Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 december 2010, nr. Z/VU-3037759, houdende beleidsregels die het indicatieorgaan hanteert bij het vaststellen of en in hoeverre de verzekerde is aangewezen op zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11 van het Zorgindicatiebesluit;

Besluit:

Artikel 1

De beleidsregels volgens welke het indicatieorgaan vaststelt of en in hoeverre de verzekerde is aangewezen op een of meer van de in artikel 2 van het Zorgindicatiebesluit aangewezen vormen van zorg, zijn opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 9 van deze beleidsregels.

Artikel 2

De Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010 worden ingetrokken.

Artikel 3

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 4

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting, maar zonder de bijlagen, in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen liggen met ingang van de dag na bekendmaking van de beleidsregels in de Staatscourant ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

TOELICHTING

Artikel 11 van het Zorgindicatiebesluit maakt het mogelijk om beleidsregels vast te stellen over de werkwijze van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Van die bevoegdheid is met ingang van 2007 gebruik gemaakt. Met ingang van 1 april 2007 zijn de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ namelijk ingevoerd. De Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010 zijn per 1 januari 2011 vervangen door de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011.

De beleidsregels strekken ertoe de nodige uniformiteit te bereiken bij de indicatiestelling door het CIZ. Het gaat om richtlijnen gebaseerd op een omvang die in de meeste gevallen past bij een bepaalde situatie. De normeringen in de beleidsregels betreffen geen absolute beperkingen van de aanspraak op zorg. Beleidsregels houden in dat een bestuursorgaan, in casu het CIZ, handelt overeenkomstig die beleidsregels. Ingevolge artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht moet het CIZ van de beleidsregels afwijken indien handelen volgens de beleidsregels voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Net als bij de voorgaande beleidsregels zijn de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011 vastgelegd in bijlagen.

Bijlage 1 bestaat uit een algemeen hoofdstuk dat van toepassing is op alle zorgvormen. Bijlage 2 regelt de zogenoemde grondslagen; de aandoeningen en beperkingen op grond waarvan AWBZ-zorg aangewezen kan zijn. Bijlage 3 geeft beleidsregels voor gebruikelijke zorg. Gebruikelijke zorg betreft de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden. Gebruikelijke zorg heeft betrekking op persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en ouderlijk toezicht. Bijlage 4 bevat beleidsregels voor persoonlijke verzorging, bijlage 5 bevat beleidsregels voor verpleging, bijlage 6 bevat beleidsregels voor begeleiding, bijlage 7 bevat beleidsregels voor behandeling, bijlage 8 bevat beleidsregels voor verblijf en bijlage 9 beleidsregels voor kortdurend verblijf.

De bijlagen voor 2011 zijn gewijzigd vanwege de aanpassingen die met ingang van 1 januari 2011 aan het Besluit zorgaanspraken AWBZ, het Zorgindicatiebesluit, de Regeling zorgaanspraken AWBZ en de Zorgindicatieregeling zijn aangebracht. Deze betreffen:

  • 1. Het anders omschrijven van de aanspraak op verblijf als bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ en voortgezet verblijf als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van dat besluit. Omdat de omschrijvingen van cliëntprofielen en zorgzwaartepakketten in een bijlage bij de Regeling zorgaanspraken AWBZ zijn opgenomen, ter uitwerking van de aanspraken op verblijf en voortgezet verblijf, ontbreekt de appendix zorgzwaartepakketten bij deze beleidsregels.

  • 2. Het regelen dat ook aanspraak bestaat op vervoer voor dagbehandeling in groepsverband een instelling indien voor dat vervoer een medische noodzaak bestaat. Deze medische noodzaak wordt vastgesteld door het CIZ.

  • 3. Het in het Besluit zorgaanspraken AWBZ apart omschrijven van de zorgvorm kortdurend verblijf. In verband daarmee is er een extra bijlage aan deze beleidsregels toegevoegd, te weten bijlage 9.

    Daarnaast zijn de beleidsregels nog op enkele andere punten gewijzigd.

  • 4. In bijlage 1 ‘gebruikelijkezorg’ zijn de beschrijving van bovengebruikelijke zorg, gebruikelijke verpleging en de richtlijnen rond ouderlijk toezicht verduidelijkt.

  • 5. In bijlage 4 ‘persoonlijke verzorging’ en bijlage 5 ‘verpleging’ zijn de tabellen met verzorgings- en verplegingshandelingen aangepast in nauw overleg met medisch adviseurs van het CIZ en van het College voor zorgverzekeringen (CVZ).

  • 6. In bijlage 5 ‘begeleiding’ en bijlage 6 ‘behandeling’ zijn aanbevelingen verwerkt uit het rapport van het CVZvan 25 mei 2010, 2010003991, over begeleiding bij zintuiglijk gehandicapten.

De bijlagen zijn, gezien de omvang daarvan, niet in de Staatscourant gepubliceerd, maar liggen met ingang van de dag na bekendmaking van de beleidsregels in de bibliotheek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ze zijn ook in te zien op de sites www.rijksoverheid.nl en www.ciz.nl.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

Naar boven