Wet van 4 december 2019 tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30) (Wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met codificatie van de anti-folterverordening)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat bij Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30) de anti-folterverordening is gecodificeerd en deze codificatie noopt tot wijziging van de strafbaarstelling van overtreding van artikelen van die verordening in de Wet strategische diensten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet strategische diensten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt de definitie van verordening 1236/2005 vervangen door:

verordening 2019/125:

de verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30);.

B

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen:

  • a. 3, eerste lid, en 4, eerste lid, van verordening 2019/125 voor zover het betreft het verlenen van technische bijstand als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van deze verordening;

  • b. 6 tot en met 9, 15 en 19 van verordening 2019/125.

C

In artikel 14, eerste lid, wordt «van verordening 1236/2005» vervangen door «van verordening 2019/125».

D

In artikel 15 wordt «op grond van verordening 1236/2005» vervangen door «op grond van verordening 2019/125».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 4 december 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 288

Naar boven