Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag

Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,

gelet op artikel 37b van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand subsidie kan verstrekken ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand voor bijzondere doeleinden en projecten,

besluit:

de volgende subsidieregeling vast te stellen.

HOOFDSTUK I: ALGEMEEN

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a. advocaat:

de advocaat die op basis van artikel 7 van deze regeling is toegelaten tot deze subsidieregeling;

b. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

c. bezwaarschriftenadviescommissie:

de commissie als bedoeld in het Instellingsbesluit Bezwaarschriftenadviescommissie Compensatieregeling CAF11 en vergelijkbare (CAF-)zaken en hardheid van het toeslagenstelsel;

d. bestuur:

het bestuur van de raad, als bedoeld in artikel 3 van de Wrb;

e. Besluit Compensatieregeling:

Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF)-zaken van 28 augustus 2020, nr. 2020-157030 (Stcrt. 2020, 45904);

f. Commissie Werkelijke Schade:

Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade als bedoeld in het Instellingsbesluit Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade;

g. oudergesprek:

een inhoudelijk gesprek tussen de ouder en een medewerker van Belastingdienst/Toeslagen om de situatie van de ouder in beeld te brengen en de voor de toepassing van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag benodigde feiten te vergaren;

h. Raad:

de raad voor rechtsbijstand, als bedoeld in artikel 2 van de Wrb;

i. regeling:

Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag;

j. rechtsbijstand:

rechtskundige bijstand door een advocaat aan een rechtzoekende ter zake van aanspraak op de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen;

k. rechtzoekende:

de ouder als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang die aanspraak maakt op een tegemoetkoming of compensatie in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen en daarbij aanspraak maakt op de rechtsbijstand van een advocaat;

l. toevoeging:

de toevoeging ten behoeve van rechtsbijstand zoals bedoeld onder ‘j’ van dit artikel;

m. vergoeding:

de op grond van deze regeling vast te stellen subsidie;

n. vooraankondiging/voorlopige beslissing:

de mededeling aan de ouder van de voorlopige uitkomst van de integrale herbeoordeling op basis van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag;

o. Wrb:

Wet op de rechtsbijstand;

p. zienswijze:

reactie van de ouder op de vooraankondiging zoals bedoeld onder ‘n’ van dit artikel.

Artikel 2: Doel

Deze regeling heeft tot doel adequate en kosteloze gefinancierde rechtsbijstand te regelen aan de rechtzoekende bij een verzoek in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen.

HOOFDSTUK II: DE VERGOEDINGEN

Artikel 3: De vergoedingen

  • 1. Advocaten ontvangen overeenkomstig de bepalingen van deze regeling een vergoeding voor de verlening van rechtsbijstand aan de rechtzoekende bij een verzoek in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen vanaf het moment van het verzoek bij Belastingdienst/Toeslagen tot en met de beslissing op bezwaar.

  • 2. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid omvat:

    • a. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor het verrichten van rechtsbijstand aan de rechtzoekende;

    • b. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor kosten en tijdverlet in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand;

    • c. een vergoeding voor de administratieve kosten van € 30,-;

    • d. de omzetbelasting die is verschuldigd over de vergoedingen, bedoeld onder a, b en c van dit lid.

  • 3. Ten behoeve van de berekening van de vergoeding worden de krachtens deze regeling toegekende punten vermenigvuldigd met het basisbedrag, zoals genoemd in het eerste lid van artikel 3 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.

  • 4. Bij de toepassing van deze regeling wordt de financiële draagkracht van de rechtzoekende buiten beschouwing gelaten.

Artikel 4: Vergoedingen voor rechtsbijstandverlening

  • 1. Voor de rechtsbijstand aan de rechtzoekende zoals bedoeld in deze regeling wordt een vergoeding toegekend van:

    • a. 4 punten, voor rechtsbijstand bij het verzamelen en beoordelen van de voor het verzoek tot herstel benodigde stukken en het geven van advies tot aan het opstellen van de zienswijze op de voorlopige beslissing;

    • b. 2 punten voor de rechtsbijstand bij het opstellen van de zienswijze op de voorlopige beslissing;

    • c. 2 punten voor de rechtsbijstand bij het bezwaar tegen de uiteindelijke beschikking van Belastingdienst/Toeslagen op het verzoek tot herstel.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vermeerderd met 2 punten voor elk oudergesprek waarbij rechtsbijstand is verleend.

  • 3. Indien de rechtsbijstand van een advocaat voor het eerst wordt verleend in één van de fasen b en c zoals genoemd in het eerste lid worden ook de in het eerste lid genoemde punten van de voorliggende fasen toegekend.

  • 4. Voor de rechtsbijstand aan de rechtzoekende zoals bedoeld in deze regeling wordt een vergoeding toegekend van:

    • a. 2 punten indien de rechtsbijstand is verleend bij een verzoek tot vergoeding van hogere werkelijk geleden schade;

    • b. 2 punten voor de rechtsbijstand bij het bezwaar tegen de beschikking van Belastingdienst/Toeslagen op het verzoek zoals bedoeld in dit lid onder a;

    • c. 2 punten indien door de advocaat de hulp van een deskundige op het gebied van het schadevergoedingsrecht is ingeroepen.

  • 5. Indien de rechtsbijstand van een advocaat voor het eerst wordt verleend in één van de fasen a en b zoals genoemd in het vierde lid worden ook de in het eerste lid onder a genoemde punten toegekend.

  • 6. Indien de rechtsbijstand zoals bedoeld in deze regeling opvolgend is verleend door twee of meer advocaten die niet behoren tot hetzelfde samenwerkingsverband wordt het aantal toe te kennen punten eenmaal met twee verhoogd.

  • 7. In geval rechtsbijstand is verleend door opvolgende advocaten zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel, wordt de vergoeding betaald aan de advocaat die het laatst is toegevoegd. De advocaten verdelen het bedrag in onderling overleg naar verhouding van de verrichte werkzaamheden.

Artikel 5: Vergoeding voor reiskosten en reistijdverlet

  • 1. Voor de kosten in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand tijdens een oudergesprek, alsmede de zitting van de bezwaarschriftenadviescommissie, alsmede de zitting van de Commissie Werkelijke Schade, wordt een vergoeding van € 0,09 per kilometer toegekend.

  • 2. Voor het tijdverlet in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand zoals bedoeld in het eerste lid wordt een vergoeding toegekend van een half punt per volle gereisde 60 kilometer.

  • 3. Indien een reis zoals bedoeld in het eerste en tweede lid wordt afgelegd ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand aan meerdere rechtzoekenden op dezelfde locatie, wordt in verband met deze reis slechts eenmaal de vergoeding van reiskosten en reistijdverlet toegekend.

  • 4. De Raad bepaalt de reisafstand op gestandaardiseerde wijze.

Artikel 6: Kosteloze rechtsbijstand voor de rechtzoekende

  • 1. De rechtsbijstand is voor de rechtzoekende kosteloos; er wordt geen eigen bijdrage opgelegd.

  • 2. De advocaat kan de rechtzoekende geen kosten in rekening brengen.

  • 3. De aan de rechtzoekende toegekende compensatie of andere hersteltegemoetkoming kan nooit leiden tot intrekking van de toevoeging.

  • 4. Aan de rechtzoekende toegekende proceskosten in de bezwaarprocedure, zoals bedoeld in artikel 7:15 van de Awb, worden in mindering gebracht op de vergoeding.

  • 5. De rechtzoekende die voor de rechtsbijstand zoals bedoeld in deze regeling afdoende gebruik kan maken van een rechtsbijstandsverzekering, is uitgesloten van deze regeling.

HOOFDSTUK III: VOORWAARDEN

Artikel 7: Voorwaarden tot deelname voor advocaten

  • 1. De regeling is van toepassing op advocaten die voldoen aan de in de bijlage onder I genoemde deelnamecriteria.

  • 2. Advocaten kunnen een gemotiveerd verzoek tot deelname indienen bij de Raad.

HOOFDSTUK IV: AANVRAAG RECHTSBIJSTAND

Artikel 8: Aanvraag van de rechtsbijstand

  • 1. De aanvraag voor rechtsbijstand wordt door de rechtzoekende bij de Raad ingediend.

  • 2. De rechtzoekende dient hiervoor gebruik te maken van het door de Raad opgesteld formulier “Aanvraag rechtsbijstand herstel kinderopvangtoeslag”, waarbij de schriftelijke bevestiging van Belastingdienst/Toeslagen wordt gevoegd dat de rechtzoekende zich heeft aangemeld voor de herstelregelingen kinderopvangtoeslag.

  • 3. Op basis van de gegevens in het formulier zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel matcht de Raad een aan de regeling deelnemende advocaat door de rechtzoekende een keuze te geven uit door de Raad voorgestelde advocaten. De door de rechtzoekende gekozen advocaat wordt toegevoegd.

  • 4. Indien de rechtzoekende aangeeft dat hij een aan de regeling deelnemende voorkeursadvocaat wenst, voegt de Raad – in afwijking van het in lid 3 van dit artikel gestelde – die advocaat toe.

  • 5. Indien de rechtzoekende aangeeft dat hij op het moment van inwerkingtreding van deze regeling reeds rechtsbijstand van een advocaat heeft bij een verzoek in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag, voegt de Raad deze advocaat toe.

Artikel 9: Aanvraag van de vergoeding

Binnen 6 maanden na afronding van de werkzaamheden die in het kader van deze regeling worden vergoed, vraagt de toegevoegde advocaat de vergoeding aan via een door de Raad opgesteld standaardformulier “Aanvraag vergoeding rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag”. Bij dit formulier dient een door Belastingdienst/Toeslagen ondertekende bijlage te zijn gevoegd, waarin is aangegeven welke rechtsbijstand, zoals genoemd in artikel 4 van deze regeling, door de advocaat is verleend.

HOOFDSTUK V: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 10: Overgangsbepaling

Verzoeken in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag, die op het moment van inwerkingtreding van deze regeling nog in behandeling zijn en waarop nog geen beslissing op bezwaar door Belastingdienst/Toeslagen is genomen vallen onder deze regeling.

Artikel 11: Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag.

Artikel 12: Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt op 31 december 2024.

Utrecht, 23 februari 2021

Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, I.D. Nijboer Algemeen directeur/Bestuurder

BIJLAGE

Deelname- en matchingscriteria voor de advocaat

I. Deelnamecriteria

Voor deelname aan deze regeling gelden de volgende voorwaarden:

  • 1. De advocaat staat ingeschreven bij de Raad voor de specialisatie in sociaal zekerheidsrechtzaken, zoals genoemd in artikel 6m van de Inschrijvingsvoorwaarden Advocatuur 2021.

  • 2. Aan de advocaat zijn in de twee kalenderjaren voorafgaand aan het verzoek minimaal 20 toevoegingen op het terrein van bestuursrecht, sociaal zekerheidsrecht, sociale voorzieningen, belastingrecht en/of woonrecht afgegeven.

  • 3. Deelnemende advocaten mogen in de voorgaande vijf kalenderjaren van het verzoek:

    • a. niet tuchtrechtelijk veroordeeld zijn wegens een tekortkoming in de kwaliteit van dienstverlening, als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet;

    • b. geen maatregel zijn opgelegd in het kader van het Maatregelbeleid van de Raad.

  • 4. De advocaat verklaart bij zijn deelnameverzoek:

    • a. bereid te zijn om mee te werken aan een (tussentijdse) evaluatie van deze regeling door de Raad;

    • b. bereid te zijn om deel te nemen aan peer-review van een door de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) aangestelde reviewer;

    • c. bij aanvang van de werkzaamheden gebruik te maken van de standaard opdrachtbevestigingsbrief aan de ouder.

II. Matchingscriteria

Ten behoeve van een zo goed mogelijke matching met de rechtzoekende vermeldt de advocaat bij zijn deelnameverzoek:

  • a. in welke regio hij actief is;

  • b. met welke instanties binnen het sociale domein hij een samenwerkingsrelatie heeft;

  • c. als toelichting op zijn praktijkvoering:

    • het aantal advocaten dat actief is binnen het kantoor;

    • de rechtsgebieden die binnen het kantoor worden behandeld;

  • d. of- en met welk ander kantoor/partij er een samenwerkingsverband is;

  • e. of hij ervaring heeft in het geven van rechtsbijstand aan rechtzoekenden die te maken hebben met multi-problematiek.

TOELICHTING

I. Algemeen

Een ouder die gedupeerd is in de zogenoemde kinderopvangtoeslagaffaire kan zich melden bij Belastingdienst/Toeslagen voor herstel. In het proces rond de beoordeling van het herstelverzoek en de uiteindelijke beslissing over het herstel zijn de nodige waarborgen ingebouwd voor een adequate en passende afhandeling. De organisatie van de hersteloperatie is erop ingericht om de ouder zoveel mogelijk bij de hand te nemen. Met elke ouder wordt door een persoonlijke zaakbehandelaar contact opgenomen. Hij begeleidt de ouder in het proces. Daarnaast is de werkwijze van de herstelorganisatie uitdrukkelijk gericht op een ruimhartige beoordeling van de verzoeken tot herstel. Tevens kunnen onafhankelijke commissies worden betrokken bij de beoordeling van een verzoek om herstel (Commissie van Wijzen), bij een verzoek om aanvullende compensatie bij hogere werkelijke schade (Commissie Werkelijke Schade) en bij een bezwaar tegen een beslissing op een verzoek tot herstel (Bezwaarschriftenadviescommissie).

Mede gezien de ervaringen uit het verleden is het echter goed te begrijpen als een ouder zich tijdens het herstelproces wil laten bijstaan door een onafhankelijke juridische dienstverlener (een advocaat), die niet in dienst is van Belastingdienst/Toeslagen.

Dit kan meerwaarde hebben voor een soepel verloop van het herstelproces. Met deze regeling voor gefinancierde rechtsbijstand wil de Raad mogelijke financiële drempels die een ouder ervaart bij het inschakelen van een advocaat wegnemen, zodat elke ouder die dat wil een (sociale) advocaat kan inschakelen bij de afhandeling van zijn verzoek om herstel.

Gezien de bijzondere aard van de kinderopvangtoeslagaffaire en de door de commissie van Dam geconstateerde steken die de overheid hierbij heeft laten vallen, worden er aan de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand geen inkomens- en vermogenseisen gesteld en wordt de ouder geen eigen bijdrage of andere kosten in rekening gebracht.

De ouder kan zich melden bij de Raad. Hiervoor moet hij een formulier invullen, waarbij een medewerker van de Belastingdienst/Toeslagen hem kan helpen. Bij de aanvraag stuurt de ouder de bevestigingsbrief van de aanmelding bij de Belastingdienst/Toeslagen mee.

De Raad matcht vervolgens een aan de regeling deelnemende advocaat aan de ouder en voegt deze toe. In de regeling wordt ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat de ouder een (aan de regeling deelnemende) voorkeursadvocaat wenst, of een advocaat heeft die op het moment van inwerkingtreding van de regeling zijn zaak al behandelt.

De toegevoegde (sociale) advocaat ontvangt voor het bijstaan van de ouder een forfaitaire vergoeding van de Raad die aansluit bij de werkzaamheden in de verschillende fases van het herstelproces. De vergoeding wordt bepaald door het aantal toe te kennen punten voor de diverse werkzaamheden te vermenigvuldigen met het basisbedrag zoals genoemd in het eerste lid van artikel 3 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr).

Het gaat hierbij om de volgende werkzaamheden die voor forfaitaire vergoeding in aanmerking komen:

  • het verzamelen en beoordelen van de voor het verzoek tot herstel benodigde stukken en het – in de fase tot het opstellen van de zienswijze op de vooraankondiging – geven van advies aan de ouder (4 punten);

  • het voorbereiden op- en begeleiden van de ouder bij een (of meerdere) oudergesprek(ken) met Belastingdienst/Toeslagen (2 punten per inhoudelijk oudergesprek);

  • het opstellen van een inhoudelijke zienswijze op de voorlopige beslissing (vooraankondiging) (2 punten);

  • het maken van bezwaar tegen de beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen op het verzoek tot herstel (2 punten);

  • het doen van een verzoek tot vergoeding voor de hogere werkelijke schade (2 punten); eventueel aangevuld met een vergoeding voor een ingeschakelde schade-expert (2 punten);

  • Het maken van bezwaar tegen een beslissing op een verzoek tot aanvullende compensatie of tegemoetkoming voor hogere werkelijke schade (2 punten).

Daarnaast is een vergoeding mogelijk voor reiskosten naar een oudergesprek, een hoorzitting bij de Commissie Werkelijke Schade of de Bezwaarschriftenadviescommissie.

Vanwege de diverse waarborgen die in de hersteloperatie al zijn ingebouwd voor een zorgvuldige besluitvorming en de onafhankelijke toetsing die plaatsvindt in de bezwaarfase tegen een herstelbeschikking is de reikwijdte van deze regeling beperkt tot en met die bezwaarfase.

Deze regeling ziet niet op een bezwaar tegen een beschikking over al dan niet toekenning van het forfaitaire bedrag van € 30.000. De beoordeling hiervan wordt grotendeels door de herstelorganisatie verricht zonder dat de ouder – of een advocaat – hierbij betrokken is. Als een ouder van mening is dat hij recht heeft op een hogere vergoeding dan de forfaitaire € 30.000 of dat dit bedrag ten onrechte niet is toegekend, volgt steeds een integrale beoordeling. De rechtsbijstand ter zake van het advies hierover valt wel onder deze regeling.

Deze regeling ziet evenmin op beschikkingen van Belastingdienst/Toeslagen over de kwijtschelding van belasting- of toeslagschulden of op een eventueel vervolgtraject bij gemeenten of andere instanties in verband met afgeleide problemen van de ouder op het gebied van bijvoorbeeld schulden, huisvesting of werk. Voor die werkzaamheden geldt de reguliere wet- en regelgeving in het kader van de Wrb.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 zijn een aantal begrippen omschreven die in de regeling worden genoemd.

Artikel 2

In het algemeen gedeelte van deze toelichting is de omvang van de problematiek met betrekking tot de kinderopvangtoeslag toegelicht. Het doel van deze regeling is om adequate en kosteloze gefinancierde rechtsbijstand voor de gedupeerde ouder te regelen.

Artikel 3

In artikel 3 wordt in het algemeen omschreven op welke vergoedingen de advocaat aanspraak kan maken.

Het gaat om rechtsbijstand aan de ouder bij zijn verzoek om in aanmerking te komen voor compensatie/tegemoetkoming in het kader van de herstelregelingen.

Het betreft hier de rechtsbijstand die de ouder geniet vanaf het moment dat hij zich als gedupeerde heeft gemeld bij de Belastingdienst/Toeslagen tot en met het moment dat er een beslissing op bezwaar is ontvangen. Hieronder is begrepen het advies voor het instellen van beroep.

Er worden in deze regeling punten toegekend voor fasen waarin rechtsbijstand is verleend. Een punt staat gelijk aan het basisbedrag zoals dat is geregeld in het eerste lid van artikel 3 van het Bvr.

De vergoeding wordt vermeerderd met een bedrag van € 30,- voor administratieve kosten (uittreksels, porti, telefoonkosten e.d.).

Voorts wordt de omzetbelasting vergoed.

In lid 4 van dit artikel wordt beschreven dat er geen draagkrachttoets – zoals beschreven in artikel 34 van de Wrb – wordt uitgevoerd. Vanaf het moment van indiening van het verzoek om in aanmerking te komen voor een of meer herstelregelingen tot en met de beslissing op bezwaar tegen een beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen krijgt de ouder kosteloze rechtsbijstand.

Artikel 4

In dit artikel worden de fasen van het herstelproces beschreven, waarvoor de rechtsbijstand wordt vergoed.

De fase zoals genoemd in het eerste lid onder a omvat het gesprek met de ouder, het verzamelen van de benodigde stukken, het geven van een eerste advies over de toepasselijke regeling en het herstel waarop de ouder recht heeft en het uitleggen en bespreken van het geboden herstel in de vooraankondiging.

Voor het opstellen en indienen van een zienswijze en het bespreken van de beschikking wordt de vergoeding van het eerste lid onder b toegekend.

Indien een bezwaar wordt ingediend tegen een beschikking van Belastingdienst/Toeslagen op het verzoek tot herstel en/of een hoorzitting van de Bezwaarschriftenadviescommissie is bijgewoond, wordt de vergoeding van het eerste lid onder c toegekend.

In het tweede lid is geregeld dat indien de advocaat rechtsbijstand heeft verleend bij een oudergesprek met de persoonlijk zaakbehandelaar van Belastingdienst/Toeslagen voor elk gesprek een vergoeding van twee punten wordt toegekend.

Het kan zo zijn dat de hulp van een advocaat pas op een later moment in de procedure wordt ingeroepen. Bijvoorbeeld na de voorlopige beslissing (vooraankondiging) of pas in de bezwaarfase van een beschikking op het verzoek tot herstel.

Voor dat geval bepaalt het derde lid van dit artikel dat dan ook de vergoedingen van de voorliggende fasen, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, worden vergoed.

Voor de rechtsbijstand bij het verzoek tot aanvullende vergoeding wegens hogere werkelijke schade wordt de vergoeding van het vierde lid onder a toegekend.

Indien een bezwaar is ingediend tegen de beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen op dit verzoek tot vergoeding van de hogere werkelijk geleden schade, wordt de vergoeding van het vierde lid onder b toegekend.

In geval er sprake is van een complexe schadeberekening kan door de toegevoegde advocaat de hulp worden ingeroepen van een advocaat die is gespecialiseerd in het (overheids-) schadevergoedingsrecht. Daarvoor wordt de vergoeding van het vierde lid onder c toegekend aan de toegevoegde advocaat. De vergoeding wordt éénmaal toegekend. Kosten van andere deskundigen worden niet vergoed.

Dit neemt uiteraard niet weg dat de ouder de zelf gedragen kosten van inschakeling van derden die niet onder deze regeling vallen kan betrekken in de procedure bij de Commissie Werkelijke Schade.

Indien de hulp van een advocaat voor het eerst wordt ingeroepen in het kader van een verzoek vergoeding wegens hogere werkelijke geleden schade wordt ook de vergoeding van het eerste lid onder a toegekend. Dit is geregeld in het vijfde lid.

Het kan voorkomen dat een ouder niet tevreden is met zijn advocaat. De ouder kan dan de Raad verzoeken een opvolgende advocaat te matchen.

In het zesde lid van artikel vierde is geregeld dat indien een opvolgende advocaat in de zaak wordt toegevoegd, een vergoeding van twee punten wordt gegeven. Deze vergoeding wordt slechts eenmaal toegekend en wordt niet gegeven indien de zaak binnen een kantoor of samenwerkingsverband wordt overgedragen.

Het zevende lid van artikel 4 regelt dat de vergoeding wordt betaald aan de laatst toegevoegde advocaat. De advocaten dienen de vergoeding in onderling overleg en naar verhouding van de verrichte werkzaamheden te verdelen.

Artikel 5

De vergoeding voor reiskilometers is in dit artikel geregeld. Bij de hoogte van het bedrag is aangesloten bij de vergoeding van artikel 25 Bvr. De vergoeding geldt enkel voor de kilometers die zijn gemaakt voor de rechtsbijstand tijdens een oudergesprek, een hoorzitting van de bezwaarschriftenadviescommissie en een hoorzitting van de Commissie Werkelijke Schade.

Aan de hand van de gemaakte reiskilometers zoals bedoeld in het eerste lid, wordt de vergoeding voor het reistijdverlet bepaald. Deze systematiek komt overeen met die van artikel 24 lid 1 Bvr.

Indien ten behoeve van de rechtsbijstand aan meerdere rechtzoekenden maar een keer naar een locatie wordt gereisd vindt er geen cumulatie van reiskostenvergoedingen per toevoeging plaats. Dan kan slechts op één toevoeging de reiskostenvergoeding gedeclareerd worden. Dit is overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 24 lid 5 en 25 lid 5 van het Bvr.

Het aantal reiskilometers worden op gestandaardiseerde wijze bepaald. Dit is overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 24 lid 4 en 25 lid 4 van het Bvr.

Artikel 6

Voor de ouder is de rechtsbijstand in de herstelprocedure bij Belastingdienst/Toeslagen geheel kosteloos. Er wordt dus geen draagkrachttoets op inkomen en vermogen uitgevoerd (zie de toelichting bij het vierde lid van artikel 3) en er wordt geen eigen bijdrage opgelegd.

Evenmin kan de advocaat de ouder kosten in rekening brengen. Kosten van uittreksels e.d. worden geacht inbegrepen te zijn in de vergoeding voor administratieve kosten zoals genoemd in artikel 3, tweede lid onder c.

In het systeem van gefinancierde rechtsbijstand is in artikel 34g van de Wrb geregeld dat een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand of een bepaald resultaat van een procedure resulteert in een intrekking van de toevoeging (resultaatsbeoordeling). Dit zou kunnen betekenen dat een ouder die compensatie/tegemoetkoming heeft ontvangen de kosten van rechtsbijstand zelf zou moeten betalen.

Dit is niet de bedoeling van deze subsidieregeling. Het derde lid van dit artikel regelt daarom uitdrukkelijk dat er geen resultaatsbeoordeling wordt uitgevoerd.

Het vierde lid regelt dat een toegekende kostenveroordeling in de bezwaarprocedure wordt verrekend met de vergoeding. Dit is billijk nu de ouder immers al geheel kosteloze rechtsbijstand geniet.

Indien de ouder aanspraak kan maken op een rechtsbijstandsverzekering die de volledige kosten van rechtsbijstand in het kader van deze regeling dekt, kan hij geen gebruik maken van deze regeling. Dit is geregeld in het vijfde lid.

Artikel 7

Er is een bijlage bij deze regeling waarin de deelname- en matchingscriteria voor advocaten worden benoemd. Advocaten dienen een verzoek tot deelname aan de regeling te doen. Het formulier voor het verzoek tot deelname is te vinden op de site van de Raad (www.rechtsbijstand.nl). De advocaat vult dit in en zendt dit per e-mail (herstelregeling@rvr.org) of per post aan de Raad.

Artikel 8

Het aanvraagformulier voor toevoeging is te vinden op de site van de Raad (www.rechtsbijstand.nl). De ouder vult dit in en zendt dit met de bevestigingsbrief van de aanmelding bij de Belastingdienst/Toeslagen per e-mail (toeslag@rvr.org) of per post aan de Raad. De Raad heeft een aparte servicedesk ingericht voor de gedupeerde ouder. Het telefoonnummer daarvan is: 088-7871234.

Op basis van de verstrekte gegevens matcht de Raad een aantal bij de specifieke problematiek van de ouder passende advocaten. De ouder kan uit de voorgestelde advocaten een keuze maken. Dit is geregeld in het derde lid van dit artikel.

Het vierde lid regelt dat indien de ouder op het formulier aangeeft dat hij een specifieke advocaat wenst, de Raad – mits hij deelneemt aan deze regeling – deze advocaat toevoegt. Indien de gewenste advocaat niet aan de regeling deelneemt zal de Raad aan de ouder een matchingsvoorstel doen zoals beschreven in het derde lid van dit artikel.

In het vijfde lid van dit artikel is geregeld dat de ouder die zich op het moment van inwerkingtreding van deze regeling al heeft gemeld bij de Belastingdienst/Toeslagen en in die lopende procedure al een advocaat heeft die hem daarin bijstaat, de Raad deze advocaat toevoegt. De datum van inwerkingtreding van deze regeling en de datum van de opdrachtbevestiging van de advocaat is daarbij bepalend.

Artikel 9

De advocaat dient binnen een termijn van zes maanden na afronding van de werkzaamheden de aanvraag tot vergoeding van zijn werkzaamheden bij de Raad in te dienen. Hij vult daartoe het specifiek voor deze regeling geldende aanvraagformulier voor de vergoeding in. Bij dat formulier dient een bijlage te zijn gevoegd waarop de Belasting/Toeslagen heeft geverifieerd in welke fasen zoals genoemd in artikel 4 van deze regeling rechtsbijstand is verleend. Het aanvraagformulier met bijlage zendt de advocaat per e-mail (declaratieherstelregeling@rvr.org) of per post aan de Raad.

Er is gekozen voor een termijn van 6 maanden omdat de Raad de werkzaamheden in het kader van deze regeling met regelmaat wil monitoren en evalueren.

Artikel 10

Dit artikel regelt het overgangsrecht.

Ouders die op het moment van inwerkingtreding van deze regeling lopende rechtsbijstand genieten van een advocaat in de procedure bij de Belastingdienst/Toeslagen komen in aanmerking voor deze regeling.

Er kan een verzoek worden gedaan tot toevoeging van een advocaat op basis van deze regeling en een reeds op basis van regulier beleid afgegeven toevoeging kan worden gemuteerd.

Indien er op het moment van inwerkingtreding van deze regeling het verzoek al is afgerond of reeds een beslissing op bezwaar is genomen door de Belastingdienst/Toeslagen is er geen aanspraak op deze regeling.

Het is mogelijk dat er op het moment van inwerkingtreding van deze regeling een beslissing op bezwaar is genomen in de procedure terzake van de herstelregelingen, maar dat de procedure van het verzoek tot vergoeding van de werkelijk geleden schade nog loopt. Dan kan voor dat gedeelte van de procedure uiteraard wel aanspraak worden gemaakt op deze regeling.

Artikel 11

De citeertitel van deze regeling is Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag.

Artikel 12

De subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

In hoofdstuk 5 van de Algemene wet inkomensonafhankelijke regelingen en het Besluit Compensatieregeling wordt 31 december 2023 genoemd als einddatum voor het indienen van verzoeken tot herstel. De verwachting is dat de meeste verzoeken tot herstel op dat moment afgehandeld zijn. De Raad sluit bij deze datum aan door 31 december 2024 als einddatum te nemen voor het doen van aanvragen tot het vaststellen van een vergoeding zoals bedoeld in deze regeling.

BIJLAGE

I. Deelnamecriteria

Om de ouder te verzekeren van adequate rechtsbijstand worden in de bijlage een aantal voorwaarden gesteld aan de advocaat voor deelname aan de regeling. Deze voorwaarden zien op kwaliteitscriteria waaraan hij dient te voldoen. Hij dient aantoonbare kennis en ervaring te hebben op het gebied van het domein van het sociale voorzieningenrecht, het sociaal zekerheidsrecht en het bestuursrecht. Als objectieve norm wordt gesteld dat aan de advocaat in de twee voorgaande kalenderjaren van het verzoek tenminste 20 toevoegingen zijn afgegeven betreffende de zaakcodes B010, B011, B060, C010, C012, C020, C030, C031, D010, D020, D070, D071, F010, W010 en/of W013.

Deelnemende advocaten mogen in de voorgaande vijf kalenderjaren van het verzoek:

  • niet tuchtrechtelijk veroordeeld zijn wegens een tekortkoming in de kwaliteit van dienstverlening, als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet;

  • geen maatregel zijn opgelegd in het kader van het Maatregelbeleid van de Raad.

Er zullen tussentijdse evaluaties worden gehouden over de werking van de regeling en om de kwaliteit te waarborgen kan er via de NOvA een peer-review plaatsvinden. De advocaat dient bereid te zijn daaraan mee te werken.

II. Matchingscriteria

De Raad zal aan de hand van de aanvraag van de ouder een geschikte advocaat zoeken en deze aan hem matchen. De advocaat dient daarom bij zijn verzoek tot deelname aan te geven in welke regio hij actief is.

Hij geeft informatie over zijn kantoor, zoals het aantal advocaten en de rechtsgebieden die binnen het kantoor worden behandeld en of er een samenwerkingsverband is met andere kantoren.

Hij dient ook aan te geven of hij ervaring heeft met het signaleren en behandelen van multi-problematiek van een rechtzoekende.

Naar boven