Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 2007, 123 pagina 14 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 2007, 123 pagina 14 | beleidsregel |
Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 27 juni 2007, nr. 5473582/07/DJI, houdende wijziging van de Geweldsinstructie inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden in verband met het gebruik van geweld ter voorkoming van onttrekking aan het toezicht tijdens begeleid verlof
De Staatssecretaris van Justitie,
Gelet op artikel 30, vierde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;
Besluit:
De Geweldsinstructie inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c vervalt.
2. De onderdelen d tot en met h worden geletterd c tot en met g.
B
1. In het opschrift van paragraaf 2 wordt ‘vrijheidsbenemend’ vervangen door: vrijheidsbeperkend.
2. In artikel 2 wordt ‘vrijheidsbenemende’ vervangen door: vrijheidsbeperkende.
C
Na artikel 2 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Gebruik van geweld ter voorkoming van onttrekking aan het toezicht tijdens begeleid verlof
1. Indien een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde zich tijdens begeleid verlof dreigt te onttrekken aan het op hem uitgeoefende toezicht, trachten de personeelsleden of medewerkers die het toezicht op de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde uitoefenen, hem daarvan te weerhouden.
2. Personeelsleden of medewerkers, die tot taak hebben het verlof te begeleiden, kunnen geweld gebruiken, indien noodzakelijk om onttrekking van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde aan het op hem uitgeoefende toezicht te voorkomen.
3. Personeelsleden of medewerkers, die tot taak hebben het verlof te beveiligen gebruiken geweld, indien noodzakelijk om onttrekking van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde aan het op hem uitgeoefende toezicht te voorkomen.
4. Personeelsleden of medewerkers die het toezicht op een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde uitoefenen tijdens begeleid verlof, hebben de beschikking over adequate communicatiemiddelen om een onttrekking onmiddellijk te melden aan de politie en het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden.
5. De personeelsleden of medewerkers zullen in geval van een onttrekking tijdens begeleid verlof, trachten de vluchtroute of de verblijfplaats van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde vast te stellen en die melden aan de politie en het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden.
D
Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het hoofd van de inrichting kan met voorafgaande machtiging van de Minister van Justitie besluiten om proeven te houden met andere middelen, dan genoemd in artikel 1, onder e en f, met het doel onttrekkingen aan het toezicht als bedoeld in artikel 2a te voorkomen.
2. Een ander middel, als bedoeld in het eerste lid, moet ten minste voldoen aan de eisen, die gesteld worden aan een mechanisch middel in de Regeling toepassing mechanische middelen verpleegden.
3. Het andere middel wordt gebruikt overeenkomstig het in deze regeling bepaalde.
4. Een proef, als bedoeld in het eerste lid, heeft een maximale duur van één jaar.
5. Iedere proef wordt geëvalueerd.
E
Paragraaf 5 vervalt.
F
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, wordt na ‘buiten de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden,’ de volgende zinsnede ingevoegd: daaronder begrepen tijdens verlof als bedoeld in artikel 2a.
2. Er wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden zendt binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze regeling een afschrift van de voor zijn inrichting geldende dienstinstructie aan de Minister van Justitie.
G
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘het hoofd van de Dienst Justitiële Inrichtingen’ vervangen door: de Minister van Justitie.
2. In het derde lid, onderdeel b, wordt na ‘geweldsmiddel’ ingevoegd: of vrijheidsbeperkend middel.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze wijziging van de Geweldsinstructie inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden (hierna: Geweldsinstructie tbs) wordt noodzakelijk geacht in verband met een aantal incidenten tijdens begeleide verlofsituaties.
De Minister van Justitie heeft bij brief d.d. 19 september 2005 (Kamerstukken II 2004/2005, 29452, nr. 37) aan de Kamer toegezegd dat de Geweldsinstructie tbs zal worden herzien. Toegezegd is dat in de Geweldsinstructie tbs een aparte paragraaf wordt opgenomen met betrekking tot verlofsituaties. Hierin zal moeten worden vastgelegd hoe de inrichting kan handelen in een situatie waarin ongeoorloofde afwezigheid ontstaat of dreigt te ontstaan.
Ook de mogelijkheden die de begeleider van het verlof ter beschikking staan om een onttrekking te voorkomen moeten hierin worden beschreven. Hierbij moeten het doel van het verlof, de risico’s van het ontstaan van ongeoorloofde afwezigheid en de veiligheid van de begeleider en de omgeving worden betrokken.
Het eerste deel van de toezegging, hoe een inrichting kan handelen in een situatie waarin ongeoorloofde afwezigheid ontstaat of dreigt te ontstaan is opgenomen in de circulaire Procedure bij ongeoorloofde afwezigheid, die wordt omgezet in een ministeriële regeling. Gelet op het tweede deel van de toezegging dient de Geweldsinstructie tbs te worden aangepast.
In de brief van 11 december 2006 is aan de Tweede Kamer bovendien bericht dat in de geweldsinstructie en het verlofbeleid meer mogelijkheden zullen worden opgenomen om tot een veilige tenuitvoerlegging van het verlof te komen.
Het verlofbeleid wordt aangepast. Er wordt – als met extra waarborg omgeven tussenstop – een nieuwe fase in het begeleid verlof geïntroduceerd, te weten de beveiligde fase. In de verlofaanvraag zal door de kliniek moeten worden aangegeven op welke wijze aan de beveiliging van het verlof vorm zal worden gegeven. Daarbij is voorzien dat niet alleen socio-therapeuten verlof begeleiden, maar ook een daarvoor opgeleide beveiliger. De bestaande vorm van begeleid verlof zonder beveiliger zal aan de orde komen indien de beveiligde fase niet (meer) nodig is. Beveiligd verlof zal ook mogelijk moeten zijn, indien in een latere fase van de behandeling daartoe aanleiding bestaat.
Aanpassingen van de geweldsinstructie
Zoals hierboven vermeld wordt in verband met de toezeggingen aan de Kamer, indien vereist, verlof niet alleen begeleid door socio-therapeuten maar ook door een of meer daarvoor opgeleide beveiligers. Gelet hierop wordt de geweldsinstructie zodanig aangepast dat de beveiligers verplicht worden om te proberen te verhinderen – zonodig met toepassing van geweld – dat de ter beschikking gestelde zich aan zijn verlof onttrekt.
De socio-therapeuten zijn verplicht om onttrekkingen te voorkomen en moeten trachten de ter beschikking gestelde tegen te houden. Zij zijn bevoegd tot geweldsgebruik, maar niet verplicht. Dit met het oog op de behandelrelatie tussen hen en de ter beschikking gestelde.
In het kader van de opleiding van het personeel van inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden zal meer aandacht worden besteed aan de beveiliging bij begeleid verlof, toegepast in het kader van de behandeling.
Door nieuwe technische ontwikkelingen kan mogelijk in de toekomst meer gebruik worden gemaakt van moderne technieken, dit met het doel onttrekkingen tijdens verlof te voorkomen. Gelet hierop bestaat behoefte aan de mogelijkheid om met nieuwe middelen/technologieën proeven uit te voeren. Het kan hierbij gaan om middelen, die geschikt zijn de vrijheid van een verpleegde tijdens het begeleid verlof te beperken dan wel geweld jegens verpleegde toe te passen indien de verpleegde tracht zich aan het toezicht te onttrekken.
Deze geweldsinstructie, met name het bepaalde in artikel 2a en artikel 7a, geldt voor de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde ongeacht in welke inrichting (rijksinrichtingen, justitiële of niet-justitiële particuliere inrichtingen) hij verblijft. Met de kanttekening dat tegen een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde die verblijft in een niet-justitiële particuliere inrichting, niet voor de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting geweld gebruikt mag worden op grond van artikel 30, eerste lid, onder a, Bvt.
