Wet van 2 februari 2012, houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop aanspraken op langdurige zorg in het buitenland gerealiseerd kunnen worden en de financiering van deze aanspraken transparant te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt het eerste lid, onderdeel d, 2° vervangen door:

  • 2°. een organisatorisch verband dat gevestigd is buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland en overeenkomstig de daar geldende wetgeving rechtmatig gezondheidszorg verstrekt als bedoeld bij en krachtens artikel 6;.

B

Artikel 10, eerste tot en met derde lid, komen te luiden als volgt:

  • 1. De verzekerde die zijn aanspraak op zorg tot gelding wil brengen, wendt zich daartoe tot een zorgaanbieder naar eigen keuze, met wie de zorgverzekeraar waarbij hij is ingeschreven tot dat doel een overeenkomst als bedoeld in artikel 15 heeft gesloten. Een aanspraak als bedoeld in de vorige volzin kan uitsluitend tot gelding worden gebracht bij een zorgaanbieder die is gevestigd binnen het grondgebied van het Europese deel van Nederland, de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland en die de zorg waarop aanspraak bestaat levert binnen het desbetreffende grondgebied.

  • 2. Een verzekerde heeft buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland, maar binnen het grondgebied van de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland, ook aanspraken op zorg als bedoeld bij en krachtens artikel 6 van deze wet, niet zijnde zorg met verblijf in een instelling, indien deze wordt verleend door een zorgaanbieder met wie een zorgverzekeraar geen overeenkomst heeft gesloten.

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald:

    • a. in welke gevallen en onder welke voorwaarden een verzekerde die een aanspraak op zorg als bedoeld bij en krachtens artikel 6 van deze wet, tot gelding wil brengen, zich voor deze zorg kan wenden tot een zorgaanbieder met wie de zorgverzekeraar geen overeenkomst heeft gesloten;

    • b. in welke gevallen en onder welke voorwaarden zorg als bedoeld bij en krachtens artikel 6 van deze wet, buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland, de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland kan worden verleend;

    • c. in welke gevallen en onder welke voorwaarden de verzekerde in plaats van aanspraak op zorg als bedoeld bij en krachtens artikel 6 van deze wet, aanspraak heeft op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de voor deze zorg gemaakte kosten;

    • d. door wie in welke gevallen en onder welke voorwaarden werkzaamheden die zijn opgedragen aan het indicatieorgaan bedoeld bij en krachtens de artikelen 9a en 9b, in plaats van door dat orgaan kunnen worden verricht.

    De voordracht voor een krachtens de eerste volzin, aanhef en onderdeel b vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

C

Artikel 11 vervalt.

D

Aan artikel 15 wordt een zesde lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De zorgverzekeraar die een overeenkomst sluit als bedoeld in artikel 10, eerste lid, met een zorgaanbieder buiten het Europese deel van Nederland stelt de zorgautoriteit daarvan in kennis. De zorgverzekeraar is gehouden desgevraagd aan de zorgautoriteit of aan een door deze aangewezen persoon kosteloos een afschrift van de gesloten overeenkomst te overleggen.

E

In artikel 16b, eerste lid, wordt na de zinsnede «met iedere instelling» een zinsnede ingevoegd, luidende: als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, onder 1°.

EE

In artikel 16c, eerste lid, wordt «Een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1°» vervangen door: Een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, onder 1°.

ARTIKEL II

In artikel 41, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van dat lid door een komma, een zinsnede toegevoegd, luidende: , voor zover het betreft instellingen die op het grondgebied van het Europese deel van Nederland werkzaam zijn.

ARTIKEL IIA

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel m, onder 2°, van de Zorgverzekeringswet komt te luiden:

  • 2°. een organisatorisch verband dat gevestigd is buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland en overeenkomstig de daar geldende wetgeving rechtmatig gezondheidszorg verstrekt als bedoeld bij en krachtens artikel 11;.

B

In artikel 9d, vierde lid, wordt «is, afdeling 5.3.1 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de artikelen 5:25 en 5:27 tot en met 5:30 van die wet van overeenkomstige toepassing» vervangen door: , is afdeling 5.3.1 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de artikelen 5:25 en 5:27 tot en met 5:30 van die wet, van overeenkomstige toepassing.

C

In artikel 18g, vierde lid, wordt «de bestuursrechtelijke premie int» vervangen door: de bestuursrechtelijke premie int en wordt bepaald welk gedeelte van de geïnde bestuursrechtelijke premie door dat college in ’s Rijks kas wordt gestort.

D

In artikel 39, tweede lid, onderdeel g, wordt «de bestuursrechtelijke premies» vervangen door: met uitzondering van het gedeelte, bedoeld in artikel 18g, vierde lid, de bestuursrechtelijke premies.

E

Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a van het zevende lid komt te luiden:

  • a. kan worden bepaald dat organen die pensioen of rente verschuldigd zijn of werkgevers in opdracht van het College zorgverzekeringen werkzaamheden verrichten ter voorbereiding of uitvoering van beschikkingen als bedoeld in het vierde lid, waarbij kan worden bepaald dat die organen of werkgevers de bijdragen, bedoeld in het tweede lid, inhouden op het pensioen, op de rente of op het loon van een grensarbeider wier gezinsleden onder dit artikel vallen;

2. In het zevende lid, onderdeel b, wordt «organen» vervangen door «organen of werkgevers».

3. Onder vernummering van het achtste lid tot tiende lid worden na het zevende lid twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Artikel 18f, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 9. Het College zorgverzekeringen kan de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, of een boete als bedoeld in het derde lid bij dwangbevel invorderen.

F

In artikel 124 wordt «19, vijfde en zesde lid» vervangen door: 19, vierde en vijfde lid.

ARTIKEL III

Indien vóór de inwerkingtreding van deze wet een overeenkomst als bedoeld in artikel 15 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is gesloten met een buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland gevestigde rechtspersoon die voldeed aan artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder 2°, van die wet zoals dat onderdeel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, en die rechtspersoon niet voldoet aan dat onderdeel zoals dat luidt vanaf de inwerkingtreding van deze wet, wordt die rechtspersoon gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze wet geacht een instelling te zijn in de zin van dat onderdeel, zoals dat luidt vanaf de inwerkingtreding van deze wet, en blijft de overeenkomst gedurende die periode van kracht, of zoveel korter als de resterende duur van de overeenkomst korter dan een jaar was.

ARTIKEL IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en waarbij artikel IIA, onderdelen C en D, terugwerkt tot en met 1 januari 2011.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 2 februari 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Uitgegeven de negenentwintigste februari 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 154

Naar boven