Wet van 27 juni 2018 tot wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Faillissementswet te wijzigen, met als doel de faillissementsprocedure efficiënter te maken, geschikt te maken voor moderne communicatiemiddelen, alsmede maatwerk binnen de procedure te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt de derde volzin.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. De schuldenaar, de schuldeiser die het faillissement heeft verzocht, en, in geval van verzet, de curator, worden opgeroepen op de wijze bepaald in de artikelen 271 tot en met 277 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

B

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid vervalt de tweede volzin.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De schuldenaar, de schuldeiser die het faillissement heeft verzocht, de curator en de schuldeiser of belanghebbende die het verzet heeft ingesteld, worden opgeroepen op de wijze bepaald in de artikelen 271 tot en met 277 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

C

In artikel 12, tweede lid, wordt «op de wijze bij de artikelen 4, 6 en 8 bepaald» vervangen door: op de wijze bepaald in de artikelen 426 tot en met 429 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

D

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een der leden van de rechtbank» vervangen door: een of meer leden van de rechtbank.

2. In het derde lid wordt «of het kantoor van ieder lid der voorlopige commissie uit de schuldeisers, zo er een benoemd is, wordt door de curator onverwijld geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant» vervangen door: of het kantoor van ieder lid van de voorlopige schuldeiserscommissie, zo er een benoemd is, wordt door de griffier van de rechtbank geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant en terstond ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 19. In ieder geval worden op de dag van de uitspraak de naam en de woonplaats of het kantoor van de gefailleerde in het hiervoor genoemde register ingeschreven.

E

Voor artikel 15 wordt een nieuw artikel 14b ingevoegd, luidende:

Artikel 14b

Benoemt de rechtbank meerdere rechters-commissarissen, dan zijn zij zowel afzonderlijk als tezamen bevoegd om de in deze wet genoemde bevoegdheden uit te oefenen.

F

In artikel 16, eerste lid, wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

G

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Bij elke rechtbank wordt door de griffier een openbaar register gehouden, waarin hij, voor ieder faillissement afzonderlijk, achtereenvolgens, met vermelding der dagtekening, inschrijft» vervangen door: Er wordt een centraal openbaar register bijgehouden, ten behoeve waarvan de griffier van de rechtbank, voor ieder faillissement afzonderlijk, met vermelding van de dagtekening, de volgende gegevens inschrijft.

2. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van een punt door een puntkomma in onderdeel 6 een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 7°. bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen stukken.

3. In het tweede lid wordt «register» vervangen door: centrale register.

4. In het vierde lid vervalt «onder 1° tot en met 6°» en «in artikel 19a genoemde».

H

Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een centraal register» vervangen door «het centrale register» en vervalt «onder 1° tot en met 6°».

2. Het tweede en derde lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

I

In artikel 19b vervalt «, bedoeld in artikel 19, eerste lid, alsmede in het centrale register, bedoeld in artikel 19a, eerste lid».

J

In artikel 66 worden aan het eerste lid twee zinnen toegevoegd, luidende:

Voorts kan de rechter-commissaris een deskundige benoemen voor zover dit nodig is voor de goede en effectieve vervulling van het toezicht op het beheer en de vereffening van de failliete boedel. De kosten in verband met de benoeming van de deskundige komen ten laste van de boedel.

K

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de derde volzin van het eerste lid wordt na «73a, tweede lid,» ingevoegd: «75a,» en wordt «127, vierde lid,» vervangen door: 127, eerste en tweede lid,.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen beschikkingen van de rechter-commissaris en van de rechtbank worden aangewezen die uiterlijk de werkdag volgend op de dag van de uitspraak worden ingeschreven in het centraal openbaar register, bedoeld in artikel 19. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald welke informatie van de aangewezen beschikking langs de hiervoor genoemde weg wordt ingeschreven.

L

Het opschrift van paragraaf 3 komt te luiden:

§ 3. Van de schuldeiserscommissie

M

Artikel 74, eerste lid, komt als volgt te luiden:

  • 1. Bij het vonnis tot faillietverklaring of bij een latere beschikking kan de rechtbank, gelet op de omvang of de aard van het faillissement, een voorlopige schuldeiserscommissie instellen die de curator van advies dient, zolang niet tot de benoeming van een definitieve schuldeiserscommissie is beslist. De commissie bestaat uit een oneven aantal leden en vertegenwoordigt belangrijke groepen van schuldeisers.

