Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie in verband met de vaststelling van tarieven voor de jaren 2021 en 2022

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is tarieven voor de opslag duurzame energie- en klimaattransitie op het verbruik van elektriciteit en aardgas voor de jaren 2021 en 2022 vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, onder 1°, wordt «en € 0,0775 in 2020» vervangen door «, € 0,0775 in 2020, € 0,0851 in 2021 en € 0,0865 in 2022».

2. In onderdeel a, onder 2°, wordt «en € 0,0214 in 2020» vervangen door «, € 0,0214 in 2020, € 0,0235 in 2021 en € 0,0239 in 2022».

3. In onderdeel a, onder 3°, wordt «en € 0,0212 in 2020» vervangen door «, € 0,0212 in 2020, € 0,0232 in 2021 en € 0,0236 in 2022».

4. In onderdeel a, onder 4°, wordt «en € 0,0212 in 2020» vervangen door «, € 0,0212 in 2020, € 0,0232 in 2021 en € 0,0236 in 2022».

5. In onderdeel b wordt «en € 0,0775 in 2020» vervangen door «, € 0,0775 in 2020, € 0,0851 in 2021 en € 0,0865 in 2022».

6. In onderdeel c, onder 1°, wordt «en € 0,0124 in 2020» vervangen door «, € 0,0124 in 2020, € 0,0137 in 2021 en € 0,0139 in 2022».

7. In onderdeel c, onder 2°, wordt «en € 0,0081 in 2020» vervangen door «, € 0,0081 in 2020, € 0,0089 in 2021 en € 0,0090 in 2022».

8. In onderdeel c, onder 3°, wordt «en € 0,0212 in 2020» vervangen door «, € 0,0212 in 2020, € 0,0232 in 2021 en € 0,0236 in 2022».

9. In onderdeel c, onder 4°, wordt «en € 0,0212 in 2020» vervangen door «, 0,0212 in 2020, € 0,0232 in 2021 en € 0,0236 in 2022».

B

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt «en € 0,0273 in 2020» vervangen door «, € 0,0273 in 2020, € 0,0300 in 2021 en € 0,0305 in 2022».

2. In onderdeel b, wordt «en € 0,0375 in 2020» vervangen door «, € 0,0375 in 2020, € 0,0411 in 2021 en € 0,0418 in 2022».

3. In onderdeel c, wordt «en € 0,0205 in 2020» vervangen door «, € 0,0205 in 2020, € 0,0225 in 2021 en € 0,0229 in 2022».

4. In onderdeel d, wordt «en € 0,0004 in 2020» vervangen door «, € 0,0004 in 2020, € 0,0004 in 2021 en € 0,0005 in 2022».

5. In onderdeel e, wordt «en € 0,0004 in 2020» vervangen door «, € 0,0004 in 2020, € 0,0004 in 2021 en € 0,0005 in 2022».

ARTIKEL II

In de Wet Belastingen op milieugrondslag wordt het bedrag in artikel 63, eerste lid, met ingang van 1 januari 2021 verhoogd met € 5,40 en met ingang van 1 januari 2022 verhoogd met € 1,00.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 16 december 2020

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 579

Naar boven