Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Embryowet in verband met de aanpassing van het verbod op geslachtskeuze en gebruik van geslachtscellen en embryo’s ten behoeve van kwaliteitsbewaking

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Embryowet aan te passen om geslachtskeuze toe te staan ingeval bij het kind het risico bestaat op een ernstige erfelijke aandoening met een ongelijke geslachtsincidentie en om te voorzien in een grondslag voor het gebruik van geslachtscellen en embryo’s ten behoeve van de bewaking van de kwaliteit van de fertiliteitszorg;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Embryowet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt «9» vervangen door «9a».

B

Aan paragraaf 2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 9a

Geslachtscellen of embryo’s die ten behoeve van eigen geneeskundig gebruik beschikbaar zijn of die ingevolge deze wet ter beschikking zijn gesteld, maar niet meer zullen worden gebruikt voor eigen geneeskundig gebruik of het doel dan wel de doelen waarvoor ze ter beschikking zijn gesteld, mogen worden gebruikt ten behoeve van kwaliteitsbewaking die direct verband houdt met de diagnostische processen of behandelprocessen in de fertiliteitszorg, voorafgaande aan de vernietiging, bedoeld in artikel 7.

C

In artikel 26, tweede lid, wordt «voor» vervangen door «op» en wordt aan dat lid aan het slot een zin toegevoegd, luidende «Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is ook niet van toepassing indien naar wetenschappelijk verantwoord medisch inzicht het risico bestaat op een ernstige erfelijke aandoening met een ongelijke geslachtsincidentie bij het kind en de handelingen plaatsvinden ter verkleining van dat risico.».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 1 juli 2020

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Uitgegeven de zevende juli 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 173

Naar boven