Wet van 18 december 2019 tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld, dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2020 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2020 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 18 december 2019

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de zesde februari 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Vastgestelde begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2020 (Bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde Begroting (XII)

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

8.835.720

8.911.581

15.521

         
 

Beleidsartikelen

     

11

Integraal waterbeleid

33.376

53.480

 

13

Bodem en Ondergrond

16.533

30.784

 

14

Wegen en verkeersveiligheid

83.142

86.836

6.782

16

Spoor

23.353

28.508

 

17

Luchtvaart

45.574

25.304

1.174

18

Scheepvaart en Havens

21.714

39.881

784

19

Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

42.491

43.374

 

20

Lucht en Geluid

25.845

26.045

 

21

Duurzaamheid

89.535

89.644

 

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

31.241

34.204

250

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

57.530

57.643

 

24

Handhaving en toezicht

123.234

123.234

 

25

Brede doeluitkering

909.220

920.515

 

26

Bijdrage investeringsfondsen

6.981.233

6.979.233

 
         
 

Niet-beleidsartikelen

     

97

Algemeen departement

43.309

60.451

1.101

98

Apparaatsuitgaven kerndepartement

308.390

312.445

5.430

99

Nog Onverdeeld

0

0

 
Vastgestelde begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2020 (Bedragen x € 1.000)

Naam

Baten

Lasten

Saldo van baten en lasten

Rijkswaterstaat

2.808.777

2.790.777

18.0001

Inspectie Leefomgeving en Transport

160.671

160.671

0

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

88.297

88.272

252

X Noot
1

Dit betreft het saldo van baten en lasten uit gewone bedrijfsuitoefening. Hierin is het agentschapsdeel van de Vpb-lasten nog niet verwerkt.

X Noot
2

Idem.

Naam

 

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Rijkswaterstaat

 

107.677

93.400

Inspectie Leefomgeving en Transport

 

200

0

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

 

4.450

2.000


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 300 XII

Naar boven