Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Veiligheid en Justitie | Staatsblad 2013, 484 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Veiligheid en Justitie | Staatsblad 2013, 484 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels met betrekking tot de toepasselijkheid van de strafwet op strafbare feiten die buiten Nederland begaan zijn te herzien;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
De artikelen 4 tot en met 8 worden vervangen door de volgende artikelen:
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt:
a. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 92 tot en met 96, 97a, 98 tot en met 98c, 105 en 108 tot en met 110;
b. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 131 tot en met 134 en 189, indien het strafbare feit of het misdrijf waarvan in die artikelen wordt gesproken, een misdrijf is als onder a bedoeld;
c. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 208 tot en met 214 en 216 tot en met 223;
d. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 225 tot en met 227b en 232 indien het strafbare feit is gepleegd tegen een Nederlandse overheidsinstelling;
e. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 381 tot en met 385b, 409 en 410 of aan de overtreding omschreven in artikel 446a;
f. aan het misdrijf omschreven in artikel 207a.
1. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op een ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een misdrijf tegen een Nederlander, een Nederlandse ambtenaar, een Nederlands voertuig, vaartuig of luchtvaartuig, voor zover op dit feit naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van ten minste acht jaren is gesteld en daarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.
2. Met een Nederlander wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld de vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft.
1. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op een ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit voor zover een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie tot het vestigen van rechtsmacht over dat feit verplicht.
2. In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden de feiten omschreven met betrekking tot welke de bij de maatregel aangewezen verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties tot de vestiging van rechtsmacht verplichten.
1. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit dat door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd en waarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.
2. De Nederlandse strafwet is voorts toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt:
a. aan een van de misdrijven omschreven in de Titels I en II van het Tweede Boek en in de artikelen 192a tot en met 192c, 197a tot en met 197c, 206, 237, 272 en 273;
b. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 177, 177a, 178, 180, 189, 200, 285a en 361, voor zover het feit gericht is tegen de rechtspleging van het Internationaal Strafhof;
c. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 240b en 242 tot en met 250;
d. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 300 tot en met 303, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon van het vrouwelijke geslacht die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
e. aan het misdrijf omschreven in artikel 284.
3. Met een Nederlander wordt voor de toepassing van het eerste en het tweede lid, onder b tot en met e, gelijkgesteld de vreemdeling die na het plegen van het feit Nederlander wordt alsmede, voor de toepassing van het eerste en tweede lid, de vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft.
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlandse ambtenaar die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een van de misdrijven omschreven in Titel XXVIII van het Tweede Boek.
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de schipper en opvarenden van een Nederlands vaartuig die zich buiten Nederland, ook buiten boord, schuldig maken aan een van de strafbare feiten omschreven in Titel XXIX van het Tweede Boek en Titel IX van het Derde Boek.
1. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op een ieder tegen wie de strafvervolging door Nederland van een vreemde staat is overgenomen op grond van een verdrag waaruit de bevoegdheid tot strafvervolging voor Nederland volgt.
2. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op een ieder tegen wie de strafvervolging door het Nederlands openbaar ministerie is overgenomen op grond van een daartoe strekkend verzoek van het openbaar ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
3. De Nederlandse strafwet is voorts toepasselijk op een ieder wiens uitlevering ter zake van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf ontoelaatbaar is verklaard, afgewezen of geweigerd.
4. De Nederlandse strafwet is voorts toepasselijk op een ieder tegen wie de strafvervolging door Nederland is overgenomen op verzoek van een krachtens verdrag of besluit van een door een volkenrechtelijke organisatie ingesteld internationaal gerecht.
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de vreemdeling die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van ten minste acht jaren is gesteld, indien deze vreemdeling zich in Nederland bevindt en:
a. uitlevering ter zake van dit misdrijf is geweigerd op een grond die niet tevens inhoudt dat naar Nederlands recht geen vervolging kan plaatshebben, of
b. uitlevering ter zake van dit misdrijf wegens het ontbreken van een verdragsrelatie niet mogelijk is, voor zover op het feit door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.
B
Na artikel 86a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 9, derde lid, van de Uitleveringswet wordt «de artikelen 2–8» vervangen door: de artikelen 2 tot en met 8d.
In artikel 9, derde lid, van de Overleveringswet wordt «de artikelen 2 tot en met 8» vervangen door: de artikelen 2 tot en met 8d.
1. De artikelen 5, 7, derde lid, en 8c van het Wetboek van Strafrecht zijn toepasselijk op feiten die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn gepleegd voor zover zij ten tijde van het handelen of nalaten strafbaar waren in het land waar zij zijn begaan.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op feiten die ten tijde van het handelen of nalaten een misdrijf waren overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen die door beschaafde volken worden erkend.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te Wassenaar, 27 november 2013
Willem-Alexander
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven
Uitgegeven de zesde december 2013
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-484.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.