Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 17 mei 2018 , nr. WJZ/18078539, tot wijziging van de Regeling natuurbescherming in verband met het herstel van twee omissies

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 3.2, eerste lid, onderdeel c, en 3.18, tweede lid, in samenhang met de artikelen 3.19, tweede lid, en 3.22, tweede lid, van het Besluit natuurbescherming en artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling natuurbescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Als het met goed gevolg hebben afgelegd van het jachtexamen, bedoeld in artikel 3.18, eerste lid, van het Besluit natuurbescherming, het examen voor het gebruik van jachtvogels, bedoeld in artikel 3.19, eerste lid, van het Besluit natuurbescherming, en het examen voor het gebruik van eendenkooien, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, van het Besluit natuurbescherming, wordt erkend het bezit in enig jaar in de periode van 1 januari 1977 tot 1 april 2002 van een geldige jachtakte als bedoeld in de Jachtwet of een geldige vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Vogelwet 1936 inzake haviken of slechtvalken.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h van bijlage 2 door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • i. Staat der Nederlanden, voor zover het betreft de militaire luchthavens, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit militaire luchthavens.

ARTIKEL II

In de bijlage bij de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen vervalt ‘preparateur van dieren’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 mei 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Onderhavige regeling herstelt twee omissies in de Regeling natuurbescherming en past de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen aan in verband met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming.

Voor het verkrijgen van een jachtakte of een valkeniersakte is op grond van de artikelen 3.28 en 3.30 van de Wet natuurbescherming vereist dat de aanvrager met goed gevolg een examen heeft afgelegd. Voor het gebruik van eendenkooien is geen akte vereist, maar de gebruiker van de eendenkooi moet wel met goed gevolg een examen hebben afgelegd. Op grond van artikel 115 van de toenmalige Flora- en faunawet werd het in enig jaar in de periode van 1 januari 1977 tot het in werking treden van die wet hebben gehad van een geldige akte voor het gebruik van het geweer, jachtvogels of de eendenkooi op grond van de Jachtwet en de Vogelwet beschouwd als voldoende bewijs dat de persoon in kwestie over de benodigde vaardigheden en kennis beschikt als die wordt getest in de voornoemde examens. Deze voorziening ontbrak per abuis in de Regeling natuurbescherming en deze omissie wordt met onderhavige regeling hersteld (artikel I, onderdeel A). Deze reparatie is met name relevant voor personen die wel kunnen aantonen in enig jaar een geldige akte te hebben gehad, maar niet kunnen aantonen dat zij daartoe een examen hebben behaald.

De Minister van Defensie beschikte op grond van de toenmalige Flora- en faunawet over een zogenoemd schriftelijk verlof van de toenmalige Minister van Economische Zaken in de zin van artikel 4, zesde lid, van het toenmalige Jachtbesluit, dat hem in staat stelde om defensiepersoneel toestemming te geven om buiten zijn gezelschap de jacht uit te oefenen op de militaire luchthavens Deelen, Eindhoven, Gilze-Rijen, De Kooy, Leeuwarden, De Peel, Volkel en Woensdrecht. Dit instrument van een schriftelijk verlof is geen onderdeel meer van de Wet natuurbescherming, omdat het overbodig werd geacht in het licht van het feit dat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de Regeling natuurbescherming rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties kan aanwijzen die anderen toestemming kunnen geven om buiten hun gezelschap de jacht uit te oefenen op hun terreinen. Per abuis is bij het opstellen van de Regeling natuurbescherming echter niet voorzien in een aanwijzing van de rechtspersoon Staat der Nederlanden voor zover het de voornoemde militaire luchthavens betreft. Deze omissie wordt met onderhavige wijzigingsregeling hersteld (artikel I, onderdeel B).

In vergelijking met de toenmalige Flora- en faunawet geldt onder de Wet natuurbescherming geen exameneis meer voor preparateurs. Het vak preparateur is daarmee geen gereglementeerd beroep meer in de zin van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. De aanwijzing van preparateurs van dieren in de bijlage bij de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen was nog niet geschrapt. Onderhavige regeling herstelt dit (artikel II).

Onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De regeling treedt in werking de dag na publicatie, in afwijking van het kabinetsbeleid inzake de Vaste Verandermomenten. Deze afwijking is gerechtvaardigd omdat deze regeling voorziet in het repareren van omissies die nadelig zijn voor de onderscheiden doelgroepen. Een latere inwerkingtreding zou daarom een ongewenst nadeel opleveren voor deze doelgroepen. Tot slot is voorzien in terugwerkende kracht tot en met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming, omdat het ongewenst is als de onderscheiden doelgroepen nadeel zouden ondervinden voor de periode waarin de hierboven beschreven omissies in de Regeling natuurbescherming hebben bestaan.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven