Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 71 pagina 12 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 71 pagina 12 | Overig |
12 maart 2007
Nr. C/S&A/07/655
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 28 februari 2007, arc-2007.03507/8);
Besluiten:
De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de Handelingen van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Friese taal over de Periode: vanaf 1945’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.
Den Haag, 12 maart 2007.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de algemene rijksarchivaris, M.W. van Boven.De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
namens deze:
de projectdirecteurProject Wegwerken Archiefachterstanden PWAA, A. van der Kooij.
– Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
– Minister van Buitenlandse Zaken
– Minister van Justitie
– Minister van Financiën
– Minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW)
– Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Drs. H.R. Jordaan
PWAA/Pim Fijnheer
Rotterdam
AmvB: Algemene Maatregel van Bestuur
Afuk: Algemiene Fryske Underrjocht Kommisje
art.: artikel
Awb: Algemene wet bestuursrecht
BSD: Basis Selectiedocument
CITO: Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling
COREPER: Comité des répresentants permanents des Etats Membres auprès de l'Union européenne (Comité van permanente vertegenwoordigers)
CRM: Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
IO: institutioneel onderzoek
ISOVSO: Interimwet speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs
KB: koninklijk besluit
KNAW: Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen
LO: lager onderwijs
NLO: nieuwe lerarenopleiding
PB: Provinsjale en Buma Bibliotheek fan Friesland
PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn
RAD: Rijksarchiefdienst
RIO: rapport institutioneel onderzoek
Stb.: Staatsblad
Stcrt.: Staatscourant
TK: Tweede Kamer
Trb.: Tractatenblad
WBO: Wet op het basisonderwijs 1985
WPO: Wet op het primair onderwijs
Een Basis Selectiedocument (BSD) is de vorm waarin een of meerdere selectielijst(en), bedoeld in artikel 5 van de Archiefwet 1995 (Stb. 277), worden vastgesteld. Een selectielijst biedt de Grondslag: voor het vernietigen dan wel het ter blijvende bewaring overbrengen van de neerslag van Handelingen van een zorgdrager en de onder hem ressorterende actoren. Een BSD kan bestaan uit één of meer selectielijsten.
Een BSD is gebaseerd op een vastgesteld Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO) en bestrijkt dezelfde Periode: als dit rapport. Eventuele afwijkingen hiervan worden in het verslag van het driehoeksoverleg verantwoord.
Een BSD bevat in principe dezelfde Handelingen als het RIO dat aan het BSD ten Grondslag: ligt. Eventuele afwijkingen hierop worden in het verslag van het gevoerde driehoeksoverleg verantwoord. Indien het RIO een begin- en eindPeriode: vermeldt wordt de eindPeriode: niet overgenomen in het BSD, omdat dit ten onrechte zou suggereren dat alle Handelingen afgesloten zijn. Een dergelijke wijziging heeft een praktisch nut en betekent geen nader institutioneel onderzoek.
Het Handelingenblok wijkt in zoverre af van dat van het RIO dat een veld voor de Waardering: wordt toegevoegd (zie leeswijzer onder 3.8).
In het veld ‘waardering’ wordt aangegeven of de administratieve neerslag hiervan bewaard dan wel vernietigd moet worden, en welk bewaarcriterium of vernietigingstermijn gehanteerd wordt. De Waardering: B (= bewaren) betekent dat de neerslag voor permanente bewaring wordt overgebracht naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen. De Waardering: V (= vernietiging) betekent dat de neerslag wordt vernietigd. Op welke termijn dat gebeurt, wordt bij de Waardering: vermeld. Bij voorkeur wordt ook het ingangsmoment vastgelegd (bijv. 3 jaar na vaststelling nieuwe regeling). Zonder nadere aanduiding gaat de vernietigingstermijn in direct na afsluiting van de zaak waarop een dossier betrekking heeft.
Anders dan in het RIO worden in het BSD de Handelingen per actor geordend. Indien een BSD bestaat uit lijsten voor actoren onder verschillende zorgdragers, worden deze per zorgdrager geordend. Hiermee wordt uitdrukking gegeven aan het uitgangspunt dat een selectielijst een eenheid is, bevattende Handelingen van een zorgdrager en de onder hem ressorterende actoren. Anders gezegd: een selectielijst kan opgebouwd zijn uit (deel)lijsten voor verschillende actoren die onder dezelfde zorgdrager ressorteren.
Het BSD heeft de volgende functies:
– de selectielijsten in het BSD bieden de Grondslag: voor de vernietiging en overbrenging van archiefbescheiden waarvoor een zorgdrager verantwoordelijk is (Archiefwet 1995, art. 5, eerste lid);
– voor de zorgdrager is het BSD bovendien van belang voor de bedrijfsvoering en als mogelijke basis voor archiefordening volgens bedrijfsprocessen;
– voor de zorgdrager dient het BSD als verantwoording tegenover de recht- en bewijszoekende burger, die de mogelijkheid heeft tijdens de terinzagelegging invloed uit te oefenen op het bewaar- en vernietigingsbeleid (Archiefbesluit 1995, art. 2, eerste lid, onder d);
– voor de Minister belast met het cultuurbeleid (vertegenwoordigd door de algemene rijksarchivaris) is het BSD de verantwoording inzake het bewaar- en vernietigingsbeleid vanuit cultureel-historisch belang (Archiefbesluit 1995, art. 2, eerste lid, onder c);
– voor het Nationaal Archief is het BSD (tezamen met het RIO) het uitgangspunt voor de Institutionele Toegangen.
4.1 Definitie, doelstelling en afbakening
Dit BSD is gebaseerd op het Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO): drs. H.R. Jordaan Friese taal 1937–2002. PIVOT-rapport 139. Den Haag 2004.
Het rapport beschrijft het handelen van de rijksoverheid ten aanzien van het beleid op het terrein van de Friese taal gedurende de Periode: tussen 1937 en 2002 en geeft een overzicht van de actoren die zich op het terrein bewegen.
De selectielijst bestrijkt de Periode: vanaf 1945 en het bevat in principe dezelfde Handelingen als het RIO. De verschillende actoren moeten het BSD ieder voor een deel vaststellen en wel voor die Handelingen, waarbij zij of (een van) hun rechtsvoorgangers als actor genoemd worden.
Na overleg tussen de vertegenwoordiger van PWAA en vertegenwoordigers van het Minister van Buitenlandse Zaken bleek dat genoemde Minister van de algemene Handelingen 6 en 16 uitvoert. De algemene Handelingen 1 t/m 5 en 7 t/m 15 zijn in het BSD dan ook komen te vervallen.
Het beleid ten aanzien van de Friese taal heeft raakvlakken met een vrij groot aantal (deel)beleidsterreinen. Binnen de brede gebieden van onderwijs, cultuur, binnenlands bestuur, alsmede rechtsverkeer en in mindere mate ook welzijn, gezondheidszorg en buitenlandse zaken, is na de Tweede Wereldoorlog aandacht besteed aan de Friese taal- en letterkunde.
De meeste ontwikkelingen vonden plaats op het gebied van het onderwijs en wel op alle niveaus van kleuterschool (later met de lagere school samengevoegd tot basisschool) tot en met hoger- en wetenschappelijk onderwijs. Ook in het voorschools onderwijs (kinderopvang en peuterspeelzalen) is het gebruik van de Friese taal een punt van aandacht geweest. Dit valt niet onder de competentie van de Minister van Onderwijs maar onder de gemeenten en indirect onder de Minister van Sociale Zaken. Er zijn raakpunten en overlappingen met verschillende RIO’s die het onderwijs betreffen (zie ook de bijgevoegde overzicht van PIVOT-publicaties).
In het rapport Klaar Af. Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein Basisonderwijs, 1945–1998, voortgezet onderwijs (PIVOT-rapport nr. 64) komt in de context wel enkele malen het onderwijs in het vak Friese taal ter sprake, maar dit wordt niet nader uitgewerkt. Er zijn wel enkele Handelingen met betrekking tot de Friese taal opgenomen. Het betreft de Handelingen 30, 31, 32, 33, 34, 35, 92, 476 en 478. Deze hebben betrekking op de bevoegdheid tot het geven van onderwijs in de Friese taal en op het verlenen van ontheffing van de verplichting om het vak Friese taal in het leerplan op te nemen.
In het RIO dat handelt over het voortgezet onderwijs, Mamoetsporen, deel I. Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein voortgezet onderwijs, 1968–1998), het middelbaar beroeps onderwijs en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (PIVOT-rapport nummer 63), is één handeling met betrekking tot de Friese taal opgenomen. Het betreft handeling 445 aangaande het verlenen van ontheffing voor het geven van onderwijs in de Friese taal door de onderwijsinspectie. Er wordt in de context slechts kort melding gemaakt van het formuleren van kerndoelen voor het vak Friese taal in het voortgezet onderwijs.
In de overige RIO’s die betrekking hebben op de beleidisterreinen onderwijs en wetenschappen, wordt het deelterrein Friese taal niet behandeld. Het betreft de volgende rapporten:
Mamoetsporen, deel II. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de (rijks)overheid op het beleidsterrein middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), Periode: augustus 1968–juni 1999 (PIVOT-rapport nr. 69)
Hoger Beroepsonderwijs. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de nationale overheidsorganen op het beleidsterrein hoger beroepsonderwijs, (1945) 1968–1998 (PIVOT-rapport nr. 62)
Speciaal centraal. Een institutioneelonderzoek naar het deelbeleidsterrein speciaal onderwijs Periode: 1950–1996 (PIVOT-rapport nr. 52)
Een academische zaak, deel I. Een institutioneel onderzoek naar universiteiten op het beleidsterrein wetenschappelijk onderwijs sinds (1981) 1985–1997 (PIVOT-rapport nr. 60)
Een academische zaak, deel II. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein wetenschappelijk onderwijs, (1945) 1960–1997. (PIVOT-rapport nummer 55)
De draden van de WEB. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de Periode: 1945–1995/1996 (PIVOT-rapport nr. 48)
Wetenschapsbeleid. Een institutioneel onderzoek naar het wetenschapsbeleid van de rijksoverheid in de Periode: 1945–1999 (PIVOT-rapport nummer 96)
Het cultuurbeleid ten aanzien van de Friese taal spitst zich natuurlijk met name toe op letteren, media, podiumkunsten en film. De eerste twee deelterreinen zullen worden behandeld in het PIVOT-rapport nr. 160, dat handelt over letteren, media en bibliotheken. De podiumkunsten en film vormen onderwerp van het RIO Volgens de regelen der kunst. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van overheidsorganen op het beleidsterrein kunsten, 1965–1999 (PIVOT-rapport nr. 71). In dit RIO wordt geen aandacht expliciete besteed aan de Friese taal.
Op de terreinen binnenlands bestuur, rechtspleging en rechtsverkeer moeten drie RIO’s worden genoemd:
Organisatie decentrale overheden (het nog te verschijnen PIVOT-rapport nr. 142);
Rechtspleging en rechtshulp. De datageschiedenis van Handelingen en organisatie-eenheden van de justitiële Ministeriële organisatie van de rechtspleging en rechtshulp, 1945–1992 (PIVOT-rapport nr. 10);
Gedeelde verschillen. Een onderzoek naar het handelen van de rechterlijke macht ((PIVOT-rapport nummer 124).
In geen van deze onderzoeken is specifieke aandacht besteed aan het deelterrein Friese taal.
4.2 De actoren op het beleidsterrein Friese taal, voorzover hun Handelingen in het BSD zijn opgenomen:
Actoren onder de zorg van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Commissie Friese taal
Consultatief orgaan Friese taal
Orgaan belast met het monitoren van genomen maatregelen en bereikte vooruitgang mbt het onderwijs in de Friese taal
Ambtelijke coördinatiegroep Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Actoren onder de zorg van de Minister van Buitenlandse Zaken
Minister van Buitenlandse Zaken
Actoren onder de zorg van de Minister van Justitie
Minister van Justitie
Commissie Kingma Boltjes
Actoren onder de zorg van de Minister van Financiën
Minister van Financiën
Actoren onder de zorg van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Minister belast met Onderwijs en Wetenschap:
– Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (1945–1965)
– Minister van Onderwijs en Wetenschappen (1965–1994)
– Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1994-2003)
– Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (vanaf 2003)
Minister belast met Cultuur:
– Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (1945–1965)
– Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1994-2003)
– Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (vanaf 2003)
Commissie Wesseling;
Projectgroep invoering Fries als verplicht vak op de scholen voor gewoon lager onderwijs in de provincie Friesland;
Commissie Fries in het buitengewoon onderwijs;
Commissie Fries in het voortgezet onderwijs;
Coördinator ten behoeve van de invoering van het vak Fries in de eerste fase van het voortgezet onderwijs
Actoren onder de zorg van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Minister belast met Cultuur:
– Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (1965 - 1982)
– Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1982 - 1994)
Minister belast met Welzijn:
– Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (vanaf 1994)
Commissie Friese-taalpolitiek (Van Ommen)
De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven. Deze selectiedoelstelling wordt in het BSD toegepast op het betreffende beleidsterrein.
Om de selectiedoelstelling te bereiken worden de Handelingen in het BSD gewaardeerd aan de hand van de onderstaande algemene selectiecriteria. Deze criteria zijn in 1997 door het Convent van Rijksarchivarissen vastgesteld en geaccordeerd door PC DIN en KNHG.
Handelingen die gewaardeerd worden met B (ewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoordingvan beleid op hoofdlijnen aan andere actoren
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de Ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde Handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
7 Leeswijzer bij de handelingenlijst
De Handelingen worden beschreven in een Handelingenblok, zoals hierna aangegeven:
Dit is het volgnummer van de handeling.
Dit nummer is overgenomen uit het RIO. Als het volgnummer van één of meerdere handelingen in het BSD afwijkt van het oorspronkelijke RIO-nummer, dan wordt deze vermeld in een concordans.
Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid.
In de praktijk komt een Handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.
Bijvoorbeeld:
Het voorbereiden, coördineren en bepalen van het beleid inzake geluidshinder.
Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Is geen specifiek beginjaar bekend dan wordt een beginjaar geschat, of 1945– genoemd. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.
Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht, indien bekend, kan op twee manieren worden vermeld.
(1)
– de naam (citeertitel) van de wet, de Algemene Maatregel van Bestuur, het Koninklijk Besluit of de Ministeriële regeling;
– het betreffende artikel en lid daarvan;
– de vindplaats of bron;
– wijzigingen in de Grondslag: en het vervallen hiervan.
Bijvoorbeeld:
Reclasseringsregeling 1947, art. 9, lid 2 (Stb. 1947, H 423), Reclasseringsregeling 1970, art. 8, lid, lid 3 (Stb. 1969, 598), gewijzigd 1978 (Stb. 1978, 254), vervallen in 1986 (Stb. 1986, 1)
(2)
– naam van de wet, de algemene Maatregel van bestuur, het Koninklijk Besluit of Ministeriële regeling;
– het betreffende artikel en het lid daarvan.
De overige gegevens (vindplaats, wijzigingen of vervallen kunnen worden vermeld in een overzicht van geraadpleegde wetten)
Bijvoorbeeld:
Reclasseringsregeling 1947, art. 9, lid 2, Reclasseringsregeling 1970, art. 8, lid 3
NB: Met vindplaats wordt de vermelding in het staatsblad of staatscourant bedoeld. Het verdient de voorkeur de vindplaats van de Grondslag: op te nemen in het Handelingenblok. Een andere mogelijkheid is de vindplaats in het overzicht van wet- en regelgeving te vermelden. Duidelijk moet zijn op welke versie van een wet- of regeling een handeling gebaseerd is.
Wanneer er geen wettelijke Grondslag: voor een handeling bestaat, kan de bron (interne regelgeving, beleidsnota’s) worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld.
Hier achter staat het product vermeld waarin de handeling resulteert of zou moeten resulteren.
Opsommingen geven een indicatie van de producten en zijn niet altijd uitputtend. Vaak wordt volstaan met een algemeen omschreven eindproduct Toepassing is afhankelijk van de zorgdrager.
Deze aanvullende informatie wordt slechts vermeld wanneer (een onderdeel van) het Handelingenblok toelichting behoeft.
Waardering: van de handeling in B (bewaren) of V (vernietigen).
Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn, zonodig aangevuld met een bewerkingsinstructie, bijvoorbeeld: ‘v 5 jaar na voltooiing project’.
Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium.
Eventueel een nadere toelichting op de waardering.
8 Verslag vaststellingsprocedure
In 2006 is het ontwerp-BSD door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Justitie, de Minister van Financiën, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC).
Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de Handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd.
Vanaf 1 januari 2007 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van genoemde Ministeries en bij de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 28 februari 2007 bracht de RvC advies uit (arc-2007.03507/8), hetwelk geen aanleiding heeft gegeven tot wijzigingen in de ontwerp-selectielijst.
Daarop werd het BSD op 12 maart 2007 door de algemene rijksarchivaris, namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Project Directeur Project Wegwerken Archiefachterstanden (conform het convenant d.d. 30 mei 2006) namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (C/S&A/07/650), de Minister van Buitenlandse Zaken(C/S&A/07/651), de Minister van Justitie (C/S&A/07/652), de Minister van Financiën (C/S&A/07/653), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (C/S&A/07/654) en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (C/S&A/07/655) vastgesteld.
Actoren onder de zorg van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is belast met de coördinatie van het beleid ten aanzien van de Friese taal; de emancipatie van het Fries is in belangrijke mate een binnenlandse bestuurlijke aangelegenheid. De Minister van BZK was een van de drie Ministers die naar aanleiding van Kneppelfreed af reisde naar Friesland. De Minister van Binnenlandse Zaken is ook betrokken bij de totstandkoming van de bestuursafspraken aangaande de Friese taal en cultuur die sinds 1989 tussen het Rijk en de provincie Friesland worden gemaakt.
Nadat in 1979 een interim-rapport van de werkgroep Frysk yn it offisiële forkear unaniem door het provinciebestuur was aanvaard en vervolgens was aangeboden aan de Raad van Ministers, waarbij werd aangedrongen op de totstandkoming van een Friese taalwet, werd door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie de Commissie Friese taal ingesteld. De commissie bestond zowel uit Friese leden als uit Haagse leden. Een rapport van de commissie, Fries in het bestuurlijk verkeer, verscheen in 1985. In 1992 bracht de commissie ook een advies uit over het gebruik van het Fries in het rechtsverkeer.
Consultatief orgaan Friese taal
De instelling van het Consultatief orgaan Friese taal in 1998 vloeide rechtstreeks voort uit de aanvaarding door Nederland van het Europees Handvest regionale talen of talen van minderheden. Artikel 7, vierde lid van het Handvest moedigt staten aan om organisaties in het leven te roepen die de overheid in alle zaken met betrekking tot regionale of minderheidstalen kunnen adviseren. Het orgaan brengt periodiek rapport uit aan de Minister van Binnenlandse Zaken over de behoeften en wensen ten aanzien van de Friese taal en cultuur in relatie tot het Europees handvest. Het orgaan wordt in zijn werkzaamheden bijgestaan door het Berie foar it Frysk. Deze laatste is een adviesorgaan van de provincie Friesland en komt als zodanig niet als actor in dit BSD voor.
Orgaan belast met het monitoren van genomen maatregelen en bereikte vooruitgang mbt het onderwijs in de Friese taal
Dit in 1998 in het leven geroepen orgaan is belast met het monitoren van genomen maatregelen en bereikte vooruitgang met betrekking tot het onderwijs in de Friese taal.
Ambtelijke coördinatiegroep Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Deze coördinatiegroep werd, conform de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001 (Stb. 2001, 125), ingesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hierin hebben vertegenwoordigers van alle Ministeries die betrokken zijn bij de Bestuursafspraak zitting, alsmede vertegenwoordigers van gedeputeerde staten van Friesland. De taken van de coördinatiegroep zijn:
– het voorbereiden van het periodiek overleg in het kader van de Bestuursafspraak;
– het voorbereiden en monitoren van de uit de Bestuursafspraak voortvloeiende uitvoeringsconvenanten;
– het voorbereiden van de jaarlijkse rapportages aan Tweede Kamer en de provincie Friesland;
– het monitoren van de implementatie van de verplichtingen voortvloeiend uit het Europees Handvest.
Actoren onder de zorg van de Minister van Buitenlandse Zaken
Minister van Buitenlandse Zaken
De Minister van Buitenlandse Zaken is sinds 1945 betrokken bij het beleidsterrein Friese taal en is een van de betrokken Ministers bij de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur van 1993. Conform de Bestuursafspraak wordt in het buitenland voorlichting gegeven over de Friese taal en cultuur in het kader van de voorlichting over Nederland en worden internationale contacten met andere gebieden in Europa waar regionale talen worden gesproken gestimuleerd.
Actoren onder de zorg van de Minister van Justitie
Omdat de directe aanleiding van de gebeurtenissen van Kneppelfreed een reeks van incidenten naar aanleiding van het gebruik van het Fries in de rechtszaal betrof, was ook de Minister van Justitie vanaf het eerste uur betrokken bij het beleid ten aanzien van dit deelterrein.
Commissie betreffende het gebruik van de Friese taal op het gebied van het rechtsverkeer (Commissie-Kingma Boltjes)
De Commissie-Kingma Boltjes, genoemd naar haar voorzitter, werd in 1952 ingesteld door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Zij moest onder meer adviseren over het gebruik van het Fries in de rechtszaal en in het rechtsverkeer. De Commissie bracht in 1953 haar rapport uit.
Actoren onder de zorg van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W)
Minister van Onderwijs en Wetenschap
Een belangrijk onderdeel van het beleid ten aanzien van de Friese taal betreft het onderwijs. Een beleid gericht op behoud en emancipatie van de Friese taal en cultuur kan niet zonder een daarop gericht onderwijsbeleid. Ook de Minister van Onderwijs maakte deel uit van de Ministersdelegatie die in 1952 Friesland bezocht na gebeurtenissen van Kneppelfreed. De Minister van Onderwijs is eveneens een van de partijen betrokken bij de bestuursafspraken. De beleidsterreinen Onderwijs en Wetenschap ressorteerde achtereenvolgens onder de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (1945–1965), de Minister van Onderwijs en Wetenschap (1965–1994), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (vanaf 1994) en sinds 2003 de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In het Handelingenblok zal steeds de laatste benaming van het departement worden gebruikt.
Het beleid gericht op behoud en emancipatie van het Friese is breder dan alleen het onderwijs, in de zin van het leren spreken, lezen en schrijven. Het betreft ook de Friese literatuur en cultuuruitingen zoals toneel. De Minister waaronder cultuur ressorteert levert een bijdrage door Friese culturele instellingen te subsidiëren en bijvoorbeeld gezelschappen voor beroepstoneel, die zich van de Friese taal bedienen, te ondersteunen. Ook de Minister van Cultuur neemt deel aan de besprekingen aangaande de bestuursafspraken tussen rijk en provincie. Het beleidsterrein Cultuur ressorteerde achtereenvolgens onder de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (1945–1965), de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (1965–1982), de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1982–1994), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (vanaf 1994) en sinds 2003 de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In het Handelingenblok zal steeds de laatste benaming van deze actor worden gebruikt. Teneinde er zeker van te zijn dat de archieven van de Minister van Cultuur onder het zorgdragerschap van OCW bewerkt kunnen worden, wordt voor deze voor de gehele Periode: na 1945 meegenomen.
De Minister van VWS is de rechtsopvolger van CRM en WVC en is derhalve voor de Periode: 1965–1994 de zorgdrager voor de Minister van Cultuur.
Direct na het bezoek van de Ministers aan Friesland, begin 1952, werd door de toenmalige Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een commissie ingesteld die advies moest uitbrengen inzake de verruiming van de mogelijkheden tot het geven van onderwijs in de Friese taal. Daarnaast werd de commissie gevraagd om de Friese wensen met betrekking tot subsidieverlening van culturele instellingen te inventariseren.
Projectgroep invoering Fries als verplicht vak op de scholen voor gewoon lager onderwijs in de provincie Friesland (Commissie-Sinnema)
De in 1973 door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen ingestelde Commissie-Sinnema moest de invoering van de Friese taal als verplicht vak in het lager onderwijs voorbereiden. Daarbij ging het zowel om het ontwerpen van een wijziging van de Lager-onderwijswet 1920 als om een wetswijziging voor de benodigde aanpassing van de onderwijzersopleiding. Daarnaast diende de commissie de Minister algemeen van advies te dienen over dit project.
Commissie Fries in het buitengewoon onderwijs
Deze commissie werd in 1979 ingesteld met de opdracht na te gaan voor welke schoolsoorten in het buitengewoon onderwijs en voor welke niet de Friese taal als verplicht vak diende te worden ingevoerd. Daarnaast moest de commissie onder meer een wettelijke basis formuleren voor de invoering van het Fries als verplicht vak en een uitvoeringsplan opstellen. De commissie bracht in 1981 haar rapport uit.
Commissie Fries in het voortgezet onderwijs
De Commissie Fries in het voortgezet onderwijs werd kort na de Commissie Fries in het buitengewoon onderwijs ingesteld in oktober 1979. De commissie moest inventariseren wat de bestaande mogelijkheden waren voor het geven van het vak Friese taal- en letterkunde, in hoeverre het wenselijk was deze mogelijkheden te verruimen en of het Fries als een verplicht eindexamenvak zou moeten worden ingevoerd. De commissie bracht in 1981 en 1982 respectievelijk een tussenrapport en een eindrapport uit.
Coördinator invoering vak Fries in de eerste fase van het voortgezet onderwijs
Bij de tweede Bestuursafspraak die in 1993 (Stcrt. 1993, 237) tot stand kwam werd bepaald dat de Minister van Onderwijs een coördinator ten behoeve van de invoering van het vak Fries in de eerste fase van het voortgezet onderwijs aanstelt. Deze moet regelmatig rapport uitbrengen aan zowel de Minister als aan gedeputeerde staten.
Actoren onder de zorg van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Minister waaronder Welzijn en Volksgezondheid ressorteren
Sedert 1989 is de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur als partij betrokken bij de Bestuursafspraak inzake Friese taal en cultuur, maar dan vooral voor het beleidsterrein Cultuur. In 1994 werd het cultuurbeleid onder verantwoordelijkheid gebracht van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen door de vorming van een nieuw Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (vanaf 2003 Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap geheten). Volksgezondheid en Welzijn kwamen nu onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (1994–heden). Ook deze Minister bleef bij het beleid ten aanzien van de Friese taal betrokken. Door de aanvaarding van het Europees Handvest zijn in de Bestuursafspraak van 2001 onder meer ook artikelen opgenomen over het gebruik van het Fries in instellingen als ziekenhuizen en bejaardentehuizen. Verder valt het voorschools onderwijs, dat op grond van de het Europees Handvest indirect onder de Minister van VWS. Op grond van de Welzijnswet (Stb. 1994, 447) is de verantwoordelijkheid voor het bieden van voorschools onderwijs neergelegd bij de gemeenten. Deze dienen bij gemeentelijke verordening regels te stellen met betrekking tot de kwaliteit van bij AMvB aan te wijzen vormen van kinderopvang.
Zie ook de Minister van OCW. Het betreft de Periode: 1965–1994. In het Handelingenblok zal de naam van VWS worden gebruikt. Deze Handelingen zijn voor het overzicht onder de actor Minister van VWS geplaatst.
Commissie Friese-Taalpolitiek (Commissie-Van Ommen)
In 1969 werd door de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk de interdepartementale Commissie Friese-Taalpolitiek ingesteld. Aanleiding was onder meer het feit dat de provincie Friesland er bij de regering op had aangedrongen het Fries als verplicht vak op te nemen in de lesroosters van zowel lager als voortgezet onderwijs. Daarnaast werd omstreeks deze tijd ook op bestuurlijk niveau in de provincie Friesland in toenemende mate gebruik gemaakt van het Fries, terwijl daarvoor door de centrale overheid opgestelde regels ontbraken. De commissie bracht in 1970 rapport uit.
10 Deel A: Handelingen Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: O.a. beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen en evaluaties
Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.
Onder deze handeling valt ook:
– Het voeren van overleg met andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadsvergaderingen voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
– Het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het staatshoofd betreffende het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting het beleidsterrein;
– Het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
– Het leveren van commentaar op de recht- en doelmatigheidscontroles van de Algemene Rekenkamer op het beleidsterrein;
– Het aan een externe adviescommissie verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
– Het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgevingbetreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, koninklijke besluiten
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn.
Bewaring op het hoogste niveau betekent dat kwartaalverslagen alleen worden bewaard als er geen jaarverslagen zijn, en maandverslagen alleen als er geen jaar- en kwartaalverslagen zijn, etcetera.
Waardering: B 3 voor verslagen op het hoogste niveau
V 2 jaar voor verslagen op onderliggend niveau
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Opmerking: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften valt binnen de omschrijving van de bovenstaande handeling.
Waardering: B 3
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratief rechterlijke organen
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, verweerschriften
Waardering: V 10 jaar na beschikking
Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, rapporten
Waardering: B 1
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: V 2 jaar
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: V 1 jaar, m.u.v. 1 exemplaar van het eindprodukt
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Offerte, brieven, rapport
Waardering: B 1 opdracht en eindproduct
V 5 jaar overige neerslag
Handeling: Het begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Notities, notulen, brieven
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het financieren van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Rekeningen, declaraties
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, correspondentie
Opmerking: Vanaf 1995 worden er geen subsidies meer verstrekt wanneer daarvoor geen wettelijke basis bestaat
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Instellingsbesluiten, beschikkingen
Waardering: B 4
Handeling: Het voeren van periodiek overleg inzake de uitvoering van activiteiten in het kader van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 1989
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder F, 1–2 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. (Stb. 2001, 125)
Periode: 1989–
Product: Notulen, verslagen
Opmerking: Het overleg dient mede voor afstemming van het beleid van de provincie Friesland ten opzichte van het Rijk en de onderscheiden rijksorganen onderling. Volgens de eerste Bestuursafspraak werd het overleg jaarlijks gevoerd; vanaf 2001 wordt het overleg tenminste eens in de drie jaar gevoerd.
Waardering: B 3
Handeling: Het vaststellen van uitvoeringsconvenanten ter operationalisering van de bepalingen in het Europees Handvest zonodig door middel van aanvullende wetgeving
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.2. (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–(2004)
Product: Uitvoeringsconvenanten
Opmerking: In de uitvoeringsconvenanten worden ook afspraken gemaakt over financiering van de implementatie van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Waardering: B 5
10.1.2 Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie
Handeling: Het detacheren/benoemen van ambtenaren bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EG
Periode: 1958–
Produkt Besluit
Waardering: V 5 jaar na einde detachering
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie inzake het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage
Periode: 1958–
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken van de Europese Commissie op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Produkt Concept-fiches
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (de handeling hiervoor is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’.
Waardering: B 4
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese Taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het COREPER met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het COREPER worden vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level groepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 5
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van Raadsvergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo).
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere termijn spelende zaken van EU-belang inzake het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan) leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.
Waardering: B 1
Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, beheerscomité of reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: De Raad benoemt de leden van de comités
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, die besproken worden in een raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze comités.
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, voorzover deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
10.1.3 Implementatie van Europese regelgeving
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast te stellen besluit
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzingen voor regelgeving (1992, Stcrt. 230), nr. 334
Produkt Implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure (co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Grondslag: Richtlijnen
Produkt Besluit
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het periodiek rapporteren aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa over het in overeenstemming met deel II van het Europees Handvest gevoerde beleid inzake de toepassing van de in deel III aanvaarde bepalingen
Grondslag: Europees Handvest regionale talen, art. 15, eerste lid (Trb. 1993, 1 en 199; 1998, 20);
Periode: 1998–
Product: Rapportage
Opmerking: Het de rapportage moet eens in de drie jaar plaats vinden; het eerste rapport moet worden gepresenteerd binnen een jaar na de inwerkingtreding van het Europees Handvest.
Waardering: B 3
10.1.4 Het Fries als rechtstaal en als bestuurstaal
Handeling: Het instellen van de Commissie betreffende het gebruik van de Friese taal op het gebied van het rechtsverkeer (Commissie-Kingma Boltjes)
Periode: 1952
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
Handeling: Het instellen van de Commissie Friese taal
Periode: 1981
Product: Instellingsbeschikking d.d. 29 mei 1981 (Stcrt. 1981, 113)
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van de voorzitter, eerste en tweede secretaris en (adviserende) leden van commissies op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1952–
Product: Instellingsbeschikking, art. 4, eerste en tweede lid, art. 5 en art. 6 (Stcrt. 1981, 113); Aanvulling instellingsbeschikking, art. 1 en 2 (Stcrt. 1981, 172); Aanvulling instellingsbeschikking, art. 1 en 3 (Stcrt. 1983, 183); Aanvulling instellingsbeschikking, art. 1 en 2 (Stcrt. 1984, 138); Aanvulling instellingsbeschikking, art. A t/m C (Stcrt. 1989, 133)
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het voeren van overleg met Gedeputeerde Staten van Friesland inzake het opstellen van overheidsdocumenten in het Fries
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder A, 6 (Stcrt. 1989, 133)
Periode: 1989
Product: Notulen, verslagen
Opmerking: Centraal staat daarbij de vraag of daarmee de beoogde doelstelling van het behoud van het levend erfdeel van de Friese taal en cultuur voldoende wordt gewaarborgd
Waardering: B 3
Handeling: Het stellen van nadere regels over het gebruik van de Friese taal door onderdelen van de centrale overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot Friesland
Grondslag: Wet van 4 mei 1995, houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de opneming van regels betreffende het gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer, art. 2:9, tweede lid (Stb. 1995, 302)
Periode: 1995
Product: Departementale regelgeving, modelverordening (1996)
Waardering: B 5
Handeling: Het evalueren van de resultaten van de wijziging van de Algemene wet Bestuursrecht (Stb. 1995, 302) inzake het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 1.4 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1995–
Product: Verslag
Opmerking: De wetswijziging van de AWB werd in 1995 van kracht
Waardering: B 3
Handeling: Het (zonodig) voeren van overleg inzake te nemen maatregelen om de beoogde doelstellingen van de wijziging van de AWB met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer te bereiken
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 1.4 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1995–
Product: Notulen, verslag
Opmerking: De wetswijziging van de AWB werd in 1995 van kracht
Waardering: B 5
Handeling: Het bevorderen van de mogelijkheid tot het volgen van cursussen Fries door rechters, griffiers en politiepersoneel in de provincie Friesland
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.3 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993
Product: Subdidiebeschikkingen, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
10.1.5 Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden
Hieronder zijn alleen die Handelingen opgenomen die voortvloeien uit het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden, voor zover deze niet overlappen met de standaard-Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie.
Handeling: Het instellen van een consultatief orgaan ten behoeve van de Friese taal
Grondslag: Europees Handvest regionale talen, art. 7, vierde lis (Trb. 1993, 1 en 199; 1998, 20); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, art. 9, tiende lid (Stcrt. 2001, nr. 125)
Periode: 1998–2001
Product: Instellingsbesluit consultief orgaan Friese taal (Stcr. 1998, nr. 33); wijziging Instellingsbesluit consultief orgaan Friese taal (Stcr. 2002, nr. 62)
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van de voorzitter, leden en secretaris van het consultatief orgaan Friese taal
Grondslag: Europees Handvest regionale talen, art. 7, vierde lid (Trb. 1993, 1 en 199)
Periode: 1998–
Product: Instellingsbesluit consultief orgaan Friese taal (Stcr. 1998, nr. 33); Benoemingsbesluit consultief orgaan Friese taal (Stcrt. 2002, nr. 62)
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het instellen van een orgaan belast met het monitoren van genomen maatregelen en bereikte vooruitgang met betrekking tot het onderwijs in de Friese taal
Grondslag: Europees Handvest regionale talen, art. 8, eerste lid, onder i (Trb. 1993, 1 en 199; 1998, 20)
Periode: 1998–
Product: Instellingsbesluit consultatief orgaan Friese taal (Stcrt. 1998, nr. 33), art. 2, eerste lid
Waardering: B 4
Handeling: Het treffen van regelingen om het onderwijs in de geschiedenis en cultuur die in de Friese taal haar weerspiegeling vindt te waarborgen
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Regelingen
Waardering: B 5
Handeling: Het toestaan van het onderwijs in de Friese taal in andere gebieden dan waar die taal traditioneel wordt gebruikt indien het aantal daar wonende gebruikers van die taal dit rechtvaardigt
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 2; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Wet- en regelgeving
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het ter beschikking stellen van middelen aan de Provincie Friesland om haar beleid ten aanzien van het Fries uit te voeren
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Subsidieverstrekkingen
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het voorbereiden van nieuwe en het aanpassen van oude wet- en regelgeving met betrekking de verbetering van de positie van het Fries in de voorschoolse opvang
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1, onder a; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Wet- en regelgeving
Waardering: B 1
Handeling: Het overleggen met de sociale partners inzake de mogelijkheid om aan leidsters in Friese kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in hun opleiding een bewijzen van bekwaamheid van beheersing van de Friese taal en van didactische en pedagogische vaardigheden met betrekking tot twee of meertaligheid in de kinderopvang af te geven
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1, onder a; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 1 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001
Product: Notulen, verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het stimuleren van gemeenten om de positie van het Fries in de peuterspeelzalen te verbeteren door de aandacht voor die taal op te nemen in lokale verordeningen
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.1.4 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met de provincie Friesland inzake de positie van het Fries, gegeven de bepalingen van het Europees Handvest, in verband met op handen zijnde wetgeving over de voorschoolse educatie waarin kwalitatieve doelstellingen aan de orde zijn
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.2.1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Notulen, verslagen
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het systematisch verzamelen van gegevens over de plaats die het Fries inneemt in het kwaliteitsbeleid van scholen en over de doelstellingen die scholen zich stellen ten aanzien van de beheersing van het Fries door het personeel
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.4.2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Registraties, automatische gegevensbestanden
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met de Regionale Opleidings Centra (ROC’s) in Friesland inzake het integreren van het actief beheersen van de Friese taal en de didactische en pedagogische vaardigheden met betrekking tot twee- en meertaligheid in hun opleiding tot onderwijsassistent, dan wel dit te maken tot een verplicht onderdeel van het examenprogramma
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.4.2(Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Notulen, verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het instellen van een ambtelijke coördinatiegroep ter voorbereiding van het periodiek overleg voortvloeiend uit de Bestuursafspraak Friese taal- en cultuur
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.7. (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Instellingsbeschikking
Opmerking: In de ambtelijke coördinatiegroep hebben vertegenwoordigers van alle onderscheiden Ministeries die bij de Bestuursafspraak betrokken zijn en van de Provincie Friesland zitting. Zij voeren tenminste tweemaal per jaar overleg.
Waardering: B 4
11 Deel B: Handelingen van actoren die vallen onder het zorgdragerschap van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Hieronder zijn alleen die Handelingen opgenomen die voortvloeien uit het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden, voor zover deze niet overlappen met de standaard-Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie omtrent het gebruik van het Fries in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer
Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 3, eerste lid (Stcrt. 1981, 113); gewijzigd 1989 (Stcrt. 1989, 133)
Periode: 1981–
Product: Advies, rapport
Waardering: B 1
11.2 Consultatief orgaan Friese taal
Handeling: Het rapporteren aan de Minister van Binnenlandse Zaken over de behoeften en de wensen ten aanzien van de Friese taal en cultuur in relatie tot het Europees handvest regionale talen of talen van minderheden
Grondslag: Instellingsbesluit consultatief orgaan Friese taal (Stcrt. 1998, nr. 33), art. 2, eerste lid
Periode: 1998–
Product: Rapport
Opmerking: Deze rapportages dienen periodiek, maar tenminste eens in de twee jaar te worden uitgebracht
Waardering: B 3
Handeling: Het adviseren van de Minister van Binnenlandse Zaken over de uitvoering van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001 en de daarbij behorende uitvoeringsconvenanten, in relatie tot het Europees handvest regionale talen of talen van minderheden
Grondslag: Europees Handvest regionale talen, art. 7, vierde lid (Trb. 1993, 1 en 199; 1998, 20); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, art. 9, tiende lid (Stcrt. 2001, nr. 125)
Periode: 2002–
Product: Advies
Waardering: B 1
11.3 Orgaan belast met de monitoring van genomen maatregelen en bereikte vooruitgang met betrekking tot het onderwijs in de Friese taal
Handeling: Het monitoren van genomen maatregelen en bereikte vooruitgang met betrekking tot het onderwijs in de Friese taal
Grondslag: Europees handvest regionale talen, eerste lid, onder i (Trb. 1993, 1 en 199; 1998, 20)
Periode: 1998–
Product: Rapport
Waardering: B 3
11.4 Ambtelijke coördinatiegroep Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Handeling: Het voorbereiden van het periodiek overleg voortvloeiend uit de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. a (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: agenda, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voorbereiden en monitoren van de uitvoeringsconvenanten voortvloeiend uit de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur voor de Periode: 2001–2004
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. b (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Correspondentie, verslagen
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voorbereiden van de jaarlijkse rapportage aan de Tweede Kamer en de Provincie Friesland inzake de uitvoering van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur en de daaraan gerelateerde uitvoeringsconvenanten
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. c (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Rapport
Waardering: B 3
Handeling: Het monitoren van de implementatie van de verplichting voortvloeiend uit het Europees Handvest
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. d (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Rapport
Waardering: B 3
12 Handelingen van actoren onder de zorg van de Minister van Buitenlandse Zaken
12.1 Minister van Buitenlandse Zaken
De Handelingen 1–5 en 7–15 uit het RIO zijn in het BSD komen te vervallen.
Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, rapporten
Waardering: B 1
Handeling: Het vaststellen van uitvoeringsconvenanten ter operationalisering van de bepalingen in het Europees Handvest zonodig door middel van aanvullende wetgeving
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.2. (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–
Waardering: B 5
12.1.2 Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie
Handeling: Het detacheren/benoemen van ambtenaren bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EG.
Periode: 1958–
Produkt Besluit
Waardering: V 10 jaar na ontslag of uitdiensttreding
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie inzake het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage
Periode: 1958–
Waardering: V 20 jaar
Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken van de Europese Commissie op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Produkt Concept-fiches
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (de handeling hiervoor is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’.
Waardering: B 4
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese Taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het COREPER met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het COREPER worden vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level groepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van Raadsvergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo).
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere termijn spelende zaken van EU-belang inzake het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan) leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.
Waardering: B 1
Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, beheerscomité of reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: De Raad benoemt de leden van de comités
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, die besproken worden in raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze comités.
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, voorzover deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
12.1.3 Implementatie Europese regelgeving
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast te stellen besluit
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzingen voor regelgeving (1992, Stcrt. 230), nr. 334
Produkt Implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure (co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Grondslag: Richtlijnen
Produkt Besluit
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
12.1.4 Beleid ten aanzien van Friese taal en cultuur
Handeling: Het voeren van overleg met gedeputeerde staten van Friesland over en het vaststellen van:
– de wijze waarop internationale contacten met betrekking Friese taal en cultuur kunnen worden gelegd;
– de wijze waarop voorlichting in het buitenland dient te worden gegeven over de Friese taal en cultuur
Grondslag: Bestuursafspraak 1993, art. 2.5 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Nota’s, verslagen, correspondentie
Waardering: B 5
Handeling: Het nemen van maatregelen gericht op het geven van een passende plaats aan de Friese taal en de cultuur waarvan deze een uitingsvorm is binnen het buitenlands cultuurbeleid
Periode: 2001–
Product: Regelgeving
Waardering: B 1
13 Handelingen van actoren onder de zorg van de Minister van Justitie
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: O.a. beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen en evaluaties
Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.
Onder deze handeling valt ook:
– Het voeren van overleg met andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadsvergaderingen voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
– Het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het staatshoofd betreffende het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting het beleidsterrein;
– Het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
– Het leveren van commentaar op de recht- en doelmatigheidscontroles van de Algemene Rekenkamer op het beleidsterrein;
– Het aan een externe adviescommissie verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
– Het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid
Waardering: B 1, 2
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgevingbetreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, koninklijke besluiten
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 3 jaarverslagen
Overige neerslag V 2 jaar (indien geen jaarverslagen voorhanden dan B kwartaalverslagen)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Opmerking: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften valt binnen de omschrijving van de bovenstaande handeling.
Waardering: B 3
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratief rechterlijke organen
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, verweerschriften
Waardering: V 5 jaar na beschikking
Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, rapporten
Waardering: B 1
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: V 2 jaar
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: B 5 1 exemplaar van het eindproduct
V 2 jaar overige neerslag
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Offerte, brieven, rapport
Waardering: B 5 opdracht en eindproduct
V 5 jaar overige neerslag
Handeling: Het begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Notities, notulen, brieven
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Registraties, automatische gegevens
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het financieren van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Rekeningen, declaraties
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, correspondentie
Opmerking: Vanaf 1995 worden er geen subsidies meer verstrekt wanneer daarvoor geen wettelijke basis bestaat
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Instellingsbesluiten, beschikkingen
Waardering: B 4
Handeling: Het voeren van periodiek overleg inzake de uitvoering van activiteiten in het kader van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 1989
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder F, 1–2 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. (Stb. 2001, 125)
Periode: 1989–
Product: Notulen, verslagen
Opmerking: Het overleg dient mede voor afstemming van het beleid van de provincie Friesland ten opzichte van het Rijk en de onderscheiden rijksorganen onderling. Volgens de eerste Bestuursafspraak werd het overleg jaarlijks gevoerd; vanaf 2001 wordt het overleg tenminste eens in de drie jaar gevoerd.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het vaststellen van uitvoeringsconvenanten ter operationalisering van de bepalingen in het Europees Handvest zonodig door middel van aanvullende wetgeving
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.2. (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–2004
Product: Uitvoeringsconvenanten
Opmerking: In de uitvoeringsconvenanten worden ook afspraken gemaakt over financiering van de implementatie van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Waardering: B 5
13.1.2 Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie
Handeling: Het detacheren/benoemen van ambtenaren bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EG.
Periode: 1958–
Produkt Besluit
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie inzake het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage
Periode: 1958
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken van de Europese Commissie op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Produkt Concept-fiches
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (de handeling hiervoor is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese Taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het COREPER met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het COREPER worden vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level groepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van Raadsvergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo).
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere termijn spelende zaken van EU-belang inzake het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan) leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.
Waardering: B 1
Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, beheerscomité of reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: De Raad benoemt de leden van de comités
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, die besproken worden in raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze comités.
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, voorzover deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
13.1.3 Implementatie Europese regelgeving
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast te stellen besluit
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzingen voor regelgeving (1992, Stcrt. 230), nr. 334
Produkt Implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure (co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Grondslag: Richtlijnen
Produkt Besluit
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
13.1.4 Het Fries als rechtstaal en als bestuurstaal
Handeling: Het instellen van de Commissie betreffende het gebruik van de Friese taal op het gebied van het rechtsverkeer (Commissie-Kingma Boltjes)
Periode: 1952
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
Handeling: Het instellen van de Commissie Friese taal
Periode: 1981
Product: Instellingsbeschikking d.d. 29 mei 1981 (Stcrt. 1981, 113)
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van de voorzitter, eerste en tweede secretaris en (adviserende) leden van commissies met betrekking tot de Friese taal
Periode: 1981–
Product: Instellingsbeschikking, art. 4, eerste en tweede lid, art. 5 en art. 6 (Stcrt. 1981, 113); Aanvulling instellingsbeschikking, art. 1 en 2 (Stcrt. 1981, 172); Aanvulling instellingsbeschikking, art. 1 en 3 (Stcrt. 1983, 183); Aanvulling instellingsbeschikking, art. 1 en 2 (Stcrt. 1984, 138); Aanvulling instellingsbeschikking, art. A t/m C (Stcrt. 1989, 133)
Waardering: V 7 jaar na einde betrekking
Handeling: Het stellen van nadere regels over het gebruik van de Friese taal door onderdelen van de centrale overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot Friesland
Grondslag: Wet van 4 mei 1995, houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de opneming van regels betreffende het gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer, art. 2:9, tweede lid (Stb. 1995, 302)
Periode: 1995
Product: Departementale regelgeving, modelverordening (1996)
Waardering: B 5
Handeling: Het bevorderen van de mogelijkheid tot het volgen van cursussen Fries door rechters, griffiers en politiepersoneel in de provincie Friesland
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.3 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993
Product: Subsidiebeschikkingen, correspondentie
Waardering: V 3 jaar
Handeling: Het in de Friese taal (laten) opstellen van standaard-formulieren gebruikt in gerechtelijke procedures
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.4 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Model standaard-formulieren in de Friese taal
Opmerking: Het betreft hier gerechtelijke procedures in de provincie Friesland waarin sprake is van voluntaire jurisdictie, niet strekkend tot bepaling van een rechtsbetrekking in geschil en waarin de aard van de zaak het gebruik van een standaard-formulier toelaat.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het onderzoeken van de mogelijkheid en het mede-mogelijk maken van de totstandkoming van een Nederlands-Fries juridisch woordenboek
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.5 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–2000
Product: Notulen, correspondentie, lexicografische voorbereidingen, stukken mbt subsidieverschaffing
Opmerking: Het Nederlands-Fries juridisch woordenboek is in 2000 uitgekomen
Waardering: B 5, m.u.v. financiële bescheiden V 7 jaar
Handeling: Het bevorderen dat in akten van de burgerlijke stand die in gemeenten in Friesland worden opgemaakt zowel het Fries als het Nederlands wordt gebruikt
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.6 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met Gedeputeerde Staten van Friesland inzake de instelling van een commissie van deskundigen die de mogelijkheden onderzoekt en adviseert inzake het gebruik van de Friese taal in authentieke akten
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.7 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Notulen, verslagen, correspondentie
Waardering: B 4, 5
Handeling: Het instellen van een commissie van deskundigen die de mogelijkheden onderzoekt en adviseert inzake het gebruik van de Friese taal in authentieke akten
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.7 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Instellingsbesluit
Waardering: B 4
Handeling: Het voeren van overleg met gedeputeerde staten van Friesland inzake de verwezenlijking van de doelstellingen van de Bestuursafspraak 1993 betreffende het gebruik van het Fries in het rechtsverkeer
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.8 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Waardering: V 5 jaar
13.1.5 Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden
Hieronder zijn alleen die Handelingen opgenomen die voortvloeien uit het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden, voor zover deze niet overlappen met de standaard-Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie.
Handeling: Het ter beschikking stellen van middelen aan de Provincie Friesland om haar beleid ten aanzien van het Fries uit te voeren
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Subsidies
Waardering: V 7 jaar
13.2 Commissie betreffende het gebruik van de Friese taal op het gebied van het rechtsverkeer (Commissie-Kingma Boltjes)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Minister van Justitie inzake de verruiming van het gebruik van de Friese taal in het rechtsverkeer
Grondslag: Instellingsbeschikking
Periode: 1952–1953
Product: Rapport
Waardering: B 1
Handeling: Het adviseren van de Minister van Verkeer en Waterstaat omtrent het gebruik van het Fries op verkeersborden, plaatsnaamaanduidingen en bij de Nederlandse Spoorwegen
Periode: 1952–1953
Product: Rapport
Waardering: B 1
13.3 Commissie van deskundigen die de mogelijkheden onderzoekt en adviseert inzake het gebruik van de Friese taal in authentieke akten
Handeling: Het onderzoeken van de mogelijkheden en het adviseren inzake het gebruik van de Friese taal in authentieke akten
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 3.7 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Rapporten, advies
Waardering: B 5
14 Handelingen van actoren onder de zorg van de Minister van Financiën
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: O.a. beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen en evaluaties
Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.
Onder deze handeling valt ook:
– Het voeren van overleg met andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadsvergaderingen voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
– Het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het staatshoofd betreffende het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting het beleidsterrein;
– Het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
– Het leveren van commentaar op de recht- en doelmatigheidscontroles van de Algemene Rekenkamer op het beleidsterrein;
– Het aan een externe adviescommissie verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
– Het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid
Waardering: B 1, 2
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgevingbetreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, koninklijke besluiten
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 1
14.1.2 Het Fries als rechtstaal en als bestuurstaal
Handeling: Het stellen van nadere regels over het gebruik van de Friese taal door onderdelen van de centrale overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot Friesland
Grondslag: Wet van 4 mei 1995, houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de opneming van regels betreffende het gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer, art. 2:9, tweede lid (Stb. 1995, 302)
Periode: 1995
Product: Departementale regelgeving, modelverordening (1996)
Waardering: B 5
15 Handelingen van actoren onder de zorg van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
15.1 Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: O.a. beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen en evaluaties
Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.
– Onder deze handeling valt ook:
– Het voeren van overleg met andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadsvergaderingen voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
– Het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het staatshoofd betreffende het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting het beleidsterrein;
– Het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
– Het leveren van commentaar op de recht- en doelmatigheidscontroles van de Algemene Rekenkamer op het beleidsterrein;
– Het aan een externe adviescommissie verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
– Het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgevingbetreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, koninklijke besluiten
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 3 jaarverslagen, rest V 5 jaar (indien geen jaarverslagen voor handen dan B kwartaalverslagen)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Opmerking: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften valt binnen de omschrijving van de bovenstaande handeling
Waardering: B 3
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratief rechterlijke organen
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, verweerschriften
Waardering: V 15 jaar
Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, rapporten
Waardering: B 5
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: V 3 jaar
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: B 5 eindproduct, rest V 5 jaar
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Offerte, brieven, rapport
Waardering: B 5 opdracht en eindproduct, rest V 5 jaar
Handeling: Het begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Notities, notulen, brieven
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Waardering: V 10 jaar na afronding onderzoek
Handeling: Het financieren van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Rekeningen, declaraties
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, correspondentie
Opmerking: Vanaf 1995 worden er geen subsidies meer verstrekt wanneer daarvoor geen wettelijke basis bestaat
Waardering: V 7 jaar na goedkeuring van de rekening
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Instellingsbesluiten, beschikkingen
Waardering: B 4
Handeling: Het voeren van periodiek overleg inzake de uitvoering van activiteiten in het kader van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 1989
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder F, 1–2 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. (Stb. 2001, 125)
Periode: 1989–
Product: Notulen, verslagen
Opmerking: Het overleg dient mede voor afstemming van het beleid van de provincie Friesland ten opzichte van het Rijk en de onderscheiden rijksorganen onderling. Volgens de eerste Bestuursafspraak werd het overleg jaarlijks gevoerd; vanaf 2001 wordt het overleg tenminste eens in de drie jaar gevoerd.
Waardering: B 3
Handeling: Het vaststellen van uitvoeringsconvenanten ter operationalisering van de bepalingen in het Europees Handvest zonodig door middel van aanvullende wetgeving
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.2. (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–2004
Product: Uitvoeringsconvenanten
Opmerking: In de uitvoeringsconvenanten worden ook afspraken gemaakt over financiering van de implementatie van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Waardering: B 1
15.1.2 Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie
Handeling: Het detacheren/benoemen van ambtenaren bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EG.
Periode: 1958–
Produkt Besluit
Waardering: V 5 jaar
V 75 jaar als er pensioenrechtelijke gevolgen aan verbonden zijn
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie inzake het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage
Periode: 1958
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken van de Europese Commissie op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Produkt Concept-fiches
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (de handeling hiervoor is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’.
Waardering: B 4
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese Taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het COREPER met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het COREPER worden vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level groepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van Raadsvergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo).
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere termijn spelende zaken van EU-belang inzake het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan) leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.
Waardering: B 1
Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, beheerscomité of reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: De Raad benoemt de leden van de comités
Waardering: V 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, die besproken worden in raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze comités.
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, voorzover deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
15.1.3 Implementatie Europese regelgeving
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast te stellen besluit
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzingen voor regelgeving (1992, Stcrt. 230), nr. 334
Produkt Implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure (co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Grondslag: Richtlijnen
15.1.4 Beleid ten aanzien van Friese taal en cultuur
Handeling: Het instellen van de Commissie-Wesselings
Periode: 1952
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
Handeling: Het instellen van de Projectgroep invoering Fries als verplicht vak op de scholen voor gewoon lager onderwijs in de provincie Friesland
Periode: 1973
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en leden van de Projectgroep invoering Fries als verplicht vak op de scholen voor gewoon lager onderwijs in de provincie Friesland
Periode: 1973
Product: Benoeming
Waardering: V 5 jaar
V 75 jaar als er pensioenrechtelijke gevolgen aan verbonden zijn
Handeling: Het voorbereiden van het bij AMvB vaststellen, wijzigen en intrekken van nadere regels aangaande de bevoegdheid van de Gedeputeerde Staten van Friesland om op verzoek van gemeente- of schoolbesturen, de hoofdinspectie gehoord, ontheffing te verlenen van de verplichting tot het geven van Friese taal als verplicht vak
Grondslag: Wet van 25 april 1974, Art. II, Abis, art. 2 (Stb. 1974, 271)
Periode: 1974
Product: AMvB’s
Waardering: B 1
Handeling: Het instellen van de Commissie Fries in het buitengewoon onderwijs
Periode: 1979
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
Handeling: Het instellen van de Commissie Fries in het voortgezet onderwijs
Periode: 1979
Product: Instellingsbeschikking, art 2 (Stcrt. 1979, …)
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van de voorzitter, secretaris en leden van commissies inzake onderwijs op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1952–
Product: Instellingsbeschikking, art 2 (Stcrt. 1979, …); wijziging 11 februari 1980 (Stcrt. 1980, …); wijziging 24 april 1981 (Stcrt. 1981, …)
Waardering: V 5 jaar
V 75 jaar als er pensioenrechtelijke gevolgen aan verbonden zijn
Handeling: Het verstrekken van faciliteiten ten behoeve van het onderwijs in het Fries
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder C, 3 (Stcrt. 1989, 133)
Periode: 1989–
Product: Subsidies, regelgeving
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met Gedeputeerde Staten van Friesland met betrekking tot te nemen maatregelen inzake het onderwijs in het Fries
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder C, 4 (Stcrt. 1989, 133)
Periode: 1989–
Product: Notulen, verslagen
Waardering: B 5
Handeling: Het (mede) verlenen van subsidie ten behoeve van de instandhouding van een toneelgezelschap dat zich bedient van de Friese taal, het Frysk Letterkundich Museum en dokumentaasjesintrum en de stichting Fryske Academie
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder D, 1.1 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 6.1.1., 6.2.1., 6.3.1. (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 1989–
Product: Subsidies
Opmerking: De andere subsidiegever is de provincie Friesland. De Minister van WVC was van 1989 tot 1994 belast met deze taak.
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het beoordelen van toneelgezelschappen die zich bedienen van de Friese taal in verband met subsidieverstrekking
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 1989, onder D, 1.2 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 6.1.2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 1989–
Product: Rapport
Opmerking: De Minister van WVC was van 1989 tot 1994 belast met deze taak.
Beoordeling geschiedde vanaf 1989 met inachtneming van de uitgangspunten van het landelijk toneelbestel en vanaf 2001 met inachtneming van de Rijksnota Cultuurbeleid.
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met Gedeputeerde Staten van Friesland in het geval van opheffing of substantiële vermindering van de financiële steun aan een toneelgezelschap dat zich bedient van de Friese taal, het Frysk Letterkundich Museum en de Fryske Akademy of wanneer een van de ze drie culturele instellingen haar activiteiten beëindigd
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder D, 1.3 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 6.1.5., 6.2.4., 6.3.2. en 6.3.4 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 1989–
Product: Notulen, verslagen
Opmerking: De Minister van WVC was van 1989 tot 1994 belast met deze taak.
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het in samenwerking met Gedeputeerde Staten van Friesland opstellen van gedragsregels voor een gezelschap voor beroepstoneel dat zich bedient van de Friese taal
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder D, 1.4 (Stcrt. 1989, 133)
Periode: 1989–
Product: Gedragsregels
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het ter beschikking stellen van een rijksbijdrage ten behoeve van Friese taal en cultuur aan de provincie Friesland
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 6.6.1. (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Subsidie
Opmerking: De provincie Friesland dient een gespecificeerde en van toelichting ten aanzien van doelstelling voorziene begroting in inzake de rijksbijdrage ten behoeve van Friese taal en cultuur.
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het voorbereiden van het bij AMvB met betrekking tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van kerndoelen voor het vak Friese taal in het basisonderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.2.2. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: AMvB’s
Waardering: B 1
Vervallen
Handeling: Het in overleg met gedeputeerde staten van Friesland bevorderen van de ontwikkeling van jaarlijkse toetsen Fries voor het basisonderwijs door het CITO in Arnhem
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.2.4 (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Notulen, verslagen
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het onderzoeken van de mogelijkheid, Gedeputeerde Staten van Friesland gehoord, om de schoolbegeleidingsdiensten voor het vak Fries op projectbasis aanvullende activiteiten te laten verzorgen
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.2.5. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Rapport
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het evalueren van het invoeringsproject Fries in het speciaal onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.2.7. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Evaluatierapport
Waardering: B 2 eindrapport, rest V 5 jaar
Handeling: Het ter beschikking stellen van middelen in het geval besloten wordt voor een vervolg op het invoeringsproject Fries in het speciaal onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.2.7. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Subsidie
Opmerking: De provincie Friesland verstrekt eveneens een subsidie. De verdeling van de kosten tussen Rijk en provincie geschiedt analoog aan het basisonderwijs
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het overeenkomstig de kerndoelen opstellen en in een Ministeriële regeling vastleggen van handreikingen voor het vak Fries in de basisvorming van het voortgezet onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.2. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Ministeriële regeling
Waardering: B 5
Handeling: Het zorgdragen voor de ontwikkeling van een leerplanvoorstel voor het vak Fries in de basisvorming van het voortgezet onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.2. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Leerplanvoorstel
Waardering: B 5
Handeling: Het (laten) ontwikkelen van voorbeeldtoetsen voor het afsluiten van het Fries in de basisvorming
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.2. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Voorbeeldtoetsen, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het scheppen van mogelijkheden voor de begeleiding van het vak Fries in het voortgezet onderwijs, analoog aan de begeleiding van de andere vakken in het voortgezet onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.4. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Subsidiebeschikkingen, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met Gedeputeerde Staten van Friesland inzake de uitvoering van regelingen met betrekking tot het vak Fries in de basisvorming van het voortgezet onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.4. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Verslag, notulen
Waardering: B 5
Handeling: Het evalueren van de regelingen ten behoeve van het vak Fries in de basisvorming
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.4. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Evaluatierapport
Waardering: B 2
Handeling: Het aanstellen van een coördinator ten behoeve van de invoering van het vak Fries in de eerste fase van het voortgezet onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.5. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Opmerking: De aanstelling geschiedt op projectbasis waarbij de salariskosten voor 1/3 ten laste van het Rijk komen en voor 2/3 ten laste van de provincie Friesland
Waardering: V 5 jaar na beëindigen van de functie
Handeling: Het voeren van overleg met gedeputeerde staten van Friesland inzake de ontwikkeling en verspreiding van leermiddelen ten behoeve van het vak Fries in de basisvorming
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.6. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Verslagen, notulen, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het (zonodig) doormiddel van aanvullende financiering verwezenlijken van de beoogde doeleinden inzake de ontwikkeling en verspreiding van leermiddelen ten behoeve van het vak Fries in de basisvorming
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.6. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Subsidies
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het zorgdragen voor het openen van de mogelijkheid om het Fries als examenvak op scholen voor voortgezet onderwijs in Friesland in te voeren
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.7. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Beschikking, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het bekostigen van twee formatieplaatsen ten behoeve van het hoger onderwijs in Friesland om daarmee zorg te dragen voor de kwaliteitsverbetering van het vak Fries in het basis- en voortgezet onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.4.3. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Subsidie
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het per hogeschool in Friesland ter beschikking stellen van een bedrag van ƒ 100.000 (€ 45.378) ten behoeve van (na-)scholing van komend en zittend personeel in het basis- en voortgezet onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.4.3. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Subsidie
Opmerking: De hogescholen dienen tweejaarlijks in een plan aan te geven hoe zij de gelden willen besteden, terwijl jaarlijks verslag moet worden gedaan over hoe de gelden in de afgelopen Periode: zijn besteed
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het voeren van tweejaarlijks overleg met gedeputeerde staten van Friesland over de besteding van de aan de hogescholen in Friesland ter beschikking gestelde gelden en de daarover ontvangen rapportage
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.4.3. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Notulen, verslagen
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het verstrekken van een jaarlijkse financiële bijdrage ter financiering van de inter-Friese activiteiten en contacten tussen de provincie Friesland en Oost- en Noord-Friesland in Duitsland
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 8.4 (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Subsidie
Waardering: V 7 jaar
Produkt Besluit
Waardering: V 5 jaar
15.1.5 Het Fries als rechtstaal en als bestuurstaal
Handeling: Het stellen van nadere regels over het gebruik van de Friese taal door onderdelen van de centrale overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot Friesland
Grondslag: Wet van 4 mei 1995, houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de opneming van regels betreffende het gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer, art. 2:9, tweede lid (Stb. 1995, 302)
Periode: 1995
Product: Departementale regelgeving, modelverordening (1996)
Waardering: B 5
15.1.6 Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden
Handeling: Het instellen van een orgaan belast met het monitoren van genomen maatregelen en bereikte vooruitgang met betrekking tot het onderwijs in de Friese taal
Grondslag: Europees Handvest regionale talen, art. 8, eerste lid, onder i (Trb. 1993, 1 en 199; 1998, 20)
Periode: 1998–
Product: Instellingsbesluit
Waardering: B 4
Handeling: Het treffen van regelingen om het onderwijs in de geschiedenis en cultuur die in de Friese taal haar weerspiegeling vindt te waarborgen
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Beschikkingen
Waardering: B 5
Handeling: Het toestaan van het onderwijs in de Friese taal in andere gebieden dan waar die taal traditioneel wordt gebruikt indien het aantal daar wonende gebruikers van die taal dit rechtvaardigt
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 2; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Correspondentie
Opmerking: Scholen zijn vrij hier zelf invulling aan te geven.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het ter beschikking stellen van middelen aan de Provincie Friesland om haar beleid ten aanzien van het Fries uit te voeren
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Subsidies
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het voorbereiden van nieuwe en het aanpassen van oude wet- en regelgeving met betrekking de verbetering van de positie van het Fries in de voorschoolse opvang
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1, onder a; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Wet- en regelgeving
Waardering: B 1
Handeling: Het overleggen met de sociale partners inzake de mogelijkheid om aan leidsters in Friese kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in hun opleiding een bewijzen van bekwaamheid van beheersing van de Friese taal en van didactische en pedagogische vaardigheden met betrekking tot twee of meertaligheid in de kinderopvang af te geven
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1, onder a; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 1 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001
Product: Notulen, verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het aan de provincie Friesland toekennen van een doeluitkering Fries in het onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.3.1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Subsidie
Opmerking: Deze doeluitkering moet door de provincie Friesland worden ingezet voor het waarborgen en stimuleren van de positie van het Fries in het onderwijs.
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het vaststellen van de voorwaarden bij de toekenning van de doeluitkering Fries in het onderwijs
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.3.1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Voorwaarden
Waardering: V 15 jaar
Handeling: Het bevorderen dat scholen die Friese taal als leergebied aanbieden en als instructietaal gebruiken ten aanzien daarvan een kwaliteitsbeleid voeren
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.4.1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Correspondentie, brochures
Opmerking: De aan de scholen ter beschikking staande instrumenten zullen worden bezien op hun geschiktheid voor het Fries en eventueel worden aangepast. Daarnaast zal hierover voorlichting worden gegeven aan de scholen.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het systematisch verzamelen van gegevens over de plaats die het Fries inneemt in het kwaliteitsbeleid van scholen en over de doelstellingen die scholen zich stellen ten aanzien van de beheersing van het Fries door het personeel
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.4.2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Registraties, automatische gegevensbestanden, rapporten.
Waardering: B 5 mbt overzichtsrapporten, samenvattingen, conclusies
V 10 jaar overige neerslag
Handeling: Het voeren van overleg met de Regionale Opleidings Centra (ROC’s) in Friesland inzake het integreren van het actief beheersen van de Friese taal en de didactische en pedagogische vaardigheden met betrekking tot twee- en meertaligheid in hun opleiding tot onderwijsassistent, dan wel dit te maken tot een verplicht onderdeel van het examenprogramma
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.4.2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Notulen, verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het bevorderen dat scholen voor primair onderwijs in het nascholingsplan van hun leraren activiteiten ten aanzien van didactische en pedagogische vaardigheden in verband met Friese taal en cultuur opnemen
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.4.3 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het bevorderen dat leerlingen die Fries als volledig examenvak kiezen deel kunnen nemen aan een jaarlijkse internationale uitwisseling met andere minderheidstalen in Europa als onderdeel van het onderwijsprogramma
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.5.8 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Correspondentie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het nemen van maatregelen gericht op het geven van een passende plaats aan de Friese taal en de cultuur waarvan deze een uitingsvorm is binnen het buitenlands cultuurbeleid
Periode: 2001–
Product: Regelgeving
Waardering: B 5
Handeling: Het adviseren van de Minister van Onderwijs inzake het nemen van maatregel ter verruiming van de mogelijkheden tot het geven van onderwijs in het Fries
Periode: 1952
Product: Rapport
Waardering: B 1
Handeling: Het adviseren van de Minister van Onderwijs inzake het verlenen van subsidies aan culturele instellingen in Friesland
Periode: 1952
Product: Rapport
Waardering: B 1
15.3 Projectgroep invoering Fries als verplicht vak op de scholen voor gewoon lager onderwijs in de Provincie Friesland
Handeling: Het voorbereiden van wetgeving ter invoering van het Fries als verplicht vak op scholen voor gewoon lager onderwijs in de provincie Friesland
Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 1, lid 2
Periode: 1973–1975
Product: Rapport
Waardering: B 1
Handeling: Het ontwerpen van een ontwikkelingsplan voor de invoering van het Fries als verplicht vak op scholen voor gewoon lager onderwijs in de provincie Friesland en het doen van voorstellen met betrekking tot daartoe te nemen maatregelen, zowel op korte als op lange termijn
Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 1, lid 2
Periode: 1973–1975
Product: Rapport
Waardering: B 1
Handeling: Het adviseren met betrekking tot het geven van voorlichting over de invoering van het Fries als verplicht vak op scholen voor gewoon lager onderwijs in de provincie Friesland
Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 1, lid 2 (Stcrt. ….)
