Protocol voor contacten tussen achterblijvers van vermiste personen en de Belastingdienst (Protocol Belastingdienst vermiste personen)

Protocol vermiste personen, nr. BLKB/2016/899M

Slachtofferhulp Nederland en de Belastingdienst, hierna gezamenlijk: de partijen,

Overwegende dat,

  • a) Slachtofferhulp Nederland als eerste aanspreekpunt en vraagbaak geldt voor achterblijvers van vermiste personen;

  • b) de Belastingdienst er groot belang aan hecht dat de achterblijver door de Belastingdienst correct wordt bejegend;

  • c) dat medewerkers van de Belastingdienst niet dagelijks worden geconfronteerd met vermissingen en een protocol eraan kan bijdragen dat zij weten hoe zij in een geval van vermissing moeten handelen;

  • d) dit protocol erin voorziet dat de achterblijver door Slachtofferhulp Nederland of door een medewerker van de Belastingdienst [desgewenst] kan, respectievelijk: zal, worden verwezen naar een organisatieonderdeel van de Belastingdienst waar expertise is over hoe te handelen in geval van een vermissing;

  • e) de Belastingdienst daartoe een centraal contactpunt heeft ingesteld, namelijk het Coördinatiepunt Vermissing van Belastingdienst/Belastingen te Den Haag;

  • f) dit Coördinatiepunt Vermissing als contactpunt voor de gehele Belastingdienst zal fungeren, dus inclusief Belastingdienst/Douane en Belastingdienst/Toeslagen;

  • g) binnen dit Coördinatiepunt Vermissing de expertise zal worden opgebouwd over hoe te handelen in geval van een vermissing;

  • h) het van groot belang is dat medewerkers van de Belastingdienst herkennen dat sprake is van een achterblijver. Medewerkers zullen over dit protocol worden geïnformeerd via de interne media van de Belastingdienst;

  • i) bij de uitvoering van dit protocol door de Belastingdienst zal worden gehandeld met inachtneming van de wettelijke kaders, waaronder ook de geheimhoudingsplicht.

De partijen zijn het volgende overeengekomen.

1. Aanleiding protocol

Achterblijvers van langdurig vermiste personen ondervinden, naast de emotionele impact, met regelmaat grote problemen op financieel, juridisch en praktisch gebied. Een vermist persoon heeft immers de status levend bij wet.

Achterblijvers kunnen de kantonrechter weliswaar vragen om een bewindvoerder aan te wijzen, maar veel instanties en bedrijven hanteren voor vermiste personen dezelfde regels als voor niet-vermiste personen. Dit resulteert er in dat dat achterblijvers en/of bewindvoerder veel zaken in de praktijk niet kunnen regelen.

Slachtofferhulp Nederland heeft als belangenbehartiger voor achterblijvers diverse instanties en bedrijven verzocht om een intern protocol te ontwikkelen over de wijze waarop zij met vraagstukken van achterblijvers omgaan. Uit de praktijk van Slachtofferhulp Nederland blijkt dat het wenselijk is dat medewerkers van instanties en bedrijven achterblijvers herkennen als een doelgroep waar maatwerk voor nodig is en dat de achterblijvers bekend zijn met de voorzieningen die de organisatie daarvoor heeft.

De Staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer in antwoord op vragen toegezegd dat de Belastingdienst in overleg met Slachtofferhulp Nederland een protocol zal ontwikkelen voor wat betreft de te onderhouden contacten met achterblijvers van vermisten.1

2. Doel protocol

Doel van het protocol is het garanderen van een efficiënte en correcte bejegening van achterblijvers van vermiste personen door medewerkers van de Belastingdienst. Het protocol beoogt een hulpmiddel te zijn voor medewerkers voor de wijze waarop zij met achterblijvers omgaan. Door het protocol intern te communiceren, weten zij achterblijvers te herkennen en bij probleemsituaties te verwijzen naar het daarvoor aangewezen bedrijfsonderdeel.

3. Definitie achterblijver en vermiste persoon

Er is voor gekozen om voor een achterblijver dezelfde definitie te hanteren als de politie en Slachtofferhulp Nederland.

Van een vermiste persoon is sprake als:

  • i. hij/zij tegen redelijke verwachting in, afwezig is uit zijn/haar gebruikelijke en/of veilig geachte omgeving;

  • ii. de verblijfplaats van hem/haar onbekend is; en

  • iii. het in zijn/haar belang is dat de verblijfplaats wordt vastgesteld.

NB: een meerderjarig persoon heeft het recht te vertrekken zonder achterlating van verblijfsgegevens. De politie doet in deze situatie niet aan opsporing.

Soms raken mensen opzettelijk ‘vermist’ omdat zij een bestaande situatie achter zich willen laten. Het is moeilijk om onderscheid te kunnen maken tussen zo’n opzettelijke en een niet opzettelijke vermissing. Voor achterblijvers is er echter geen verschil; zij worden in beide situaties belast met de afhandeling van de problemen die er ontstaan. Vandaar dat bij de toepassing van dit protocol geen verschil wordt gemaakt tussen een opzettelijke of niet opzettelijke vermissing.

4. Context en uitgangspunten

Wettelijk kader

Voor de Belastingdienst geldt als kader een onverkorte toepassing van de fiscale wet- en regelgeving; er kan niet van de wet worden afgeweken.

Binnen het kader van wet- en regelgeving kunnen wel bepaalde maatwerkafspraken met de achterblijver(s) worden gemaakt om bijvoorbeeld lopende activiteiten tijdelijk te blokkeren of achterwege te laten. Dit zowel wat betreft de aanslagregeling als bepaalde controle- en invorderingshandelingen.

5. Procedure Belastingdienst

  • a) Te woord staan en goed verwijzen (alle medewerkers Belastingdienst)

    • Indien een achterblijver zich – al dan niet via Slachtofferhulp Nederland – meldt bij de Belastingdienst en er doen zich problemen voor door de vermissing, verwijst de medewerker de achterblijver door naar het Coördinatiepunt Vermissing in Den Haag.

    • De individuele medewerker van de Belastingdienst doet geen eigen onderzoek naar de aard van de vermissing en of daadwerkelijk sprake is van een vermiste persoon c.q. van een achterblijver in de zin van dit protocol.

    • Het Coördinatiepunt Vermissing te Den Haag is intern bereikbaar via Vermissing_Postbus.

  • b) In behandeling nemen (het Coördinatiepunt Vermissing)

    • Slachtofferhulp Nederland kan contact opnemen met [het Coördinatiepunt Vermissing Den Haag van] de Belastingdienst als achterblijvers problemen mochten ondervinden bij het maken van maatwerkafspraken.

    • Na de verwijzing naar het Coördinatiepunt Vermissing neemt een medewerker uit dit team contact op met de achterblijver(s). Er wordt gestreefd naar een vaste contactpersoon [vast aanspreekpunt] vanuit de Belastingdienst, zodat het contact zo soepel mogelijk verloopt en de achterblijver de Belastingdienst kan informeren over de specifieke problematiek van de vermiste persoon.

    • De fiscale behandeling blijft verder zoveel mogelijk volgens de normale werkwijze plaatsvinden conform de wet- en regelgeving, met inachtneming van de met de achterblijver en het Coördinatiepunt Vermissing van de Belastingdienst gemaakte maatwerkafspraken.

    • De leidinggevende van het Coördinatiepunt Vermissing heeft een korte lijn met beleidsmedewerkers van Slachtofferhulp Nederland en met het Landelijk bureau vermiste personen om te kunnen verifiëren of iemand vermist is, hoe er het beste gehandeld kan worden en of een medewerker van Slachtofferhulp al betrokken is om de achterblijver(s) te ondersteunen.

    • Het Coördinatiepunt Vermissing kan zonodig om een verklaring van de politie vragen, alvorens het maatwerkafspraken met een achterblijver maakt.

  • c) Maatwerk formuleren (het Coördinatiepunt Vermissing)

    Het Coördinatiepunt Vermissing kan – in nauwe samenwerking met andere dienstonderdelen – binnen de kaders van wet- en regelgeving maatwerkafspraken met de achterblijver maken of bevorderen dat maatwerkafspraken tot stand komen.

  • d) Besluitvorming (het Coördinatiepunt Vermissing en de leidinggevende)

    De maatwerkafspraken moeten worden vastgelegd, geaccordeerd door de juiste beslissingsbevoegde en daarna uitgevoerd. Gegeven de situatie waarin de achterblijver zich bevindt, moet dat voortvarend gebeuren. Het Coördinatiepunt Vermissing ziet daarop toe.

  • e) (Periodieke) evaluatie (het Coördinatiepunt Vermissing)

    Op basis van de gemaakte afspraken heeft de door het Coördinatiepunt Vermissing aangewezen contactpersoon periodiek contact met de achterblijver.

6. Evaluatie protocol (de partijen)

Op verzoek van een van beide partijen wordt de toepassing en werking van dit protocol geëvalueerd.

7. Citeertitel

  • 1. Dit protocol wordt aangehaald als: Protocol voor contacten tussen achterblijvers van vermiste personen en de Belastingdienst.

  • 2. De citeertitel wordt afgekort tot: Protocol Belastingdienst vermiste personen.

8. Inwerkingtreding

Dit protocol treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 2016.

Dit protocol wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Den Haag, 9 augustus 2016

Namens Slachtofferhulp Nederland: V. Jammers Lid Raad van Bestuur van Slachtofferhulp Nederland

Namens de Belastingdienst: J.A.J. Leijtens Directeur-Generaal Belastingdienst


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1176.

Naar boven