Wet van 18 december 2013, houdende de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat voor het jaar 2014 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen voor het jaar 2014 wordt vastgesteld.

Artikel 3

In afwijking van artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt voor het jaar 2014 een meerjarige begrotingsreserve ten laste van het niet-beleidsartikel Apparaatskosten (artikel 95) aangehouden.

Artikel 4

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 5

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 18 december 2013

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de zeventiende januari 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Vastgestelde departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014

(bedragen x € 1.000)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (VIII)

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

35.022.913

1.232.113

         
 

Beleidsartikelen

 

34.782.823

1.231.546

01

Primair onderwijs

9.587.743

9.588.959

1.661

03

Voortgezet onderwijs

7.263.617

7.263.617

4.661

04

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

3.892.744

3.830.290

0

06

Hoger beroepsonderwijs

2.573.655

2.595.377

1.213

07

Wetenschappelijk onderwijs

4.074.179

4.070.873

16

08

Internationaal beleid

11.652

13.421

99

09

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

403.506

403.506

6.000

11

Studiefinanciering

4.256.376

4.256.376

766.271

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

115.064

115.064

4.701

13

Lesgelden

7.087

7.087

247.762

14

Cultuur

919.248

740.522

1.561

15

Media

977.240

977.571

197.500

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

829.799

905.368

101

25

Emancipatie

11.449

14.792

0

         
 

Niet-beleidsartikelen

 

240.090

567

91

Nominaal en onvoorzien

5.367

5.367

0

95

Apparaatskosten

234.723

234.723

567

Vastgestelde Begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen voor het jaar 2014 (bedragen x € 1.000)

Naam baten-lastendienst

Totaal baten

Totaal lasten

Saldo baten en lasten

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

235.433

235.433

0

Nationaal Archief (NA)

42.927

42.927

0

Totaal

278.360

278.360

0

Naam baten-lastendienst

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

6.314

0

Nationaal Archief (NA)

2.648

Totaal

8.962

0


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 750 VIII

Naar boven