De Minister van Justitie,
Besluit:
Artikel 1
1. Er is een Nederlands Forensisch Instituut (hierna te noemen NFI).
2. Het NFI ressorteert onder het Directoraat-Generaal Rechtshandhaving
van het Ministerie van Justitie.
Artikel 2
Het hoofd van het NFI wordt aangewezen door de Minister van Justitie en
draagt de titel algemeen directeur.
Artikel 3
De algemeen directeur bewaakt de integriteit van het NFI en draagt, met
inachtneming van de door de Minister van Justitie vereiste normen, bij voortduring
zorg voor:
a. de kwaliteit van de werkzaamheden, de producten en de bedrijfsvoering,
b. de deskundigheid van de medewerkers.
Artikel 4
Met het oog op de waarheidsvinding in strafzaken staat het NFI op het
terrein van de forensische wetenschap ten dienste van het openbaar ministerie,
de politie, overige personen en instanties die zijn belast met de opsporing
van strafbare feiten, de zittende magistratuur en het ministerie van Justitie.
Indien de bijzondere deskundigheid van het NFI of gronden aan het algemeen
belang ontleend daartoe aanleiding geeft/geven, kan in overleg met de Minister
van Justitie worden besloten dat het NFI ook diensten verricht in het kader
van de ondersteuning bij de daadwerkelijke handhaving van de (inter)nationale
rechtsorde of de hulpverleningstaak van politie (artikel 2, Politiewet 1993)
dan wel ten behoeve van enig andere zaak.
Artikel 5
De kerntaken van het NFI zijn:
a. het verrichten van onafhankelijk forensisch zaakonderzoek op overwegend
technisch, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk gebied en het ter
zake daarvan uitbrengen van verslag;
b. het ontwikkelen en implementeren van nieuwe onderzoeksmethoden en technieken
zowel ten behoeve van het NFI als politie en justitie;
c. het zijn van (inter)nationaal kennis- en expertisecentrum op het gebied
van het forensisch onderzoek.
Op basis van bovenstaande kerntaken verleent het NFI producten en diensten
op de terreinen van de forensische wetenschap.
Artikel 6
1. De algemeen directeur van het NFI oefent de aan hem verleende bevoegdheden
uit binnen de door de Minister van Justitie aangegeven kaders.
2. De Minister stelt ten behoeve van een taakuitvoering van het NFI middelen
ter beschikking.
3. De algemeen directeur van het NFI legt met betrekking tot de besteding
van de middelen, bedoeld in het tweede lid, rekening en verantwoording af.
Artikel 7
Voor diensten welke worden verricht ten behoeve van personen en instellingen
als genoemd in artikel 4 kunnen met inachtneming van de ter zake opgestelde
regels kosten in rekening worden gebracht. Indien de ter zake opgestelde regels
in een concreet geval geen duidelijkheid verschaffen overlegt de algemeen
directeur van het NFI met de Directeur-Generaal Rechtshandhaving.
Artikel 8
De Taakbeschikking Gerechtelijk Laboratorium en de Taakbeschikking voor
het Laboratorium voor Gerechtelijke Pathologie (beschikkingen van 30 en 31
juli 1993, Stcrt. 150) worden ingetrokken.
Artikel 9
Deze beschikking wordt gepubliceerd in de Staatscourant en het Algemeen
Politieblad en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum
van de uitgifte van de Staatscourant waarin deze beschikking wordt geplaatst.
Artikel 10
Deze beschikking kan worden aangehaald als `Taakbeschikking Nederlands
Forensisch Instituut'.