Wijziging Nationaal Frequentieplan

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 6 oktober 2006, nr. ET/IT/6066514, tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan inzake de verdeling van netgebonden frequenties in de FM-radioband en het creëren van de mogelijkheid voor digitale radio in de middengolfband

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 3.1 van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 februari 2005, nr. WJZ 5004374, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 20051 wordt gewijzigd als volgt:

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

Frequentie-

band-

toewijzing

ITU

Radiodienst

‘verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

526.5 kHz

526.5 kHz

    
  

BC

2

Omroep, AM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

1606.5 kHz

1606.5 kHz

    
      

87.5 MHz

87.5 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

100 MHz

100 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

 

104.9 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

108 MHz

108 MHz

    

Vervangen door:

Frequentieband

Frequentie-

band-

toewijzing

ITU

Radiodienst

‘verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

526.5 kHz

526.5 kHz

    
  

BC

2

Omroep, middengolf.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

1606.5 kHz

1606.5 kHz

    
      

87.5 MHz

87.5 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

100 MHz

100 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

104.9 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

108 MHz

108 MHz

    

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken nadat het bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift wordt gericht aan de Minister van Economische Zaken en wordt gezonden aan de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, 2500 EC Den Haag. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 oktober 2006.
De Minister van Economische Zaken, J.G. Wijn.

Toelichting

In februari 2005 is op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet het Nationaal Frequentieplan 2005 (verder NFP) vastgesteld. In het NFP formuleert de overheid haar algemene frequentiebeleid en frequentiebeheer. Tevens bevat dit plan een overzicht in tabelvorm waarin per frequentieband is aangegeven voor welk type gebruik deze band bestemd is en welk beleid er wordt gevoerd bij de verdeling van de frequenties uit de band over de gebruikers. In feite is het NFP een bestemmingsplan waarop de daadwerkelijke vergunningverlening is gebaseerd.

Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van het NFP met betrekking tot de voor radio-omroep bestemde frequenties in de frequentieband lopend van 526,5 tot 1606,5 kHz (de zogenaamde middengolf band) en de frequentieband van 87,5 tot 108 MHz (de zogenaamde FM-radio band).

Voorgenomen wijziging frequentietabel

De frequentietabel wordt gewijzigd om het mogelijk te maken in de frequentieband van 87,5 MHz tot 108 MHz vergunningen voor netgebonden frequenties, in geval van commerciële omroep, op volgorde van binnenkomst te verdelen en om het mogelijk te maken om in de 526,5 tot 1606,5 kHz band van digitale radio technologie gebruik te maken.

Deze wijzigingen passen in het streven van het Kabinet om de bestemming van frequenties zo algemeen mogelijk te maken, zoals verwoord in de Nota Frequentiebeleid 2005.

Netgebonden frequenties

Met de onderhavige wijziging wordt de frequentietabel in de frequentieband van 87.5 MHz tot 108 MHz aangepast. Het beleid voor deze frequentieband schreef tot nog toe voor dat alle frequenties in geval van commerciële omroep via veiling of vergelijkende toets moeten worden vergund. Voor het oplossen van ontvangstproblemen in het verzorgingsgebied dat behoort bij een bestaande vergunning is het in een aantal gevallen gewenst om zogenaamde netgebonden frequenties aan de houder van de betreffende vergunning te kunnen vergunnen zonder toepassing van veiling of vergelijkende toets. Voor de onderhavige wijziging hanteren wij de volgende definitie van netgebonden frequenties:

‘Frequenties bestemd voor commerciële omroep die worden gebruikt binnen een afstand van maximaal 400 kHz van een aan een vergunninghouder toegewezen frequentie, die alleen kunnen worden gebruikt door die ene vergunninghouder1 en dienen voor het oplossen van ontvangstproblemen.’

De wijziging maakt het mogelijk dat netgebonden frequenties conform artikel 3.3 lid 4 van de Telecommunicatiewet worden vergund op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Uit de definitie volgt dat het hier gaat om frequenties die uitsluitend kunnen worden gebruikt door één bestaande vergunninghouder. De definitie sluit dus uit dat andere commerciële partijen de betreffende frequenties kunnen gebruiken zonder dat het storing veroorzaakt binnen het verzorgingsgebied van een bestaande vergunninghouder. Uit de definitie volgt verder dat door de inzet van de netgebonden frequenties ontvangstproblemen met betrekking tot reeds uitgegeven vergunningen moeten worden opgelost. In een dergelijke situatie is het toepassen van veiling of vergelijkende toets niet doelmatig.

De in de definitie gehanteerde afstand van maximaal 400 kHz vloeit voort uit het feit dat bij een grotere afstand de betreffende frequentie frequentietechnisch los komt te staan van de aan de vergunninghouder toegewezen frequentie. Bij een afstand van meer dan 400 kHz is er geen sprake meer van storing tussen de betreffende frequentie en de aan de vergunninghouder toegewezen frequentie, waardoor de betreffende frequentie onafhankelijk van de frequentie van de vergunninghouder kan worden ingezet en dus niet meer kan worden beschouwd als netgebonden.

Een aanvraag tot inzet van een netgebonden frequentie dient vergezeld te gaan van alle technische parameters die het mogelijk maken om te beoordelen of het daadwerkelijk om een netgebonden frequentie gaat2 .

Indien een vergunning voor een netgebonden frequenties aan een vergunninghouder wordt verleend dan zal dit niet leiden tot een wijziging van het gedefinieerde verzorgingsgebied behorende bij de vergunning terzake waarvan de netgebonden frequentie een ontvangstprobleem oplost. Het doel van de inzet van netgebonden frequenties is immers niet het vergroten van het verzorgingsgebied van een vergunninghouder, maar het oplossen van ontvangstproblemen.

Indien het inzetten van een netgebonden frequentie mede tot gevolg heeft dat het uitgezonden programma ook nog buiten het verzorgingsgebied kan worden ontvangen dan kan de vergunninghouder geen aanspraak maken op aanvullende netgebonden frequenties of andere reparatiemaatregelen om ontvangstproblemen in het ontvangstgebied dat niet tot het verzorgingsgebied behoort, op te lossen.

Digitaal gebruik van de middengolf band

Met de onderhavige wijziging wordt de frequentietabel in de frequentieband van 526,5 tot 1606,5 kHz aangepast. De bestemming van deze frequentieband gaf tot nog toe aan dat uitsluitend gebruik gemaakt mag worden van analoge technologie (Amplitude Modulatie) voor radio-uitzendingen. Op dit moment wordt het echter mogelijk om binnen deze frequentieband ook digitale technologie toe te passen. De wijziging betreft dan ook een verruiming van de mogelijkheden, waarbij de beperking tot het gebruik van AM-radio komt te vervallen. Deze verruiming biedt hiermee gelijke mogelijkheden overeenkomstig de huidige bestemmingen voor de kortegolf en langegolf.

De Minister van Economische Zaken,

J.G. Wijn

  • 1

    Stcrt. 2005, 30. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 maart 2006 (Stcrt. 2006, 70).

Naar boven