Instelling ministeriële commissie Doorzettingsmacht Terrorismebestrijding

22 april 2005

Nr. 05M473666

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 25, eerste lid, van het reglement van orde voor de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1

Er is een ministeriële commissie Doorzettingsmacht Terrorismebestrijding.

Artikel 2

De commissie is belast met besluitvorming over de uitoefening van bevoegdheden ter voorkoming van een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht of om op voorhand de gevolgen daarvan te beperken.

Artikel 3

1. Vaste leden van de commissie zijn:

a. de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, tevens voorzitter;

b. de Vice-Minister-President, zijnde de Minister van Financiën;

c. de Vice-Minister-President, zijnde de Minister van Economische Zaken;

d. de Minister van Justitie;

e. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

2. Afhankelijk van de agenda wordt de commissie zonodig aangevuld met andere ministers die bij het te behandelen onderwerp betrokken zijn.

3. Andere dan de genoemde ministers kunnen desgewenst de vergadering van de commissie bijwonen.

4. De in het tweede en derde lid genoemde ministers hebben dezelfde rechten als de vaste leden.

Artikel 4

1. Als secretaris wordt aangewezen een ambtenaar van het ministerie van Algemene Zaken.

2. Als adjunct-secretaris wordt aangewezen een ambtenaar van het ministerie van Justitie.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit ministeriële commissie Doorzettingsmacht Terrorismebestrijding.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, J.P. Balkenende.

Toelichting

Dit besluit houdt verband met de wettelijke regeling terzake doorzettingsmacht terrorismebestrijding, waarin zal worden bepaald dat in voorkomende gevallen de Minister van Justitie de bevoegdheden op grond van die wet zal uitoefenen in overeenstemming met de beslissingen van de ministerraad of een daaruit samengestelde commissie.

Volledigheidshalve zij daarbij opgemerkt dat de taak en bevoegdheden van een Ministerieel Beleidsteam, als bedoeld in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming, hetwelk deze commissie niet is, tevens bij de bijstelling en wettelijke verankering hiervan nader zullen worden bepaald en vastgelegd.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J.P. Balkenende

Naar boven