Regeling van de Minister van Economische Zaken van 3 september 2009, nr. WJZ/9155298, tot wijziging van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen ten aanzien van de opschortingsvoorwaarden voor borgstelling van MKB-kredieten

7 september 2009

Nr. WJZ / 9155298

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 30, vijfde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 2.1 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, tweede lid, aanhef, komt te luiden:

• 2. De Bank kan de vermindering, bedoeld in het eerste lid, gedurende een periode van ten minste een kalenderkwartaal opschorten indien:

B

Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

• 3. De in het tweede lid bedoelde opschorting van de vermindering vindt ten hoogste voor een totaal van acht kalenderkwartalen plaats. De opschorting van de vermindering vindt ten hoogste voor een totaal van twaalf kalenderkwartalen plaats indien het bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt:

  • a. aan een starter:

  • b. voor de betaling van de kosten van de stichting of van de verbouwing van een onroerende zaak mits opschorting voor ten minste vier kalenderkwartalen gedurende de stichting of verbouwing van deze onroerende zaak plaats vindt.

C

In artikel 5, vijfde lid, wordt de zinsnede ‘Voor de toepassing van het vierde lid’ vervangen door: Voor de toepassing van het derde en het vierde lid.

D

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 10. Onder de in het tweede lid bedoelde voorwaarden kan, onder vermeerdering van de in het derde lid bepaalde maxima, opschorting van de vermindering voor een totaal van acht kalenderkwartalen plaatsvinden mits:

  • a. het een bedrijfsborgstellingskrediet betreft waarvoor de maximale opschorting van de vermindering op grond van het derde lid heeft plaatsgevonden; en

  • b. de opschorting betrekking heeft op een periode die is gelegen voor 1 oktober 2011.

E

Aan artikel 22 wordt een achtste lid toegevoegd, luidende:

• 8. Het zevende lid is niet van toepassing ten aanzien van de wijziging van artikel 5 ingevolge de Regeling van de Minister van Economische Zaken van ... 2009, nr. WJZ/9155298, tot wijziging van de regeling Starten, groeien en overdragen van ondernemingen ten aanzien van de opschortingsvoorwaarden voor borgstelling van MKB-kredieten.

ARTIKEL II

Bijlage 2.2 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, tweede lid, aanhef, komt te luiden:

• 2. De Bank kan de vermindering, bedoeld in het eerste lid, gedurende een periode van ten minste een kalenderkwartaal opschorten indien:

B

Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

• 3. De in het tweede lid bedoelde opschorting van de vermindering vindt ten hoogste voor een totaal van acht kalenderkwartalen plaats. De opschorting van de vermindering vindt ten hoogste voor een totaal van twaalf kalenderkwartalen plaats indien het bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt:

  • a. aan een starter:

  • b. voor de betaling van de kosten van de stichting of van de verbouwing van een onroerende zaak mits opschorting voor ten minste vier kalenderkwartalen gedurende de stichting of verbouwing van deze onroerende zaak plaats vindt.

C

In het vijfde lid wordt de zinsnede ‘Voor de toepassing van het vierde lid’ vervangen door: Voor de toepassing van het derde en het vierde lid.

D

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 10. Onder de in het tweede lid bedoelde voorwaarden kan, onder vermeerdering van de in het derde lid bepaalde maxima, opschorting van de vermindering voor een totaal van acht kalenderkwartalen plaatsvinden mits:

  • a. het een bedrijfsborgstellingskrediet betreft waarvoor de maximale opschorting van de vermindering op grond van het derde lid heeft plaatsgevonden; en

  • b. de opschorting betrekking heeft op een periode die is gelegen voor 1 oktober 2011.

E

Aan artikel 22 wordt een negende lid toegevoegd, luidende:

• 9. Het achtste lid is niet van toepassing ten aanzien van de wijziging van artikel 5 ingevolge de Regeling van de Minister van Economische Zaken van ... 2009, nr. WJZ/9155298, tot wijziging van de regeling Starten, groeien en overdragen van ondernemingen ten aanzien van de opschortingsvoorwaarden voor borgstelling van MKB-kredieten.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 september 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

Zoals bij brief van 29 juni 2009 aan de Tweede Kamer is bericht (Kamerstukken II 2008/2009, 31371, nr. 231) is het wenselijk vanwege de problematische situatie bij veel bedrijven de mogelijkheden tot opschorting van aflossingen op leningen waarvoor de Staat een borgstelling heeft afgegeven, te verruimen. Hiervoor is van belang dat in geval van een dergelijke opschorting de borgstelling dekkend blijft voor het gehele uitstaande krediet. Deze wijzigingsregeling bevat hiervoor voorzieningen.

In de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen is in hoofdstuk 2 de borgstellingsregeling voor MKB-kredieten opgenomen. De bijlagen hierbij bevatten modelborgstellingsovereenkomsten voor bedrijfsborgstellingskredieten. Artikel 5, eerste lid, van deze overeenkomsten strekt ertoe dat de omvang van de borgstelling per kalenderkwartaal wordt verminderd overeenkomstig het aflossingsschema. Deze vermindering kan ingevolge het tweede en derde lid van artikel 5 voor bepaalde perioden worden opgeschort indien de kredietverlenende bank instemt met opschorting van de aflossing. De opschorting kan thans twee of drie maal plaatsvinden, steeds voor een periode van maximaal vier kalenderkwartalen.

Met deze regeling wordt het hiervoor beschreven opschortingsregime versoepeld en wordt een tijdelijke aanvullende opschortingsmogelijkheid ingevoerd. De versoepeling komt er op neer dat ingevolge de onderdelen A en B van artikel I de opschorting per kalenderkwartaal kan plaatsvinden. Al naar gelang de behoefte kan de opschorting gedurende acht (respectievelijk twaalf) aaneengesloten kalenderkwartalen plaatsvinden of kunnen acht (respectievelijk twaalf) afzonderlijke opschortingen van elk een kalenderkwartaal plaatsvinden of enigerlei tussenliggende variant. Op deze wijze kan flexibel op de bestaande situatie van een bedrijf worden ingespeeld. Overigens is van de gelegenheid gebruik gemaakt de opschortingsbepaling voor financieringen ten behoeve van starters en voor registergoederen in lijn te brengen met de in het vierde lid gehanteerde terminologie (artikel 5, derde lid, gewijzigd in onderdeel B). Als gevolg hiervan geldt de extra opschortingsmogelijkheid voor financieringen van de bouw of verbouw van onroerende zaken met inbegrip van registergoederen. Ook financieringen die slechts gedeeltelijk hiervoor bestemd zijn, vallen onder dit regime.

In onderdeel D van artikel I is een extra mogelijkheid voor opschorting van de vermindering opgenomen. Deze heeft een aanvullend karakter en is derhalve alleen van toepassing indien de bestaande opschortingsmogelijkheden volledig zijn benut. Bovendien is deze opschortingsmogelijkheid tijdelijk, gelet op het naar verwachting tijdelijke karakter van de huidige economische problematiek: opschorting is mogelijk voor de periode tot 1 oktober 2011. Dit betekent dat de aanvullende opschorting maximaal acht kalenderkwartalen bedraagt. In sommige gevallen zal hier volledig gebruik van worden gemaakt, in andere gevallen slechts voor een enkel kalenderkwartaal, hetzij omdat in eerste instantie de bestaande opschortingsmogelijkheid kan worden gebruikt, hetzij omdat de noodzaak van opschorting slechts beperkt is. Ook hier staat voorop dat partijen flexibel op de bestaande situatie moeten kunnen inspelen.

Met de wijziging van de modelovereenkomst wordt bereikt dat de opschortingsmogelijkheden worden verruimd voor nieuwe borgstellingskredieten die vallen onder het bereik van een na de inwerkingtreding van deze regeling gesloten borgstellingsovereenkomst. Het is echter van belang dat ook voor lopende borgstellingskredieten die vallen onder bestaande borgstellingsovereenkomsten, gebruik kan worden gemaakt van de nieuwe opschortingsmogelijkheden.

Ingevolge artikel 22 van de modelborgstellingsovereenkomst leidt wijziging van het Kaderbesluit EZ-subsidies of van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen tot een gelijke wijziging van de overeenkomst en kan de overeenkomst door een schriftelijke mededeling van de minister aan de bank worden gewijzigd. In de overeenkomsten die voor 1 januari 2009 zijn gesloten op grond van het Besluit borgstelling MKB-kredieten 1997 is een soortgelijke bepaling opgenomen (artikel 21). Dergelijke wijzigingen hebben echter geen effect op lopende borgstellingskredieten, zo is ook bepaald in het zevende lid van artikel 22 (voorheen artikel 21) van de modelovereenkomst van de staat met één bank en in het achtste lid van artikel 22 (voorheen artikel 21) van de modelovereenkomst van de staat met meer dan één bank. Gelet op het belang dat de met deze regeling doorgevoerde wijziging ook op lopende borgstellingskredieten kan worden toegepast en omdat dit voor de banken slechts begunstigend is, is hierop in onderdeel E van de regeling een uitzondering gemaakt. Dit betekent ook dat in gevallen waarin reeds gebruik is gemaakt van de opschortingsmogelijkheid van artikel 5, tweede en derde lid, verdere opschorting mogelijk is overeenkomstig het in de regeling neergelegde regime. Bovendien wordt in deze gevallen voor de reeds toegekende opschortingen uitgegaan van de duur van die opschortingen en niet van het aantal opschortingen.

Administratieve lasten

Met deze wijziging krijgen de banken meer armslag voor het opschorten van aflossingen. Indien banken willen overgaan tot opschorting en daarbij een dekkende borgstelling willen behouden, dienen zij SenterNovem hierover te informeren. Deze handeling vergt weinig tijd. Bovendien hebben bedrijfsleven en banken zelf om deze wijziging gevraagd. Banken bepalen zelf in welke mate ze hiervan gebruik maken. SenterNovem stimuleert het gedigitaliseerd aanleveren van meldingen.

Gelet op het voorgaande wordt voorzien dat de totale administratieve lasten beperkt wijzigen van € 384.375 (EIM meting juni 2009) naar € 393.750. Dat betekent een stijging van 0,052% naar 0,053% van het jaarlijkse garantieplafond van € 745 mln.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.