Periode: 1973–1975
Product: Rapport
Waardering: B 5
15.4 Commissie Fries in het buitengewoon onderwijs
Handeling: Het adviseren van de Minister van Onderwijs inzake de invoering van het Fries als verplicht vak in het buitengewoon onderwijs in de provincie Friesland
Periode: 1979–1981
Product: Rapport
Waardering: B 1
15.5 Commissie Fries in het voortgezet onderwijs
Handeling: Het adviseren van de Minister van Onderwijs inzake de instelling van het Fries als verplicht vak in het voortgezet onderwijs
Periode: 1979
Product: Advies, rapport
Waardering: B 1
15.6 Coördinator ten behoeve van de invoering van het vak Fries in de eerste fase van het voortgezet onderwijs
Handeling: Het rapporteren aan de Minister van Onderwijs en aan Gedeputeerde Staten van Friesland
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, art. 4.3.5. (Stcrt. 1993, 237)
Periode: 1993–
Product: Rapportages
Waardering: B 3
16 Handelingen van actoren onder de zorg van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
16.1 Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: O.a. beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen en evaluaties
Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.
– Onder deze handeling valt ook:
– Het voeren van overleg met andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadsvergaderingen voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
– Het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het staatshoofd betreffende het beleidsterrein;
– Het voorbereiden van een Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting het beleidsterrein;
– Het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
– Het leveren van commentaar op de recht- en doelmatigheidscontroles van de Algemene Rekenkamer op het beleidsterrein;
– Het aan een externe adviescommissie verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
– Het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
– Het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid
Waardering: B 1, 2
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgevingbetreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Wetten, algemene maatregelen van bestuur, koninklijke besluiten
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Opmerking: Het betreft hier alléén voorbereidingen waarvoor in de wet- en regelgeving geen grondslagen te vinden zijn
Waardering: B 3 jaarverslag, rest V 5 jaar
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Opmerking: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften valt binnen de omschrijving van de bovenstaande handeling.
Waardering: B 4
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratief rechterlijke organen
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, verweerschriften
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het beleidsterrein Friese taal en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, rapporten
Waardering: B 5
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: V 3 jaar
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: B 5 één eindproduct, rest V 5 jaar
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Offerte, brieven, rapport
Waardering: B 1 onderzoeksopdracht en eindproduct, rest V 10 jaar
Handeling: Het begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Notities, notulen, brieven
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Registraties, automatische gegevensbestanden
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het financieren van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Rekeningen, declaraties
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, correspondentie
Opmerking: Vanaf 1995 worden er geen subsidies meer verstrekt wanneer daarvoor geen wettelijke basis bestaat
Waardering: V 7 jaar na afrekening
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1945–
Product: Instellingsbesluiten, beschikkingen
Waardering: B 4
Handeling: Het voeren van periodiek overleg inzake de uitvoering van activiteiten in het kader van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 1989
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder F, 1–2 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.1. (Stb. 2001, 125)
Periode: 1989–
Product: Notulen, verslagen
Opmerking: Het overleg dient mede voor afstemming van het beleid van de provincie Friesland ten opzichte van het Rijk en de onderscheiden rijksorganen onderling. Volgens de eerste Bestuursafspraak werd het overleg jaarlijks gevoerd; vanaf 2001 wordt het overleg tenminste eens in de drie jaar gevoerd.
Waardering: V 5 jaar
Handeling: Het vaststellen van uitvoeringsconvenanten ter operationalisering van de bepalingen in het Europees Handvest zonodig door middel van aanvullende wetgeving
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 9.2. (Stb. 2001, 125)
Periode: 2001–2004
Product: Uitvoeringsconvenanten
Opmerking: In de uitvoeringsconvenanten worden ook afspraken gemaakt over financiering van de implementatie van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
Waardering: B 1
16.1.2 Handelingen met betrekking tot de Nederlandse inbreng in de Europese Unie
Handeling: Het detacheren/benoemen van ambtenaren bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EG.
Periode: 1958–
Produkt Besluit
Waardering: V 10 jaar na einde detachering/benoeming persoon
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie inzake het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage
Periode: 1958–
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken van de Europese Commissie op het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Produkt Concept-fiches
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (de handeling hiervoor is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’.
Waardering: B 4
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese Taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het COREPER met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het COREPER worden vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level groepen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van deze vergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal en het opstellen van verslagen van Raadsvergaderingen
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo).
– dit betreft de verslagen die de Nederlandse delegatie opstelt, en niet de vergaderverslagen. De vergaderverslagen vallen onder de archiefzorg van de Europese Unie.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere termijn spelende zaken van EU-belang inzake het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan) leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.
Waardering: B 1
Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, beheerscomité of reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: De Raad benoemt de leden van de comités
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, die besproken worden in een raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze comités.
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen met betrekking tot het beleidsterrein Friese taal, voorzover deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen, en het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: – Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
– Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatie-overleg.
– Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers in de comités.
Waardering: B 1
16.1.3 Implementatie Europese regelgeving
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast te stellen besluit
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzingen voor regelgeving (1992, Stcrt. 230), nr. 334
Produkt Implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure (co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende het beleidsterrein Friese taal
Periode: 1958–
Grondslag: Richtlijnen
Produkt Besluit
Waardering: V 10 jaar
16.1.4 Beleid ten aanzien van Friese-taal en cultuur
Handeling: Het instellen van de Commissie Friese-taalpolitiek (Commissie-VanOmmen)
Periode: 1970
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
Handeling: Het (mede) verlenen van subsidie ten behoeve van de instandhouding van een toneelgezelschap dat zich bedient van de Friese taal, het Frysk Letterkundich Museum en dokumentaasjesintrum en de stichting Fryske Academie
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder D, 1.1 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 6.1.1., 6.2.1., 6.3.1. (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 1989–1994
Product: Subsidies
Opmerking: De andere subsidiegever is de provincie Friesland.
De Minister van WVC was van 1989 tot 1994 belast met deze taak.
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het beoordelen van toneelgezelschappen die zich bedienen van de Friese taal in verband met subsidieverstrekking
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 1989, onder D, 1.2 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 6.1.2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 1989–1994
Product: Rapport
Opmerking: De Minister van WVC was van 1989 tot 1994 belast met deze taak.
Beoordeling geschiedde vanaf 1989 met inachtneming van de uitgangspunten van het landelijk toneelbestel en vanaf 2001 met inachtneming van de Rijksnota Cultuurbeleid.
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met Gedeputeerde Staten van Friesland in het geval van opheffing of substantiële vermindering van de financiële steun aan een toneelgezelschap dat zich bedient van de Friese taal, het Frysk Letterkundich Museum en de Fryske Akademy of wanneer een van de ze drie culturele instellingen haar activiteiten beëindigd
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder D, 1.3 (Stcrt. 1989, 133); Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 6.1.5., 6.2.4., 6.3.2. en 6.3.4 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 1989–1994
Product: Notulen, verslagen
Opmerking: De Minister van WVC was van 1989 tot 1994 belast met deze taak.
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het in samenwerking met Gedeputeerde Staten van Friesland opstellen van gedragsregels voor een gezelschap voor beroepstoneel dat zich bedient van de Friese taal
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, onder D, 1.4 (Stcrt. 1989, 133)
Periode: 1989–1994
Product: Gedragsregels
Waardering: V 10 jaar
16.1.5 Het Fries als rechtstaal en als bestuurstaal
Handeling: Het stellen van nadere regels over het gebruik van de Friese taal door onderdelen van de centrale overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot Friesland
Grondslag: Wet van 4 mei 1995, houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de opneming van regels betreffende het gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer, art. 2:9, tweede lid (Stb. 1995, 302)
Periode: 1995–
Product: Departementale regelgeving, modelverordening (1996)
Waardering: B 5
16.1.6 Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden
Handeling: Het ter beschikking stellen van middelen aan de Provincie Friesland om haar beleid ten aanzien van het Fries uit te voeren
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Subsidies
Waardering: V 7 jaar
Handeling: Het voorbereiden van nieuwe en het aanpassen van oude wet- en regelgeving met betrekking de verbetering van de positie van het Fries in de voorschoolse opvang
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1, onder a; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Wet- en regelgeving
Waardering: B 1
Handeling: Het overleggen met de sociale partners inzake de mogelijkheid om aan leidsters in Friese kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in hun opleiding een bewijzen van bekwaamheid van beheersing van de Friese taal en van didactische en pedagogische vaardigheden met betrekking tot twee of meertaligheid in de kinderopvang af te geven
Grondslag: Europees Handvest, deel III, art. 8, lid 1, onder a; Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2 1 2 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001
Product: Notulen, verslag
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het stimuleren van gemeenten om de positie van het Fries in de peuterspeelzalen te verbeteren door de aandacht voor die taal op te nemen in lokale verordeningen
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.1.4 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Waardering: V 10 jaar
Handeling: Het voeren van overleg inzake de positie van het Fries, gegeven de bepalingen van het Europees Handvest, in verband met op handen zijnde wetgeving over de voorschoolse educatie waarin kwalitatieve doelstellingen aan de orde zijn
Grondslag: Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001, hoofdstuk 2.2.1 (Stcrt. 2001, 125)
Periode: 2001–
Product: Notulen, verslagen
Waardering: V 10 jaar
16.2 Commissie Friese-taalpolitiek (Van Ommen)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Onderwijs inzake de Friese-taalpolitiek
Periode: 1969–1970
Product: Rapport, advies
Waardering: B 1.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-71-p12-SC80004.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.