Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Raden voor Rechtsbijstand (Cluster) | Staatscourant 2020, 61599 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Raden voor Rechtsbijstand (Cluster) | Staatscourant 2020, 61599 | Besluiten van algemene strekking |
Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, gelet op artikel 37b, van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de raad ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand subsidie kan verstrekken voor bijzondere doeleinden en projecten,
besluit:
de volgende subsidieregeling vast te stellen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
het kantoor van de patroon van de advocaat-stagiaire;
een advocaat in opleiding zoals bedoeld in artikel 9b van de Advocatenwet en artikel 1.1 van de Verordening op de advocatuur (Voda) en;
de opleiding, zoals bedoeld in afdeling 3.2. van de Voda en artikel 9c, van de Advocatenwet;
het bestuur van de raad, bedoeld in artikel 3 van de wet;
de arbeidsovereenkomst op basis waarvan de advocaat-stagiaire in dienst is bij het kantoor van de patroon;
de advocaat onder wiens begeleiding de advocaat-stagiaire de praktijk uitoefent, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening op de advocatuur (Voda) en artikel 9b van de Advocatenwet;
de uitoefening van de praktijk door een advocaat-stagiaire onder begeleiding van een patroon, zoals bedoeld in artikel 9b van de Advocatenwet en hoofdstuk 3 van de Voda;
de verklaring die aan de advocaat-stagiaire wordt verstrekt na het gunstig voltooien van de stage, zoals bedoeld in artikel 9b van de Advocatenwet;
de aanvrager aan wie subsidie is verleend op grond van deze regeling;
een aanvraag voor rechtsbijstand zoals bedoeld in artikel 1 van de wet;
het aantal toevoegingen, omgerekend naar toevoegingseenheden, zoals omschreven in artikel 5 onderdeel a van de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad;
de Wet op de rechtsbijstand.
Deze subsidieregeling heeft tot doel om de instroom van advocaat-stagiaires in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te stimuleren.
De Raad kan subsidie verlenen voor de kosten van de (vernieuwde) beroepsopleiding advocaten (vanaf 1 maart 2021) van een advocaat-stagiaire die tijdens zijn stage in belangrijke mate werkzaamheden verricht in de gesubsidieerde rechtsbijstand.
Het bestuur verleent subsidie indien aan de volgende criteria wordt voldaan:
a. een aanvraag ziet op subsidiering van de kosten (excl. BTW) van de beroepsopleiding van de advocaat-stagiaire, exclusief de kosten voor de basistest;
b. de advocaat-stagiaire is op basis van een arbeidsovereenkomst in loondienst bij de aanvrager;
c. naast de patroon is ook een andere advocaat betrokken bij de begeleiding van de advocaat-stagiaire, hetgeen blijkt uit de aanvraag;
d. aan de patroon en de andere advocaat die betrokken is bij de opleiding van de advocaat-stagiaire, zijn in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag van subsidie, minimaal 30 toevoegingseenheden per persoon afgegeven. Indien minder dan 30 eenheden zijn afgegeven zal de raad nagaan of door middel van de door de raad toegekende extra uren aan de eis kan worden voldaan. Daarbij tellen 6 toegekende extra uren mee voor één toevoegingseenheid.
1. De subsidie wordt digitaal aangevraagd op een door het bestuur voorgeschreven formulier, dat tevens is ondertekend door de advocaat zoals bedoeld in artikel 4 onder c van deze regeling.
2. De subsidie wordt tenminste acht weken voor aanvang van de beroepsopleiding aangevraagd.
3. Op het formulier wordt toegelicht dat aan de criteria in artikel 4 wordt voldaan en de overeenkomst, het bewijs van toelating tot de beroepsopleiding en eventuele andere bewijsstukken zijn bijgevoegd.
4. Het bestuur neemt binnen veertien dagen na ontvangst van het formulier een beslissing op de subsidie-aanvraag.
5. In afwijking van het derde lid kan de subsidie worden verleend onder de voorwaarde dat de overeenkomst en het bewijs van toelating tot de beroepsopleiding uiterlijk twee maanden na de verlening alsnog worden overgelegd.
6. Het bestuur kan een voorschot op de subsidie van 100% van het subsidiebedrag verstrekken. In de situatie als beschreven in het vijfde lid zal het voorschot niet eerder worden verstrekt dan dat de overeenkomst en het bewijs van toelating tot de beroepsopleiding zijn overgelegd.
7. De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. De datum en het tijdstip van ontvangst door de raad is leidend.
De subsidie kan, onverminderd de in artikel 4:35 Awb genoemde weigeringsgronden, worden geweigerd indien:
a. naar het oordeel van het bestuur niet wordt voldaan aan de criteria, zoals bedoeld in artikel 4 van deze regeling;
b. in geval de aanvrager een rechtspersoon is, wanneer deze bij rechterlijk vonnis is ontbonden.
1. De stage dient met gunstig gevolg te zijn voltooid, hetgeen blijkt uit de stageverklaring.
2. Aan de advocaat-stagiaire worden gedurende de stage minimaal 60 toevoegingseenheden afgegeven. Indien minder dan 60 eenheden zijn afgegeven zal de raad nagaan of middels door de raad toegekende extra uren aan de eis kan worden voldaan. Daarbij tellen 6 toegekende extra uren mee voor één toevoegingseenheid.
3. De subsidie-ontvanger stelt het bestuur onverwijld schriftelijk op de hoogte van feiten en ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de verplichtingen verbonden aan de subsidie niet kunnen worden verwezenlijkt.
4. De subsidie-ontvanger brengt het beëindigen en/of gedeeltelijk beëindigen en/of het wijzigen van de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend onverwijld schriftelijk ter kennis van het bestuur.
1. In overeenstemming met artikel 4:44 van de Awb dient de subsidieontvanger nadat de stage met gunstig gevolg is voltooid schriftelijk een aanvraag tot subsidievaststelling in.
2. De aanvraag volgt uiterlijk twee maanden na afronding van de stage, met overlegging van de stageverklaring.
Het subsidieplafond van deze subsidieregeling is vastgesteld op € 2.000.000.
1. Deze regeling is vastgesteld op 11 november 2020 en treedt in werking op 1 december 2020.
2. Deze subsidieregeling vervalt als het subsidieplafond is bereikt of vervalt op 1 december 2025.
3. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op aanvragen die zijn ingediend voordat de regeling is vervallen op grond van het tweede lid.
De Raad voor Rechtsbijstand heeft de wettelijke taak zorg te dragen voor de organisatie en de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand en mediation. Om dit te kunnen waarmaken is onder meer voldoende aanbod van kwalitatief hoogwaardige rechtsbijstand en mediation nodig. Een van de doelstellingen van de Raad is dan ook om de juiste kwantiteit en kwaliteit van sociaal advocaten en mediators te realiseren en te borgen.
Het aantal tweedelijns rechtsbijstandverleners dat actief is in het stelsel is momenteel voldoende om te voorzien in het volume van toevoegingen dat wordt verstrekt. Na jaren van stijging, is er sinds enkele jaren sprake van een lichte daling in het aanbod. Dit komt door een grotere uitstroom en een kleinere instroom. De gemiddelde leeftijd van de actieve advocaten stijgt. De stijging van de gemiddelde leeftijd levert op termijn mogelijk een risico op voor de continuïteit van de rechtsbijstandverlening door advocaten in het stelsel. Naast algemene maatregelen om het werken in het stelsel aantrekkelijker te maken, is het verstandig om specifieke maatregelen te treffen met als doel de deelname van nieuwe advocaten in het stelsel te stimuleren.
De afgelopen jaren is het aantal advocaat-stagiaires dat actief wordt in het stelsel gedaald. Dit geldt niet alleen in absolute zin; ook als percentage van het totaal aantal advocaat-stagiaires is het aantal in het stelsel actieve advocaat-stagiaires gedaald. Er zijn hiervoor meerdere verklaringen, maar als belangrijkste reden voor deze lagere activiteit wordt genoemd de relatie tussen de kosten voor de opleiding van een advocaat-stagiaire en de opbrengsten uit het stelsel. Kantoren die grote(re) aantallen zaken op toevoegbasis doen, geven regelmatig aan het salaris en/of de beroepsopleiding niet te kunnen financieren.
De Raad wil met deze regeling de deelname van nieuwe advocaten in het stelsel stimuleren door de financiële drempels voor het aanstellen en opleiden van advocaat-stagiaires in de sociale praktijk te verlagen. Kantoren die aan de criteria voldoen, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie ter hoogte van de volledige kosten van de vernieuwde Beroepsopleiding Advocatuur (per 1 maart 2021). Omdat werken in het stelsel een specialisme is waarvan de vaardigheid niet met een laag aantal werkzaamheden kan worden bereikt en om te voorkomen dat de subsidie ten goede komt aan stagiaires die overwegend betalende klanten bedienen, wordt van de advocaat-stagiaire een minimum aantal toevoegingen gedurende de stage vereist. Van de patroon en de andere advocaat die betrokken is bij de opleiding wordt ook activiteit in het stelsel gevraagd.
De regeling heeft tot doel om, door middel van het verlagen van financiële drempels, het actief worden van advocaat-stagiaires in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te stimuleren. Het doel is het aantal nieuwe advocaten dat op toevoegbasis cliënten bijstaat toe te laten nemen, wat gezien de gemiddelde leeftijd van advocaat-stagiaires de demografische opbouw en continuïteit zal verbeteren. Beoogd wordt, door de begeleiding door een in het stelsel actieve patroon als een stimulans te laten dienen, dat de advocaat-stagiaire ook na de stage in het stelsel actief zal blijven.
De subsidie wordt gereserveerd voor kantoren waar een of meerdere advocaten actief zijn binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. De subsidie moet worden gebruikt voor financiering van de beroepsopleiding van een advocaat-stagiaire, die eveneens actief wordt binnen het stelsel. Zowel aan de patroon als aan de advocaat-stagiaire worden criteria gesteld voor wat betreft de inzet die zij plegen in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Daarnaast zal een tweede advocaat, die een vergelijkbare inzet in het stelsel dient te hebben, bij de opleiding van de advocaat-stagiaire betrokken moeten zijn.
De reden hiervoor is dat het samenwerken met en leren van collega’s in de juridische praktijk bijdraagt aan de kwaliteit van het werk. Door elkaar te adviseren en met elkaar ervaringen te delen, zowel op de inhoud als op het handelen, wordt de kwaliteit van het werk verhoogd en de leerervaring verrijkt. Daarbij is reflectie op het eigen handelen belangrijk voor kwaliteitsverbetering. Dit geldt zeker voor advocaat-stagiaires, die het vak zowel in de opleiding als in de praktijk moeten leren. Leren gaat het best in een omgeving met collega’s en wanneer de patroon direct zicht heeft op de producten en de aanpak van de werkzaamheden.
Bij de lokale ordes van advocaten, die verantwoordelijk zijn voor de goedkeuring van de stage en de patroon, is het algemeen herkende beeld dat de advocaat-stagiaire gebaat is bij veelvuldig contact en inhoudelijke afstemming en begeleiding van een patroon, maar ook van collega’s. Het belang van een breed en gevarieerd aanbod aan collega’s of andere advocaten, wordt niet alleen gezien als verrijkend en waardevol, maar eigenlijk ook als noodzakelijk.
Om dezelfde reden wordt de figuur van stagiaire-ondernemer als minder gewenst gezien. Naast het gebrek aan directe collega’s en het mogelijke effect hiervan op de kwaliteit van de opleiding, speelt ook mee dat de stagiaire-ondernemer een grote financiële verantwoordelijkheid draagt. Terwijl deze nog in opleiding is en het vak moet leren, dient de praktijk ook te renderen. Mislukt de stage dan heeft de stagiaire-ondernemer een flinke schuld.
Resumerend is het leerproces beter wanneer de stagiaire in nauw contact staat met zijn patroon en andere collega’s. Daarnaast wordt het vak aantrekkelijker als een stagiaire de mogelijkheid heeft het in loondienst te leren. Om deze redenen is voor verkrijging van de subsidie een arbeidsovereenkomst vereist. De opleiding van een stagiaire die als ondernemer bij een bestaande praktijk aansluit (vennoot wordt) is dus ook niet subsidiabel.
Daarnaast wordt als voorwaarde voor subsidiering gesteld dat een tweede advocaat betrokken is bij de opleiding. Het ligt voor de hand dat deze advocaat een kantoorgenoot is van de patroon en stagiaire. Gelet op de vele kleine kantoren die actief zijn in het stelsel en het geringe aantal grotere kantoren buiten de Randstad, komt ook de situatie waarbij een advocaat van een ander kantoor betrokken wordt bij de opleiding van de stagiaire voor subsidie in aanmerking.
Voor de subsidiëring is een budget van € 2 miljoen beschikbaar. De hoogte van de kosten van de Beroepsopleiding Advocatuur wordt jaarlijks door de Algemene Raad van de Nederlandse orde van advocaten vastgesteld. In 2021 zijn de kosten € 11.434.
De BTW kan het kantoor verrekenen, zodat de BTW niet gesubsidieerd wordt. Dit bekent dat ten behoeve van ca. 175 stagiaires subsidie beschikbaar is.
De subsidieaanvraag kan vanaf het moment van publicatie van deze regeling worden aangevraagd. De aanvraag dient te worden ingediend uiterlijk 8 weken voordat de Beroepsopleiding voor de betrokken stagiaire start.
De aanvraag moet digitaal met behulp van een door de Raad beschikbaar gesteld formulier worden ingediend. Naast de ondertekening door de aanvrager is ook ondertekening vereist door de advocaat die, naast de patroon, betrokken is bij de opleiding. Hierdoor blijkt de instemming van deze andere advocaat met zijn betrokkenheid, hetgeen met name wenselijk is wanneer deze advocaat bij een ander kantoor dan de patroon en de stagiaire werkzaam is. Als bewijsstukken voor de loondienst en de inschrijving bij de beroepsopleiding worden de arbeidsovereenkomst en het bewijs van toelating tot de beroepsopleiding meegestuurd. Omdat het voor zal komen dat kantoren eerst zekerheid over de subsidie willen ontvangen alvorens zij overgaan tot het in dienst nemen of inschrijven voor de opleiding van een stagiaire, bestaat de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst en het bewijs van toelating tot uiterlijk 2 maanden na subsidieverlening in te dienen.
Aanvragen worden, mede met het oog op het subsidieplafond, op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen. De datum en het tijdstip van ontvangst van de aanvragen is vanwege de digitale indiening eenvoudig te bepalen.
Voor de behandeling van de aanvraag geldt een beslistermijn van 14 dagen. Na ontvangst van de aanvraag wordt in de eerste plaats beoordeeld of deze compleet is. Incomplete aanvragen worden niet in behandeling genomen. Als de aanvraag niet compleet is, dan wordt de aanvrager overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval wordt de beslistermijn opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken (artikel 4:15, eerste lid, van de Awb).
De patroon en de andere advocaat moeten in het jaar voordat de aanvraag is ingediend, beiden minimaal 30 toevoegingseenheden hebben verkregen. Aan deze voorwaarde van artikel 4, onder d, wordt getoetst met behulp van gegevens van de Raad zelf. Toevoegingseenheden zijn omschreven in artikel 1, onder k, waar wordt verwezen naar de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad. Omdat zogenaamde extra uren niet gelden als toevoegingseenheid, maar de inzet die hierop is gepleegd wel degelijk de activiteit in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand aantoont, worden deze bij toepassing van deze subsidieregeling meegeteld bij het bepalen van het aantal eenheden.
Wanneer het subsidieplafond is bereikt, zal de aanvraag worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor aanvragen die onvolledig en niet tijdig zijn aangevuld en voor aanvragen waaruit blijkt dat niet aan de criteria wordt voldaan.
Aanvragers kunnen een voorschot krijgen ter grootte van het volledige subsidiebedrag, waarmee zij de kosten van de beroepsopleiding kunnen betalen. Het voorschot wordt niet betaald voordat de arbeidsovereenkomst en het bewijs van toelating zijn ontvangen. Aanvragers die deze bewijsstukken op een later moment indienen, zullen het voorschot dan ook op een later moment ontvangen.
De aanvrager dient het bestuur van de Raad op de hoogte te stellen van feiten en ontwikkelingen die ervoor zorgen dat aan de criteria, verbonden aan de subsidieverlening, niet kan worden voldaan. Te denken valt aan langdurige ziekte, het uitdiensttreden van de stagiaire of het stoppen met de Beroepsopleiding. Hierna zal het bestuur gelet op afdeling 4.2.6. van de Awb de subsidieverlening kunnen wijzigen of intrekken.
Na afloop van de stageperiode van 3 jaren wordt de subsidie op aanvraag vastgesteld. Op dat moment wordt beoordeeld of de stage succesvol is afgerond, hetgeen ook betekent dat de beroepsopleiding daadwerkelijk is gevolgd. Het afronden van de stage dient te worden aangetoond door het overleggen van de stageverklaring. Ook wordt getoetst of de advocaat-stagiaire heeft voldaan aan de verplichting van minimaal 60 toevoegingseenheden gedurende de stage van 3 jaar. De Raad kan dit op basis van eigen gegevens beoordelen. Wanneer niet aan de verplichtingen van de subsidieverlening is voldaan, kan het bestuur van de Raad de subsidie overeenkomstig artikel 4:46 van de Awb lager vaststellen.
I. Nijboer bestuurder raad voor rechtsbijstand
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-61599.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.