Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 december 2009, nr. R&P/RPA/2009/28483, tot wijziging van de Subsidieregeling innoveren in verband met de introductie van de Wajong adviesvoucher

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 3, 5 en 8 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING INNOVEREN

De Subsidieregeling innoveren wordt als volgt gewijzigd:

A

Na hoofdstuk 5a wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 5B. TIJDELIJKE PILOT WAJONG ADVIESVOUCHERS

§ 1. Begripsbepalingen en algemeen
Artikel 5b.1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

jonggehandicapte:

de jonggehandicapte, bedoeld in artikel 2:3 of artikel 3:2 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten;

minister van SZW:

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

re-integratiebedrijf:

een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert;

Wajong adviesvoucher:

een op grond van artikel 5b.3, eerste lid, door de minister van SZW aan een MKB-ondernemer afgegeven document, dat deze MKB-ondernemer kan inleveren bij een door de minister van SZW aangewezen re-integratiebedrijf ten behoeve van een onderzoek naar en advies over de mogelijkheden om binnen het bedrijf van de MKB-ondernemer werkzaamheden in dienstbetrekking door jonggehandicapten te laten uitvoeren.

Artikel 5b.2
  • 1. Dit hoofdstuk is gebaseerd op de Kaderwet SZW-subsidies.

  • 2. De Algemene Regeling SZW-subsidies is niet van toepassing op dit hoofdstuk.

  • 3. De hoofdstukken 1 tot en met 3, 4, paragrafen 1 en 3, 5, 7, 8 met uitzondering van artikel 23 en 24, 9, 10, paragraaf 2, 11, paragrafen 1 en 3, en 13 van het Kaderbesluit EZ-subsidies zijn van overeenkomstige toepassing op dit hoofdstuk.

§ 2. Verstrekking Wajong adviesvouchers aan ondernemers
Artikel 5b.3
  • 1. De minister van SZW verstrekt op aanvraag een Wajong adviesvoucher aan een MKB-ondernemer die een onderzoek wil laten uitvoeren naar de mogelijkheden om een jonggehandicapte werkzaamheden in dienstbetrekking binnen zijn bedrijf te laten uitvoeren.

  • 2. De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, kan worden ingediend van 15 februari 2010 tot en met 14 februari 2011.

  • 3. Per MKB-ondernemer kan één Wajong adviesvoucher worden verstrekt.

  • 4. Geen Wajong adviesvoucher wordt verstrekt aan een MKB-ondernemer:

    • a. aan wie door een of meer bestuursorganen in de drie aan de aanvraag voorafgaande jaren reeds tot een hoger bedrag subsidie is verstrekt zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen dan voor de sector waartoe de betrokken onderneming behoort is vastgesteld in een de-minimis verordening;

    • b. die failliet is verklaard, aan wie surseance van betaling is verleend, ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, of voor wie een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend;

    • c. die reeds eerder een aanvraag om verstrekking van een Wajong adviesvoucher op grond van dit hoofdstuk heeft gedaan waarop de minister van SZW nog geen beschikking heeft afgegeven.

  • 5. Indien het voor de betrokken MKB-ondernemer geldende de-minimisplafond, bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, niet al is bereikt door andere subsidies, wordt het bedrag dat gelet op dat plafond ten hoogste met inzet van de Wajong adviesvoucher kan worden vergoed, op die voucher vermeld, indien dat bedrag lager is dan € 2500,00.

Artikel 5b.4

De aanvraag van een Wajong adviesvoucher door een MKB-ondernemer wordt ingediend met gebruikmaking van een formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 5b.1, en gaat, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld, vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

Artikel 5b.5
  • 1. Er zijn 1000 Wajong adviesvouchers beschikbaar.

  • 2. De minister van SZW verdeelt de beschikbare Wajong adviesvouchers in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

  • 3. Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare aantal Wajong adviesvouchers zou worden overschreden en de volgorde van die aanvragen niet kan worden vastgesteld, stelt de minister van SZW de onderlinge rangschikking van deze aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 5b.6

De minister van SZW geeft een beschikking binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag om een Wajong adviesvoucher. Indien een beschikking niet binnen de termijn van zes weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 5b.7

De MKB-ondernemer die een Wajong adviesvoucher heeft ontvangen sluit een overeenkomst met een door de minister van SZW aangewezen re-integratiebedrijf over de besteding van de voucher.

§ 3. Verstrekking van subsidie aan instellingen
Artikel 5b.8

De minister van SZW verstrekt op aanvraag een subsidie aan een door hem aangewezen re-integratiebedrijf, indien dat re-integratiebedrijf een onderzoek naar de mogelijkheden om een jonggehandicapte werkzaamheden in dienstbetrekking binnen het bedrijf van een MKB-ondernemer te laten verrichten heeft uitgevoerd en in verband daarmee een:

  • a. geldige Wajong adviesvoucher; en

  • b. een door de MKB-ondernemer, die opdracht heeft gegeven tot het onderzoek, getekende verklaring dat het onderzoek is uitgevoerd;

overlegt.

Artikel 5b.9
  • 1. Een re-integratiebedrijf als bedoeld in artikel 5b.8 kan op aanvraag door de minister van SZW worden aangewezen, indien dat bedrijf in ieder geval:

    • a. is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel dan wel het nationale beroepshandelsregister, of een daarmee vergelijkbaar buitenlands register;

    • b. heeft aangegeven dat de onderzoeken naar de mogelijkheden om een jonggehandicapte werkzaamheden in dienstbetrekking binnen het bedrijf van een MKB-ondernemer te laten uitvoeren, zullen worden uitgevoerd door een arbeidsdeskundige;

    • c. aantoont dat het in de periode van 1 december 2006 tot 1 december 2009 tenminste 30 jonggehandicapten die recht hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten heeft ondersteund bij de inschakeling in het arbeidsproces;

    • d. aantoont dat de arbeidsdeskundige die de onderzoeken gaat uitvoeren ervaring heeft met het re-integreren van personen in de regio, bedoeld in het tweede en derde lid, waarin het bedrijf wenst te worden aangewezen.

  • 2. Ten behoeve van de uitvoering van dit hoofdstuk wordt Nederland verdeeld in vijf regio’s:

    • a. Regio 1: de provincies Groningen, Friesland en Drenthe;

    • b. Regio 2: de provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland;

    • c. Regio 3: de provincies Utrecht en Noord-Holland;

    • d. Regio 4: de provincies Zuid-Holland en Zeeland; en

    • e. Regio 5: de provincies Noord Brabant en Limburg

  • 3. Per regio, bedoeld in het tweede lid, wijst de minister van SZW ten hoogste zes re-integratiebedrijven aan.

  • 4. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend bij de minister van SZW voor 31 januari 2010.

  • 5. Indien per regio meer dan zes re-integratiebedrijven een aanvraag om aanwijzing hebben ingediend en alle voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, wijst de minister van SZW de zes re-integratiebedrijven aan door middel van een loting onder de re-integratiebedrijven die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5b.10

De subsidie bedraagt € 2500,00, dan wel het krachtens artikel 5b.3, vijfde lid, op de voucher vermelde bedrag, per overgelegde Wajong adviesvoucher.

Artikel 5b.11

Geen subsidie wordt verstrekt indien het onderzoek door het re-integratiebedrijf is uitbesteed aan een derde.

Artikel 5b.12
  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt na afloop van het onderzoek naar de mogelijkheden om een jonggehandicapte werkzaamheden in dienstbetrekking binnen een MKB-onderneming te laten uitvoeren, ingediend en wordt behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2. De aanvraag om subsidie moet binnen zes maanden nadat de Wajong adviesvoucher aan de MKB-ondernemer is verstrekt, zijn ontvangen. Op een voor het einde van de termijn daartoe ingediend schriftelijk verzoek kan de minister van SZW deze termijn eenmalig verlengen.

Artikel 5b.13

De minister van SZW beslist afwijzend op een aanvraag om subsidie indien:

  • a. de MBK-ondernemer en het re-integratiebedrijf reeds voor de afgiftedatum van de Wajong adviesvoucher verplichtingen jegens elkaar zijn aangegaan;

  • b. de uitvoering van het onderzoek naar de mogelijkheden om een jonggehandicapte werkzaamheden in dienstbetrekking binnen een MKB-onderneming te laten uitvoeren in belangrijke mate afwijkt van de overeenkomst, bedoeld in artikel 5b.7;

  • c. de MKB-ondernemer en het re-integratiebedrijf zijn verbonden in een groep;

  • d. de MKB-ondernemer de Wajong adviesvoucher heeft aangewend voor een project waarvoor reeds door een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt of dat deel uitmaakt van een project of programma waarvoor reeds door een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt;

  • e. het onderzoek naar de mogelijkheden om een jonggehandicapte werkzaamheden in dienstbetrekking binnen een MKB-onderneming te laten uitvoeren niet is uitgevoerd door de arbeidsdeskundige, bedoeld in artikel 5b.9, eerste lid, onderdelen b en d.

Artikel 5b.14

De aanvraag voor een subsidie, bedoeld in artikel 5b.8, wordt ingediend met gebruikmaking van een formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 5b.2, en gaat, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld, vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

Artikel 5b.15
  • 1. De subsidie-ontvanger verleent medewerking aan een evaluatie van de toepassing van dit hoofdstuk, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem verlangd kan worden.

  • 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.

  • 3. De subsidie-ontvanger verleent aan de toezichthouders op de toepassing van dit hoofdstuk alle medewerking die dezen redelijkerwijs kunnen vorderen bij de uitoefening van hun bevoegdheden.

B

Na bijlage 5a.2 worden twee bijlagen ingevoegd, luidende:

BIJLAGE 5B.1 AANVRAAGFORULIER WAJONG ADVIESVOUCHER

BIJLAGE 5B.2 VASTSTELLINGSFORMULIER WAJONG ADVIESVOUCHER

ARTIKEL II TOEZICHT

Met het toezicht op de naleving van hoofdstuk 5b van de Subsidieregeling innoveren zijn belast de daartoe bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen ambtenaren van SenterNovem en de Auditdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

ARTIKEL III MANDAAT SENTERNOVEM

  • 1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verleent aan de algemeen directeur van SenterNovem het volgende mandaat. De algemeen directeur van SenterNovem is bevoegd om in het kader van de uitvoering van de artikelen 5b.1 tot en met 5b.8 en 5b.10 tot en met 5b.15 van de Subsidieregeling innoveren namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

    • a. besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en handelingen te verrichten die een privaatrechtelijke rechtshandeling noch een besluit zijn;

    • b. te beslissen op bezwaarschriften, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg;

    • c. in rechte op te treden en tegen rechterlijke uitspraken hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie.

  • 2. De algemeen directeur van SenterNovem is bevoegd in het kader van de uitvoering van de artikelen 5b.1 tot en met 5b.8 en 5b.10 tot en met 5b.15 van de Subsidieregeling innoveren tot het verlenen van ondermandaat of het doorverlenen van zijn andere vertegenwoordigingsbevoegdheden aan bij SenterNovem werkzame functionarissen. De algemeen directeur van SenterNovem doet daarvan mededeling aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 3. De artikelen 14 tot en met 19 en 23 tot en met 25 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 zijn van toepassing op de uitoefening van bevoegdheden op grond van deze regeling en tevens op de uitoefening van bevoegdheden die krachtens ondermandaat respectievelijk doorverlening van volmacht en machtiging worden uitgeoefend.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2009

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 december 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Met ingang van 1 januari 2010 zal de Wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning in werking treden. Het belangrijkste doel van deze wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is jongeren met een beperking te ondersteunen bij het vinden en houden van een baan bij een reguliere werkgever. Om werkgevers te stimuleren jonggehandicapten (Wajongers) in dienst te nemen, worden nieuwe instrumenten ontwikkeld. Eén van deze instrumenten is de Wajong adviesvoucher.

In veel gevallen hebben Wajongers niet de mogelijkheid om bestaande functies bij een reguliere ondernemer uit te oefenen. Daarvoor is het nodig om functies aan te passen en/of te creëren aan de hand van de mogelijkheden van Wajongers (jobcarving). Om ondernemers die een kleine onderneming of een middelgrote onderneming in stand houden (MKB-ondernemers) te bewegen te laten onderzoeken welke mogelijkheden er hiertoe binnen het bedrijf zijn, is de Wajong adviesvoucher ontwikkeld; tegen inleveren van de Wajong adviesvoucher krijgt de MKB-ondernemer een onderzoek naar de mogelijkheden binnen zijn bedrijf om Wajongers te plaatsen. Doel is bedrijven die wel een Wajonger aan zouden willen nemen, maar niet weten hoe ze dit aan moeten pakken, te adviseren over en bewust te maken van de mogelijkheden. De Wajong adviesvoucher sluit aan bij de omslag naar een meer vraaggerichte benadering van werkgevers. De vraag van de werkgever staat centraal en het instrument is laagdrempelig, eenvoudig en brengt weinig administratieve lasten mee. De Wajong adviesvoucher is afgeleid van de innovatievoucher van de Minister van Economische Zaken voor MKB-ondernemers.

2. Hoofdlijnen

a. pilot

Dit instrument wordt geïntroduceerd in het kader van een tijdelijke pilot. Omdat het een pilot betreft kunnen de Wajong adviesvouchers alleen in de periode van 15 februari 2010 tot en met 14 februari 2011 worden aangevraagd. Het doel van de pilot is om te testen of de Wajong adviesvoucher een geschikt instrument is om meer passende banen bij MKB-ondernemers te vinden voor Wajongers en of als gevolg van het advies meer Wajongers bij MKB-ondernemers aan de slag gaan. De pilot zal worden gemonitord door een onderzoeksbureau. De evaluatie zal bestaan uit een telefonische enquête onder de re-integratiebedrijven die de onderzoeken gaan verrichten.Op basis van de resultaten van de pilot wordt bezien of en hoe aan het instrument vervolg wordt gegeven.

b. juridisch kader

De Wajong adviesvoucher is afgeleid van de innovatievoucher van het Ministerie van Economische Zaken voor MKB-ondernemers. De Wajong adviesvoucher wordt opgenomen in de Subsidieregeling innoveren van de Minister van Economische Zaken. Er wordt aangesloten bij de regeling voor de innovatievoucher, omdat deze bekend is bij veel werkgevers. Daarnaast kunnen de bestaande infrastructuren van de innovatievoucher op deze wijze optimaal worden benut.

Hoewel de Wajong adviesvoucher dus wordt opgenomen in een regeling van de Minister van Economische Zaken, valt deze onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (minster van SZW). Om deze reden wordt deze regeling tot wijziging van de Subsidieregeling innoveren gebaseerd op de Kaderwet SZW-subsidies.

Het instrument wordt namens de minister van SZW uitgevoerd door SenterNovem.

c. uitwerking instrument

Het instrument richt zich op de verstrekking van Wajong adviesvouchers aan MKB-ondernemers (paragraaf 2) en op de subsidieverstrekking aan de instellingen die voor de MKB-ondernemer een advies hebben opgesteld waarvoor een Wajong adviesvoucher is ingeleverd (paragraaf 3).

De partijen die een onderzoek kunnen verrichten zijn re-integratiebedrijven in vijf regio’s die ervaring hebben met het toeleiden van Wajongers naar de arbeidsmarkt.

Om een representatief beeld te krijgen en optimaal te kunnen leren om het instrument naar aanleiding van de pilot verder te ontwikkelen wordt het aantal re-integratiebedrijven beperkt tot maximaal 30. Om landelijke spreiding van de deelnemende re-integratiebedrijven te garanderen, worden in het kader van deze pilot de 30 bedrijven geselecteerd met een maximum van zes bedrijven per regio. Re-integratiebedrijven die deel willen nemen aan de pilot kunnen daartoe tot 31 januari 2010 een aanvraag indienen bij de minister van SZW (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Re-integratie en Participatie o.v.v. aanmelding pilot Wajong adviesvouchers, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag). Re-integratiebedrijven tonen daarbij aan dat de arbeidsdeskundige die de onderzoeken zal gaan uitvoeren beschikt over voldoende ervaring met het re-integreren van personen in de regio waarin het bedrijf aangewezen wil worden. Dit criterium is opgenomen omdat de expertise van een arbeidsdeskundige om naar geschikte functies voor personen met een arbeidsbeperking te kijken van belang is. Daarnaast geldt als criterium dat het re-integratiebedrijf ervaring heeft met het begeleiden van Wajongers. Dit is van belang voor de benodigde kennis over de doelgroep om tot een goed advies te komen. Na toepassing van de selectiecriteria zal, indien nodig, een loting volgen om tot het aantal van zes re-integratiebedrijven per regio te komen.

