TOELICHTING
1. Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling basisregistratie personen (Regeling
BRP) op een aantal onderdelen, zowel in de tekst van de artikelen van de regeling
zelf als in de bijlagen. De meeste wijzigingen houden verband met de nieuwe versies
van het Logisch Ontwerp Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (LO GBA)
en het Logisch Ontwerp Registratie Niet Ingezetenen (LO RNI), die gevolgen hebben
voor de inhoud van de systeembeschrijving van de basisregistratie personen (BRP).
De systeembeschrijving bestaat uit de in bijlage 1 en 2 van de regeling aangewezen
onderdelen van de technische beschrijving (Logisch Ontwerp) van de voorzieningen waarmee
de BRP wordt gevormd en een beschrijving van de wijze waarop de aangewezen onderdelen
van het LO onder de werking van de Wet BRP worden toegepast. Een andere wijziging
heeft betrekking op bijlage 6 ‘bewaring van geschriften en andere bescheiden’. De
wijzigingen van de Regeling BRP worden hieronder nader toegelicht.
2. Wijzigingen Logisch Ontwerp GBA en Logisch Ontwerp RNI
De wijzigingen in het LO GBA en het LO RNI leiden tot nieuwe versienummers van het
LO GBA en het LO RNI, namelijk LO GBA versie 3.10 en LO RNI versie 2.12. Hiertoe is
de Regeling BRP aangepast (artikel I, onderdelen A, B, C en D). Ook leiden de wijzigingen
ertoe dat een nieuw onderdeel van het LO GBA wordt aangewezen als onderdeel van de
systeembeschrijving, namelijk ‘Bijlage A5 (Conversieprocedure buitenlands persoonsnummer)’
(artikel I, onderdeel C). Tot slot wordt geregeld dat de nieuwe logische ontwerpen
worden opgenomen in de bijlagen 4 en 5 bij de Regeling BRP (artikel I, onderdelen
E en F). Hierna worden de verschillende wijzigingen van het LO GBA en LO RNI per onderwerp
beschreven.
Buitenlands persoonsnummer verplaatsen naar nieuwe aparte rubriek en uitbreiden verificatievraag
op het reeds voorkomen van het buitenlands persoonsnummer
In het verleden is gebleken is dat het in sommige landen relatief eenvoudig is om
een wijziging in de geslachtsnaam door te voeren. Dit kon leiden tot een dubbelopname
in de BRP. Controle bij inschrijving vindt immers plaats op het reeds voorkomen van
de combinatie geslachtsnaam, geboortedatum, geslacht. Daarom is overgegaan tot het
registreren van het – niet eenvoudig wijzigbare – buitenlands persoonsnummer in de
BRP omdat deze registratie kan bijdragen aan het opsporen of zelfs voorkomen van dubbelopnamen.
Hiertoe is in het verleden de Regeling BRP gewijzigd. Het nummer wordt enkel gebruikt
in het kader van de bijhouding en mag niet worden verstrekt.1 Tot nu toe werd als tijdelijke uitwerking van deze regeling het buitenlands persoonsnummer
in technische zin als administratief gegeven vastgelegd in de bestaande rubriek 04.82.30
‘Beschrijving brondocument Nationaliteit’. In deze rubriek stonden echter ook andere
gegevens opgenomen, waardoor bij verstrekking van deze andere gegevens in dezelfde
rubriek het buitenlands persoonsnummer automatisch mee verstrekt werd, als geen selectie
plaatsvond. Met deze wijziging van het LO GBA en het LO RNI is de basis gelegd om
het buitenlands persoonsnummer als administratief gegeven structureel vast te leggen
in een nieuwe eigen rubriek, waarin geen andere gegevens zijn opgenomen, opdat geen
selectie plaats hoeft te vinden om verstrekking van het nummer te voorkomen. Nu het
buitenlands persoonsnummer in een nieuwe rubriek wordt vastgelegd, moeten de reeds
geregistreerde nummers ‘verplaatst’ worden van 04.82.30 naar de nieuwe rubriek. Ook
dit is geregeld met deze wijziging van het LO GBA en het LO RNI. Tot slot is samenhangende
met de registratie van het nummer, de verificatievraag in de Beheervoorziening BSN
uitgebreid opdat – voordat tot inschrijving wordt overgegaan – gecontroleerd kan worden
of het buitenlandse persoonsnummer reeds voorkomt bij een ingeschreven persoon.
Van BOCO-norm naar NEN-norm voor het afkorten van straatnamen
Voorafgaande aan deze wijziging werd bij het afkorten van straatnamen in het LO GBA
nog gebruik gemaakt van de BOCO-norm. De BOCO-norm betreft inkortingsregels volgens
de norm van de Bestuurlijke Overleg-Commissie Overheidsinformatisering. Nieuwe registraties
zoals de BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) maken echter gebruik van de
NEN-norm (de NEN 5825 norm). De NEN-norm volgt andere afkortingsregels dan de BOCO-norm.
Bij een (beperkt) aantal van de straatnamen langer dan 24 posities leidt de NEN-norm
tot een andere afgekorte straatnaam dan de BOCO-norm. Omdat nieuwe(re) registraties,
zoals de BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) en de BRP aansluiten bij de
NEN-norm, zijn met deze wijziging van het Logisch Ontwerp de betrokken straatnamen
omgezet volgens de NEN-norm. In het kader van gegevensuitwisseling tussen registraties
en de voorziene overgang van de oude GBA voorzieningen naar de nieuwe BRP voorzieningen
is het van belang dat wordt afgekort volgens de nu geldende NEN-norm. Gemeenten dienen
er bij het opnemen van straatnamen zorg voor te dragen dat de straatnamen op de juiste
wijze worden afgekort.
Van rechtswege vervallen reisdocumenten beter verwerken in het basisregister reisdocumenten
In het basisregister reisdocumenten worden Nederlandse reisdocumenten geregistreerd
die van rechtswege zijn vervallen en daarom niet meer in omloop mogen zijn. Een reisdocument
vervalt bijvoorbeeld van rechtswege als een melding van vermissing is gedaan, als
de houder is overleden of als de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum of
het geslacht van de houder zijn gewijzigd (zie voor overige gronden artikel 47 van
de Paspoortwet). De aanleiding van deze wijziging is gelegen in een aantal incidenten
met het ten onrechte vervallen verklaren van reisdocumenten in het basisregister reisdocumenten
door de wijze waarop het basisregister geautomatiseerd meldingen verwerkt van wijziging
in de persoonsgegevens in de BRP. Om deze incidenten te voorkomen, dienen gemeenten
vanaf de wijziging van het LO GBA reisdocumenten die vanwege de hierna opgesomde redenen
van rechtswege zijn vervallen, handmatig te registreren als van rechtswege vervallen.
Hiermee wordt voorkomen dat administratieve wijzigingen in persoonsgegevens zoals
het achteraf verwerken van een ingangsdatum of taalkundige correcties abusievelijk
leiden tot het verval van rechtswege van een nieuw verstrekt reisdocument. Het betreft
specifiek het van rechtswege verval van een reisdocument op grond van artikel 47,
eerste lid, onder a (vervallen Nederlandse nationaliteit), onder b (status vluchteling
gewijzigd of persoon is van een ander reisdocument voorzien), en onder e (wijziging
voornamen, geslachtsnaam, geboortedatum of geslacht) en – na wijziging van de Paspoortwet
ter zake – ook na wijziging van het BSN, aangezien bij deze gronden de problematiek
zich heeft voorgedaan. Hiervan gaat dan een melding naar het basisregister reisdocumenten.
Een aparte mailbox voor de Terugmeldvoorziening
In het geval een afnemer (bestuursorgaan) van de gegevens uit de BRP twijfel heeft
aan de juistheid van een authentiek gegeven dat verstrekt is uit de BRP aan hem, dan
moet hij dat in principe terugmelden aan de bijhoudingsgemeente op grond van artikel
2.34 van de Wet BRP. De Terugmeldvoorziening (TMV) zorgt geautomatiseerd dat de terugmelding
de juiste gemeente bereikt, dat er een terugmelddossier wordt aangemaakt, en dat de
melder het dossier kan raadplegen, opdat de melder weet wat de gemeente doet met zijn
terugmelding. De TMV is technisch gekoppeld aan de GBA-V (GBA-Verstrekkingen) en wordt
op dit moment vernieuwd. Daarbij is het wenselijk om de huidige TMV los te koppelen
van de GBA-V om de TMV te kunnen vernieuwen zonder dat GBA-V mee hoeft te lopen in
die vernieuwing. Voorafgaande aan deze wijziging deelden GBA-V en TMV echter dezelfde
mailbox. Met deze wijziging van het LO GBA is een aparte mailbox voor de TMV geregeld
en kunnen de leveranciers bij de systeembouw van de gemeentelijke systemen rekening
houden met het feit dat de TMV een eigen mailbox gaat gebruiken.
Vervanging certificaten en hogere eisen aan beveiliging
Voorafgaande aan deze wijziging waren de beveiligingscertificaten van afnemers voor
het ontvangen van gegevens uit de BRP (via hun mailbox) geldig tot 21 maart 2017 en
stonden zij specifiek omschreven in het LO GBA. Om de beveiliging verder te verbeteren,
wordt nu bepaald welk niveau van beveiliging de nieuwe certificaten na maart 2017
moeten hebben, waarbij een overstap naar PKI Overheidscertificaten tot de mogelijkheden
behoort. Op grond van de bestaande regelgeving is het niet vereist het niveau van
de certificaten in het LO GBA vast te leggen. In verband met de regelmatige opwaardering
van certificaten kan dit beter in de aansluitdocumentatie worden ondergebracht, aangezien
deze documentatie gemakkelijk aan te passen is. Aansluitdocumentatie betreft technische
documentatie voor de aansluiting van het BRP-systeem van de gemeente, afnemer of aangewezen
bestuursorgaan op de centrale voorzieningen van de BRP. Met deze LO-wijziging zijn
daarom de teksten die nu in het LO GBA staan over de certificaten er uit gehaald.
Hierdoor wordt voorkomen dat telkens een LO-wijziging moet worden doorgevoerd, als
de certificaten worden vervangen en kan sneller gereageerd worden op geconstateerde
beveiligingsrisico’s. De nieuwe eisen die in 2017 aan de certificaten zullen worden
gesteld, worden te zijner tijd opgenomen in de aansluitdocumentatie en via de website
van RvIG gepubliceerd.
Meer mogelijkheden voor verbetering gegevenskwaliteit
Ter verbetering van de kwaliteit van de gegevens die zijn opgenomen in de BRP zijn
nog een tweetal wijzigingen doorgevoerd in het LO GBA:
-
– Een wijziging met betrekking tot een verdere automatisering van het synchroniseren
tussen de gemeentelijke GBA en de GBA-V die leidt tot een verbetering van de inhoudelijke
overeenkomst tussen de beide systemen, waaruit gegevens verstrekt worden aan afnemers;
-
– Het mogelijk maken dat gemeenten op elk moment aan het ministerie van BZK kunnen vragen
een controle uit te voeren naar een herstelde bevinding op een persoonslijst. De controle
wordt uitgevoerd met behulp van de bestandscontrolemodule die door het ministerie
van BZK wordt beheerd.
(Teletex)tekens die binnen de BRP mogen worden gebruikt
De Teletex-tekens worden gebruikt om in het geautomatiseerde berichtenverkeer via
de mailbox lettercombinaties en diakrieten steeds op dezelfde manier door te geven.
Bij het gebruik van webservices2 wordt in plaats van Teletex de standaard UTF-8 gebruikt. Met deze toevoeging aan
het LO GBA is voor ieder Teletex-teken een eenduidige verwijzing naar het corresponderende
UTF-8-teken gelegd.
Uitbreiding van de syntax van de voorwaarderegel
Dit betreft een drietal wijzigingen van het LO GBA die tot gevolg hebben dat:
-
– de voorwaarden in de autorisatietabelregels zijn uitgebreid om voor de bestandscontrolemodule
van het zelfevaluatie-instrument nauwkeurigere selecties uit te kunnen voeren op de
gegevens in GBA-V;
-
– selecties kunnen worden uitgevoerd op basis van een lijst van administratienummers
of burgerservicenummers. Enkel in de periode waarin GBA-V de basis is voor systematische
gegevensverstrekking kan dit mechanisme ook worden gebruikt voor het verwijderen van
afnemersindicaties; dit gebruik zal niet meer mogelijk zijn ten tijde van de nieuwe
BRP-voorzieningen. De nieuwe BRP voorzieningen zullen hiervoor een specifieke dienst
(of functionaliteit) gebruiken. Met de afnemersindicaties wordt bepaald aan welke
afnemers welke spontane verstrekkingen moeten worden gedaan;
-
– het voor bestuursorganen en derden bekend is welke standaard tellingen vanuit GBA-V
mogelijk zijn.
3. Wijziging bijlage 6 ‘bewaring van geschriften en andere bescheiden’
De wijziging van bijlage 6 (Bewaring van geschriften en andere bescheiden) waarmee
de categorie bescheiden betreffende het bezit van een buitenlands reisdocument is
komen te vervallen (art. I, onderdeel G) is een gevolg van het feit dat in de BRP
niet langer gegevens betreffende het bezit van een buitenlands reisdocument worden
opgenomen, zoals wel het geval was onder de Wet GBA. De noodzaak voor een regeling
met betrekking tot het bewaren van bescheiden betreffende het bezit van een buitenlands
reisdocument is daarmee komen te vervallen.
4. Consultatie
De regeling is op grond van artikel 1.15 van de Wet BRP ter consultatie voorgelegd
aan het gebruikersoverleg, waarin representatieve vertegenwoordigingen van de gemeenten,
van de aangewezen bestuursorganen, bedoeld in artikel 2.65 van de Wet BRP en de overheidsorganen
en derden aan wie op grond van de artikelen 3.2, 3.3 of 3.13 van de Wet BRP gegevens
uit de basisregistratie worden verstrekt zitting hebben. De regeling heeft geen aanleiding
gegeven tot het maken van nadere op- of aanmerkingen.
5. Terinzagelegging
Het LO GBA, versie 3.10, en LO RNI, versie 2.12, zijn door hun omvang en opmaak niet
geschikt om in de Staatscourant te plaatsen. De bijlagen worden ter inzage gelegd
bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties aan de Turfmarkt 147, 2511 DP, te Den Haag. De aanpassingen
van het LO GBA en LO RNI zijn ook terug te vinden in de gewijzigde versie, die via
www.rvig.nl beschikbaar wordt gesteld, waarbij de wijzigingen zichtbaar zijn opgenomen in de
doorlopende tekst. Daarmee is de kenbaarheid van de documenten voor de direct bij
de regeling betrokken personen voldoende verzekerd.
6. Inwerkingtreding
In artikel II is bepaald dat de regeling inwerking treedt met ingang van 8 oktober
2016. Deze datum van inwerkingtreding wijkt in beperkte mate af van het vaste verandermoment
van 1 oktober omdat dit de vroegst mogelijke datum betreft waarop alle betrokken partijen
technisch in staat zijn om de wijziging door te voeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk