Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 februari 2014, nr. IENM/BSK-2014/40984, houdende vaststelling van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2013 en voor het kalenderjaar 2014 voor het systeem van verevening van kosten voor de glastuinbouw

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 15.51, derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

De hoeveelheid CO2-emissies, bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de Wet milieubeheer, wordt:

  • a. voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op 4,7 Megaton teeltgerelateerde CO2-emissies;

  • b. voor het kalenderjaar 2014 vastgesteld op 4,6 Megaton teeltgerelateerde CO2-emissies.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

Met dit besluit stelt de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, de hoeveelheid CO2-emissies vast die de glastuinbouwsector in het kalenderjaar 2013 en in het kalenderjaar 2014 binnen het zogenoemde kostenvereveningssysteem zonder financiële consequenties kan emitteren. Er kan geen beroep worden ingesteld tegen dit besluit op grond van artikel 1 (Wet milieubeheer, onderdeel a) van bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht. De vastgestelde hoeveelheid voor het kalenderjaar 2013 bedraagt 4,7 Megaton CO2-emissies. De vastgestelde hoeveelheid voor het kalenderjaar 2014 bedraagt 4,6 Megaton CO2-emissies. Wordt de vastgestelde hoeveelheid overschreden, dan zijn de op grond van artikel 15.52 van de Wet milieubeheer aangewezen inrichtingen een vergoeding verschuldigd.

Voor zowel het kalenderjaar 2013 als het kalenderjaar 2014 ziet de vastgestelde hoeveelheid op teeltgerelateerde CO2-emissies. Tot de teeltgerelateerde CO2-emissies behoren ook de CO2-emissies die samenhangen met warmte afgenomen van een ander bedrijf, met uitzondering van de CO2-emissies van warmte afgenomen van een inrichting die deelneemt aan het kostenvereveningssysteem of aan het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten (hierna: EU ETS). De laatstgenoemde CO2-emissies worden immers verantwoord door de inrichtingen die de warmte hebben opgewekt. De CO2-emissies als gevolg van de met een warmtekrachtkoppelinginstallatie (hierna: WKK-installatie) opgewekte elektriciteit die door de inrichting aan derden wordt geleverd, behoren niet tot de teeltgerelateerde CO2-emissies en worden derhalve buiten beschouwing gelaten.

Bij het vaststellen van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2013 en voor het kalenderjaar 2014 is als volgt uitvoering gegeven aan de afspraken die hierover zijn opgenomen in het Convenant CO2 emissieruimte binnen het CO2 sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013–20201 (hierna: het Convenant).

Eerst is het gemiddelde van de temperatuur gecorrigeerde CO2-emissies van de glastuinbouwsector in de periode 2010–2012 bepaald. Voor het bepalen van dit gemiddelde is uitgegaan van de gegevens die zijn opgenomen in de Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2012 van het Landbouw-Economisch Instituut (hierna: LEI)2. In die energiemonitor zijn de totale en de teeltgerelateerde CO2-emissies van de glastuinbouwsector in de jaren 2010, 2011 en 20123 opgenomen. Het LEI heeft deze CO2-emissies temperatuur gecorrigeerd en vervolgens het gemiddelde van de temperatuur gecorrigeerde CO2-emissies in de periode 2010–2012 berekend. Wat betreft de totale CO2-emissies is het gemiddelde 7,6 Megaton CO2-emissies. Wat betreft de teeltgerelateerde CO2-emissies is het gemiddelde 5,4 Megaton CO2-emissies. Daarom wordt ervan uitgegaan dat 71 procent van de totale CO2-emissies ziet op teeltgerelateerde CO2-emissies.

Hierna is per kalenderjaar aangegeven hoe de vaststelling van de hoeveelheid CO2-emissies vervolgens tot stand is gekomen.

Kalenderjaar 2013

Het gemiddelde van 7,6 Megaton totale CO2-emissies vormt de basis bij het vaststellen van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2013. Vervolgens is voor de inrichtingen die op 1 januari 2013 deelnamen aan het EU ETS op grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit per inrichting het gemiddelde van de jaarlijkse allocatie in de periode 2010–20124 berekend. Het gemiddelde van deze inrichtingen is bij elkaar opgeteld en vervolgens verminderd met een factor 0,0174 maal het aantal jaren na 2010 (0,0174 x 3). Dit resulteert in 1,0 Megaton CO2-emissies.

De 1,0 Megaton CO2-emissies wordt in mindering gebracht op de basis van 7,6 Megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in 6,6 Megaton totale CO2-emissies. Zoals eerder is aangegeven, wordt ervan uitgegaan dat 71 procent van de totale CO2-emissies ziet op teeltgerelateerde CO2-emissies. Afgerond op 1 decimaal komt dit neer op 4,7 Megaton teeltgerelateerde CO2-emissies.

Kalenderjaar 2014

Wat betreft de totale CO2-emissies is in het Convenant afgesproken dat de basis uit het kalenderjaar 2013 (te weten 7,6 Megaton totale CO2-emissies) in de periode 2014–2020 lineair afneemt naar 6,2 Megaton totale CO2-emissies in 2020. Hieruit volgt voor 2014 de basis van 7,4 Megaton totale CO2-emissies. Vervolgens is voor de inrichtingen die op 1 januari 2014 deelnamen aan het EU ETS op grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit per inrichting het gemiddelde van de jaarlijkse allocatie in de periode 2010–20125 berekend. Het gemiddelde van deze inrichtingen is bij elkaar opgeteld en vervolgens verminderd met een factor 0,0174 maal het aantal jaren na 2010 (0,0174 x 4). Dit resulteert in 0,9 Megaton CO2-emissies.

De 0,9 Megaton CO2-emissies wordt in mindering gebracht op de basis van 7,4 Megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in 6,5 Megaton totale CO2-emissies. Zoals eerder is aangegeven, wordt ervan uitgegaan dat 71 procent van de totale CO2-emissies ziet op teeltgerelateerde CO2-emissies. Afgerond op 1 decimaal komt dit neer op 4,6 Megaton teeltgerelateerde CO2-emissies.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
2

Van der Velden & Smit, Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2012, LEI Wageningen UR, Den Haag, 2013, LEI-rapport 2013-061, ISBN/EAN 97-90-8615-658-0.

X Noot
3

Voor de totale en de teeltgerelateerde CO2-emissies in het jaar 2012 zijn derhalve de voorlopige cijfers bepalend.

X Noot
4

Wat betreft de allocatie in het jaar 2012 zijn derhalve de voorlopige cijfers bepalend.

X Noot
5

Wat betreft de allocatie in het jaar 2012 zijn derhalve de voorlopige cijfers bepalend.

Naar boven