Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatsblad 2023, 57 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatsblad 2023, 57 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Financieel Stabiliteitscomité wettelijk te verankeren, een ruimere definitie van kredietvergoeding in de Wet financiële markten BES te hanteren, alsmede enige andere wijzigingen en verbeteringen in de wetgeving op het terrein van de financiële markten aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1:1 wordt in de definitie van saneringsmaatregel in onderdeel b «of een daarmee vergelijkbare maatregelen die zijn genomen» vervangen door «, of een daarmee vergelijkbare maatregel die is genomen».
B
Aan artikel 1:25 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De Autoriteit Financiële Markten neemt deel aan het periodiek overleg inzake financiële stabiliteit, bedoeld in artikel 9h van de Bankwet 1998.
C
Artikel 1:25d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel b, wordt «3A:86» vervangen door «3A:68».
2. In het derde lid, onderdeel c, wordt «3A:373A:112» vervangen door «artikelen 3A:37 en 3A:112».
3. In het derde lid, onderdeel d, wordt «artikel 3A:383A:113» vervangen door «artikelen 3A:38 en 3A:113».
4. In het derde lid, onderdeel e, wordt «artikel 3A:413A:117» vervangen door «artikelen 3A:41 en 3A:117».
D
Artikel 2:3e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «overeenkomstig artikel 29, vijfde lid, van de richtlijn betaaldiensten» vervangen door «met inachtneming van de krachtens artikel 29, vijfde lid, van de richtlijn betaaldiensten door de EBA vastgestelde technische reguleringsnormen».
2. In het zesde lid wordt na «op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten» ingevoegd «met inachtneming van de krachtens artikel 29, zesde lid, van de richtlijn betaaldiensten door de EBA vastgestelde technische reguleringsnormen».
E
In artikel 3:2, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geconsolideerd» ingevoegd «eigen».
F
In artikel 3:67a wordt «DNB» vervangen door «de Nederlandsche Bank».
G
Aan artikel 3:73c, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Een verzekeraar met beperkte risico-omvang neemt in de toelichting op de jaarrekening gegevens op over zijn solvabiliteit en financiële positie.
H
In artikel 3:86, tweede lid, vervalt de tweede zin.
I
Artikel 3:98 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel c» vervangen door «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel d» en wordt «artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel a» vervangen door «artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel b».
2. In het tweede lid wordt «artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel c» vervangen door «artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel d».
3. In het derde lid wordt «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel c» vervangen door «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel d».
J
Aan artikel 3:100 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien op grond van artikel 3:102, tweede lid, een verklaring van geen bezwaar wordt aangevraagd voor alle groepsmaatschappijen, gelden de vereisten van het eerste lid, onderdelen b en c, behalve voor de aanvrager tevens voor alle groepsmaatschappijen die een gekwalificeerde deelneming in de financiële onderneming houden, verwerven of zodanig vergroten dat een bovengrens als bedoeld in artikel 3:102, eerste lid, wordt bereikt of overschreden, dan wel enige zeggenschap verbonden aan de gekwalificeerde deelneming uitoefenen in de financiële onderneming.
K
Na artikel 3:103 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een groepsmaatschappij waaraan op grond van artikel 3:102, tweede lid, een verklaring van geen bezwaar is verleend die geldt voor alle groepsmaatschappijen gezamenlijk, stelt de Nederlandsche Bank in kennis van een voorgenomen wijziging binnen de groep die ertoe leidt dat een groepsmaatschappij een gekwalificeerde deelneming in een financiële onderneming zal houden, verwerven of zodanig zal vergroten dat een bovengrens als bedoeld in artikel 3:102, eerste lid, wordt bereikt of overschreden, dan wel enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming zal uitoefenen. Gelijke verplichting rust op de overige bij die wijziging betrokken groepsmaatschappijen.
2. Zodra een groepsmaatschappij aan de ingevolge het eerste lid op haar rustende verplichting heeft voldaan, is de verplichting voor de andere in dat lid bedoelde groepsmaatschappijen opgeheven. Melding op grond van dit artikel geldt tevens als een melding van de groepsmaatschappij en alle bij de wijziging betrokken groepsmaatschappijen ter voldoening aan de verplichting, bedoeld in artikel 3:103, eerste lid.
3. Aan een voorgenomen wijziging binnen een groep als bedoeld in het eerste lid, wordt door een groepsmaatschappij geen uitvoering gegeven voordat de Nederlandsche Bank of, ten aanzien van banken, niet zijnde houders van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, de Europese Centrale Bank, daarmee heeft ingestemd.
4. De Nederlandsche Bank, of ten aanzien van banken, niet zijnde houders van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, de Europese Centrale Bank, stemt in met de voorgenomen wijziging, tenzij één van de in artikel 3:100, eerste lid, genoemde gronden zich voordoet met betrekking tot de voorgenomen wijziging.
5. De artikelen 1:62 en artikel 1:106 tot en met 1:106e zijn van overeenkomstige toepassing op een besluit als bedoeld in het derde lid, waarbij:
a. voor «aanvraag van een verklaring van geen bezwaar» wordt gelezen: een kennisgeving als bedoeld in artikel 3:103a, eerste lid;
b. voor «verklaring van geen bezwaar» wordt gelezen: de instemming, bedoeld in artikel 3:103a, vierde lid;
c. voor de toepassing van artikel 1:106b, eerste lid, voor «alle gegevens en bescheiden» wordt gelezen: de gegevens, bedoeld in artikel 3:103a, zesde lid; en
d. voor «aanvrager» wordt gelezen: de groepsmaatschappij die de Nederlandsche Bank overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:103a, eerste lid, in kennis stelt van een voorgenomen wijziging binnen de groep.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens worden verstrekt bij een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid.
L
Artikel 3:104 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «of 3:97,» ingevoegd «dan wel een besluit tot instemming als bedoeld in artikel 3:103a, derde lid,».
2. In het tweede lid wordt na «zonder dat een verklaring van geen bezwaar is verkregen of dat de bij de verklaring van geen bezwaar gestelde beperkingen in acht zijn genomen,» ingevoegd «dan wel indien zonder de in artikel 3:103a, derde lid, bedoelde instemming is verkregen of de daaraan gestelde beperkingen in acht zijn genomen,».
3. In het derde lid wordt na «artikel 3:95, eerste lid,» ingevoegd «of artikel 3:103a, derde lid,».
M
Aan artikel 3:105 wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Het eerste lid, eerste volzin, en tweede tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een besluit tot instemming als bedoeld in artikel 3:103a, derde lid, met dien verstande dat voor «verklaring van geen bezwaar» steeds wordt gelezen «besluit tot instemming».
N
Artikel 3A:85 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «op de een zodanige wijze» vervangen door «op een zodanige wijze».
2. In het derde lid wordt na «tezamen met onderdeel b, c of d, of de in de onderdeel b, c of d,» vervangen door «tezamen met onderdeel b, c of d van dat artikel, of de in onderdeel b, c, of d van dat artikel».
O
In artikel 3A:86, tweede lid, vervalt de komma na «bedoeld» en wordt «3A:85, eerste lid» vervangen door «artikel 3A:85, eerste lid».
P
In artikel 3A:91, tweede lid, onderdeel b, wordt «Het daadwerkelijke verlies» vervangen door «het daadwerkelijke verlies».
Q
In artikel 3A:101, eerste lid, wordt «3A:89, tweede lid» vervangen door «artikel 3A:89, tweede lid».
R
In artikel 3A:115 wordt «3A:105, 3A:104» vervangen door «3A:104, 3A:105».
S
Artikel 5:25c wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid, tweede volzin, wordt na «jaarlijkse financiële verslaggeving» ingevoegd «, met uitzondering van het bezoldigingsverslag, bedoeld in artikel 135b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,».
2. In het tweede lid wordt in onderdeel b «en» geschrapt en wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. het door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, gecontroleerde jaarlijkse bezoldigingsverslag, bedoeld in artikel 135b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
T
Artikel 5:88a, derde lid, komt te luiden:
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de toegang van:
a. betaaldienstverleners die geheel of gedeeltelijk zijn vrijgesteld van artikel 2:3a, eerste lid;
b. betaaldienstverleners met zetel in een andere lidstaat waaraan een vergunning is verleend voor het verlenen van betaaldiensten.
