Besluit van 12 juli 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 5 juli 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten om te voorzien in een brede en duurzame grondslag voor innovatieve experimenten (Innovatieve experimenteerruimte onderwijs, Stb. 2012, 340)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 juli 2012, nr. 423154 (10256), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VIII van de Wet van 5 juli 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten om te voorzien in een brede en duurzame grondslag voor innovatieve experimenten (Innovatieve experimenteerruimte onderwijs, Stb. 2012, 340);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 5 juli 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten om te voorzien in een brede en duurzame grondslag voor innovatieve experimenten (Innovatieve experimenteerruimte onderwijs, Stb. 2012, 340) treedt in werking met ingang van 1 januari 2013, met uitzondering van artikel VII, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 juli 2012

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Uitgegeven de vierentwintigste juli 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De wet waarop dit inwerkingtredingsbesluit betrekking heeft, treedt in werking op het vaste verandermoment 1 januari 2013. Daarop wordt een uitzondering gemaakt ten aanzien van artikel VII van de wet. De wet voorziet in terugwerkende kracht van artikel VII tot en met 1 augustus 2011 om alsnog een juridische grondslag te leggen onder een al in uitvoering genomen experiment tussen hbo en privaat mbo. Het is voor de betrokkenen van belang, deze juridische borging zo snel mogelijk te effectueren en de terugwerkende kracht die de wet al voorziet, al eerder dan met ingang van 1 januari 2013 te activeren.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven