Wet van 18 december 2019 tot vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in de overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld, dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren en dat de inrichting van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds moet geschieden met inachtneming van de bepalingen van de Wet op het Infrastructuurfonds (Stb. 1993, 319);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum, van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 18 december 2019

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de zesde februari 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Vastgestelde begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Ontwerpbegroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

12

Hoofdwegennet

3.037.025

2.762.695

116.173

13

Spoorwegen

1.880.706

2.078.808

181.758

14

Regionaal, lokale infrastructuur

48.264

181.250

 

15

Hoofdvaarwegennet

973.825

994.399

154.888

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

921.616

451.893

46.141

18

Overige uitgaven en ontvangsten

2.422

2.287

 

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

   

6.046.994

20

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

75.215

74.622

 
 

Totaal

6.939.073

6.545.954

6.545.954


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 300 A

Naar boven