U
1. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduidingen ingevoegd:
2:3e, eerste lid en vierde tot en met zesde lid
2:67a, eerste, derde en vierde lid
2. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 wordt in de opsomming van artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduiding verwijderd:
2:3e, eerste, tweede en derde lid
3. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van artikelen uit het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduidingen ingevoegd:
3:17, zesde lid
3:103a, eerste en derde lid.
4. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van artikelen uit het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduidingen verwijderd:
artikel 3:17, zesde lid
3:17a
3:24.0b
3:108a
5. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van artikelen uit het Gedragstoezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduidingen ingevoegd:
4:15a, eerste, tweede en vierde lid
4:74b, eerste, tweede en derde lid
4:74c
6. In de bijlage behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduidingen verwijderd:
2:67a, eerste, derde en vierde lid
4:90c
4:91l
7. In de bijlage behorend bij de artikelen 1:80 worden in de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduidingen verwijderd:
4:52b
4:55a
8. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële markten in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduidingen verwijderd:
4:15a, eerste, tweede en vierde lid
4:74b, eerste, tweede en derde lid
4:74c
5:25f
5:25j
5:88a, eerste en tweede lid
9. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 wordt in de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële markten in de numerieke volgorde de volgende artikelaanduiding ingevoegd:
5:88a
De Bankwet 1998 wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 4, eerste lid, onderdeel e, wordt «op voet van» vervangen door «op de voet van».
B
In de artikelen 7 en 11 wordt «de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken» telkens vervangen door «de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken».
C
Na hoofdstuk IIB wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
1. De Bank voert, onder de naam Financieel Stabiliteitscomité, periodiek overleg met vertegenwoordigers van de Stichting Autoriteit Financiële Markten en Onze Minister over macro-economische en financiële ontwikkelingen met als doel om risico’s voor de stabiliteit van het financiële stelsel te signaleren en mogelijke oplossingsrichtingen ter mitigatie van die risico’s aan te dragen. De Bank kan, in overeenstemming met de Stichting Autoriteit Financiële Markten, dienaangaande aanbevelingen doen.
2. De deelnemers komen ten minste tweemaal per jaar bijeen onder voorzitterschap van de president van de Bank. De Bank brengt van deze bijeenkomsten en van aanbevelingen verslag uit aan Onze Minister. Onze Minister zendt afschriften van deze verslagen aan de beide kamers der Staten-Generaal.
3. Het Centraal Planbureau woont als externe deskundige de bijeenkomsten van het overleg bij.
4. De deelnemers regelen de verdere werkwijze van het overleg.
D
Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «tenminste» vervangen door «ten minste».
2. In het tweede lid wordt na «een aanbevelingslijst van» ingevoegd «in beginsel».
E
In artikel 12b, eerste lid, wordt «banken en verzekeraars,» vervangen door «bepaalde financiële ondernemingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e,».
F
Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid vervalt «, telkens» en aan het lid wordt toegevoegd «Herbenoeming kan plaatsvinden overeenkomstig de statuten van de Bank.»
2. In het derde lid vervalt «telkens», wordt na «een voordracht van» ingevoegd «in beginsel», en aan het lid wordt toegevoegd «Herbenoeming kan plaatsvinden overeenkomstig de statuten van de Bank.»
3. In het vijfde lid wordt «de aandeelhouders» vervangen door «degene die hen heeft benoemd».
G
Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «tenminste» vervangen door «ten minste».
2. In tweede lid wordt «tenminste» vervangen door «in beginsel».
H
In de artikelen 16, eerste lid, 18, tweede lid, en 19 wordt «de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken» telkens vervangen door «de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken».
De Faillissementswet wordt gewijzigd als volgt:
A
Het eerste artikel 212hga wordt genummerd «212hgd» en wordt geplaatst na artikel 212hgc.
B
In artikel 212oo wordt «212hq» vervangen door «212hi».
C
In artikel 213abis, eerste lid, wordt «artikel, 3A:85, eerste lid» vervangen door «artikel 3A:85, eerste lid».
D
In artikel 213ar, vijfde lid, wordt «213ap» vervangen door «213ah».
E
Artikel 213m wordt gewijzigd als volgt:
1. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.
2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het vijfde lid» vervangen door «het vierde lid».
F
Artikel 213kk wordt gewijzigd als volgt:
1. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de vorderingen tot vergoeding van schade die schuldeisers met een vordering als bedoeld in onderdeel d lijden doordat de bedragen die zij hebben ontvangen uit hoofde van die vorderingen niet toereikend zijn om hen te brengen in de toestand waarin zij zouden hebben verkeerd indien de verzekeraar niet in staat van faillissement was verklaard.
2. In het derde lid wordt «vierde tot en met zesde lid» vervangen door «vierde en vijfde lid».
3. In het vierde lid wordt «derde en vierde tot en met zesde lid» vervangen door «derde tot en met vijfde lid».
4. In het vijfde lid wordt «derde en vierde tot en met zesde lid» vervangen door «tweede, vierde en vijfde lid».
G
Na artikel 213kk wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Aan artikel 172 van de Pensioenwet wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.
Aan artikel 167 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.
Aan artikel 54 van de Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.
De Wet toezicht financiële verslaggeving wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan artikel 1, onderdeel d, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 8 door een puntkomma, een nieuw subonderdeel toegevoegd, luidende:
9°. het door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, gecontroleerde jaarlijkse bezoldigingsverslag, bedoeld in artikel 135b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
B
In artikel 2, eerste lid, en artikel 3, tweede lid, onderdeel b, wordt telkens «de IAS-Verordening» vervangen door «de IAS-Verordening, artikel 135b, eerste lid, tweede lid, tweede volzin, of derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek».
In artikel 5:13 van de Wet financiële markten BES komt de definitie van kredietvergoeding te luiden:
alle kosten die in verband met een krediet in rekening worden gebracht aan of ten laste komen van de kredietnemer, kosten van derden daaronder begrepen, met uitzondering van vertragingsvergoeding, vergoeding voor vervroegde aflossing en verzekerings- en taxatiekosten die betrekking hebben op het product ten behoeve waarvan het krediet wordt verstrekt;
Artikel 11 van de Wet tuchtrechtspraak accountants wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «tien» vervangen door «veertien».
2. In het tweede lid wordt «twintig» vervangen door «dertig».
3. In het vierde lid wordt «wijst ten hoogste zes personen, bedoeld in artikel 12, tweede lid, eerste volzin, aan» vervangen door «kan personen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, eerste volzin, aanwijzen».
In de artikelen 135, eerste lid, 135a, eerste lid, 135b, eerste lid, en 167, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt na «als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht» telkens ingevoegd «, met uitzondering van beleggingsmaatschappijen met veranderlijk kapitaal».
Aan artikel 930, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt na de punt de volgende zin toegevoegd:
De verzekeringnemer die te goeder trouw heeft gehandeld, is in dit geval evenmin premie verschuldigd. De verzekeraar heeft recht op een billijke vergoeding van de te zijnen laste gekomen kosten.
In artikel 7 van de Muntwet 2002 wordt «bijzondere munten, als bedoeld in artikel 4,» vervangen door «munten voor verzamelaars».
In artikel 10d, tweede lid, van de Sanctiewet 1977 wordt «artikel 10, tweede lid, onder a, b, c, d, f, g, h, i en j» vervangen door «artikel 10, tweede lid, onder a, b, c, d, f, g, h, i, j en k».
In artikel I, onderdeel LL, van de Wijzigingswet financiële markten 2022 wordt «Artikel 5:36» vervangen door «Artikel 5:46».
1. Deze wet, met uitzondering van artikel X, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2. Artikel X treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 2019.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 december 2022
Willem-Alexander
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Uitgegeven de eenentwintigste februari 2023
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2023-57.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.