Een MKB-ondernemer kan van 15 februari 2010 tot en met 14 februari 2011 een Wajong adviesvoucher aanvragen.

De Wajong- adviesvouchers zijn, vanaf het moment dat de MKB-ondernemer een voucher krijgt, zes maanden geldig. Dat wil zeggen dat de subsidie-aanvraag zes maanden nadat de voucher aan de MKB-ondernemer is verstrekt door het re-integratiebedijf ingediend moet zijn.

d. administratieve lasten

Het re-integratiebedrijf vraagt na totstandkoming van het onderzoek en onder inlevering van de Wajong adviesvoucher subsidie aan. Om de administratieve lasten voor re-integratiebedrijven te beperken zal de subsidie als een vast bedrag van € 2500,– (lump-sum) worden verstrekt. Indien op de voucher een lager bedrag is vermeld in verband met het voor de MKB-ondernemer geldende de-minimisplafond, wordt dat bedrag verstrekt.

Actal

Deze regeling is voorgelegd aan Actal. Actal adviseert de regeling vast te stellen, nadat rekening is gehouden met een aantal punten. Actal concludeert dat de meeste administratieve lasten voortvloeien uit de medewerking van deelnemende bedrijven aan de bezoeken die worden afgelegd aan het bedrijf om te onderzoeken welke mogelijkheden er binnen het bedrijf zijn voor Wajongers. Actal adviseert om in de toelichting het terugdringen van aantal bezoeken aan de bedrijven te expliciteren. Om enerzijds maatwerk en een kwalitatief goed advies aan de werkgever te kunnen leveren en anderszijds de administratieve lasten zo beperkt mogelijk te houden, zal een balans gezocht worden in het aantal bezoeken dat wenselijk is. Gestreefd wordt naar maximaal twee bezoeken.

Actal adviseert tevens om de wijze van evaluatie te expliciteren en in de evaluatie na te gaan of de administratieve lasten kunnen worden verminderd. In de monitor en de evaluatie zullen de mogelijkheden voor het terugdringen van de administratieve lasten met betrekking tot bovengenoemde punten als specifiek aandachtspunt worden meegenomen. Onder 2a is aangegeven hoe de evaluatie vormgegeven zal worden.

Daarnaast adviseert Actal om de voucherregeling ook van toepassing te laten zijn op het in dienst nemen en houden van Wajongers. Indien uit het onderzoek blijkt dat er mogelijkheden zijn bij de MKB-ondernemer, zal hier op een pro-actieve wijze vervolg aan worden gegeven door UWV en re-integratiebedrijven. Er is aanvullende dienstverlening via UWV beschikbaar, bijvoorbeeld via de website Wajongwerkt.nl en dienstverlening aan werkgevers op de werkpleinen. Daardoor kan ook het vervolgtraject na het onderzoek succesvol zijn. Deze regeling heeft als zodanig uitsluitend betrekking op totstandkoming van het onderzoek. Indien de pilot succesvol is, zal in de evaluatie worden meegenomen op welke manier het instrument eventueel uitgebreid kan worden

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Artikel 5b.1

In artikel 5b.1 wordt een aantal begrippen, dat wordt gebruikt in hoofdstuk 5b, gedefinieerd.

Artikel 5b.2

In dit artikel worden relevante artikelen van het Kaderbesluit EZ-subsidies van overeenkomstige toepassing verklaard op hoofdstuk 5b van de Subsidieregeling innoveren. De Algemene Regeling SZW-subsidies is daarnaast niet van toepassing op dit hoofdstuk.

Opgemerkt wordt dat het MKB-ondernemersbegrip reeds in artikel 1 van het Kaderbesluit EZ-subsidies wordt gedefinieerd.

Artikel 5b.3

Uit het eerste lid blijkt dat de minister van SZW alleen op aanvraag een Wajong adviesvoucher kan verstrekken.

Op grond van het tweede lid kan de aanvraag om een voucher worden ingediend van 15 februari 2010 tot en met 14 februari 2011. Aanvragen die na deze datum worden ontvangen worden niet in behandeling genomen. Aan een MKB-ondernemer kan gedurende de looptijd van de pilot slechts één Wajong adviesvoucher worden verstrekt.

In het vierde lid wordt geregeld wanneer een aanvraag om Wajong adviesvoucher wordt afgewezen. Hiertoe is aangesloten bij de weigeringsgronden voor een aanvraag om een innovatievoucher.

Artikel 5b.5

In het eerste lid is bepaald hoeveel Wajong adviesvouchers kunnen worden verstrekt door de minister van SZW. Omdat het aantal verstrekte vouchers tevens het aantal te verstrekken subsidies bepaalt, betreft dit in feite het subsidieplafond.

Het tweede lid geeft een voorschrift over de wijze van verdeling van de Wajong adviesvouchers. Die komt neer op ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Het betreft hier niet een regel over de volgorde van het nemen van besluiten. Het is zeer wel mogelijk om op een latere aanvraag eerder te besluiten dan op een eerdere, als toewijzing van de aanvraag maar niet tot gevolg heeft, dat op de eerdere aanvraag afwijzend moet worden beschikt, omdat door verstrekking van Wajong adviesvouchers op latere aanvragen de Wajong adviesvouchers inmiddels op zijn. Dreigt dit te gebeuren, dan zal de behandeling van de latere aanvraag worden opgeschort, totdat op de eerdere is beslist. Indien daardoor de beslistermijn dreigt te worden overschreden, zal de aanvrager daarvan in kennis worden gesteld. Voor de verdeling van het aantal beschikbare Wajong adviesvouchers geldt als datum van de aanvraag de dag waarop de aanvraag volledig is.

Het derde lid bepaalt dat in geval van overtekening van het aantal beschikbare Wajong adviesvouchers de onderlinge rangorde van – volledige – aanvragen op één dag middels loting wordt vastgesteld, indien de volgorde van die aanvragen niet kan worden vastgesteld.

Artikel 5b.8

Dit artikel regelt het verstrekken van subsidie aan het re-integratiebedrijf. Centraal staat, dat het moet gaan om een onderzoek in de zin van deze regeling. Dit impliceert dat moet worden voldaan aan alle van toepassing zijnde definities en dat een geldige Wajong adviesvoucher is overgelegd. Met een geldige Wajong adviesvoucher wordt bedoeld een voucher die op naam gesteld is van de MKB-ondernemer die het inlevert bij het re-integratiebedrijf en ten behoeve van wie het onderzoek is verricht.

Voorts is een Wajong adviesvoucher slechts geldig als het in de op de voucher aangegeven periode bij een re-integratiebedrijf is ingeleverd en vervolgens gedeclareerd. Indien het re-integratiebedrijf bij de aanvraag om subsidie geen geldige voucher overlegt, wordt deze aanvraag op grond van artikel 5b.8, onderdeel a, afgewezen.

Artikel 5b.9
Eerste lid

In dit artikellid wordt geregeld aan welke voorwaarden een re-integratiebedrijf moet voldoen, wil het aangewezen worden door de minister van SZW als bedrijf waarbij een Wajong adviesvoucher kan worden ingeleverd.

Uit onderdeel a blijkt de voorwaarde van ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Omdat niet uitgesloten kan worden dat ook in het buitenland gevestigde bedrijven aangewezen wensen te worden, is de zinsnede ‘of een daarmee vergelijkbaar buitenlands register’ opgenomen.

In onderdeel b wordt de voorwaarde voor aanwijzing gesteld dat het re-integratiebedrijf het onderzoek laat uitvoeren door een arbeidsdeskundige. Deze arbeidsdeskundige dient, op grond van onderdeel d, wel ervaring te hebben in de regio waarin het re-integratiebedrijf wenst te worden aangewezen.

Onderdeel c stelt de voorwaarde dat het re-integratiebedrijf aantoonbare ervaring met de arbeidsinschakeling van jonggehandicapten heeft.

Tweede, derde en vijfde lid

Zoals uiteengezet in de algemene toelichting wordt ten behoeve van deze regeling Nederland in vijf regio’s verdeeld. Op grond van het derde lid worden per regio, bedoeld in het tweede lid, ten hoogste zes re-integratiebedrijven aangewezen.

Indien meer dan zes re-integratiebedrijven om aanwijzing hebben verzocht en alle voldoen aan de voorwaarden in het eerste lid, dan bepaalt de minister van SZW door middel van loting welke re-integratiebedrijven die aan de voorwaarden voldoen worden aangewezen.

Vierde lid

Het is wenselijk om voordat de Wajong adviesvouchers kunnen worden aangevraagd de re-integratiebedrijven waar de voucher kan worden ingeleverd te selecteren. Om deze reden is in het vierde lid geregeld dat de aanvraag van een re-integratiebedrijf om geselecteerd te worden uiterlijk op 31 januari 2010 door de minister van SZW moet zijn ontvangen.

Artikel 5b.10

Het re-integratiebedrijf ontvangt voor het uitvoeren van het onderzoek bij de MKB-ondernemer € 2500,00 per ingeleverde Wajong adviesvoucher. Indien op de voucher een lager bedrag is vermeld, wordt dat bedrag verstrekt. Wat het re-integratiebedrijf aan kosten heeft gemaakt, maar via de voucher niet vergoed krijgt, factureert het re-integratiebedrijf aan de MKB-ondernemer.

Artikel 5b.13
Eerste lid

Met het begrip ‘verplichtingen’ in onderdeel a wordt gedoeld op het reeds gesloten hebben van een overeenkomst in verband met onderzoek naar de mogelijkheden om een jonggehandicapte werkzaamheden in dienstbetrekking binnen hetzelfde bedrijf te laten uitvoeren, waarvoor de voucher wordt aangevraagd. Het is immers niet de bedoeling dat met de subsidie op grond van dit hoofdstuk al lopende contracten worden gefinancierd. Hiermee wordt echter niet gedoeld op een mogelijk eerder uitgevoerd onderzoek of het eerder door het re-integratiebedrijf hebben verricht van re-integratiewerkzaamheden voor dezelfde MKB-ondernemer.

Onderdeel b legt de koppeling tussen de gesloten overeenkomst tussen de MKB-ondernemer en het re-integratiebedrijf en de daadwerkelijke uitvoering van een onderzoek. Het is van belang dat er niet in belangrijke mate wordt afgeweken van deze overeenkomst.

Voorts is het, op grond van onderdeel c, niet mogelijk om subsidie te verkrijgen voor een onderzoek dat is uitgevoerd door een re-integratiebedrijf dat in een groep verbonden is met de MKB-ondernemer die om het onderzoek heeft verzocht. Het begrip groep is gedefinieerd in het Kaderbesluit EZ-subsidies.

Onderdeel d is opgenomen om te voorkomen dat de MKB-ondernemer een Wajong adviesvoucher inzet voor een onderzoek waarvoor (al dan niet via een programma of overkoepelend project) reeds (andere) subsidie is ontvangen. Ook de eigen bijdrage behorend bij die andere subsidie kan niet alsnog via een voucher worden gesubsidieerd.

Artikel II Toezicht

In dit artikel is bepaald welke ambtenaren belast zullen worden met het toezicht op de naleving van hoofdstuk 5b van de Subsidieregeling innoveren.

Artikel III Mandaat SenterNovem

De Kaderwet SZW-subsidies heeft betrekking op het verstrekken van subsidies door de minister van SZW. Met deze bepaling mandateert de minister van SZW de algemeen directeur van SenterNovem om deze regeling namens hem uit te voeren. Hierbij is tevens mandaat geregeld voor de behandeling van bezwaar en beroep door SenterNovem.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven