geldig is; en
3°. de duur van de geldigheid van het coronatoegangsbewijs;
c. de QR-code is zodanig samengesteld dat bij het lezen daarvan met de door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beschikbaar gestelde applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet wordt getoond of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in onderdeel b, onder 1°.
Een coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve testuitslag is geldig voor deelname aan een activiteit of toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven indien:
a. het coronatoegangsbewijs betrekking heeft op de persoon die de deelname of de toegang wenst;
b. een NAAT-test, een antigeentest of een ademtest op een infectie met het virus SARS-Cov-2 is uitgevoerd;
c. de uitslag van de uitgevoerde test negatief is; en
d. op het moment van aanvang van de deelname of toegang niet meer dan veertig uren zijn verstreken sinds het tijdstip van afname van de test, bepaald overeenkomstig artikel 6a.3, onderdeel b, onder 2°.
1. Bij aanvang van de deelname aan een activiteit of de toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven:
a. verzoekt de beheerder de persoon die de deelname of de toegang wenst, een coronatoegangsbewijs en een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te tonen;
b. toont de persoon die de deelname of de toegang wenst, zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan de beheerder; en
c. ontzegt de beheerder de persoon die geen geldig coronatoegangsbewijs of geen geldig identiteitsdocument toont, de deelname of de toegang.
2. Bij aanvang van de deelname of de toegang toont de persoon die de deelname of toegang wenst, tevens zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsdocument aan een toezichthouder op diens verzoek.
1. De uitvoerder van de test verstrekt op verzoek van de geteste persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag de volgende gegevens:
a. de naam en de geboortedatum van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
d. de uitslag van de uitgevoerde test; en
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruik maakt van DigiD.
2. De geteste persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de wet een coronatoegangsbewijs verkrijgen.
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het tweede lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6a.3, onderdeel b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.3, onderdeel b, onder 1°.
De applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet, voor het lezen van het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs maakt gedurende ten hoogste 240 seconden zichtbaar of de QR-code een geldig coronatoegangsbewijs bevat en zo ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.6, eerste lid, onder a.
1. De vaststelling dat een persoon vanwege een beperking of een ziekte geen test kan ondergaan die nodig is om de voorgeschreven testuitslag te verkrijgen of als gevolg van een dergelijke test ernstig ontregeld raakt, geschiedt overeenkomstig een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vast te stellen protocol.
2. In het protocol, bedoeld in het eerste lid, wordt tevens bepaald op welke wijze een persoon als bedoeld in het eerste lid toegang geboden kan worden tot activiteiten of voorzieningen waarvoor het beschikken over een resultaat krachtens de wet is voorgeschreven alsmede welke verwerking van persoonsgegevens daarvoor noodzakelijk is.
3. De persoon, bedoeld in het eerste lid, neemt bij deelname aan activiteiten of toegang tot voorzieningen waarvoor een coronatoegangsbewijs is voorgeschreven passende maatregelen die redelijkerwijze verlangd kunnen worden om eventuele overdracht van het virus SARS-CoV-2 te voorkomen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
De Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen (Kamerstukken I 2020/21, 35 807, nr. C) wijzigt de tijdelijke bepalingen in hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid (Wpg) om het mogelijk te maken bij het treffen van maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 regels te kunnen stellen over het tonen van een coronatoegangsbewijs dat gebaseerd is op een test op, vaccinatie tegen of herstel van een infectie met het virus SARS-CoV-2 (coronavirus). Vooralsnog kunnen coronatoegangsbewijzen uitsluitend gegenereerd worden op basis van een testuitslag waaruit blijkt dat er op het moment van afname van de test geen besmetting was met het coronavirus. Deze regeling bevat de algemene, nadere bepalingen op grond van hoofdstuk Va Wpg, zoals gewijzigd met de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen, in het bijzonder voor de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een negatieve testuitslag. Het betreft:
– de kenmerken van een testuitslag,
– de eisen aan een schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag,
– de geldigheid van een coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag,
– de verplichtingen omtrent het tonen van een coronatoegangsbewijs en een identiteitsbewijs,
– de te verwerken persoonsgegevens voor een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs, en
– de duur van de zichtbaarheid van een coronatoegangsbewijs.
Er worden geen regels gesteld aan de aansluiting van de uitvoerder van de test op de applicatie voor het tonen van het coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag, het gebruik van de applicaties voor het tonen en lezen van het coronatoegangsbewijs of de beveiliging tegen verlies en onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens (artikel 58re, achtste lid, Wpg). Het ontwerp van de applicaties en de privaatrechtelijke aansluit- en gebruiksvoorwaarden bieden de benodigde waarborgen voor een verantwoorde inzet van coronatoegangsbewijzen, ook vanuit het oogpunt van privacy.
Daarnaast bevat de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen een eigenstandige bepaling om bij wijze van uitzondering op artikel 7:454, derde lid, Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 7:454, derde lid, Burgerlijk Wetboek BES (BW BES) de bewaartermijn van medische dossiers met uitsluitend een testuitslag op ten hoogste één jaar te stellen. Op basis daarvan bevat deze regeling eveneens een eigenstandige bepaling om de concrete bewaartermijn vast te stellen.
De inzet van coronatoegangsbewijzen is uitvoerig beschreven in de memorie van toelichting op het voorstel van Tijdelijke wet coronatoegangsbewijs (Kamerstukken II 2020/21, 35 807, nr. 3). De systematiek voor de inzet van coronatoegangsbewijzen is kortweg als volgt. In de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (Trm) kan worden voorgeschreven dat deelname aan of toegang tot daarbij te bepalen activiteiten of voorzieningen in bepaalde situaties slechts mogelijk is wanneer men over een ‘resultaat’ beschikt. Een resultaat is een testuitslag, de vaccinatie tegen het coronavirus of het herstel van een infectie met het coronavirus. Het resultaat toont men aan door een coronatoegangsbewijs te laten zien aan degene die bevoegd is tot het toelaten van personen tot de activiteiten of voorzieningen. Dit is de beheerder (artikel 1.1 Trm). Een coronatoegangsbewijs is een summiere weergave van een resultaat, namelijk een QR-code. Voor een coronatoegangsbewijs in elektronische vorm stelt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een applicatie beschikbaar. Dit is de applicatie CoronaCheck. Vooralsnog kan alleen daarmee een digitaal coronatoegangsbewijs gegenereerd worden. Eveneens kan een papieren coronatoegangsbewijs worden gemaakt. Ook voor het lezen van een coronatoegangsbewijs stelt de minister van VWS een applicatie beschikbaar: CoronaCheck Scanner. Het gebruik van deze applicatie is verplicht voor het lezen van zowel digitale, als papieren coronatoegangsbewijzen.
Bij de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een negatieve testuitslag staan de volgende actoren centraal:
– de geteste persoon,
– de uitvoerder van de test en
– de beheerder van de activiteiten of voorziening waar die persoon toegang wenst.
De minister van VWS faciliteert het digitale proces waarin uit een testuitslag gedestilleerde gegevens worden omgezet in een coronatoegangsbewijs in de vorm van een QR-code. Om de betrouwbaarheid van deze gegevens te garanderen, worden elektronische handtekeningen geplaatst door gespecialiseerde organisaties in opdracht van de uitvoerder van de test waarop het coronatoegangsbewijs is gebaseerd: dit zijn handtekeningen van de uitvoerder van de test en van de minister van VWS. Een papieren coronatoegangsbewijs kan de geteste persoon zelf printen met een door de minister van VWS beschikbaar gestelde webapplicatie, eventueel met assistentie uit zijn sociale omgeving of van organisaties die hem bijstaan. De minister van VWS sluit overeenkomsten met de uitvoerder van de test over de aansluiting op CoronaCheck en met een dienstverlener over het plaatsen van een digitale handtekening op basis van een certificaat dat door de minister van VWS ter beschikking is gesteld.
Vooralsnog kunnen coronatoegangsbewijzen uitsluitend worden gebaseerd op een negatieve testuitslag. Voor dergelijke bewijzen is nodig dat men zich laat testen. De minister van VWS realiseert daarvoor testcapaciteit. De kosten voor de uitvoering van de testen komen voor rekening van de minister van VWS. Men kan geen vergoeding krijgen van de kosten van elders uitgevoerde testen. Onderzocht wordt of ook (begeleide) zelftesten kunnen worden gebruikt voor een coronatoegangsbewijs.
De basis voor een coronatoegangsbewijs is thans de negatieve uitslag van een test van een persoon op infectie met het virus SARS-CoV-2 (coronavirus). Van belang is dus te weten wat voor soort test is uitgevoerd en wat de uitslag daarvan was.
Verder moet een testuitslag het moment van afname van de test bevatten. Dit gegeven bestaat uit de datum en het tijdstip.
Niet in de laatste plaats dient in de testuitslag te zijn opgenomen wie de geteste persoon is. Daarvoor zijn nodig de naam en de geboortedatum. Aangezien de uitvoerder van de test een zorgaanbieder is, wordt in beginsel de identiteit van de te testen persoon vastgesteld en zijn burgerservicenummer gebruikt. Dit is geregeld in de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg. Daarmee is geborgd dat de testuitslag betrekking heeft op de juiste persoon.
Naar de huidige toepassing is een coronatoegangsbewijs een QR-code die een deel van de gegevens van het testresultaat bevat, voorzien van een digitale handtekening. Het testresultaat is een uittreksel van de testuitslag. Het bevat niet het burgerservicenummer en ook niet de volledige naam en geboortedatum van de geteste persoon, maar alleen de eerste letter van de voornaam en van de achternaam alsmede de geboortemaand en -dag. Als uit een statistische analyse blijkt dat er een zeldzame combinatie van deze gegevens is, worden een of meerdere van deze gegevens weggelaten. Dit verkleint de herleidbaarheid van het coronatoegangsbewijs tot de geteste persoon. Het moment van afname van de test wordt niet exact vermeld. Behalve de datum, is het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test opgenomen in het testresultaat. Voor deze afronding is gekozen om de herleidbaarheid tot de geteste persoon te verkleinen. Het type test en de uitslag van de uitgevoerde test maken wel integraal deel uit van het testresultaat. Ter verificatie van de betrouwbaarheid is het testresultaat voorzien van een digitale handtekening van de minister van VWS.
Functioneel moet het coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag zodanig in een QR-code zijn gegoten dat het lezen ervan met CoronaCheck Scanner toont of er een geldig coronatoegangsbewijs is. Daartoe bevat de QR-code de datum en tijdstip vanaf welke het coronatoegangsbewijs geldig is alsmede de geldigheidsduur van het coronatoegangsbewijs. Dat het coronatoegangsbewijs is gebaseerd op een testuitslag, is niet relevant en daarom niet in de QR-code opgenomen. CoronaCheck Scanner hoeft alleen na te gaan of het toegangsbewijs op het moment van het tonen ervan nog geldig is. Alleen als het coronatoegangsbewijs dan geldig is, wordt een groen scherm getoond alsmede de initialen en de geboortemaand en -dag van de gevaccineerde persoon. Deze gegevens behoren overeen te komen met het identiteitsbewijs van de toonder van het coronatoegangsbewijs. Als het coronatoegangsbewijs niet geldig is, wordt een rood scherm getoond; de initialen en de geboortemaand en -dag zijn dan niet zichtbaar.
Het digitale, op een testuitslag gebaseerde coronatoegangsbewijs in CoronaCheck voldoet aan dezelfde eisen omtrent het testresultaat en de QR-code als voorgeschreven voor het papieren coronatoegangsbewijs. Een verschil is dat de QR-code op het papieren coronatoegangsbewijs statisch is en dat in CoronaCheck de QR-code binnen enkele minuten verandert. Een dynamische QR-code vermindert het risico op fraude en voorkomt dat de toonder getraceerd kan worden.
Een coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag dient geschikt te zijn om toegang te verkrijgen tot de activiteit of voorziening waarvoor dat is voorgeschreven. Alleen dan is sprake van een geldig coronatoegangsbewijs. In de eerste plaats moet het coronatoegangsbewijs betrekking hebben op de geteste persoon die de toegang wil verkrijgen.
Ten tweede moet het gaan om een relevante test. NAAT-testen (PCR-gebaseerde testen, waaronder de standaard PCR en de LAMP-PCR), RAT-testen (antigeen testen) en de ademtest zijn de drie testsoorten, die kunnen worden ingezet voor het coronatoegangsbewijs. Deze testsoorten zijn geselecteerd omdat zij gevoelig genoeg zijn bevonden voor gebruik bij personen zonder symptomen van covid-19. De ademtest is een snelle test. Een negatieve testuitslag met de ademtest is geschikt voor een coronatoegangsbewijs. Bij een positieve testuitslag volgt een LAMP-PCR. Deze vervolgtest kan een negatieve uitslag geven, in welk geval deze uitslag gebruikt kan worden voor een coronatoegangsbewijs. De antigeentest is eveneens een snelle test waarvan een negatieve uitslag geschikt is voor een coronatoegangsbewijs; bij een positieve uitslag wordt geen vervolgtest afgenomen. Uiteraard mag een negatieve testuitslag ook gebaseerd zijn op een standaard PCR-test. Buiten de kaders van deze regeling, maar wel van belang om te vermelden is dat in beginsel alleen testen mogen worden gebruikt die zijn voorzien van een CE-markering ten teken dat voldaan wordt aan de verlangde veiligheids- en kwaliteitseisen. Ook dienen de testen gevalideerd te zijn voor de doelgroep. Verder moeten testen worden uitgevoerd volgens de geldende LCI richtlijn voor testen buiten de GGD-locaties.1
Met een negatieve uitslag van elk van bovengenoemde testen kan toegang verkregen worden tot activiteiten of voorzieningen waarvoor een coronatoegangsbewijs is voorgeschreven. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de type testen.
Ten derde is een negatieve testuitslag vereist. Het zou te zijner tijd verantwoord kunnen zijn om ook met positieve testuitslagen deelname aan activiteiten of toegang tot voorzieningen onder voorwaarden toe te staan. Een positieve testuitslag toont aan dat iemand op het moment van afname besmet was. Na het moment van besmetting is er een periode waarin er slechts een kleine kans is op herinfectie en transmissie van het virus naar anderen. Betrokkenen lijken in die periode noch voor zichzelf, noch voor anderen een gevaar te zijn. Wanneer vastgesteld kan worden wat die periode is, zou artikel 6.29 Trm aangepast kunnen worden om ook coronatoegangsbewijzen op basis van positieve testuitslagen in te zetten.
Ten vierde is de geldigheidsduur van een testuitslag begrensd. De geldigheidsduur van de negatieve uitslagen is voor alle soorten testen gelijk. De functie van testen vooraf is om de kans op transmissie van het coronavirus te verkleinen door het verlagen van de kans op virusintroductie. Dit is altijd in aanvulling op andere al bestaande maatregelen, zoals het thuis blijven bij klachten.
De test met een negatieve uitslag mag niet meer dan 40 uur eerder zijn afgenomen op het moment dat de geteste persoon deelname aan de desbetreffende activiteit of toegang tot de voorziening wenst te krijgen. Voor deze geldigheidsduur van een negatieve testuitslag is om praktische redenen gekozen. Een coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag heeft alleen nut als men 48 na afname van de test de tijd heeft om aan een activiteit deel te nemen of een voorziening te bezoeken. Anders liggen het moment van testafname en het moment van toegang te dicht op elkaar. Omwille van de uitvoerbaarheid van de inzet van coronatoegangsbewijzen wordt vervolgens uitgegaan van een deelname of bezoek van niet meer dan 8 uur. Dit resulteert in een maximale geldigheidsduur van het testresultaat van 40 uur. In de concrete voorschriften waarmee de maatregelen voor de inzet van coronatoegangsbewijzen worden vastgelegd, wordt deze geldigheidsduur bepaald. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer besloten wordt coronatoegangsbewijzen in te zetten in het onderwijs. Een en ander is mede afhankelijk van de advisering van het Outbreak Management Team (OMT).
Hoofdstuk Va Wpg, zoals gewijzigd met de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen, maakt het mogelijk om bij de maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 te kunnen differentiëren al naar gelang men beschikt over een bepaald resultaat, waaronder een testuitslag. Daarbij kunnen verplichtingen worden opgelegd, ertoe strekkende dat de beheerder het coronatoegangsbewijs moet controleren, de deelnemer of bezoeker het coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsbewijs moet tonen en bij gebrek aan een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsbewijs de deelname of toegang moet worden geweigerd. Deze verplichtingen gelden bij aanvang van de deelname aan de activiteiten of de toegang tot de voorzieningen waarvoor een geldig coronatoegangsbewijs is voorgeschreven.
Tevens moet de deelnemer of bezoeker zijn coronatoegangsbewijs en identiteitsbewijs bij aanvang van de activiteiten of toegang tot de voorziening tonen aan de toezichthouder wanneer deze daarom vraagt. Bij het identificeren mag een mondkapje worden afgezet (artikel 2a.6 Trm).
Voorts is voor toegangsbewijzen op basis van testuitslagen expliciet bepaald welke persoonsgegevens de uitvoerder van de test, de geteste persoon en de beheerder verwerken gedurende het proces van het maken, tonen en lezen van een coronatoegangsbewijs. Het testresultaat is afkomstig van de uitvoerder van de test. Dit testresultaat wordt verstrekt wanneer de geteste persoon daarom vraagt. Om te verifiëren dat het de geteste persoon is die het testresultaat opvraagt, krijgt deze na de afname van de test een unieke, persoonsgebonden code mee waarmee het testresultaat kan worden gevraagd. Bovendien vindt op het moment van opvragen van het testresultaat een extra controle plaats. Afhankelijk van de uitvoerder van de test en of het testresultaat wordt gebruikt voor een digitaal dan wel papieren coronatoegangsbewijs, kan dat bijvoorbeeld een tweetraps authenticatie via sms zijn bij het gebruik van CoronaCheck. De uitvoerder van de test zorgt voor zijn digitale handtekening onder testresultaat.
Vervolgens zet de geteste persoon het testresultaat met CoronaCheck om in een digitaal coronatoegangsbewijs. In opdracht van de uitvoerder van de test wordt zijn digitale handtekening onder het testresultaat vervangen door een digitale handtekening op basis van een door de minister van VWS aan een ICT-dienstverlener beschikbaar gesteld certificaat. Op dat moment wordt ook de statistische analyse van de initialen en geboortemaand- en dag uitgevoerd. Voor een papieren coronatoegangsbewijs kan de geteste persoon daarvoor de door de minister van VWS beschikbaar gestelde webapplicatie gebruiken.
Bij het doen van het verzoek om de testuitslag en het genereren van het daarop te baseren coronatoegangsbewijs is het IP-adres zichtbaar van het toestel of het systeem dat de geteste persoon gebruikt. Het IP-adres is een persoonsgegeven indien het herleidbaar is tot de geteste persoon. Daarom is de verwerking van dit gegeven uitdrukkelijk vermeld.
Tot slot leest de beheerder het digitale of papieren coronatoegangsbewijs met CoronaCheck Scanner. Hierbij vindt geautomatiseerde gegevensverwerking plaats om de beheerder door middel van een groen scherm of een rood scherm te kunnen laten zien of het wel of geen geldig coronatoegangsbewijs betreft. Niet zichtbaar wordt gemaakt welke test is uitgevoerd of wanneer de test is uitgevoerd. Indien een geldig coronatoegangsbewijs wordt getoond, kan aan de hand van de daarbij betoonde initialen en de geboortemaand en -dag van de toonder in combinatie met het tegelijkertijd getoond identiteitsbewijs worden nagegaan of het coronatoegangsbewijs daadwerkelijk betrekking heeft op de toonder. Een en ander geldt ook voor de toezichthouder.
Na lezing van de QR-code maakt CoronaCheck Scanner de informatie uit het coronatoegangsbewijs niet meer dan 240 seconden zichtbaar. Meer tijd is in ieder geval niet nodig om na te gaan of het coronatoegangsbewijs geldig is en om aan de hand van een legitimatie de identiteit van de toonder te controleren. Een lager aantal seconden is ook mogelijk. Op basis van praktijkervaringen kan de applicatie CoronaCheck Scanner daartoe aangepast worden. Zodra de informatie uit het coronatoegangsbewijs niet meer zichtbaar is, worden de gegevens van het coronatoegangsbewijs verwijderd van het toestel waarop CoronaCheck Scanner draait.
Er is een relatief kleine groep personen die zich niet op de voorgeschreven wijze kunnen laten testen vanwege een beperking of een ziekte of omdat zij door het afnemen van een test ernstig ontregeld raken. Deze groep zou bij voorbaat uitgesloten zijn van toegang tot activiteiten en voorzieningen waarvoor men dient te beschikken over een coronatoegangsbewijs op basis van een testuitslag. Daarom is voor hen een uitzondering gemaakt. Voor een beroep op deze uitzondering, zal getoetst dienen te worden of iemand tot deze uitzonderingsgroep behoort. Voor deze toetsing wordt een landelijk protocol opgesteld. Indien is vastgesteld dat iemand tot deze uitzonderingsgroep behoort, is het streven dat deze persoon een toegangsbewijs kan krijgen waarmee op dezelfde manier toegang kan krijgen als met een coronatoegangsbewijs.
Degene die met een beroep op de uitzonderingsbepaling een toegangsbewijs heeft ontvangen, kan daarmee toegang verkrijgen tot activiteiten en voorzieningen zonder te zijn getest op infectie met het coronavirus. Om bij een eventuele infectie het risico op transmissie van het coronavirus te beperken, moet deze persoon maatregelen treffen die de overdracht van het virus tegengaan. Dat zijn in ieder geval de basismaatregelen, waaronder het op correcte wijze dragen een geschikt mondkapje – tenzij betrokkene ingevolge artikel 2a.5 Trm daarvan is vrijgesteld wegens een beperking of een ziekte – en het houden van afstand.
De minister van VWS stelt de software beschikbaar voor de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van testuitslagen. Dat zijn CoronaCheck en CoronaCheck Scanner voor de digitale coronatoegangsbewijzen en ten behoeve van de papieren coronatoegangsbewijzen de webapplicatie voor de geteste persoon zelf en CoronaCheck Scanner. Verder treft de minister van VWS de benodigde technische voorzieningen om de uitvoerder van de test in staat te stellen zijn automatiseringssysteem te koppelen aan CoronaCheck en de webapplicatie voor de geteste persoon zelf teneinde het testresultaat beschikbaar te kunnen stellen. De minister van VWS ontvangt van de uitvoerders van de testen afschriften van de certificaten die zij gebruiken om de testuitslag te ondertekenen. De minister houdt hiervan een register bij. De handtekening op basis van het door de minister van VWS beschikbaar gestelde certificaat wordt enkel gezet op testuitslagen die getekend zijn door de uitvoerders van testen die zijn opgenomen in dat register. De minister van VWS stelt het certificaat voor deze digitale handtekening beschikbaar via de ICT-dienstverlener. Bij het aanbieden van deze software worden voorwaarden gesteld (CoronaCheck, Coronacheck Scanner en de webapplicatie voor de geteste persoon zelf) alsmede overeenkomsten aangegaan (de koppelingen voor de uitvoerder van de test).
Door dit samenstel van software, certificaten, voorwaarden en overeenkomsten heeft de minister van VWS direct controle over de condities voor de mogelijke inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van testuitslagen. De voorwaarden en overeenkomsten worden door de minister van VWS opgesteld. Wanneer deze niet worden geaccepteerd of nagekomen, kunnen de software en certificaten niet in werking worden gesteld respectievelijk buiten werking worden gesteld. De software wordt door de minister van VWS ontwikkeld en onderhouden. Bij het ontwikkelen van de software zijn privacy en "security by design" het vertrekpunt geweest. Dataminimalisatie en beveiliging van persoonsgegevens zijn ingebouwd in de software. Bescherming van persoonsgegevens wordt ook geborgd in de aansluit- en gebruiksvoorwaarden. Waar nodig zal ook de omgeving waarin de software functioneert worden getoetst. Een en ander betekent bijvoorbeeld dat verouderde versies van de applicaties CoronaCheck en CoronaCheck Scanner niet gebruikt kunnen worden of dat deze applicaties niet gebruikt kunnen worden op verouderde besturingssystemen. In deze constellatie heeft het stellen van voorschriften in de Trm over de aansluiting van de uitvoerder van de test op CoronaCheck, over het gebruik van de applicaties CoronaCheck en CoronaCheck Scanner of over de beveiliging tegen verlies en onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens geen toegevoegde waarde.
Op grond van artikel 7:454, derde lid, BW en artikel 7:454, derde lid, BW BES bedraagt de bewaartermijn van medische dossiers 20 respectievelijk 10 jaar. Voor medische dossiers met uitsluitend een testuitslag wordt hierop een uitzondering gemaakt. Er zijn namelijk geen aanwijzingen dat het bewaren van een testuitslag van belang is voor de geneeskundige behandeling van de geteste persoon. Daarvoor zal hij zich immers wenden tot een zorgaanbieder en deze zal een diagnose stellen op basis van eigen, actueel onderzoek.
In geval van een negatieve testuitslag volstaat een bewaartermijn van vier weken. In de toezichts- en handhavingstoets stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een bewaartermijn van twee weken voor. Dit is volgens de IGJ voldoende voor het uitoefenen van toezicht en handhaving alsmede voor de mogelijkheid van de geteste persoon om een klacht in te dienen op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Naar het oordeel van het kabinet is deze termijn voor een cliënt echter mogelijk te kort om nog effectief een klacht in te kunnen dienen.
In geval van een positieve test wordt de bewaartermijn op één jaar gesteld. Het verschil met negatieve testuitslagen is niet alleen dat de geldigheidsduur voor de eventuele toepassing als coronatoegangsbewijs aanzienlijk langer is, namelijk ongeveer zes maanden. Een positieve testuitslag kan ook anderszins relevant zijn. Naar de huidige inzichten zou voor een adequate bescherming tegen het coronavirus slechts eenmalige toediening van een vaccin nodig zijn wanneer iemand minder dan een half jaar geleden geïnfecteerd was, waar anders het desbetreffende vaccin tweemaal toegediend zou moeten worden. Er wordt onderzocht of eenmalige toediening van een vaccin ook volstaat wanneer de infectie een jaar geleden heeft plaatsgevonden. Dat infectie heeft plaatsgevonden kan met een positieve testuitslag worden aangetoond. Daarom is het van belang een positieve testuitslag een jaar te bewaren.
Met deze regeling worden de algemene, nadere bepalingen over de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een testuitslag ook geïntroduceerd in de tijdelijke regelingen maatregelen covid-19 die van toepassing zijn in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (artikelen II, III en IV). De uitvoering van deze bepalingen kan daar afwijken van de beschrijving die in deze toelichting is gegeven voor het Europees deel van Nederland. Zo is in Caribische Nederland geen burgerservicenummer beschikbaar. Verder geldt daar niet de AVG, maar de Wet bescherming persoonsgegevens BES (Wpb-BES). Herhaald zij, dat hiermee de concrete inzet van coronatoegangsbewijzen ook voor Caribische Nederland nog niet is geregeld. Daarover vindt separaat besluitvorming plaats. Hoewel thans het voornemen bestaat om geen coronatoegangsbewijzen in te zetten in Sint Eustatius of Saba, zijn de algemene bepalingen vanuit het oogpunt van gelijke systematiek wel in de tijdelijke regelingen voor die openbare lichamen opgenomen.
De effecten van deze regeling zijn reeds beschreven in de memorie van toelichting op het voorstel van Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen. De algemene regels voor de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van negatieve testuitslagen waren reeds voorzien ten tijde van het opstellen van dat wetsvoorstel. Dat geldt ook voor de overeenkomsten die de minister van VWS sluit met de uitvoerders van de testen over de aansluiting op CoronaCheck.
In de memorie van toelichting is niet nader ingegaan op het plaatsen van de digitale handtekening op het coronatoegangsbewijs op basis van een door de minister van VWS afgegeven certificaat. Deze handtekening vervangt de digitale handtekening die de uitvoerder van de test heeft geplaatst op het testresultaat dat ten grondslag ligt aan een coronatoegangsbewijs. Dit heeft twee belangrijke voordelen. Ten eerste is door het verwijderen van de handtekening van de uitvoerder van de test niet meer met het testresultaat en het coronatoegangsbewijs te achterhalen waar de test is uitgevoerd. Dit verkleint de herleidbaarheid van het coronatoegangsbewijs tot een individu. Ten tweede hoeft de applicatie CoronaCheck Scanner niet continu geactualiseerd te worden om de digitale handtekeningen van de aangesloten uitvoerders van testen te herkennen. De minister van VWS heeft bij overeenkomst met één bepaalde ICT-dienstverlener de bevoegdheid gegeven op basis van een daarbij beschikbaar gesteld certificaat een digitale handtekening te plaatsen op de testresultaten van aangesloten uitvoerders van testen. Daarbij zijn strikte afspraken gemaakt over het gebruik van de handtekening.
