Besluit departementale uitgangspunten tarievenbeleid Dienst Wegverkeer

28 juni 1996

Nr. RV 220980

Hoofddirectie van de Waterstaat/Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Overwegende dat:

de tarieven van de Dienst Wegverkeer, bedoeld in artikel 4b, eerste lid, onderdeel n, alsmede artikel 4b, tweede lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994, onderhevig zijn aan de goedkeuring van de minister;

de Dienst Wegverkeer belast kan worden met andere taken zoals bedoeld in artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

Gelet op de artikelen 4c en 4q van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1 Tarieven voor produkten onder artikel 4b, eerste lid, en artikel 4b, tweede lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994

1. De voorgenomen tarieven behoeven elk jaar de goedkeuring van de minister. Dit geldt ook voor tussentijdse tariefswijzigingen en voor tarieven van nieuwe en gewijzigde produkten.

2. De tariefstructuur van wettelijke taken per 1 juli 1996 is conform de lijst van tarifieerbare produkten, zoals opgenomen als bijlage 20 bij de Gemeenschappelijke Verklaring ter gelegenheid van de Verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer.

3. De aanvangstarieven per 1 juli 1996 zijn de tarieven zoals opgenomen in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer 1996.

4. De kostprijzen die ten grondslag liggen aan de tarieven worden op een bedrijfseconomische wijze berekend.

5. Tarieven kunnen bestaan uit de volgende componenten:

a. bedrijfseconomische kosten van het cluster onder beschouwing,

b. structurele overdekking ter dekking van kosten die niet getarifieerd worden,

c. tijdelijke overdekking,

een en ander voor zover dit in de Wegenverkeerswet 1994 is toegestaan en volgt uit de tariefstructuur.

6. De tarieven van de tarifieerbare produkten zoals vermeld in de in het tweede lid bedoelde lijst, moeten met ingang van het jaar 2001 kostendekkend zijn. Dit houdt in dat de tijdelijke overdekking als bedoeld in het vijfde lid, onderdeel c, tot nihil moet zijn gereduceerd.

7. Het migratietraject naar kostendekkendheid moet een realistisch beeld over de jaren vertonen.

8. Bij de goedkeuring van de tarieven zal de minister aan de volgende aspecten aandacht besteden:

a. politieke issues,

b. departementsoverstijgende aangelegenheden,

c. maatschappelijke belangen,

d. ontwikkeling van de doelmatigheid,

e. kostendekkendheid per tariefcluster,

f. ontwikkeling van het eigen vermogen van de Dienst Wegverkeer, op basis van het jaarverslag van het voorgaande jaar, de geprognotiseerde realisatie van het lopende jaar, en de begroting voor het komende jaar.

Artikel 2 Tarieven voor produkten die voortvloeien uit andere, op basis van artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, door de minister opgedragen taken

1. Indien uit andere door de minister opgedragen taken produkten voortvloeien, zal de minister bij het opdragen van die taken aangeven of er tarieven voor die produkten in rekening mogen worden gebracht en aan welke eisen deze tarieven moeten voldoen.

2. Indien voor deze tarieven een wettelijke basis noodzakelijk is, zal de minister ervoor zorgdragen dat deze wettelijke basis tot stand komt.

3. Het exploiteren van bij- en nevenprodukten is toegestaan wanneer dit op basis van artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 door de minister is opgedragen aan de dienst. Hierbij zullen in beginsel de volgende criteria worden gehanteerd:

a. De exploitatie mag niet ten koste gaan van de wettelijke taken.

b. De exploitatie en tariefstelling van bij- en nevenprodukten mag niet leiden tot concurrentieverstoring.

c. De exploitatie van bij- en nevenprodukten dient in het totaal tenminste kostendekkend te zijn.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit Departementale uitgangspunten tarievenbeleid Dienst Wegverkeer.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1996.


’s-Gravenhage, 28 juni 1996. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven