Wet van 17 mei 2017 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met het vastleggen van het recht op de alleenstaandennorm en de inkomensondersteuning voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen woonachtig in niet-verdragslanden en van overgangsrecht voor de inkomensondersteuning

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene Ouderdomswet te wijzigen om de alleenstaandennorm en de inkomensondersteuning te kunnen exporteren naar verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen woonachtig in niet-verdragslanden en overgangsrecht vast te stellen voor het exporteren van de inkomensondersteuning in geval van opzegging van een verdrag, de beëindiging van de voorlopige toepassing van een verdrag of een daarmee gelijk te stellen situatie;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9a wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Recht op ouderdomspensioen alsof hij in Nederland woont, heeft de pensioengerechtigde die niet in Nederland woont en recht heeft op:

    • a. een buitengewoon pensioen, garantietoeslag, uitkering, periodieke uitkering, garantie-uitkering, vergoeding of tegemoetkoming als bedoeld in de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 of de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië met inbegrip van het besluit van de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië van 5 november 1946 (Indisch Staatsblad, 1946, 118); of

    • b. een pensioen, toeslag, uitkering, vergoeding of tegemoetkoming, vergelijkbaar met een pensioen, toeslag, uitkering, vergoeding of tegemoetkoming als bedoeld in onderdeel a, op grond van een buitenlandse wettelijke regeling die vergelijkbaar is met de wettelijke regelingen, genoemd in onderdeel a.

B

Artikel 33a, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Recht op een inkomensondersteuning heeft degene, die:

    • a. recht heeft op ouderdomspensioen en woonachtig is in Nederland;

    • b. op grond van artikel 5, tweede lid, van het Besluit regels export uitkeringen recht heeft op ouderdomspensioen alsof hij in Nederland woonachtig is;

    • c. op grond van artikel 9a, vierde lid, recht heeft op ouderdomspensioen alsof hij in Nederland woonachtig is; of

    • d. recht heeft op ouderdomspensioen en woonachtig is op het grondgebied van:

      • 1°. een van de andere lidstaten van de Europese Unie;

      • 2°. een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;

      • 3°. Aruba, Curaçao, Sint Maarten, of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba; of

      • 4°. een land waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten of waar een besluit van een volkenrechtelijke organisatie inzake sociale zekerheid van kracht is.

C

Artikel 62a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «land» telkens vervangen door: land of gebied.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De pensioengerechtigde die recht heeft op een inkomensondersteuning als bedoeld in artikel 33a, eerste lid, en wiens recht op de inkomensondersteuning uitsluitend zou eindigen als gevolg van de opzegging van een verdrag, de beëindiging van de voorlopige toepassing van een verdrag dan wel de beëindiging van een daarmee gelijk te stellen situatie, behoudt het recht op de inkomensondersteuning, zolang de pensioengerechtigde blijft wonen in hetzelfde land of gebied als het land of gebied waar hij op de dag voor buitenwerkingtreding als gevolg van die opzegging respectievelijk op de dag voor de beëindiging woonde en blijft voldoen aan de voorwaarden voor het recht op inkomensondersteuning.

3. In het derde lid (nieuw) wordt «land» vervangen door «land of gebied» en wordt «eerste lid» telkens vervangen door: eerste of tweede lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 17 mei 2017

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Uitgegeven de negenentwintigste mei 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 571

Naar boven