Het vervallen van onderdeel c moet worden gezien in samenhang met het vervallen van paragraaf 5 (zie onderdeel E). Deze bepalingen waren bedoeld om duidelijk aan te geven dat inrichtingspersoneel, in het bijzonder de behandelaars in de inrichtingen, niet toe te staan geweldsmiddelen aan te wenden. Het onderscheid tussen behandelaar en overige personeelsleden of medewerkers is echter voldoende gewaarborgd met artikel 3, waarin de voorwaarden worden genoemd waaronder het gebruik van geweldsmiddelen uitsluitend is toegestaan.
Dit betreft een redactionele aanpassing van artikel 2, omdat de tekst niet in overeenstemming bleek te zijn met de definitie die in artikel 1, onder f (nieuw), wordt gegeven.
In de geweldsinstructie (oud) was slechts de bevoegdheid beschreven ten aanzien van geweldstoepassing in het algemeen. Paragraaf 2a noemt nu uitdrukkelijk de toepassing van geweld tijdens begeleid verlof. De gewijzigde geweldsinstructie legt de algemene verplichting op aan personeelsleden of medewerkers te trachten te voorkomen dat een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde zich aan het op hem uitgeoefende toezicht onttrekt.
Het personeelslid of medewerker, dat tot taak heeft het verlof te beveiligen, heeft hierbij de verplichting, indien noodzakelijk, geweld te gebruiken.
Hierbij zij opgemerkt dat het gebruik van geweldsmiddelen alleen is toegestaan onder de voorwaarden genoemd in artikel 3.
Bij het gebruik van geweld en/of het gebruik van geweldsmiddelen dienen vanzelfsprekend de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht te worden genomen. Indien het personeelslid of de medewerker dan wel een derde gevaar zou lopen, moet de toepassing van geweld achterwege blijven.
Verder wordt bepaald dat de personeelsleden of medewerkers te allen tijde moeten beschikken over de nodige communicatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld een mobiele telefoon, om in geval van onttrekking onmiddellijk de politie en het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden te informeren.
Ten slotte ziet de wijziging op het – voor zover mogelijk – vaststellen van de vluchtroute of het verblijfplaats van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, eveneens indien dit geen gevaar vormt voor het personeelslid of medewerker dan wel derden.
Deze verplichtingen laten uiteraard onverlet de verplichtingen die voortvloeien uit de Regeling ongeoorloofde afwezigheid.
Het ingevoegde artikel 7a geeft het hoofd van de inrichtingen, voornamelijk in verlofsituaties, tijdelijk nieuwe middelen en technologieën te beproeven of deze geschikt zijn onttrekkingen tijdens begeleid verlof te voorkomen. Hierbij kan het gaan om middelen, die moeten worden aangemerkt als vrijheidsbeperkend dan wel als geweldsmiddel. De proeven mogen alleen worden genomen na voorafgaande machtiging van de Minister van Justitie, zijn tijdelijk en moeten worden geëvalueerd. De Minister van Justitie besluit op grond van de resultaten van de evaluatie of een bepaald nieuwe middel in de geweldsinstructie wordt toegevoegd als vrijheidsbeperkend middel of geweldsmiddel. Met deze bepaling kan worden ingespeeld op de maatschappelijke wens onttrekkingen steeds beter te voorkomen en om dit doel te bereiken nieuwe technologische ontwikkelingen uit te proberen.
Deze bepaling is met het oog op toekomstige technische ontwikkelingen bewust ruim geformuleerd.
Zie hiervoor de toelichting onder Artikel I, onderdeel A hierboven.
Deze toevoeging is ter verduidelijking dat ook de situaties en omstandigheden waarin geweld of een geweldsmiddel tijdens begeleid verlof mag worden toegepast in de dienstinstructie van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden dienen te worden opgenomen.
Het bepaalde in het tweede lid spreekt voor zich. Het zelfde geldt uiteraard ook indien het hoofd van de inrichting overgaat tot het wijzigen van de dienstinstructie.
Deze wijzigingen zijn redactioneel van aard.
De Staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-123-p14-SC80988.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.