Wet van 27 januari 2011 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het opnemen van de bevoegdheid tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen alsmede enige technische wijzigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter versterking van de handhaving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wenselijk is om de toezichthouders de bevoegdheid te geven tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen alsmede enige technische wijzigingen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, derde lid, vervalt de zinsnede «, met uitzondering van de dienstbetrekking, bedoeld in de Wet inschakeling werkzoekenden».

B

Aan artikel 18a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De op grond van het eerste of tweede lid aangewezen ambtenaar is te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen. Hij kan daartoe de uitlevering vorderen tegen een door hem afgegeven schriftelijk bewijs. Zodra het belang van onderzoek omtrent de overtreding zulks toelaat wordt het in beslag genomen voorwerp teruggegeven aan degene bij wie het in beslag is genomen.

C

Artikel 23a vervalt.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 27 januari 2011

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

Uitgegeven de tiende februari 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 486

Naar boven