Wet van 4 juni 2015 tot wijziging van de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek, in verband met verduidelijking van het toepassingsbereik van de koopregels van titel 7.1 BW

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de reikwijdte van de koopregels in titel 7.1 van het Burgerlijk Wetboek te verduidelijken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 216 wordt «vier» vervangen door: vijf.

B

Aan artikel 230g worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien een overeenkomst waarop deze afdeling van toepassing is tot stand is gekomen via een andere persoon, handelend in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, die daarbij optreedt namens of voor rekening van een handelaar, kan de consument zich ook jegens die andere persoon beroepen op het in deze afdeling bepaalde.

  • 4. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing voordat de consument is gebonden aan een overeenkomst waarop deze afdeling van toepassing is, dan wel aan een daartoe strekkend aanbod.

C

In artikel 230o, eerste lid, aanhef, wordt «vanaf» vervangen door: na.

D

In artikel 230v, tweede lid, wordt na «genoemde informatie» een punt toegevoegd.

ARTIKEL II

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede: , al dan niet mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt,.

2. In het vijfde lid wordt de zinsnede «de levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd» vervangen door: op de levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd, maar die wel is geïndividualiseerd en waarover feitelijke macht kan worden uitgeoefend.

3. In het zesde lid vervalt de zinsnede: , al dan niet mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt,.

B

Artikel 7, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «digitale inhoud» wordt vervangen door: digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd, ongeacht of de digitale inhoud individualiseerbaar is en of er feitelijke macht over kan worden uitgeoefend.

2. Aan het slot wordt een zin toegevoegd, luidende: Dit lid is van toepassing ongeacht of de verzender wordt vertegenwoordigd.

C

Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien de consumentenkoop tot stand is gekomen via een andere persoon, handelend in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, die daarbij optreedt namens of voor rekening van de verkoper, kan de consument zich ook jegens die andere persoon beroepen op het in de leden 1–4 bepaalde.

D

Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien de consumentenkoop tot stand is gekomen via een andere persoon, handelend in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, die daarbij optreedt namens of voor rekening van de verkoper, kan de consument zich ook jegens die andere persoon beroepen op het in de leden 1–2 bepaalde.

E

Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Komt bij de verkoper bij een consumentenkoop» vervangen door: Komt de verkoper bij een consumentenkoop.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien de consumentenkoop tot stand is gekomen via een andere persoon, handelend in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, die daarbij optreedt namens of voor rekening van de verkoper, kan de consument zich ook jegens die andere persoon beroepen op het in de leden 1–3 bepaalde.

ARTIKEL III

De Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid wordt «het tweede lid, onderdeel a» vervangen door: het tweede lid, onderdeel b.

2. In het zesde lid wordt «het tweede lid, onderdeel b» vervangen door: het tweede lid, onderdeel c.

B

In artikel 8.2, vierde lid, wordt de zinsnede «artikel 227c, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: artikel 227c, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

C

Artikel 8.2a komt te luiden:

Artikel 8.2a

  • 1. Een handelaar als bedoeld in artikel 230g, eerste lid, onderdeel b, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, die een overeenkomst aangaat waarop Afdeling 2B van Titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, neemt de bepalingen van die afdeling in acht.

  • 2. Indien een overeenkomst waarop Afdeling 2B van Titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, tot stand komt via een andere persoon, handelend in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, die daarbij optreedt namens of voor rekening van een handelaar, neemt ook die andere persoon de bepalingen van die afdeling in acht.

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing voordat de consument is gebonden aan een overeenkomst, dan wel aan een daartoe strekkend aanbod.

D

Artikel 8.4a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst en «de verkoper» wordt vervangen door: de als verkoper optredende handelaar.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien een consumentenkoop als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, tot stand komt via een andere persoon, handelend in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, die daarbij optreedt namens of voor rekening van de als verkoper optredende handelaar, neemt ook die andere persoon de artikelen 9, 11 en 19a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in acht.

E

In artikel 8.5 wordt de zinsnede «digitale inhoud» vervangen door: digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd, ongeacht of de digitale inhoud individualiseerbaar is en of er feitelijke macht over kan worden uitgeoefend.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 4 juni 2015

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Uitgegeven de achttiende juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 071

Naar boven