N

Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, eerste zin, wordt «een voorlopige commissie uit de schuldeisers» vervangen door: «een voorlopige schuldeiserscommissie« en vervalt: uit hun midden.

2. In het eerste lid, derde zin, wordt «Ook deze commissie bestaat uit een tot drie leden.» vervangen door: Deze commissie bestaat uit een oneven aantal leden en vertegenwoordigt belangrijke groepen van schuldeisers.

O

Na artikel 75 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 75a

  • 1. De rechtbank dan wel de rechter-commissaris kan bij het instellen van de voorlopige of definitieve schuldeiserscommissie een reglement vaststellen over de werkwijze van de schuldeiserscommissie. Dit reglement wordt op passende wijze bekend gemaakt.

  • 2. Na het instellen van de voorlopige of definitieve schuldeiserscommissie beslist de rechtbank dan wel de rechter-commissaris over het ontslag van leden van de schuldeiserscommissie.

P

Na artikel 80 wordt een nieuw artikel 80a ingevoegd, luidende:

Artikel 80a

De rechter-commissaris bepaalt of een vergadering van schuldeisers fysiek, dan wel schriftelijk of met gebruikmaking van een elektronisch communicatiemiddel plaatsvindt.

Q

Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

2. In het tweede lid wordt: «door de curator worden opgeroepen bij brieven» vervangen door: door de curator schriftelijk worden opgeroepen.

R

In artikel 94, derde lid, wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

S

Artikel 101, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De curator is bevoegd om goederen te vervreemden.

T

In artikel 104 wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

U

Artikel 108 komt te luiden:

Artikel 108

De rechter-commissaris bepaalt na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis van faillietverklaring zo nodig dag, uur en plaats van een of meer verificatievergaderingen, alsmede de wijze waarop wordt vergaderd overeenkomstig artikel 80a.

V

Artikel 109 komt te luiden:

Artikel 109

  • 1. De curator geeft van de beschikking, bedoeld in artikel 108, onmiddellijk schriftelijk kennis aan alle bekende schuldeisers.

  • 2. De curator stelt alle bekende schuldeisers zo spoedig mogelijk nadat het vonnis tot faillietverklaring in kracht van gewijsde is gegaan schriftelijk op de hoogte van de dag waarop uiterlijk de schuldvorderingen moeten worden ingediend, alsmede dat de vordering niet voor verificatie in aanmerking komt, wanneer niet aan deze voorwaarde wordt voldaan.

W

In artikel 110, eerste lid, wordt «bij de curator» vervangen door: door of bij de curator.

X

In artikel 116 wordt «De gefailleerde woont de verificatievergadering in persoon bij» vervangen door: De gefailleerde neemt op een door de rechter-commissaris te bepalen wijze aan de verificatievergadering deel.

Y

Artikel 119 wordt als volgt gewijzigd:

1. De eerste zin van het eerste lid, komt te luiden:

Tijdens de verificatievergadering, dan wel, nadere verificatievergadering, worden de schuldeisers door of namens de rechter-commissaris behoorlijk geïnformeerd over de lijsten van voorlopig erkende en voorlopig betwiste schuldvorderingen. Heeft reeds publicatie van een lijst plaatsgevonden, dan kan de rechter-commissaris volstaan met verwijzing daarnaar.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De rechter-commissaris kan bepalen dat er een nadere verificatievergadering wordt gehouden. De rechter-commissaris stelt dag, uur, plaats en wijze waarop wordt vergaderd vast. De curator stelt de bekende schuldeisers hiervan schriftelijk in kennis.

Z

Artikel 127 komt te luiden:

Artikel 127

  • 1. Vorderingen worden uiterlijk veertien dagen voor de dag van de eerste verificatievergadering, bedoeld in artikel 108, ingediend bij de curator, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

  • 2. De rechter-commissaris kan, na raadpleging van de curator en na afweging van de gerechtvaardigde belangen van de gezamenlijke schuldeisers, bepalen dat de in het eerste lid bedoelde termijn wordt aangepast. Artikel 109 is van overeenkomstige toepassing op deze beschikking.

  • 3. Een vordering ingediend na de dag, bedoeld in het eerste lid, wordt niet voor verificatie in behandeling genomen.

  • 4. De uiterste dag waarop de vorderingen worden ingediend, wordt door de griffier ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 19.

AA

In artikel 137a, tweede lid, wordt «bij brieven kennis» vervangen door: schriftelijk kennis.

AB

In artikel 137g, eerste lid, wordt «stelt daartoe dag, uur en plaats vast» vervangen door «stelt daartoe dag, uur, plaats en wijze waarop wordt vergaderd, overeenkomstig artikel 80a, vast» en wordt «Artikel 108, tweede lid,» vervangen door: Artikel 108

AC

In artikel 139, tweede lid, wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

AD

Artikel 140 komt te luiden:

Artikel 140

De curator en de schuldeiserscommissie brengen ieder afzonderlijk ter vergadering of zo spoedig mogelijk daarna een schriftelijk advies uit over het aangeboden akkoord.

AE

In artikel 141 wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

AF

Na artikel 161 wordt een nieuw artikel 161a ingevoegd, luidende:

Artikel 161a

Na beëindiging van het faillissement overeenkomstig artikel 161 zijn verifieerbare vorderingen die niet binnen de termijn van artikel 127 zijn ingediend ter verificatie niet langer afdwingbaar, tenzij de schuldeiser redelijkerwijs niet in staat was de vordering binnen de bedoelde termijn voor verificatie in te dienen.

AG

In artikel 167, eerste lid, wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

AH

In artikel 168, tweede lid, wordt «behoudens deze wijziging, dat de verificatie beperkt blijft tot de schuldvorderingen, die niet reeds vroeger geverifieerd werden» vervangen door:, met dien verstande dat afdwingbaarheid van de vorderingen, bedoeld in artikel 161a, herleeft en zij ter verificatie ingediend kunnen worden, en de verificatie overigens beperkt blijft tot de schuldvorderingen die niet reeds vroeger geverifieerd zijn.

AI

In artikel 173, eerste lid, wordt «Indien op de verificatievergadering geen akkoord aangeboden» vervangen door: Indien geen nadere verificatievergadering is bepaald of op de verificatievergadering geen akkoord is aangeboden.

AJ

Artikel 173a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt «kennis van deze nadere vergadering bij brieven» vervangen door: schriftelijk kennis van deze nadere vergadering.

2. Het vijfde lid vervalt.

AK

In artikel 173b, tweede lid, wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

AL

Artikel 173c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «dag, uur en plaats» vervangen door: dag, uur, plaats en, overeenkomstig artikel 80a, wijze waarop.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De curator roept de schuldeisers schriftelijk en ten minste tien dagen vóór de vergadering op. De oproeping bevat het ingediende voorstel en wijst de schuldeisers op het bepaalde in artikel 114.

3. In het derde lid wordt «Artikel 173a, lid 2 en 5» vervangen door: Artikel 173a, tweede lid.

AM

In artikel 174, eerste lid, wordt «commissie uit de schuldeisers» vervangen door: schuldeiserscommissie.

AN

Aan artikel 176, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

Geen toestemming van de rechter-commissaris is vereist voor zover blijkens de boedelbeschrijving de waarde van te verkopen goederen gezamenlijk niet meer bedraagt dan € 2.000, eerder door de curator verkochte goederen daarbij in aanmerking nemend.

AO

Artikel 178 komt te luiden:

Artikel 178

Nadat de boedel insolvent is geworden, kan de rechter-commissaris, op door hem te bepalen dag, uur, plaats en, overeenkomstig artikel 80a, bepaalde wijze, een vergadering van schuldeisers beleggen om hen zo nodig te raadplegen over de wijze van vereffening van de boedel.

AP

Artikel 186 vervalt.

AQ

Artikel 191 vervalt.

AR

In artikel 212p, tweede lid, wordt «artikel 108, eerste lid, onderdeel 1» vervangen door: artikel 109, eerste lid, alsmede artikel 127, eerste en tweede lid.

AS

In artikel 213i, tweede lid, wordt «artikel 108, eerste lid, onderdeel 1» vervangen door: artikel 109, eerste lid, alsmede artikel 127, eerste en tweede lid.

AT

In artikel 315, tweede lid, vervalt «127, vierde lid,» en wordt na «328a, tweede lid,» ingevoegd: 328b, vierde lid,.

AU

In artikel 328 wordt «(in welk laatste artikel in de plaats van 108, 1°, wordt gelezen: 289, derde lid)» vervangen door: (in welk laatste artikel in de plaats van 108 wordt gelezen: 289, derde lid).

AV

Na artikel 328a worden twee nieuwe artikelen 328b en 328c ingevoegd, luidende:

Artikel 328b

  • 1. Vorderingen, na afloop van de in artikel 289, derde lid, genoemde termijn, doch uiterlijk twee dagen vóór de dag waarop de verificatievergadering zal worden gehouden bij de bewindvoerder ingediend, worden op daartoe ter vergadering gedaan verzoek geverifieerd, indien noch de bewindvoerder noch een van de aanwezige schuldeisers daartegen bezwaar maakt.

  • 2. Vorderingen, ingediend na het in het eerste lid genoemde tijdstip, worden niet geverifieerd.

  • 3. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet toepasselijk, indien de schuldeiser buiten het Rijk in Europa woont en daardoor verhinderd was zich eerder aan te melden.

  • 4. In geval van bezwaar, zoals in het eerste lid bedoeld, of van verhindering, zoals in het derde lid bedoeld, beslist de rechter-commissaris na raadpleging van de verificatievergadering.

Artikel 328c

  • 1. Aan schuldeisers die ten gevolge van hun verzuim om op te komen pas geverifieerd worden nadat er reeds een uitdeling heeft plaats gehad, wordt uit de nog voorhanden baten een bedrag vooruitbetaald, evenredig aan hetgeen door de overige erkende schuldeisers reeds is ontvangen.

  • 2. Schuldeisers met voorrang verliezen die voorrang voorzover de opbrengst van de zaak, waaraan die voorrang kleefde, bij een vroegere uitdelingslijst aan andere schuldeisers bij voorrang is toegekend.

AW

In artikel 348 wordt «artikel 127» vervangen door: artikel 328b.

AX

In artikel 349 wordt in het vijfde lid «183 tot en met 189, 191 en 192» vervangen door: 183, 184, 185, 187 tot en met 189, 192, 328c en 349aa.

AY

Aan de zevende afdeling wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 349aa

  • 1. De schuldeiser van wie de vordering niet of voor een te laag bedrag is geverifieerd, ook al was dit overeenkomstig zijn opgave, kan bij de overeenkomstige toepassing van artikel 184 in verzet komen. De schuldeiser dient daartoe een bezwaarschrift in met het verzoek om geverifieerd te worden uiterlijk twee dagen vóór die waarop het verzet ter openbare zitting zal behandeld worden. Voorts dient de schuldeiser de vordering of het niet-geverifieerde deel van de vordering in bij de curator en voegt een afschrift daarvan bij het bezwaarschrift.

  • 2. De verificatie, bedoeld in het vorige lid, vindt plaats zoals bepaald bij artikel 119 en volgende, ter openbare zitting, bestemd voor de behandeling van het verzet en voordat met de behandeling van het verzet een aanvang wordt gemaakt.

  • 3. Indien dit verzet alleen verificatie als schuldeiser tot doel heeft, en niet tevens door anderen verzet is gedaan, komen de kosten van het verzet ten laste van deze schuldeiser.

  • 4. Door een schuldeiser bedoeld in artikel 110, derde lid, kan niet het in het eerste lid bedoelde verzet worden gedaan.

ARTIKEL II

Aan de Wet adviesstelsel Justitie wordt een artikel 3a toegevoegd, luidende:

Artikel 3a

  • 1. Er is een commissie insolventierecht.

  • 2. De commissie bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.

  • 3. De commissie heeft tot taak de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het insolventierecht.

ARTIKEL III

In de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt in artikel 17, derde lid, «artikel 186» vervangen door: artikel 349aa.

ARTIKEL IV

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3:183 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «De artikelen 184 tot en met 186, 187, eerste, tweede en derde lid, 189 en 191 van de Faillissementswet zijn van overeenkomstige toepassing» vervangen door: De artikelen 184 en 185, 187, eerste, tweede en derde lid, van de Faillissementswet zijn van overeenkomstige toepassing.

2. In het derde lid vervalt «dan wel artikel 186».

B

Artikel 3:234 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «De artikelen 184 tot en met 186, 187, eerste, tweede en derde lid, 189 en 191 van de Faillissementswet zijn van overeenkomstige toepassing» vervangen door: De artikelen 184 en 185, 187, eerste, tweede en derde lid, van de Faillissementswet zijn van overeenkomstige toepassing.

2. In het derde lid vervalt «dan wel artikel 186».

C

In artikel 3:257 wordt «artikel 19a, eerste lid, » vervangen door: artikel 19a.

ARTIKEL V

Voor faillissementen die voor het tijdstip van inwerkingtreden van deze wet zijn uitgesproken, geldt het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL VI

A

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2015 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen op voorzetting van een onderneming of van een doorstart van rendabele bedrijfsonderdelen (Wet continuïteit ondernemingen I) (34 218), tot wet is of wordt verheven en Artikel I, onderdeel Ca, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan Artikel I, onderdeel D, van deze wet, wordt artikel I, onderdeel D, van deze wet als volgt gewijzigd:

Onderdeel 2 komt als volgt te luiden:

2. In het derde lid wordt «of het kantoor van ieder lid der voorlopige commissie uit de schuldeisers, zo er een benoemd is, wordt door de curator onverwijld geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant» vervangen door: of het kantoor van ieder lid van de voorlopige schuldeiserscommissie, zo er een benoemd is, alsmede van de aanwijzing van een beoogd curator zo daarvan sprake is geweest in het jaar voorafgaand aan de indiening van de aangifte of het verzoek tot faillietverklaring, wordt door de griffier van de rechtbank geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant en terstond ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 19. In ieder geval worden op de dag van de uitspraak de naam en de woonplaats of het kantoor van de gefailleerde in het hiervoor genoemde register ingeschreven.

B

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2015 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen op voorzetting van een onderneming of van een doorstart van rendabele bedrijfsonderdelen (Wet continuïteit ondernemingen I) (34 218), tot wet is of wordt verheven, en Artikel I, onderdeel Ca, van die wet later in werking treedt dan Artikel I, onderdeel D, van deze wet, komt Artikel I, onderdeel Ca, van die wet als volgt te luiden:

Ca

In artikel 14, derde lid, wordt na «of het kantoor van ieder lid van de voorlopige schuldeiserscommissie, zo er een benoemd is,» ingevoegd: alsmede van de aanwijzing van een beoogd curator zo daarvan sprake is geweest in het jaar voorafgaand aan de indiening van de aangifte of het verzoek tot faillietverklaring,.

C

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2015 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen op voorzetting van een onderneming of van een doorstart van rendabele bedrijfsonderdelen (Wet continuïteit ondernemingen I) (34 218), tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt in artikel I van deze wet na onderdeel AY een onderdeel AZ ingevoegd, luidende:

AZ

Artikel 365 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een van haar leden» vervangen door: een of meer van haar leden.

2. Aan het einde van het eerste lid wordt toegevoegd: Artikel 14b is van overeenkomstige toepassing indien meerdere beoogd rechters-commissarissen zijn benoemd.

D

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2015 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen op voorzetting van een onderneming of van een doorstart van rendabele bedrijfsonderdelen (Wet continuïteit ondernemingen I) (34 218), tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet wordt artikel I, onderdeel I, artikel 365 van die wet als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een van haar leden» vervangen door: een of meer van haar leden.

2. Aan het einde van het eerste lid wordt toegevoegd: Artikel 14b is van overeenkomstige toepassing indien meerdere beoogd rechters-commissarissen zijn benoemd.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VIII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet modernisering faillissementsprocedure.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 27 juni 2018

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de zevende september 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 740

Naar boven