Wet van 13 maart 2019 tot wijzing van de Wet op de huurtoeslag in verband met het laten vervallen van de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met het percentage van de netto-bijstandsontwikkeling indien dat percentage lager is dan het percentage van de huurprijsontwikkeling en van de maximale inkomensgrenzen vanaf welke geen huurtoeslag wordt toegekend (Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale inkomensgrenzen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in de Wet op de huurtoeslag de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met het percentage van de netto-bijstandsontwikkeling indien dat percentage lager is dan het percentage van de huurprijsontwikkeling en de maximale inkomensgrenzen vanaf welke geen huurtoeslag wordt toegekend te laten vervallen teneinde een eenduidige indexering van de eigen bijdrage in de huurtoeslag te bereiken en armoedeval te beperken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de huurtoeslag wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel g, wordt «Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst» vervangen door «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».

B

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

C

In artikel 21 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt, als de basishuur op of boven de aftoppingsgrens ligt, het deel van de rekenhuur boven de basishuur voor het percentage, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, gesubsidieerd, in de gevallen, bedoeld in dat onderdeel.

D

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid vervalt.

2. Het vijfde tot en met negende lid worden vernummerd tot vierde tot en met achtste lid.

3. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 6. De bedragen, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, worden naar boven afgerond op hele eurocenten, met uitzondering van de norminkomens, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen a en b (maximum inkomen bij een- en meerpersoonshuishoudens), die naar boven worden afgerond op een veelvoud van € 25. De bedragen, bedoeld in het vierde en vijfde lid, en de som van de bedragen, genoemd in artikel 14, eerste lid, onderdelen c of d, en bedoeld in artikel 14, tweede lid (maximum inkomen bij een- en meerpersoonsouderenhuishoudens), worden naar boven afgerond op een veelvoud van € 25. Bij een volgende wijziging van de norminkomens en de bedragen, bedoeld in het vijfde lid, wordt uitgegaan van de bedragen zoals die waren, voordat zij werden afgerond.

4. In het zevende lid (nieuw) wordt «zevende lid» vervangen door «zesde lid».

ARTIKEL II

De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt «Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst» vervangen door «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».

B

In artikel 46, tweede lid, van de Woningwet wordt «die in aanmerking komen voor een huurtoeslag in de zin van die wet,» vervangen door «die in aanmerking komen voor een huurtoeslag in de zin van die wet en een bij die algemene maatregel van bestuur te bepalen huishoudinkomen hebben,».

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale inkomensgrenzen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 13 maart 2019

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de zevenentwintigste maart 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 940

Naar boven