Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2009, nr. 25344, houdende vaststelling van geactualiseerde Rode lijsten flora en fauna

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 1 en 3 van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijke leefmilieu in Europa van 19 september 1979 (Trb. 1979, 175);

Besluit:

ARTIKEL I

De Rode Lijst Zoogdieren, de Rode Lijst Reptielen, de Rode Lijst Amfibieën, de Rode Lijst Dagvlinders en de Rode Lijst Paddenstoelen in de bijlage bij het Besluit Rode lijsten flora en fauna worden vervangen door de rode lijsten voor de genoemde soorten, opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal, met uitzondering van de bijlage, met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage zal ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Den Haag, 28 augustus 2009

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

In opdracht van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is, sinds de publicatie van het Besluit Rode lijsten flora en fauna in 2004, voor een vijftal soortgroepen een basisrapport opgesteld ten behoeve van de actualisering van de rode lijsten. Deze basisrapporten betreffen:

  • voor zoogdieren: ‘Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria. VZZ rapport 2006.027. Tweede, herziene druk.’ van Zoogdiervereniging VZZ (2006);

  • voor reptielen en voor amfibieën: ‘Basisrapport Rode Lijst Amfibieën en Reptielen volgens Nederlandse en IUCN-criteria. Rapport 2007-16.’ van Stichting RAVON (2007);

  • voor dagvlinders: ‘Basisrapport Rode Lijst Dagvlinders’ van De Vlinderstichting (2006);

  • voor paddenstoelen: ‘Basisrapport Rode Lijst Paddenstoelen’ van de Nederlandse Mycologische Vereniging (2008).

De rode lijsten hebben een signalerende functie voor het beleid. Sinds 2007 worden rode lijsten gebruikt voor de zogeheten outcome-indicator voor natuurbeleid die is opgenomen in de jaarlijkse LNV-begroting. Voorts staat de rode lijststatus van bepaalde soorten aan de basis van toepassing van de zogeheten ‘leefgebiedenbenadering’ (‘actief soortenbeleid’) voor deze soorten.

De in de basisrapporten voorgestelde rode lijsten zijn integraal overgenomen in onderhavig besluit met uitzondering van de plaatsing van het konijn in de Rode Lijst Zoogdieren. De Zoogdiervereniging VZZ stelt in haar rapport uit 2006 voor het konijn in de lijst ‘gevoelig’ te plaatsen omdat de populatie konijnen in de tweede helft van de 20e eeuw sterk achteruit is gegaan. De belangrijkste oorzaken van deze achteruitgang zijn het uitbreken van de konijnenziekte myxomatose na 1954 en recent het optreden van de ziekte: viraal haemorrhagisch syndroom (VHS). Gegevens van de laatste drie jaar uit onder andere het Netwerk Ecologische Monitoring wijzen echter op een landelijk herstel van de populatie. De plaatsing van het konijn op de rode lijst zou tot gevolg hebben dat de jacht op het konijn niet kan worden geopend (artikel 32, derde lid, van de Flora- en faunawet) voor zolang het konijn op de lijst blijft staan. Dit verhoudt zich niet met het feit dat het konijn zich weer herstelt en overigens een algemene soort is. Er is voldoende waarborg om populaties konijnen tegen overbejaging te beschermen indien noodzakelijk. Artikel 37, eerste lid, van de Flora- en faunawet verplicht bijvoorbeeld jagers om zich rekenschap te geven van het behoud van een redelijke stand van het wild in zijn jachtveld.

De wijzigingen treden in werking met ingang van de tweede dag na publicatie van de regeling in de Staatscourant. Dit is in afwijking van het beleid omtrent de Vaste Verandermomenten (Kamerstukken II 2007/2008, 29 515, nr. 243). De actualisering van Rode Lijsten gebeurt periodiek. Dat betekent dat actualisatie op basis van een basisrapport enige jaren op zich kan laten wachten. De oudste basisrapporten waar deze actualisatie op steunt, stammen bijvoorbeeld uit 2006. De basisrapporten worden ondertussen gebruikt door het beleid. Omwille van de transparantie in het beleid is er daarom voor gekozen de publicatie van deze actualisatie niet te laten wachten tot het volgende verandermoment op 1 januari 2010. Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat deze publicatie geen rechtsgevolgen heeft voor burgers of bedrijfsleven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven