Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 november 2010, nr. MC-U- 3035734, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake overschrijding ziekenhuiskader 2009

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na 29 juni 2010 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2009/10, 29 248, nr. 128);

Gezien het verslag van een schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 7 oktober 2010 inzake de voorhang taakstelling ziekenhuizen 2011 (Kamerstukken II 2009/10, 29 248, nr.152) en de besluitenlijst van die commissie van 13 oktober 2010;

Gezien de Korte aantekeningen Vergadering van de commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport/Jeugd en Gezin van dinsdag 6 juli 2010;

Besluit:

Artikel 1

Deze aanwijzing is van toepassing op zorg geleverd door instellingen voor medisch specialistische zorg waarop in 2011 de budgetsystematiek van toepassing is, te weten: algemene en categorale ziekenhuizen (inclusief long/astmacentra), academische ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen, instellingen voor revalidatie, radiotherapeutische centra en dialysecentra, verder te noemen ziekenhuizen.

Ter uitvoering van dit besluit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen zorgautoriteit, beleidsregels vast.

Artikel 2

Voor zorg als bedoeld in het vorige artikel wordt per 1 januari 2011 een korting van structureel € 314 miljoen (prijspeil 2009) opgelegd.

Artikel 3

Voor de verdeling van de in artikel 2 vermelde korting over de ziekenhuizen gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1. De toedeling van de macro kortingsbedragen naar het niveau van de individuele ziekenhuizen dient te geschieden op basis van het aandeel van het individuele ziekenhuis in het macrobudget in het basisjaar.

  • 2. Het basisjaar waarop het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen betrekking hebben en de daarbij te hanteren peildatum worden door de zorgautoriteit nader vastgesteld.

  • 3. Het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen hebben ieder betrekking op het A- en B-segment tezamen. Bij de toedeling van het macro taakstellingsbedrag wordt de omvang van het vrije B-segment in de verdeelgrondslag betrokken.

  • 4. Het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen worden uitsluitend geschoond voor loonkosten medisch specialisten en agio’s, inclusief schoning voor loonkosten medisch specialisten en agio’s academische component (waarbij de technische uitwerking van deze schoning mede afhankelijk is van de keuze van het basisjaar) alsmede de capaciteit en productieparameters van psychiaters in psychiatrische universiteitsklinieken (PUK’en). Bij epilepsie-inrichtingen wordt daarnaast nog geschoond voor het AWBZ-deel.

Artikel 4

Het op basis van voorgaande per individuele instelling berekende taakstellingsbedrag wordt verwerkt als nominaal bedrag in het A-segment en is onderhevig aan nominale aanpassingen (indexering). De eerste nominale aanpassing vindt plaats over het jaar 2011 waarmee de taakstelling op het prijspeil 2011 wordt gebracht.

Artikel 5

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

Inleiding

In vervolg op mijn aanwijzing van 3 november 2010, Staatscourant 2010, nr. 17693, geef ik deze vervolgaanwijzing nu de Staat door het Gerechtshof in Den Haag in het gelijk is gesteld dat onderhavige aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen de zorgautoriteit mag worden gegeven. Op de uitspraak kom ik later in deze toelichting terug.

Algemeen

Bij de ziekenhuizen (algemene, academische en categorale instellingen) is op basis van actualisatiecijfers over 2009 een overschrijding geconstateerd. Rekening houdend met de korting medisch specialisten en het effect daarvan bij ziekenhuizen komt de overschrijding per 2011 uit op € 314 mln.

De overschrijding betreft het verschil tussen de kosten van ziekenhuizen voor het jaar 2009 en de voor ziekenhuizen in de VWS-begroting opgenomen beschikbare middelen (het ‘ziekenhuiskader’).

Bij de afrekening over 2009 is de gebruikelijke systematiek gehanteerd. Voor de berekening van de kosten in het A-segment is gebruik gemaakt van de budgetgegevens die de zorgautoriteit bij VWS heeft aangeleverd. Voor het B-segment is uitgegaan van de gegevens zoals het CVZ die heeft gemeld. In de VWS-begroting is geen sprake van een verdeling van het ziekenhuiskader in deelkaders voor het A- en B-segment. Dit betekent dat niet kan worden geconcludeerd dat de overschrijding moet worden toegerekend aan het A- respectievelijk B-segment. Het betreft een overschrijding op totaalniveau. Ziekenhuizen kunnen zelf bij de interne toerekening van de taakstelling bezien of dat moet neerslaan in het A- dan wel B-segment.

De overschrijding op het kader ziekenhuizen moet worden geredresseerd. Dit heeft de volgende achtergronden:

  • De hoogte van de collectieve uitgaven nopen tot een beheerste kostenontwikkeling in de gezondheidszorg en een meer doelmatig gebruik van de beschikbare middelen;

  • Volgens de regels van de budgetdiscipline dienen overschrijdingen te worden opgevangen in de betreffende budgetkader. In dit geval het BKZ. Hierbij hanteert VWS het uitgangspunt dat overschrijdingen zo veel mogelijk worden geredresseerd in de sector waar de overschrijdingen zich voordoen. In onderhavig geval bij de ziekenhuizen.

Het macrokortingsbedrag zal in mindering worden gebracht op de (FB)-budgetten van de individuele instellingen. Voor de verdeling van het macrokortingsbedrag over de individuele instellingen wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de omvang van het vrije B-segment in de verdeelgrondslag zal worden betrokken, omdat het macrobudgettair kader voor ziekenhuizen zich ook over het B-segment uitstrekt. Om dezelfde redenen als hiervoor geschetst heb ik er niet voor gekozen deze taakstellende korting te splitsen in een deel voor het A-segment en een deel voor het B-segment.

Voorhang parlement

Op 29 juni 2010 is van het voornemen deze aanwijzing te treffen schriftelijk mededeling gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2009/10, 29 248, nr. 128). Die schriftelijke mededeling behelsde naast de onderhavige structurele korting ook een structurele met de NVZ en NFU overeengekomen taakstelling van € 150 miljoen. De Tweede Kamer heeft vragen gesteld. Het verslag van een schriftelijk overleg inzake de voorhang taakstelling ziekenhuizen 2011 van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is op 13 oktober 2010 voor kennisneming aangenomen.

De commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin van de Eerste Kamer heeft de brief van 29 juni voor kennisgeving aangenomen (Korte aantekeningen Vergadering van de dinsdag 6 juli 2010).

Hof ’s-Gravenhage

Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft op 9 november 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep in een zaak van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en een aantal ziekenhuizen tegen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (LJ Nummer BO 3321).

Het hof stelt met de voorzieningenrechter voorop dat de Staat in het kader van de WMG een grote mate van beleidsvrijheid heeft bij het nemen van maatregelen van regelgevende aard als de onderhavige, die op grond van financieel-economische overwegingen worden genomen en ertoe strekken de kosten van de gezondheidszorg te beteugelen. Kostenbeheersing in de gezondheidszorg is een publieke, in de wetgeving verankerde taak. In de keuze van de daartoe in te zetten middelen en de sector(en) waarop de te nemen maatregelen primair aangrijpen, is de Staat in hoge mate vrij. De Minister is bij die keuzen bovendien onderworpen aan politieke controle. (RO 4)

Naar het oordeel van het hof heeft de Staat in beginsel een vrije keuze waar hij het aangrijpingspunt kiest teneinde overschrijdingen van het budgettair kader te redresseren. Geen wettelijk voorschrift legt hem terzake enige beperking in de weg en ook uit het evenredigheidsbeginsel vloeit een zodanige beperking niet voort. De Staat mag, indien hij meent dat primair moet worden gestreefd naar verbetering van de doelmatigheid in de ziekenhuizen en dat daar nog voldoende kansen liggen, er voor kiezen om het verzekerde volume in hoofdzaak op peil te houden en met de voorgenomen aanwijzing de gevolgen van de overschrijding primair leggen bij de ziekenhuizen, de zorgsector waar de overschrijding zich heeft voorgedaan. (RO 13)

Met betrekking tot het beroep van NVZ c.s. op de vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van diensten ingevolge het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie overweegt het hof als volgt. De voorgenomen aanwijzing maakt geen rechtstreekse inbreuk op deze vrijheden. Al aangenomen dat de voorgenomen aanwijzing deze vrijheden wel indirect en/of potentieel belemmert, is het hof van oordeel dat de maatregel in beginsel is gerechtvaardigd op grond van een dwingende reden van algemeen belang, gelegen in het betaalbaar en op peil houden van de gezondheidszorg in Nederland. De voorgenomen aanwijzing is niet discriminatoir en uit rechtsoverweging 13 (zie vorige alinea) volgt dat het hof de voorgenomen aanwijzing voorshands niet disproportioneel acht. De voorgenomen maatregel is erop gericht de kosten van de ziekenhuiszorg met name te beperken door vergroting van de doelmatigheid van die zorg. (RO 14)

Het hof voorshands geen grond om de voorgenomen aanwijzing onmiskenbaar onrechtmatig te achten wegens strijd met enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur of het recht van de Europese Unie. (RO 15) Het hof heeft daarom de door de rechtbank opgelegde blokkade van de besluitvorming over de korting op het budget van de ziekenhuizen opgeheven.

Artikelsgewijs

Voor de artikelsgewijze toelichting verwijs ik kortheidshalve naar de toelichting bij mijn aanwijzing van 3 november 2010, Staatscourant 2010, nr. 17693.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven