Besluit van 22 januari 2021, houdende de ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, mede namens Onze Minister van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 januari 2021, nr. 4182674;

Gelet op de artikelen 64 en 137, derde lid, van de Grondwet en artikel F 2 van de Kieswet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. De Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ontbonden op donderdag 25 maart 2021 op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip.

  • 2. Indien het bij koninklijke boodschap van 30 november 2020 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede-Kamerverkiezing covid-19)(Kamerstukken 35 654) voor 15 februari 2021 tot wet is verheven en in werking is getreden of treedt, wordt de Tweede Kamer der Staten-Generaal in afwijking van het eerste lid ontbonden op woensdag 31 maart 2021 op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip.

Artikel 2

De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal vindt plaats op maandag 1 februari 2021.

Artikel 3

  • 1. De eerste samenkomst van de nieuw gekozen Tweede Kamer vindt plaats op donderdag 25 maart 2021 op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip.

  • 2. Indien het bij koninklijke boodschap van 30 november 2020 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede-Kamerverkiezing covid-19)(Kamerstukken 35 654) voor 15 februari 2021 tot wet is verheven en in werking is getreden of treedt, vindt de eerste samenkomst van de nieuw gekozen Tweede Kamer in afwijking van het eerste lid plaats op woensdag 31 maart 2021 op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 januari 2021

Willem Alexander

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de achtentwintigste januari 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Vanwege de ontstane politieke situatie is het wenselijk de Tweede Kamer der Staten-Generaal te ontbinden op grond van artikel 64, eerste lid, van de Grondwet. Krachtens artikel F 2 van de Kieswet vindt in geval van ontbinding van de Tweede Kamer de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de nieuwe Kamer plaats op een bij het koninklijk besluit tot ontbinding te bepalen dag. Het onderhavige besluit is mede gebaseerd op artikel 137, derde lid, van de Grondwet. Dit houdt verband met het feit dat in het Staatsblad enkele wetten bekend zijn gemaakt, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet.

Gelet op de korte tijdsspanne waarbinnen de periodieke verkiezingen plaatsvinden, zijn vervroegde verkiezingen niet aan de orde, maar wordt vastgehouden aan het laten plaatsvinden van de periodieke verkiezingen voor de Tweede Kamer op 17 maart 2021, met inachtneming van het onderstaande.

De dag van kandidaatstelling voor de verkiezing van de Tweede Kamer is in het besluit gesteld op maandag 1 februari 2021. Uit artikel J 1, eerste lid, van de Kieswet volgt dat de dag van stemming dan zal vallen op woensdag 17 maart 2021. Uit artikel 64, derde lid, van de Grondwet volgt dat de ontbinding van de huidige Tweede Kamer ingaat op de dag waarop de nieuw gekozen Kamer samenkomt.

In het bij koninklijke boodschap van 30 november 2020 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede-Kamerverkiezing covid-19)(Kamerstukken 35 654) is een bepaling opgenomen die ertoe strekt stembureaus aan te wijzen die, in afwijking van artikel J 1, eerste lid, van de Kieswet, al op de eerste of de tweede dag voorafgaand aan de dag van de stemming zitting houden.

Wat betreft het tijdstip waarop de ontbinding ingaat, is in dit besluit aangesloten bij artikel C 2, eerste lid, van de Kieswet. Dat wil zeggen dat de ontbinding van de Tweede Kamer (en de eerste samenkomst van de nieuw gekozen Tweede Kamer) plaatsvindt op donderdag 25 maart 2021 op een door de voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip, tenzij het hiervoor genoemde wetsvoorstel voor 15 februari 2021 tot wet is verheven en in werking is getreden. In dat geval vindt de ontbinding en de eerste samenkomst plaats op woensdag 31 maart 2021 op een door de voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven