Wet van 23 december 2021 tot wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII), voor het jaar 2021;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2021 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 september, dan treedt zij inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 september 2021.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 23 december 2021

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de tiende januari 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Tabel 1 Wijziging begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021 (derde incidentele suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting1

Mutaties suppletoire begrotingen2

Mutaties 3e incidentele suppletoire begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

7.160.659

7.212.853

662.031

1.753.180

1.537.792

457.718

93.102

93.102

0

                     
 

Beleidsartikelen

6.725.817

6.778.011

642.991

1.244.623

1.259.235

271.741

93.102

93.102

0

1

Openbaar bestuur en democratie

72.234

71.053

24.765

32.837

32.837

0

4.102

4.102

0

2

Nationale Veiligheid

316.767

316.767

14.714

1.397

1.397

0

0

0

0

3

Woningmarkt

5.288.493

5.278.368

402.000

238.791

238.796

– 46.096

0

0

0

4

Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

478.329

537.329

91

– 13.983

624

0

89.000

89.000

0

5

Ruimtelijke ordening en Omgevingswet

113.757

113.757

3.824

– 371

– 371

95

0

0

0

6

Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

170.330

170.330

959

17.630

17.630

5.878

0

0

0

7

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

34.264

34.264

64

66.810

66.810

0

0

0

0

9

Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

141.846

141.846

121.574

36.686

36.686

24.041

0

0

0

10

Groningen versterken en perspectief

109.797

114.297

75.000

864.826

864.826

287.823

0

0

0

                     
 

Niet-beleidsartikelen

434.842

434.842

19.040

508.557

278.557

185.977

0

0

0

11

Centraal apparaat

422.136

422.136

19.040

203.363

203.363

151.397

0

0

0

12

Algemeen

12.706

12.706

0

247.466

17.466

34.580

0

0

0

13

Nog onverdeeld

0

0

0

57.728

57.728

0

0

0

0

X Noot
1

Inclusief de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2020/21, 35 570 VII, nr. 1), de nota van wijziging op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2020/21, 35 570 VII, nr. 73) en het amendement op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2020/21, 35 570 VII, nr. 35).

X Noot
2

Inclusief de eerste incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2020/21, 35 801, nr. 1), de tweede incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken 2020/21, 35 823, nr. 1), de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2020/21, 35 850 VII, nr. 1) en de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2020/21, 35 850 VII, nr. 4).


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 901

Naar boven