Voorts was ten tijde van het opstellen van het wetsvoorstel nog niet volledig uitgewerkt op welke wijze een papieren coronatoegangsbewijs verkregen zou kunnen worden. Daarvoor is de volgende route gecreëerd. Met een toepassing die lokaal binnen de browser van de gebruiker functioneert, een Progressive Web Application (PWA) of Single Page Application (SPA), kan de geteste persoon zelf een papieren coronatoegangsbewijs afdrukken. Deze webapplicatie werkt op dezelfde wijze als CoronaCheck. Het enige verschil is het eindresultaat, namelijk een PDF-bestand of HTML-printpagina waarin de QR-code is opgenomen en die vanuit de browser afgedrukt kan worden. Dit, in plaats van een QR-code die op het beeldscherm van de mobiele telefoon verschijnt.
De eisen aan de testuitslag omvatten de minimaal benodigde gegevens om een testresultaat op te baseren ten behoeve van een coronatoegangsbewijs. Het testresultaat bestaat uit nog minder gegevens, waarbij zelfs niet altijd de volledige initialen van de geteste persoon worden gebruikt en het tijdstip van afname van de test is afgerond. Dit beperkt de herleidbaarheid van het coronatoegangsbewijs tot de geteste persoon. Het coronatoegangsbewijs is slechts korte tijd leesbaar met CoronaCheck Scanner en wordt direct daarna verwijderd van het toestel waarop deze applicatie is geïnstalleerd. Wanneer de geldigheid van het coronatoegangsbewijs is verstreken, wordt het van de mobiele telefoon verwijderd zodra de applicatie CoronaCheck wordt gestart.
Deze persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt met de applicaties en software die de minister van VWS daarvoor beschikbaar stelt. Dat is wettelijk verplicht voor CoronaCheck en CoronaCheck Scanner. Voor het gebruik van de andere software worden overeenkomsten gesloten. De applicaties en software zijn ontwikkeld met als uitgangspunt de bescherming van de privacy en volgens het principe "security by design". De beveiliging van persoonsgegevens is als het ware reeds ingebouwd, zodat nadere wettelijke voorschriften daarover overbodig zijn. Wel is met deze regeling geconcretiseerd welke persoonsgegevens verwerkt worden. De grondslag hiervoor ligt in artikel 58re, zesde lid, Wpg.
De ICT-dienstverlener voor de digitale handtekening is aan te merken als verwerker in de zin van artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ten behoeve de verwerkingsverantwoordelijke uitvoerder van de test waarop het coronatoegangsbewijs is gebaseerd. Over deze verwerking worden overeenkomsten gesloten om te waarborgen dat voldaan wordt aan de eisen van de AVG.
Er is een data protection impact assessment (hierna: DPIA) uitgevoerd op de verwerking van gegevens die nodig is voor de werking van beide CoronaCheck apps. In deze DPIA zijn geen hoge risico’s naar voren gekomen die niet kunnen worden afgedekt.
Deze DPIA wordt aangevuld met de verwerking van persoonsgegevens om een schriftelijk coronatoegangsbewijs te genereren en met de verantwoordelijkheidsverdeling van de nog aan te sluiten uitvoerders van testen en de minister van VWS. Het spreekt voor zich dat er niet wordt gestart met deze verwerking totdat de DPIA is afgerond en de daarbij eventueel gebleken risico’s zijn afgedekt.
De effecten van deze regeling op de regeldruk zijn reeds beschreven in de memorie van toelichting op het voorstel van Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen. De algemene regels die zijn opgenomen in deze regeling en de gevolgen hiervan voor de regeldruk waren reeds voorzien ten tijde van het opstellen van dat wetsvoorstel. Dat geldt ook voor de overeenkomsten die de minister van VWS sluit met de uitvoerders van de testen over de aansluiting op CoronaCheck. Bij de uitvoering van deze regeling wordt echter ook verwacht dat de uitvoeders van testen overeenkomsten zullen sluiten met de ICT-dienstverlener voor de digitale handtekening. Daardoor stijgt voor de uitvoerders van de testen de eenmalige regeldruk. Deze toename, ten opzichte van de al geschatte kosten zoals beschreven in de memorie van toelichting op het voorstel van Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen, bedraagt circa € 9.000 per uitvoerder. Dit bedrag is als volgt onderbouwd. Het beoordelen en in de bedrijfsvoering doorvoeren van de contracten kost per uitvoerder naar schatting ongeveer 6 dagen van een hoog opgeleide medewerker (€ 54) en 5 tot 10 dagen voor een hoog opgeleide ICT systeembeheerder (€ 80). Er wordt rekening gehouden met zo’n 50 uitvoerders van testen. Dat brengt de totale additionele regeldruk op ongeveer € 450.000. De contracten die de minister van VWS sluit met de ICT-dienstverlener leiden niet tot extra regeldruk, omdat dit overeenkomsten zijn waar een marktconforme vergoeding tegenover staat.
Diverse maatregelen zijn genomen om fraude tegen te gaan. Allereerst is ervoor gekozen om een beperkt aantal persoonsgegevens toe te voegen aan het coronatoegangsbewijs. Dit betreft de initialen, de geboortemaand en -dag. Deze gegevens controleert de persoon die toegang geeft tot de locatie tegen het identiteitsbewijs van de persoon die het coronatoegangsbewijs toont. Hiermee wordt het risico op fraude, namelijk dat het coronatoegangsbewijs door een ander persoon kan worden gebruikt dan de persoon die is getest, in zeer grote mate beperkt.
Daarnaast zijn er diverse andere technische maatregelen om fraude tegen te gaan. Voorbeelden hiervan zijn:
• Beperkte geldigheid van het coronatoegangsbewijs. Wanneer de geldigheid van het coronatoegangsbewijs is verstreken, wordt het van de mobiele telefoon verwijderd zodra de applicatie CoronaCheck wordt gestart.
• Tweetraps authenticatie om te verifiëren dat het de geteste persoon is die het testresultaat opvraagt.
• Cryptografische ondertekening van de testuitslag en het coronatoegangsbewijs met digitale handtekeningen.
Ook worden contractuele afspraken gemaakt met testaanbieders en andere contractspartijen om fraude tegen te gaan.
In aanvulling op de toezicht en handhaving zoals beschreven in de memorie van toelichting op het voorstel van Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen, wordt volledigheidshalve opgemerkt dat civielrechtelijke handhaving een belangrijke rol vervult. Ten behoeve van de inzet van coronatoegangsbewijzen worden meerdere overeenkomsten gesloten tussen de uitvoerders van de testen, de ICT-dienstverlener voor de digitale handtekening en de minister van VWS. De contractspartijen zullen over en weer erop moeten toezien dat de afspraken worden nagekomen. Zodra blijkt dat er tekortkomingen zijn, zal daar direct tegen opgetreden moeten worden om de tekortkoming te herstellen dan wel de uitvoering van de overeenkomst te staken. De overeenkomsten voorzien in dergelijke maatregelen.
Deze regeling is op 13 april 2021 voor advies voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), de Commissie Bescherming Persoonsgegevens BES (CBP-BES) en het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Voor deze advisering en consultatie is een reactietermijn van één week gehanteerd gezien de wenselijkheid om met spoed de mogelijkheid te creëren tot de inzet van coronatoegangsbewijzen.
Bij schrijven van 29 april 2021, kenmerk Z2021-08280, heeft de AP laten weten geen opmerkingen te hebben over het concept van de regeling.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het beperkte gevolgen voor de regeldruk heeft.
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel voor het creëren van de grondslag voor deze regeling zijn enkele amendementen aangenomen die hebben geleid tot wijzigingen van deze regeling ten opzichte van de versie die voor advies aan AP en ATR is voorgelegd. De meest in het oog springende wijzigingen zijn:
– de introductie van het begrip coronatoegangsbewijs;
– de bepaling dat alleen afgenomen testen tot een coronatoegangsbewijs kunnen leiden en dat de kosten daarvan niet vergoed worden (artikel 6.26);
– de vereenvoudiging van de inhoud van de QR-code (artikel 6.28): het bevat geen informatie meer over de test, maar alleen over de periode waarin een coronatoegangsbewijs geldig is;
– de specificatie van de geschikte testen in de algemene bepalingen in plaats van bij de regels waarmee het coronatoegangsbewijs daadwerkelijk wordt ingezet (artikel 6.29);
– de uitzonderingsbepaling voor personen die vanwege een beperking of een ziekte geen test kunnen ondergaan die nodig is om de voorgeschreven testuitslag te verkrijgen of als gevolg van een dergelijke test ernstig ontregeld raken (artikel 6.33);
– het toevoegen van deze algemene bepalingen voor de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een testuitslag in de tijdelijke regelingen maatregelen covid-19 voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Deze wijzigingen zijn niet dermate ingrijpend dat de regeling opnieuw voor advies zou dienen te worden voorgelegd aan AP en ATR.
Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie. Nogmaals wordt opgemerkt dat deze regeling alleen de algemene regels bevat voor de inzet van coronatoegangsbewijzen. Voor de maatregelen waarbij de inzet van coronatoegangsbewijzen concreet aan de orde is, wordt een afzonderlijke wijziging van de Trm vastgelegd.
De artikel I, II, III en IV van deze regeling zijn direct na inwerkingtreding uitgewerkt. De wijzigingen die daarmee aangebracht zijn in de desbetreffende tijdelijke regelingen maatregelen covid-19, vervallen op het moment dat die tijdelijke regelingen vervallen. Artikel V van deze regeling is een zelfstandige bepaling omtrent de bewaartermijn van medische dossiers. Deze bepaling blijft nog bestaan nadat bedoelde regelingen zijn vervallen. Daarna verdwijnt ook artikel V doordat die bepaling ingevolge artikel VI, tweede lid, vervalt op het moment dat de bewaartermijn is verstreken.
Aangezien de artikelen reeds in afzonderlijke paragrafen zijn verduidelijkt in het algemeen deel van deze toelichting, wordt daar kortheidshalve en ter vermijding van herhalingen naar verwezen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-28498.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen