Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 mei 2016, kenmerk 967200-150306-MC, houdende vaststelling van beleidsregels en subsidieplafond inzake het subsidiëren van transparantie over de kwaliteit van zorg (Besluit vaststelling beleidskader subsidiëring transparantie over de kwaliteit van zorg)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Besluit:

Artikel 1. Vaststellen beleidskader

De beleidsregels inzake de verstrekking van subsidies voor de stimulering van de transparantie over de kwaliteit van zorg worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2. Subsidieplafond

Voor de subsidieverlening op grond van dit besluit is voor 2016 een bedrag van € 5 miljoen beschikbaar.

Artikel 3. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling beleidskader subsidiëring transparantie over de kwaliteit van zorg.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

BIJLAGE

Deze bijlage hoort bij het Besluit vaststelling beleidskader subsidiëring transparantie over de kwaliteit van zorg

I. Inleiding en doel

In de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van 2 maart 2015 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 32 620, nr. 149) zijn beleidsdoelstellingen op het terrein van transparantie over de kwaliteit van de zorg uiteengezet. Deze beogen de transparantie op het terrein van de kwaliteit van zorg te bevorderen, te verbeteren dan wel het bestaande aanbod op dit gebied te versterken, zodat de patiënt de benodigde informatie heeft en zelf kan meebeslissen over de best passende behandeling. Om het belang van het bevorderen van transparantie te onderstrepen, is 2015 betiteld als het Jaar van de Transparantie. Om de beleidsdoelstellingen te realiseren, zijn door de Minister van VWS extra middelen beschikbaar gesteld waardoor het mogelijk is om met een specifieke subsidie een impuls te geven aan de beoogde transparantie. De doelstelling is om een onomkeerbare beweging op dit onderwerp in gang te zetten met breed gedragen activiteiten waardoor de informatievoorziening over de zorg1 en het zorgaanbod en over de kwaliteit daarvan op toegankelijke wijze beschikbaar komt.

Subsidiëring op het terrein van VWS geschiedt op basis van de Kaderwet VWS subsidies. De subsidies worden verstrekt met inachtneming van de voorschriften van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Daarin zijn de verplichtingen die over en weer tussen subsidieontvanger en subsidiegever gelden, neergelegd.

In artikel 1.2 van de Kaderregeling staat dat subsidies worden verstrekt die passen binnen het beleid, genoemd in artikel 2 van de Kaderwet VWS-subsidies. Overeenkomstig artikel 1.3 kunnen die activiteiten en de voorwaarden waaronder subsidie kan worden verstrekt in een ministeriële regeling of in een beleidsregel nader worden bepaald.

Onderhavige beleidsregels vormen het kader voor de subsidieverstrekking ten behoeve van activiteiten die de transparantie op het terrein van zorg, het zorgaanbod en de kwaliteit daarvan bevorderen of verbeteren. Op de verstrekking van de subsidies zijn dus zowel de Kaderregeling als deze beleidsregels van toepassing.

Het terrein van de zorg is veelomvattend. Daarom worden in principe jaarlijks prioriteiten benoemd waarvoor subsidies verstrekt kunnen worden. In deze beleidsregels wordt eerst het algemene kader dat voor de totale subsidieperiode, te weten de jaren 2016 tot 2020, geldt, uiteengezet. Daarna volgt specifiek het beleid voor 2016.

II. Rol Kwaliteitsinstituut

Het Kwaliteitsinstituut als onderdeel van Zorginstituut Nederland heeft met betrekking tot transparantie over de kwaliteit van zorg een belangrijke rol. De taken van het Kwaliteitsinstituut zijn beschreven in de artikelen 66a tot en met 66e van de Zorgverzekeringswet. Deze betreffen het bijhouden van een openbaar register waarin kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten worden opgenomen die voldoen aan de criteria van een door het Kwaliteitsinstituut opgestelde toetsingskader, het opstellen van een meerjaren agenda en het zorg dragen voor het verzamelen, samenvoegen en beschikbaar maken van informatie over de kwaliteit van de verleende zorg. Voortvloeiend uit deze taken heeft het Kwaliteitsinstituut de regie op het gebied van transparantie om zorgbreed meer kwaliteitsgegevens en kwaliteitsinformatie beschikbaar en toegankelijk te maken voor de patiënt. In dat kader vraagt het Kwaliteitsinstituut de subsidieaanvrager om mee te werken aan tweemaandelijkse rapportages aan het Kwaliteitsinstituut ten behoeve van beleidsmatige informatie, die inzicht geven in de vorderingen van het project en daarmee ook van de vorderingen van de beleidsdoelstellingen.

De relevante partijen, patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars werken samen bij het vergroten van transparantie, ieder vanuit hun eigen perspectief. Het is de rol van het Kwaliteitsinstituut om de samenwerking tussen de relevante partijen bij het transparant maken van kwaliteitsinformatie te bevorderen. Het Kwaliteitsinstituut heeft derhalve vanuit zijn wettelijke taken een regierol en is daardoor de meest aangewezen organisatie om samen met deze drie partijen de transparantie een impuls te geven. Gezien de wettelijke taken van het Kwaliteitsinstituut en de daaruit voortvloeiende regierol op het gebied van transparantie over de kwaliteit van zorg is de verstrekking van subsidies op basis van dit beleidskader gemandateerd aan Zorginstituut Nederland.

In 2015 zijn financiële middelen ter beschikking gesteld om een impuls te geven aan de transparantie over de kwaliteit van de medisch specialistische zorg. De nadruk ligt in 2016 op het thema 'Transparantie in de context van Samen beslissen’. Behandelaar en patiënt beslissen samen welke zorg het beste past en maken daarvoor gebruik van informatie over de (kwaliteit van) zorg. In onderdeel IV is dit verder uiteengezet.

Ter voorbereiding op een nadere, concretere invulling van deze thema’s heeft het Kwaliteitsinstituut de regie genomen bij de invulling van deze beleidsprioriteiten. Het Kwaliteitsinstituut heeft daartoe de desbetreffende sectoren verzocht om met suggesties te komen voor lopende en nog op te starten activiteiten, die passen binnen de gekozen beleidsprioriteiten. Aan de hand van deze suggesties is het specifieke beleid over 2016 nader geconcretiseerd. Met deze werkwijze is voldoende afstemming met partijen gezocht en is een zeker draagvlak gecreëerd dat kan bijdragen aan een succesvolle uitvoering en implementatie van de te subsidiëren projecten.

III. Algemeen kader voor subsidiëring van Transparantie over de kwaliteit van zorg

Welke activiteiten zijn subsidiabel

Projecten die een bijdrage leveren aan (een of meer van) de volgende resultaten met betrekking tot de zorg, het zorgaanbod en de kwaliteit daarvan komen in aanmerking voor subsidie:

  • ° Het project leidt ertoe dat goed te begrijpen ondersteunende informatie voor de patiënt beschikbaar is, die de keuze voor een behandeling en/of behandelaar vergemakkelijkt, bijvoorbeeld door middel van patiëntversies van richtlijnen en keuzehulpen;

  • ° Het project leidt tot betere vindbaarheid en bereikbaarheid van betrouwbare informatie voor patiënt en zorgverlener.

Wat zijn de voorwaarden en verplichtingen

Projecten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden en verplichtingen:

  • ° Wanneer door zorgaanbieders gegevens moeten worden verstrekt die noodzakelijk zijn voor het te realiseren product door de subsidieaanvrager, dan moet dat met minimale gevolgen voor administratieve lasten gepaard gaan. Het principe van eenmalig vastleggen voor meervoudig gebruik is daarbij het uitgangspunt.

  • ° In het kader van subsidies voor transparantie kan door meerdere partijen in verschillende projecten aan dezelfde onderwerpen worden gewerkt. In dit soort situaties moeten subsidieaanvragers bereid zijn om samenwerkingsafspraken te maken over onder andere inhoud, onderhoud en de verantwoordelijkheden daarvoor.

  • ° Uitgangspunt is dat de met de projectsubsidie en dus met publieke middelen verkregen of ontwikkelde informatie, om niet voor iedereen toegankelijk en te gebruiken is. Het eigenaarschap van de oorspronkelijke informatie berust bij degene die dit heeft ontwikkeld. Voor afgeleide informatie is degene die de afgeleide informatie heeft ontwikkeld, eigenaar.

  • ° De projectactiviteiten of resultaten daarvan worden aantoonbaar duurzaam en bestendig ingebed in het lange termijn beleid van de subsidieontvangende organisatie. Dat betekent dat in het activiteitenplan moet worden aangegeven hoe de activiteiten of resultaten na afronding van het project worden onderhouden.

  • ° De projectresultaten worden bij publieksuitingen gepresenteerd als resultaten die (mede) zijn behaald met behulp van de toegekende subsidie voor transparantie die door Zorginstituut Nederland in mandaat is toegekend.

  • ° De subsidieaanvrager werkt gedurende het project mee aan symposia, die in het kader van de subsidies voor transparantie door het Kwaliteitsinstituut worden georganiseerd.

  • ° Een subsidieaanvrager ontvangt niet elders subsidie voor hetzelfde project, opdat dezelfde kostenposten niet meermaals gefinancierd worden.

  • ° Aanvragen van een subsidie van meer dan € 1 miljoen komen niet in aanmerking.

Wie kunnen in aanmerking komen voor subsidie

Uit de definitie van projectsubsidie in artikel 1.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS vloeit voort dat de subsidieontvanger van een projectsubsidie een rechtspersoon of een natuurlijk persoon moet zijn.

Organisaties die werkzaam zijn op het terrein van zorg kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Het hoeft niet per se te gaan om zorgaanbieders als zodanig. Omdat draagvlak essentieel is voor het welslagen van transparantie richten deze subsidiebeleidsregels zich op direct betrokken organisaties, die daar ieder vanuit hun eigen perspectief belang bij hebben. Het gaat dan met name om organisaties die patiënten, zorgaanbieders of zorgverzekeraars vertegenwoordigen of samenwerkingsverbanden daarvan. Naast organisaties afzonderlijk kunnen ook samenwerkingsverbanden van organisaties subsidie aanvragen.

Hoogte en berekening van de subsidie

De subsidie op basis van deze beleidsregel is in principe aanvullend. Transparantie over de kwaliteit van zorg kan tot het reguliere werkterrein en de verantwoordelijkheid van de betrokken organisaties worden gerekend. Daarbij past een zekere inzet van eigen middelen. Mede op basis hiervan en aan de hand van de aard van het project wordt beoordeeld voor welk deel subsidiëring kan plaatsvinden.

De te verstrekken subsidie wordt op basis van werkelijk gemaakte kosten verstrekt tot maximaal het verleende bedrag.

Afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag is een van de arrangementen bedoeld in artikel 1.5, onder a, c of d van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS van toepassing. Bij deze arrangementen wordt rekening gehouden met de bijdragen van derden en de begrote eigen bijdrage.

Projectsubsidies

De subsidies die verstrekt worden op grond van deze beleidsregels zijn aan te merken als een projectsubsidie. De bepalingen uit de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS die op dat type subsidie betrekking hebben, zijn dus van toepassing. De maximale duur van een project voor subsidies op grond van deze beleidsregels wordt gesteld op twee jaar. Deze termijn is gekozen omdat de subsidie die partijen ontvangen is bedoeld als een aansporing om tot versnelde beschikbaarheid van informatie over de kwaliteit van zorg te komen. Het Kwaliteitsinstituut zal de subsidieaanvraag daarom ook beoordelen op realistische termijnen. Na afloop van de gesubsidieerde projecten werken partijen met eigen mensen en middelen verder aan de verbetering en de vergroting van transparantie.

IV. Activiteiten en criteria voor 2016

Het thema voor 2016 is: ‘Transparantie in de context van Samen beslissen’ op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg, huisartsenzorg en medisch-specialistische zorg.

Samen beslissen

Uitgangspunt voor het thema is de brief van 29 oktober 2015 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 31 765 nr. 169), waarin kwaliteit van zorg is geplaatst in de context van Samen beslissen: behandelaar en patiënt bepalen samen welke zorg het beste past. Inzicht in kwaliteit en beschikbaarheid van behandelopties is daarbij van belang.

Meer concreet gelden voor het thema Samen beslissen de volgende beleidsprioriteiten:

  • ° Samen beslissen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) in aanvulling op de Agenda voor gepast gebruik en transparantie in de ggz’ (Kamerstukken II, 25 424, nr. 292), waarbij voor mensen met psychische problemen en hun naasten actuele, volledige en betrouwbare informatie wordt ontsloten in de vorm van zorgstandaarden en kwaliteitsgegevens.

  • ° ‘3 goede vragen’ (www.3goedevragen.nl) in de huisartsenpraktijk ten behoeve van Samen beslissen, waarbij naar verwachting de resultaten van de gesubsidieerde projecten uit 2015 op het gebied van medisch specialistische zorg kunnen worden gebruikt voor verwijzingen vanuit de eerste naar de tweede lijn.

  • ° Projecten die gericht zijn op het benutten van resultaten die bereikt zijn in het Jaar van de Transparantie.

Deze beleidsprioriteiten zijn aan de hand van het verkennende onderzoek dat het Kwaliteitsinstituut heeft verricht, nader uitgewerkt. In aanvulling op het algemeen kader onder III dienen projecten voor 2016 te voldoen aan de volgende criteria:

  • ° Projecten vinden plaats in (of in samenwerking met) de ggz, huisartsenzorg en/of medisch-specialistische zorg;

  • ° Het project draagt bij aan het benutten van bestaande (keuzeondersteunende) informatie in het proces van Samen beslissen;

  • ° Het project versterkt de gidsfunctie van de (huis)arts naar goede zorg voor de patiënt, daarbij gebruik makend van beschikbare en indien nodig aangepaste informatie;

  • ° Het project wordt uitgevoerd op landelijke schaal of is daarvoor in potentie geschikt;

  • ° Uit het activiteitenplan blijkt dat de projectaanvraag altijd een samenwerking is tussen minimaal een vertegenwoordiging van de betrokkenen bij het proces van samen beslissen: zorgverleners en patiënten.

Niet subsidiabel zijn:

  • ° Projecten die gericht zijn op een verlenging van- of aanvulling op activiteiten, die in het kader van het Jaar van de Transparantie gaande zijn;

  • ° Projecten die gericht zijn op het uitvoeren van verbeterprojecten, die het resultaat zijn van de invitational conferences uit het Jaar van de Transparantie;

  • ° (Wetenschappelijk) onderzoek;

  • ° Projecten die betrekking hebben op het versterken van randvoorwaardelijke onderwerpen zoals kwaliteitsregistraties;

  • ° Projecten die primair gericht zijn op het ontwikkelen van indicatoren voor kwaliteit van zorg;

  • ° Projecten die primair gericht zijn op opleiding of scholing.

Subsidieplafond en verdelingsmaatstaf

Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies ten behoeve van de transparantie activiteiten bedraagt € 5 miljoen. Het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld via een tendersysteem. Dit betekent dat aan de aanvragen die naar verwachting meer geschikt zijn om bij te dragen aan de doelstelling van de subsidieverstrekking, voorrang wordt gegeven. In verband met deze verdelingsregel is het noodzakelijk dat de aanvragen voor een bepaald tijdstip moeten zijn ontvangen. Daarna wordt op grond van de navolgende, kwalitatieve, criteria de rangorde bepaald waarbij geldt dat naarmate aan meer criteria wordt voldaan, aanvragen meer kans hebben met voorrang te worden gehonoreerd. Hierbij geldt dat de afzonderlijke criteria even zwaar wegen en dat de afzonderlijke criteria beoordeeld worden op een 5-puntsschaal:

  • ° Het project maakt duidelijk op welke wijze het resultaat verankerd kan worden in de opleiding of nascholing van zorgverleners;

  • ° Het project helpt kennis ontwikkelen en verspreiden over methodieken die Samen Beslissen succesvol inbedden in de zorg (zorgpad). Succesfactoren voor dit inbedden zijn bijvoorbeeld:

    • dat het proces zich voltrekt op verschillende domeinen tegelijkertijd (organisatie, financiering, patiënten en zorgverleners);

    • dat de betrokkenheid van zorgverzekeraars wordt gestimuleerd door Samen beslissen onderdeel te laten zijn van (gesprekken over) zorginkoop;

    • dat er één vindplaats is voor alle actuele producten die nodig zijn voor Samen beslissen.

  • ° Het project draagt bij aan Samen Beslissen in de situatie waarin sprake is van meerdere aandoeningen tegelijkertijd (multi-morbiditeit) of als de keuze voor niet-behandelen een reële optie is. Het project brengt daarmee de beweging van aandoeninggerichte zorg naar persoonsgerichte zorg op gang;

  • ° Het project draagt bij aan het verbinden van sectoren en daarmee aan het versterken van de communicatie tussen sectoren;

  • ° Het project draagt eraan bij dat de resultaten van het proces van Samen beslissen in de ene sector ook kunnen worden gebruikt in een andere sector. Het draagt bij aan eenheid van taal tussen sectoren;

  • ° Het project maakt inzichtelijk hoe het project bijdraagt aan het stroomlijnen, verbinden of verminderen van dubbele of elkaar overlappende activiteiten (bijvoorbeeld werken aan één in plaats van aan verschillende keuzehulpen voor dezelfde aandoening). Projecten die meer rendement halen uit datgene wat er al is hebben een voordeel;

  • ° Het project sluit aan bij al lopende activiteiten die raken aan Samen beslissen, zoals de Handreiking Gezamenlijke Besluitvorming en de Samenwerkingsovereenkomst Anders leren werken van het Nederlands Huisartsen Genootschap, InEen en Zorginstituut Nederland).

De aanvraagdatum is gesteld op 15 juli 2016. Aanvragen die na deze datum worden ontvangen, worden buiten beschouwing gelaten bij deze tender.

Als blijkt dat het subsidieplafond na de tender nog niet is overschreden, wordt het resterende bedrag verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Het gaat hierbij dan om na 15 juli 2016 ingediende aanvragen, die moeten voldoen aan de criteria uit onderdeel III en IV. De kwalitatieve criteria uit onderdeel IV zijn hierbij niet relevant.

De datum van ontvangst van de complete aanvraag is bepalend bij het hanteren van deze verdeelregel.

Indien meerdere aanvragen op een dag binnen komen, wordt de onderlinge rangschikking overeenkomstig artikel 2.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS door middel van loting vastgesteld.

V. Regeldrukgevolgen

Door het uitvoeren van de processtappen, zoals die onder onderdeel II van onderhavige beleidsregels zijn omschreven blijft de regeldruk voor de subsidieaanvrager beperkt. Daarnaast staat in de onderdelen III en IV van onderhavige beleidsregels een heldere set criteria waaraan de subsidieaanvraag moet voldoen, zodat de subsidieaanvrager op voorhand weet of hij in aanmerking komt voor het verkrijgen van subsidie. De eisen die worden gesteld aan de aanvraag voor de verlening en voor de vaststelling zijn geregeld in de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS zodat deze eisen overeenkomen met wat gebruikelijk is. In deze beleidsregels wordt vanuit de regierol van het Kwaliteitsinstituut aanvullend gevraagd om mee te werken aan relevante symposia over transparantie en wordt medewerking aan een tweemaandelijkse uitvraag van beleidsinformatie gevraagd. Dit kan tot beperkte aanvullende regeldruk voor subsidieaanvragers leiden.

VI. Procedure

De algemene procedure voor het verstrekken van een projectsubsidie is vastgelegd in de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Deze is te raadplegen via www.wetten.nl.

Aanvragen kunnen worden ingediend bij Zorginstituut Nederland.

Op de website van Zorginstituut Nederland is het modelaanvraagformulier beschikbaar.


X Noot
1

Bij het begrip zorg gaat daarbij om zorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kwaliteit klachten en geschillen in de zorg.

Naar boven