Wet van 13 november 2019 tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Ziektewet en de Wet tegemoetkomingen loondomein, teneinde het deactiveren van de quotumheffing mogelijk te maken en erin te voorzien dat de quotumheffing niet eerder dan over het jaar 2022 wordt geheven en enige andere wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wijzigingen aan te brengen in de regels omtrent de quotumheffing in verband met de activering daarvan;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 38b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt aan het slot van onderdeel d «of» en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door «, of» na onderdeel e een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. die op of na 1 januari 2013 een persoon was als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of c, en op 1 mei 2015 niet langer een zodanige persoon was, met uitzondering van de persoon, bedoeld in onderdeel c, die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie meer heeft als bedoeld in artikel 1a:1 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

2. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Voor de toepassing van deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt tevens als arbeidsbeperkte beschouwd de persoon, niet zijnde de persoon van wie door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat hij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, die niet langer aan de voorwaarden op grond van het eerste dan wel het tweede lid voldoet, zolang zijn opname in de registratie van arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38d, eerste lid, nog niet is geëindigd.

B

Aan artikel 38e, eerste lid, wordt aan het slot toegevoegd «en niet op grond van artikel 122n, tweede lid, niet wordt uitgevoerd».

C

Artikel 38f wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De formule inzake berekening van de quotumpercentages komt te luiden:

b. In de omschrijvingen van de variabelen A, B en C wordt «artikel 38b, eerste lid» vervangen door «artikel 38b, eerste en zesde lid» en wordt in de omschrijvingen van de variabelen F en G «artikel 38b, tweede lid» vervangen door «artikel 38b, tweede en zesde lid».

c. De punt aan het slot van de omschrijving van variabele G vervalt en na die omschrijving wordt een variabele met omschrijving toegevoegd, luidende:

H = het aantal gerealiseerde extra banen voor arbeidsbeperkten bij werkgevers als bedoeld in artikel 34, vierde en zesde lid, in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid.

2. In het derde lid wordt na «variabele A tot en met E» ingevoegd: en H.

3. In het vijfde lid wordt «artikel 122n, eerste lid» vervangen door «artikel 122n, eerste en tweede lid».

4. In het zesde lid wordt «deze afdeling» vervangen door «deze afdeling, alsmede artikel 38b, eerste lid, onderdeel f,».

D

Artikel 122n wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 122n. Geleidelijke invoering en de deactivering van de quotumheffing

2. In het eerste lid wordt «artikel 38b, eerste lid, en het vierde lid» vervangen door «artikel 38b, eerste, tweede en zesde lid, en het vijfde lid».

3. Na het eerste lid wordt onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot het derde tot en met zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de quotumheffing, bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 4, paragraaf 4a, niet uitgevoerd indien hiertoe bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, is besloten, indien is gebleken dat het aantal banen voor arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 38b, eerste, tweede en zesde lid, en het vijfde lid, in voldoende mate is toegenomen ten opzichte van het aantal van deze banen op 1 januari 2013, waarbij dit apart wordt beoordeeld voor de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid.

4. In het derde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het eerste lid» telkens vervangen door «bedoeld in het eerste en tweede lid».

5. In het vierde lid (nieuw) wordt «voor de toepassing van het tweede lid» vervangen door «voor de toepassing van het derde lid» en wordt «op grond van het vierde lid» vervangen door «op grond van het vijfde lid».

6. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het tweede lid» telkens vervangen door «het derde lid».

E

Na artikel 122n wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 122na Opschorting quotumheffing tot 2022

  • 1. Nadat bij regeling van Onze Minister op grond van artikel 122n, eerste lid, tot invoering van de quotumheffing voor de betreffende sector is besloten, wordt de quotumheffing, in afwijking van de artikelen 38e, eerste lid, en 122n, eerste lid, niet uitgevoerd met betrekking tot kalenderjaren die zijn gelegen vóór 1 januari 2022.

  • 2. Ten aanzien van een kalenderjaar waarover de quotumheffing op grond van het eerste lid niet wordt uitgevoerd, wordt met overeenkomstige toepassing van artikel 38f een quotumpercentage vastgesteld voor de sector overheid, onderscheidenlijk voor de sector niet-overheid.

ARTIKEL II WIJZIGING ZIEKTEWET

Artikel 29b van de Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het elfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «artikel 38b, eerste lid, onderdelen d en e» vervangen door «artikel 38b, eerste lid, onderdelen d, e en f».

b. In onderdeel b vervalt «nadat de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, van die wet voor de betreffende werkgever is geactiveerd».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 12. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een werknemer als bedoeld in het tweede lid of arbeidsbeperkte als bedoeld in het elfde lid tevens verstaan de persoon die niet langer aan de voorwaarden op grond van het tweede of elfde lid voldoet en als arbeidsbeperkte wordt beschouwd op grond van artikel 38b, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen voor zover het betreft zijn perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen voordat zijn opname in de registratie van arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38d, eerste lid, van die wet, eindigt.

ARTIKEL III WIJZIGING WET TEGEMOETKOMINGEN LOONDOMEIN

Artikel 2.10 van de Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt onder vernummering van 5° en 6° tot 6° en 7° een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 5°. een arbeidsbeperkte is als bedoeld in artikel 38b, eerste lid, onderdeel f, van de Wet financiering sociale verzekeringen;.

2. In het eerste lid, onderdeel a, onder 6°, vervalt «indien op enig moment voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen voor de werkgever in de desbetreffende sector is geactiveerd».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een werknemer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, tevens verstaan de persoon die in de kalendermaand voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking niet langer aan de voorwaarden op grond van het eerste lid, onderdeel a, voldoet en als arbeidsbeperkte wordt beschouwd op grond van artikel 38b, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

ARTIKEL IV INWERKINGTREDING

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 13 november 2019

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Uitgegeven de derde december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 956

Naar boven