Wet van 31 januari 2018 tot vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA) voor het jaar 2018 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake het agentschap Dienst Publiek en Communicatie voor het jaar 2018 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) voor het jaar 2018 wordt vastgesteld.

Artikel 4

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2018 wordt vastgesteld.

Artikel 5

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 31 januari 2018

Willem-Alexander

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Uitgegeven de achtentwintigste februari 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Vaststelling van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken voor het jaar 2018 (Bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

61.308

61.308

4.402

         

1

Eenheid van het algemeen regeringsbeleid

61.308

61.308

4.402

         
 

Niet-beleidsartikel

     

3

Nominaal en onvoorzien

0

0

0

Vastgestelde begrotingsstaat inzake agentschap voor het jaar 2018 (Bedragen x € 1.000)

Naam

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Baten-lastenagentschap Dienst Publiek en Communicatie

Naam

Totaal baten

Totaal lasten

Saldo baten en lasten

Baten-lastenagentschap Dienst Publiek en Communicatie

89.402

89.402

0

Vastgestelde begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) voor het jaar 2018 (Bedragen x € 1.000)

Art.no.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

2.431

2.431

2.431

         

1

Kabinet van de Koning

2.431

2.431

2.431

Vastgestelde begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2018 (Bedragen x € 1.000)

Art.no.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

2.494

2.494

0

         

1

Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

2.494

2.494

0


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 775 III

Naar boven